2758 resultaten - Pagina 94 van 184
... 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88 - 89 - 90 - 91 - 92 - 93 - 94 - 95 - 96 - 97 - 98 - 99 - 100 - 101 - 102 - 103 - 104 - 105 - 106 - 107 ...
[19] Laat dit ook voor jou een waarschuwing zijn, Mijn nogal bekwaam stuk gereedschap, voor het geval dat je je zou willen verheffen boven je broeders (niet in stilte en nog minder in het openbaar) omdat Ik jou de gave van de wijsheid gegeven heb. Want zie, als je onkuis zou worden of uit nood zou stelen of brassen en een liederlijk leven zou leiden, dan zou hoe dan ook deze bij mensen zeldzame gave in je zwakker worden; zou je er echter trots op worden, dan zou Ik haar meteen van je afnemen, je naakt en verlaten achterlaten in het woud van de dwaling en er zouden verscheurende dieren komen om je op te eten, en uiteindelijk zou er van jou niets anders meer over zijn dan een slechte naam.Hoofdstuk 29: De opvolgers van Hanoch - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[13] Jullie zullen je vrouwen in de toekomst nooit eerder dan in je veertigste jaar beslapen en dan nooit vaker dan onder Gods zegen nodig is om een mens te verwekken. En niemand zal meer dan ten hoogste twee tot drie vrouwen hebben; want alles wat daar bovenuit zou gaan, zal je door God als een grote zonde aangerekend worden en je leven op aarde van korte duur en moeizame aard maken. Het zal jullie liefde tot God verzwakken en je tenslotte van alle wijsheid beroven, die slechts een toegift van God is aan diegene die zich precies aan Zijn geboden houdt.
Hoofdstuk 33: De afvaart van de Meduhedieten - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[29] Jullie, mijn tien begeleiders, die ook reeds wijs geworden zijn, zullen het volk meenemen en leiden en het in wijsheid over het land verdelen en hun leren wat ze nodig hebben; en kom zo dikwijls als de maan vol is naar mij toe om raad en om onderricht. Amen."
Hoofdstuk 34: De landing van de Meduhedieten in Japan - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] En zie, toen nu de wolf - let wel: een wolf zeg Ik - op wonderbaarlijke wijze zijn rede vol wijsheid vanuit Mij voltooid had, sprong hij vrolijk naar buiten en er stond opeens een grote beer, als uit de hemel gevallen, zoals jullie plegen te zeggen, voor het in zichzelf gekeerde, berouwvolle gezelschap en hij keek hen met een verwarde, rusteloze blik aan, alsof hij daarmee wilde aangeven dat hun gemoed net als zijn blik nog verward en rusteloos was. Hierdoor werd hun gemoedstoestand goed gekenmerkt. De beer opende eindelijk ook zijn muil en begon volgens Mijn wil tegen hen te spreken met ernstige en waardige, zeer versterkende woorden. Hij zei namelijk:
Hoofdstuk 36: De herinnering aan Adams ongehoorzaamheid en de genade van God - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[6] En zie, zo heb Ik Mij in korte tijd een volk opgewekt waarvan tot op dit uur nog afstammelingen bestaan, - waar echter, daarover later! Welnu, toen zij nu zo goed voorbereid waren, liet Ik op de achtergrond een hooglied vol wijsheid en liefde voor hen klinken door middel van Meduhed; het werd daar reeds opgetekend en is nog heden ten dage voorhanden - waar echter, ook daarover later! Het luidde als volgt: Luistert allen, gij late kinderen van Mijn genade, hoe Ik u onthaal, luistert, hoe Ik u allen uitnodig aan Mijn grote gastmaal! Komt allen, die trouw van harte zijt hier in Mijn midden, en doet mede met 't gemeenschappelijk loven van Mijn naam, nog volgens d' oude zede, die Meduhed u zo vroom en trouw wist te leren, daar hij - als eerste - Mij in zijn hart heeft willen begeren! Neemt dus zijn goed en zinnig voorbeeld wel in acht; ziet zijn ogen, mond en oren, en zijn witte baard, zo zacht, als veilige tekenen van zijn vroom en zeer wijs spreken! O, dat toch jullie allen in dit alles hem geleken! Zodat ook gij straks worden kunt Mijn lieve, trouwe kinderen, die dat kwade slangen broed niet meer vermag te hinderen. Ziet, schoon spoelen van haar gruwelen zal Ik spoedig heel deez' aarde, der zondaren streven naar Mijn liefde zal dan blijken zonder waarde! Maar als gij van binnen trouwen vroom van hart zult blijven, zal Ik Mijn watervloeden graag aan u voorbij doen drijven! En als Ik straks Mijn toorn zal ontkluisteren van zijn banden, dan zult gij veilig zijn geborgen: Ik zorg voor hogere landen! Dan zullen op aarde alle geslachten klagen,en de 'groten' zullen geen hoongelach meer wagen. En als dan d'hoge watervloeden ruisend stromen over de bergen, zullen ze slechts weinig kinderen sparen: dat zijn Mijn