Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 927 van 1112

...  915 - 916 - 917 - 918 - 919 - 920 - 921 - 922 - 923 - 924 - 925 - 926 - 927 - 928 - 929 - 930 - 931 - 932 - 933 - 934 - 935 - 936 - 937 - 938 - 939 - 940  ...
[8] Ik zeg: 'Wees maar gerust en maak je er geen zorgen over hoe of wie je nu liefhebt. Laat het voor jou volstaan dat jouw liefde zuiver en goed is. Elke liefde die als zodanig zuiver is, kan niet anders dan alleen maar goed zijn. Zuiver is de liefde echter, als ze geen eigenliefde in zich draagt. Maar komt er bij de zuivere liefde ook maar een klein beetje eigenliefde, dan verzuurt dit maar al te gauw de zuivere liefde en maakt van haar dan een zeer slechte levensbasis.
Hoofdstuk 118: De twee boden bij de nieuwe Maria. Gelijkenis van de kleine gewassen en de eik. Over de geestelijke toestand van de aarde. Voltooiing door genade. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[6] Maria komt nu naar Mij toe zonder te weten dat zij al de juiste persoon voor zich heeft. Als ze Mijn arm aanraakt, kan ze zich van gelukzaligheid bijna niet meer staande houden en zegt: 'Vriend, laat me maar; ik ben veel te zwak om jouw liefde te weerstaan. Je zou me nog alle liefde voor Jezus de Heer kunnen ontnemen en naar jouzelf toetrekken.' Ik zeg: 'Dat doet er niet toe, Ik en de Heer zullen het wat jou betreft best met elkaar eens worden.'
Hoofdstuk 118: De twee boden bij de nieuwe Maria. Gelijkenis van de kleine gewassen en de eik. Over de geestelijke toestand van de aarde. Voltooiing door genade. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[2] Ik zeg: 'Nog slechts een beetje geduld, geliefde dochter. Kijk, de Heer is als een verstandige tuinman: Hij haalt eerst de niet zo mooi geworden vruchten binnen en legt ze in zijn provisiekamer, opdat ze daar volkomen rijp worden. De mooie vruchten laat hij echter aan de boom hangen, opdat het gehalte aan vruchtensuikers toeneemt en geest en leven volkomen kunnen rijpen in de kiem, die de zaadkorrel in zich draagt. Zo wordt ook het kleine gras van de aarde in korte tijd rijp, maar het is er daarom ook maar een korte tijd. Als er dan 's winters vorst en stormen komen, sterft het al vlug en behoudt het slechts een zwakke vorm van leven in de wortels.
Hoofdstuk 118: De twee boden bij de nieuwe Maria. Gelijkenis van de kleine gewassen en de eik. Over de geestelijke toestand van de aarde. Voltooiing door genade. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[13] De bode gaat voorop en Ik volg hem. Binnen enkele seconden zijn we beiden op de plaats van bestemming. Daar vinden we de geliefde op haar knieën, haar gezicht omhoog geheven, en snikkend bidt zij met gevouwen handen: 'O mijn enige, eeuwige liefde, mijn Jezus, mijn God en mijn Heer, hoe lang smacht mijn hart reeds naar U en nog steeds kan ik de genade niet verkrijgen om Uw heilige aangezicht te mogen aanschouwen. Ik moet weliswaar toegeven dat het mij aan niets heeft ontbroken tijdens mijn zeker al vele jaren durende verblijf in deze geestenwereld. Ik beleefde veel vreugde aan de goede zielen die zich door mij over U en over Uw heilige woord hebben laten onderrichten. Al mijn geliefde leerlingen zijn me nu gevolgd en wachten in een schare van enkele duizenden op deze berg ongeduldig op de Heer. We hebben alles gedaan waardoor we volgens Uw woord Uw aangezicht te zien zouden kunnen krijgen. Ten einde raad begonnen we zelfs uit zuivere liefde en verlangen naar U te vasten en ons letterlijk te kastijden, maar het was tot nu toe allemaal tevergeefs. 0 Vader, toon ons toch in Uw grote genade welke zonden nog aan ons en in het bijzonder aan mij kleven!
Hoofdstuk 117: Wie armen opneemt, neemt Mij op. Genezing en troost voor behoeftige zielen. De liefhebbende maagd. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[9] De bode weet daar verder niets op te antwoorden en vervolgt gewoon zijn weg. Maar nauwelijks een paar honderd schreden verder kom Ikzelf, deze keer geheel alleen, de bode tegemoet. Hij herkent Mij en beklaagt zich bij Mij over de zwaarmoedige die hem volgt.
