Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

15542 resultaten - Pagina 928 van 1037

...  916 - 917 - 918 - 919 - 920 - 921 - 922 - 923 - 924 - 925 - 926 - 927 - 928 - 929 - 930 - 931 - 932 - 933 - 934 - 935 - 936 - 937 - 938 - 939 - 940 - 941  ...
[22] Kijk, wij beiden zijn voor jou nu de grootste vrienden en broeders, en jij veracht ons voortdurend in je hart, ofschoon wij je willen helpen en je geheel doorzien! Daarom, verander je hart! Begin ons als je weldoeners lief te hebben, dan zul je ook zonder jouw domme filosofie de weg naar het hart van God vinden, zoals het juist is en gepast! Moge het zo geschieden!'
Hoofdstuk 21: De filosofische domme verontschuldiging van bisschop Martinus - Een vriendelijke en goddelijk ernstige gewetensspiegel - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] Maar hoe prachtig dit alles er ook uit ziet, er valt toch nog nergens een rijpe, eetbare vrucht te ontdekken. Alles lijkt nog heel erg op de vijgeboom die geen vrucht droeg, toen de Heer hongerde naar een vrucht daarvan.
Hoofdstuk 22: De deemoedige zelfkennis van bisschop Martinus en het ontwaken van zijn liefde - De veranderde omgeving - Het paleis met het vervuilde interieur - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[7] Kom nu echter met ons naar het paleis; daarbinnen zullen we je nieuwe toestand nader bespreken. Je zult van daaruit ook al gauw een heleboel gelegen heden ontdekken, die het volste beroep op je hart zullen doen. Kom dus, broeder en volg ons tweeën. Zo zij het!'
Hoofdstuk 22: De deemoedige zelfkennis van bisschop Martinus en het ontwaken van zijn liefde - De veranderde omgeving - Het paleis met het vervuilde interieur - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[18] Kijk eens uit het raam naar buiten. Wat zie je daar op enige afstand van hieruit in noordelijke richting?'
Hoofdstuk 22: De deemoedige zelfkennis van bisschop Martinus en het ontwaken van zijn liefde - De veranderde omgeving - Het paleis met het vervuilde interieur - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] Vriend, ik heb medelijden met deze armzalige zwervers. Laat mij er naar toe gaan en ze hierheen brengen, ze hier opnemen om ze zo goed mogelijk te verzorgen! Ook al zijn deze kamers vuil, ze zullen allicht beter voor hen zijn dan die bevroren en triest uitziende, oneffen paden in die mij maar al te bekende richting, waarop het alsmaar slechter gaat!'
Hoofdstuk 23: Het eerste goede werk van barmhartigheid van bisschop Martinus aan de armen die hier zijn aangekomen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] Nu komt BISSCHOP MARTINUS bij het treurige gezelschap aan en spreekt op vriendelijke toon tot hen: 'Lieve vrienden, waar willen jullie naar toe? Ik smeek jullie in Godsnaam, keer om en volg mij, anders gaan jullie allemaal te gronde. Want de richting die jullie nu volgen, voert regelrecht naar een afgrond die jullie allen voor eeuwig zal verslinden!
Hoofdstuk 23: Het eerste goede werk van barmhartigheid van bisschop Martinus aan de armen die hier zijn aangekomen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] Kijk daar eens naar het zuiden. Daar zullen jullie een paleis zien, dat er weliswaar van buiten mooier uitziet dan van binnen, maar dat doet er voorlopig niet toe. Onderdak en een stukje brood zullen we daar binnen toch wel vinden, wat in ieder geval beter zal zijn dan om deze weg die zeker naar het verder leidt, verder te bewandelen. Denk er dus niet lang over na, maar keer meteen om en volg mij; bij God, het zal jullie niet schaden!'
Hoofdstuk 23: Het eerste goede werk van barmhartigheid van bisschop Martinus aan de armen die hier zijn aangekomen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[9] EÉN VAN DE ZWERVERS zegt: 'Goed, wij willen je wel volgen. Maar denk er bij voorbaat om, dat je ons niet naar een katholiek huis brengt. Want het zou voor ons onmogelijk zijn om daar te blijven, daar we van niets zo'n sterke afkeer hebben als van het nog erger dan de pest stinkende roomse katholicisme, met name van de paus, van zijn bisschoppen en vooral van de buitengewoon slechte kloosters van de roomse hoer!'
