15542 resultaten - Pagina 929 van 1037
... 917 - 918 - 919 - 920 - 921 - 922 - 923 - 924 - 925 - 926 - 927 - 928 - 929 - 930 - 931 - 932 - 933 - 934 - 935 - 936 - 937 - 938 - 939 - 940 - 941 - 942 ...
[9] IK zeg: 'Ja natuurlijk, daarom zijn we voornamelijk hier naar toe gekomen. Maar nu moeten we ook het vuur uitdoven. Als dat gebeurd is, zullen wij heel blij met deze armen naar huis gaan. Daarom pakken we nu meteen aan, zodat het vuur niet verder meer om zich heen kan grijpen!'Hoofdstuk 24: Bisschop Martinus' nieuwe opdracht – Brand blussen en levens redden - De slachtoffers van de brand krijgen onderdak en kleding - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[13] IK zeg: 'Vriend, zo is het genoeg. Het water zal nu vanzelf het juiste doen; want deze machtige bron zal het vuur snel boven het hoofd groeien en flink van water voorzien. Daarom kunnen wij met onze arme geredden nu wel naar huis gaan en daar wat uitrusten en krachten opdoen voor een andere zaak. Ga nu en breng ze allemaal bij Mij!'
Hoofdstuk 24: Bisschop Martinus' nieuwe opdracht – Brand blussen en levens redden - De slachtoffers van de brand krijgen onderdak en kleding - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[14] Bisschop Martinus gaat welgemoed heen en brengt alle armen bij elkaar. We gaan nu naar ons paleis, waar, zodra we zijn aangekomen, de armen meteen in een ander, ruim vertrek worden ondergebracht.
Hoofdstuk 24: Bisschop Martinus' nieuwe opdracht – Brand blussen en levens redden - De slachtoffers van de brand krijgen onderdak en kleding - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[17] IK zeg: 'Zo is het goed, Mijn geliefde broeder! Nu ben je van een Saulus een Paulus geworden. Ga zo door, dan zul je Mij en Mijn vriend en broeder al spoedig waardig terzijde staan! Laten we nu naar onze kamer gaan!'
Hoofdstuk 24: Bisschop Martinus' nieuwe opdracht – Brand blussen en levens redden - De slachtoffers van de brand krijgen onderdak en kleding - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] BISSCHOP MARTINUS zegt weer: 'Daar ben ik blij om; alstublieft geen luxe voor mensen zoals ik! Maar, broeders, nu kom ik met een ander verzoek; luister! Ik ben weliswaar heel erg hongerig en dorstig, maar onze arme beschermelingen zullen zeker nog meer honger en dorst hebben. Gun mij daarom het genoegen, dat ik het voor mij bestemde deel aan deze armen geef en het zelf naar hun toebreng. De vreugde om deze armen te hebben verzadigd, zal deze keer de voornaamste verzadiging van mijn hart zijn!'
Hoofdstuk 26: Martinus' bescheidenheid en deemoed - Het gezegende liefdemaal aan de tafel van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[7] IK zeg: 'Lieve broeder, een dergelijke hartewens van jou verheugt ook Mij heel erg! Maar deze keer moet het bij een wens blijven, want voor jouw armen is al uitstekend gezorgd. Kom daarom naast Mij zitten en eet en drink naar hartelust! Na de maaltijd zullen wij dan de armen opzoeken en zien of we hun een of andere bezigheid kunnen geven. Zo zij het!'
Hoofdstuk 26: Martinus' bescheidenheid en deemoed - Het gezegende liefdemaal aan de tafel van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[18] IK zeg: 'Nu, Ik verheug Mij ook dat het jullie beide zo goed heeft gesmaakt. Het zij jullie gezegend! Nu gaan we echter snel naar onze armen om te zien, hoe het met hen gaat.'
Hoofdstuk 26: Martinus' bescheidenheid en deemoed - Het gezegende liefdemaal aan de tafel van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] We gaan nu naar DE EERSTE DERTIG MENSEN, die bisschop Martinus alleen hier naar toe heeft gebracht. Als we binnenkomen, knielen zij voorover gebogen naar de grond en roepen: 'O Heer, Heer, Gij grote, verheven God in Jezus Christus, kom niet bij ons!Want wij zijn té grote zondaars en de geringste genade niet waard! Uw nabijheid is voor ons veel te heilig en te onverdraaglijk.'