Hoofdstuk 117: Wie armen opneemt, neemt Mij op. Genezing en troost voor behoeftige zielen. De liefhebbende maagd. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[10] Maar Ik zeg: 'Heeft ze jou dan niet gezegd dat ze jou achterna loopt over de zoete weg van haar hart? Zij heeft Mij boven alles lief en wil graag zo snel mogelijk daar aankomen waar Ik, als het enige voorwerp van haar liefde, Mij bevind. Dit moet je in het vervolg goed onthouden: waar je zo'n liefde vindt, mag je haar de weg naar Mij nooit versperren! Waar zo' n liefde in een hart woont, daar woont ook al de voltooiing van de geest. Wanneer echter een geest de voltooiing in zich draagt, dan draagt hij ook Mij al in zich en kan hij zonder angst of schroom Mijn vrije wezenskern naderen. Wie zelf tot vuur is geworden, hoeft het vuur nooit te vrezen. Waar is nu de geliefde van Mijn hart?'
Hoofdstuk 117: Wie armen opneemt, neemt Mij op. Genezing en troost voor behoeftige zielen. De liefhebbende maagd. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[9] Zo zij het! Het geschiede! En kijk, daar zijn we al weer op de Reinerkogel. Nu verheft zich boven de stad een dichte wolk en uit alle kerkhoven van deze stad stijgen lichtere nevels op. Wat denken jullie dat dit te betekenen heeft?' Allen zeggen: 'Heer, wij weten het niet. Leg ons dat uit!'
Hoofdstuk 116: Bisschoppelijk waanidee over heiligheid. Alleen God is goed. Duistere geesten en arme zielen komen dichterbij en krijgen een heilzame behandeling. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[10] Ik zeg: 'De zwarte wolken boven de stad zijn een vereniging van minstens tienduizend monniken en andere papisten, die zich sedert 400 jaar in deze omgeving ophouden en tengevolge van hun blindheid nergens een uitweg kunnen vinden. Onder hen bevinden zich ook enkele bisschoppen, prelaten en proosten. We zullen hun vlotten geven, die hen gezamenlijk stroomafwaarts naar de gebieden rond de Zwarte Zee zullen vervoeren. Hier zouden ze menig onheil gaan stichten, omdat zij nu in Mijn persoonlijke aanwezigheid wat wakkerder en beter ziende zijn geworden. Op zee zullen zij over enkele honderden jaren wel tot zichzelf komen en pas dan zal er met hen wat te beginnen zijn. De lichte nevels boven de kerkhoven bevatten echter heel arme, zieke zielen, die naar genezing dorsten. Deze moeten nog in deze aardse nacht van woensdag op donderdag volledig geholpen worden. Ik wil dat ze naar ons toe komen! En kijk, ze beginnen zich in onze richting te bewegen.'
Hoofdstuk 116: Bisschoppelijk waanidee over heiligheid. Alleen God is goed. Duistere geesten en arme zielen komen dichterbij en krijgen een heilzame behandeling. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[7] Satan is weliswaar nog de vorst van de hel, zoals hij ook haar grondlegger was, maar hij heeft reeds lang niet meer de macht om de mensen te verderven, want deze zijn reeds lang zijn leermeesters geworden. Sinds de mensen slechts afhankelijk zijn van hun vrije wil, zijn er velen onder hen, bij wie satan in de leer zou kunnen gaan; vooral bij de hoge roomse geestelijkheid en de jezuïeten zijn er verscheidene voor wie zelfs satan respect heeft. Zulke wezens noemen zich echter ook 'dienaren van God'. Hoe vinden jullie dat?'
Hoofdstuk 116: Bisschoppelijk waanidee over heiligheid. Alleen God is goed. Duistere geesten en arme zielen komen dichterbij en krijgen een heilzame behandeling. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[6] Alle hemelen met hun zaligheden zonder tal en naam komen voort uit wederzijdse, waarachtige naastenliefde, zoals in het tegenovergestelde geval ook alle pijnen en martelingen van de hel voortkomen uit eigenliefde. Bestond er geen eigenliefde, dan bestond er ook geen hel en was er op aarde geen oorlog, geen hongersnood en geen pest. Omdat de mensen echter vol zijn van verderfelijke eigenliefde, waaruit de hel door de mensen is gevormd en geenszins door Mij, moeten zij zich dan ook al het kwade, dat voortkomt uit die eigenliefde en zelfzucht, laten welgevallen.