Hoofdstuk 23: Het eerste goede werk van barmhartigheid van bisschop Martinus aan de armen die hier zijn aangekomen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[13] DE AANVOERDER van dit gezelschap zegt: 'Nu goed, jij lijkt me een nogal verstandige man te zijn; daarom zullen wij je volgen naar je huis. Maar dát vragen wij al van te voren nadrukkelijk, dat wij onder elkaar nooit over godsdienst praten, want alles wat godsdienst heet, vervult ons met de grootst mogelijke tegenzin. '
Hoofdstuk 23: Het eerste goede werk van barmhartigheid van bisschop Martinus aan de armen die hier zijn aangekomen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[15] Nu gaat bisschop Martinus voorop en de hele karavaan van 30 man volgt hem en hij brengt ze regelrecht naar het paleis en tegelijkertijd meteen bij Mij en bij Petrus. Als hij daar aankomt, zegt hij vol blijdschap tegen Mij:
Hoofdstuk 23: Het eerste goede werk van barmhartigheid van bisschop Martinus aan de armen die hier zijn aangekomen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] En IK zeg: 'Zie je daar in het noorden die brand? Daar moeten we naar toe snellen en aan de brand een eind maken, anders krijgt deze hele omgeving er van te lijden. Want het geestelijk boze vuur grijpt veel heftiger om zich heen dan het natuurlijke aardse vuur. Daarom vlug op pad!'
Hoofdstuk 24: Bisschop Martinus' nieuwe opdracht – Brand blussen en levens redden - De slachtoffers van de brand krijgen onderdak en kleding - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] Wij haasten ons nu naar de brand en zijn er al aangekomen. Het gaat om een zeer armoedig dorp dat geheel in brand staat en om een groot aantal zeer arme, geheel naakte mensen die uit hun brandende hutten vluchten. Maar midden in het dorp staat een ietwat beter huisje met een plat dak, waarop zich vijf mensen bevinden die jammerlijk om hulp roepen, terwijl de vlammen al naar hun omhoog slaan en hen ieder ogenblik dreigen te verslinden.
Hoofdstuk 24: Bisschop Martinus' nieuwe opdracht – Brand blussen en levens redden - De slachtoffers van de brand krijgen onderdak en kleding - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] Onze BISSCHOP MARTINUS ziet dat en roept: 'Vrienden, in Godsnaam, waar is hier ergens een ladder, dat ik naar boven kan klimmen naar deze arme stumpers en ze misschien met jullie hulp kan redden!'
Hoofdstuk 24: Bisschop Martinus' nieuwe opdracht – Brand blussen en levens redden - De slachtoffers van de brand krijgen onderdak en kleding - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] Bisschop Martinus pakt vlug de ladder en loopt daarmee naar het huisje met het platte dak, dat nu helemaal door vlammen is omgeven. Hij zet de ladder tegen het dak, klimt dapper door de vlammen naar boven en neemt daar twee mensen, die al buiten bewustzijn waren, op zijn schouders en draagt ze haastig naar beneden, terwijl de drie sterkere hem ijlings volgen. In één minuut heeft hij werkelijk van vijf mensen het zieleleven gered.
Hoofdstuk 24: Bisschop Martinus' nieuwe opdracht – Brand blussen en levens redden - De slachtoffers van de brand krijgen onderdak en kleding - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] Nu HIJ met dit werk klaar is, komt hij snel weer naar Mij toe en zegt: 'O, God zij dank dat deze redding mij gelukt is! Ik dacht al dat mijn ijver me deze keer duur te staan zou komen; maar toch - God zij dank! - het is op het nippertje gelukt.
Hoofdstuk 24: Bisschop Martinus' nieuwe opdracht – Brand blussen en levens redden - De slachtoffers van de brand krijgen onderdak en kleding - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
...  916 - 917 - 918 - 919 - 920 - 921 - 922 - 923 - 924 - 925 - 926 - 927 - 928 - 929 - 930 - 931 - 932 - 933 - 934 - 935 - 936 - 937 - 938 - 939 - 940 - 941  ...