Hoofdstuk 27: Martinus' merkwaardige ervaringen bij het gezelschap, dat het eerst is opgenomen - Martinus wil onderrichten en wordt zelf onderricht - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] BISSCHOP MARTINUS kijkt naar alle kanten om zich heen om te zien, waar de dertig mensen Jezus zien. Maar hij ziet nog steeds niets en vraagt Mij: 'Lieve vriend, wat is er met deze arme mensen? Zijn ze niet bij hun verstand of zijn ze op de wijn, die ze vast en zeker ook gedronken hebben, in slaap gevallen en hebben ze nu een luthers of rooms droomvisioen?'
Hoofdstuk 27: Martinus' merkwaardige ervaringen bij het gezelschap, dat het eerst is opgenomen - Martinus wil onderrichten en wordt zelf onderricht - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] BISSCHOP MARTINUS zegt: 'Nu, dus toch een soort geesteszwakte, alleen om een iets andere reden dan ik had gedacht. Overigens hebben ze naar mijn mening gelijk, wanneer ze je als hun huidige, grootste weldoener onder de naam van het hoogste wezen prijzen. Want ik denk dat iedere weldoener wel een groot deel van de echte Godheid in zich meedraagt en als hij wordt geëerd, wordt ook de Godheid in hem geëerd. Wat moeten we nu met deze mensen beginnen?'
Hoofdstuk 27: Martinus' merkwaardige ervaringen bij het gezelschap, dat het eerst is opgenomen - Martinus wil onderrichten en wordt zelf onderricht - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] IK zeg: 'Deze mensen zullen we nu volgens hun wens in hun mening laten en naar de anderen gaan. Want als ze voorlopig van mening zijn, dat ze Mijn nabijheid niet kunnen verdragen, dan zullen we ze ook niet verder kwellen; mettertijd zal dat wel gaan!'
Hoofdstuk 27: Martinus' merkwaardige ervaringen bij het gezelschap, dat het eerst is opgenomen - Martinus wil onderrichten en wordt zelf onderricht - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] BISSCHOP MARTINUS zegt: 'Ja, ja, dat is goed. Forceren heeft geen zin; Laten we daarom nu snel naar de anderen gaan, die uit het vuur zijn gered. Ik verheug me daar al erg op.'
Hoofdstuk 27: Martinus' merkwaardige ervaringen bij het gezelschap, dat het eerst is opgenomen - Martinus wil onderrichten en wordt zelf onderricht - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[7] Wij begeven ons vlug naar de anderen. Als we bij de deur zijn, zeg IK tegen bisschop Martinus: 'Broeder, ga jij eerst naar binnen en kondig Mij en Petrus aan! Als ze dat wensen, zal Ik naar binnen gaan. Wensen ze Mij echter niet, wat je uit hun woorden gemakkelijk zult kunnen opmaken, kom dan gauw terug, zodat we met een ander werk kunnen beginnen.'
Hoofdstuk 27: Martinus' merkwaardige ervaringen bij het gezelschap, dat het eerst is opgenomen - Martinus wil onderrichten en wordt zelf onderricht - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[10] BISSCHOP MARTINUS zegt: 'Dat is iets wat ik zelf niet precies weet, maar dat is hier in de geestenwereld ook helemaal niet zo nodig. Het is genoeg dat ik uit ervaring weet, dat hij een buitengewoon goed en wijs man is. Het zou zelfs dwaas zijn om meer te willen weten. Stellen jullie je daarom voorlopig ook tevreden met hetgeen ik naar mijn beste weten over hem heb gezegd. En geef me antwoord op wat ik zojuist vroeg.'
Hoofdstuk 27: Martinus' merkwaardige ervaringen bij het gezelschap, dat het eerst is opgenomen - Martinus wil onderrichten en wordt zelf onderricht - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[16] Vertel jij dus, gelukkige vriend van je God en Heer die je niet kent of niet wilt kennen, dat ons hart naar Hem verlangt en altijd verlangd heeft; maar onze zonden hebben ons zo lelijk, vuil, naakt en stinkend gemaakt, dat wij niet kunnen wensen dat Hij bij ons komt!
Hoofdstuk 27: Martinus' merkwaardige ervaringen bij het gezelschap, dat het eerst is opgenomen - Martinus wil onderrichten en wordt zelf onderricht - Jakob Lorber - Bisschop Martinus