Hoofdstuk 116: Bisschoppelijk waanidee over heiligheid. Alleen God is goed. Duistere geesten en arme zielen komen dichterbij en krijgen een heilzame behandeling. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[5] Nu staan de zeventien op en kijken vol verbazing om zich heen, en de primaat zegt als woordvoerder: 'Heer, God en Vader, nu pas beseffen we ten volle dat U het bent, van wie alle hemelen en aarden vol heerlijkheid getuigen. O Vader, wat moeten we nu doen om Uw heilige nabijheid waardiger te zijn?' Ik zeg: 'Mij van nu af aan boven alles liefhebben, omdat jullie liefde voor Mij jullie ware, eeuwige leven is, en alle broeders en zusters liefhebben als jezelf, want de liefde voor jullie broeders en zusters is de voorwaarde voor jullie zaligheid. Hoe meer jullie elkaar waarachtige, daadwerkelijke liefde bewijzen, des te zaliger zullen jullie zijn!
Hoofdstuk 116: Bisschoppelijk waanidee over heiligheid. Alleen God is goed. Duistere geesten en arme zielen komen dichterbij en krijgen een heilzame behandeling. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[3] We laten dit verder maar rusten, want we hebben daarvoor nog een hele eeuwigheid voor ons. Wij zijn naar aardse maatstaven nu al bijna drie uren hier en de zeventien prelaten liggen nog op hun aangezicht. Zij moeten geholpen worden en daarna moeten wij weer vlug naar onze heuvel terugkeren. Daar bevinden zich enkele aardse vrienden van ons, die nu de heuvel verlaten, maar dat doet er niet toe: onze zegen, die op de heuvel rust, hebben zij toch al ontvangen. Laten we ons nu dus bepalen tot de prelaten.
Hoofdstuk 116: Bisschoppelijk waanidee over heiligheid. Alleen God is goed. Duistere geesten en arme zielen komen dichterbij en krijgen een heilzame behandeling. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[13] Ik zeg: 'De Heer van de wereld heeft het recht zich op te houden waar het Hem belieft en hoeft de wereldlijke, schijnbare eigenaars nooit genadig om toestemming te vragen. Daarom heeft Hij zich nu dan ook het recht verschaft hier plaats te nemen, en wel omdat deze heuvel vergeleken bij alle andere in de omgeving van deze stad het minst door schandelijke daden van slechte mensen werd ontheiligd. Ik ben Christus, de Heer, en ben gekomen om de slechte wereld te oordelen en Mijn trouwe volgelingen Mijn genade, vergeving van hun zonden en het eeuwige leven te schenken. Wie Mij erkent, aanneemt en zich niet aan Mij ergert, zal niet te gronde gaan, maar wie zich aan Mij ergert en niet gelooft dat Ik de eerste en de laatste ben, het begin en het einde, de Alfa en de Omega, die zal verloren gaan. Nu weten jullie alles wat je weten moet. Wat gaan jullie nu doen?'
Hoofdstuk 115: Over natuurgeesten en de sterrenelementen van mensenzielen. Hoe zich, uit God ook onzuivere wezens kunnen ontwikkelen. Bezoek van de zeventien oude prelaten van Rein. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[6] Robert zegt: 'Och ja, dat is waar ook, dat was toen U ons het verschil hebt uitgelegd tussen Uw gedachten en Uw ideeën. Ja, ja, nu weet ik het al: elke gedachte op zich als hoofdlijn voor een idee is zuiver, maar omdat men uit de hoofdlijnen (die op zichzelf genomen altijd zuiver blijven) ook onzuivere beelden kan vormen, zijn zulke beelden of ideeën daardoor reeds onzuiverder dan de oer- of basisgedachten, omdat ze ook iets onzuivers kunnen voorstellen. Dat is bij de hoofdlijnen zelf natuurlijk onmogelijk. Een zuivere lijn blijft een lijn, maar dat geldt niet voor een figuur, die door een combinatie van lijnen ontstaat.
Hoofdstuk 115: Over natuurgeesten en de sterrenelementen van mensenzielen. Hoe zich, uit God ook onzuivere wezens kunnen ontwikkelen. Bezoek van de zeventien oude prelaten van Rein. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] Alle zielen op deze aarde hebben wel iets van alle sterren in zich. Overheersend blijft echter slechts datgene wat zij uit de natuur hebben van die aardewereld, waarop zij het eerst tot volledige mensenzielen werden gevormd. Begrijp je nu hoe het met die natuurgeesten gesteld is ?'
Hoofdstuk 115: Over natuurgeesten en de sterrenelementen van mensenzielen. Hoe zich, uit God ook onzuivere wezens kunnen ontwikkelen. Bezoek van de zeventien oude prelaten van Rein. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
...  915 - 916 - 917 - 918 - 919 - 920 - 921 - 922 - 923 - 924 - 925 - 926 - 927 - 928 - 929 - 930 - 931 - 932 - 933 - 934 - 935 - 936 - 937 - 938 - 939 - 940  ...