liefdedwergen. Ja, zeer klein werden ze en heel veel minder waard; hun groot gebrek aan liefde heeft hen zeer ontaard! Ziet op dus naar Mijn licht-doorstroomde hemelzalen, Ziet Mijn sterren stralend van Mijn genâ verhalen. Ziet hoe de vlakten der aarde worden verlicht door de zon. Ziet hoe de maan haar begeleidt, welwillend van toen ze begon. Ziet alle werelden gehoorzamen aan Mijn wil. Doet gij ook zo dus al uw werken steeds heel stil. Ge wilt het wezen van de sterren geheel doorleven? Hoor! Ik zeg: de liefde zal het juiste antwoord geven! Als het hart volkomen zuiver op de liefde zal zijn gericht, zal Ik de fakkel van Mijn genade geven als een licht; daar leest een ieder dan gemak'lijk in fel en vlammend schrift, Gods naam in grote letters heel duidelijk gegrift. O gij, klein hart, in nauwe borstkas ingesloten, kendet gij de bron, waaruit zo groots ge zijt ontsproten..., dan zouden er geen vragen over de dode materie in u rijzen; ge liet ze, onbekommerd, dan graag zweven op hun eigen wijzen, wetend dat de Schepper Zelf van al deez' nietig kleine dingen..., onbeduidend vergeleken met een hart, dit steeds met liefde wil omringen. Dàt, wat voor zwakke mensenkinderen zo vaak als groot opdoemt, wordt door Mijn liefde daarentegen slechts zo klein genoemd! Want die dingen in de ruimten, ze zijn als niets zo klein... gelijkend mensenharten, die nog niet ontkiemd in liefde zijn! Houdt daarom niets voor groot dan slechts Mijn liefde trouw en, wat direct daarna komt: des zondaars waar berouw. Ik alleen ben groot, daar Mijn liefde en machtig besturen, en een vrije geest, die in de orde is gegrondvest, zal voortduren. Wat betekenen Mijn zonnen in hun onbekende banen?! Slechts dat ze u als al het andere, steeds uw zwakte manen! Wat zijn zij meer... in het licht van Mijn volmaakte Godheid...dan 't afgevallen hulsje van een zojuist ontpopte mijt? Stel dat g' eens tot in het centrum al dezer werelden in mocht keren... om daar dan het geruis te horen van hun snelle vluchten door de sferen... Om daar ook de sterkte te meten van aller zonnen felste licht... en d'almacht te verstaan, waarmee Ik al dat groots verricht... Zoudt ge ook dan nog nader tot Mijn grote liefde kunnen komen? Neen zeg Ik; aan vertwijfeling zoudt ge niet kunnen ontkomen! Zoudt gij ook kunnen besturen daar de grote hemelwagen? En hem - net als grote geesten - snel naar de sterren jagen? Kondt g'uit uw mond ook lichtende zonnen baren, zonder weeën? En hen onderdompelen - zoals Ik de Mijnen - in de golven van de zeeën? Dan nog zou al uw kracht, naast de Mijne, een vergelijk behoeven: ze is als zand en stof in oude leem - en steengroeven! Kijk op naar 's hemels blauwe randen, kijk over golven naar der zeeën verre stranden, maar geloof gerust, omdat Ik 't u zeg: grenzen zijn daar niet, waar men overdag zeeën van licht van de zon en 's nachts de sterren ziet! En heel de inhoud van uw grote zee is zelfs niet te vergelijken met slechts een druppel der daargindse 'kleinste' sterrenrijken. Richt daarom uw oog op Mij, de Grote, gij kleine mensenrij, en beperk uw weetgierigheid maar tot Mij. Heinde en ver, ja overal moet ge Mijn liefde zoeken! Laat uw blikken alom dwalen tot in de vreemdste hoeken! De tekenen van Mijn naam zult g' overal kunnen vinden; maar laat u dan ook door niets anders dan door Mijn liefde binden! Ja, zelfs het gras zal u over Mij verblijdend informeren, mits g'u maar onophoudelijk van Hanochs zonden afblijft keren! En als g' elkaar, als broeders nu, steeds trouw wilt blijven minnen, en in bedwang houdt voor elkaar uw ongeregeld' aardse zinnen, dan zal grote genade tot u komen van boven... en u zal getoond worden hoe men de Vader moet loven. Zo kniel dan neder op deez' aard', de moeder van uw zonden, schudt af het stof der slang, 't maakt dodelijke wonden! Dank Mij, jullie Redder, vol nieuwe vreugde in het hart en laat aan Mij gewijde tijd je nooit brengen tot enige smart! Laat de macht van Mijn liefde jullie diep in de harten raken, dan zal het licht van Mijn genade je tot nieuwe mensen maken!
Hoofdstuk 32: Het hooglied van Meduhed - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[7] Alles moet zich naar jouw macht voegen; maar zie daar op geringe afstand een boom staan, beladen met mooie vruchten; deze heb Ik om een zeer wijze reden nog niet gezegend! Daarom mag je voordien niet van het zoete sap van de appel proeven; want op de dag, dat je er van zult eten vóór Mijn terugkeer en zegen, zul je zondigen, jezelf te gronde richten en zwak, krachteloos, blind, doof en sterfelijk maken! O Mijn geliefde Adam, overdenk goed de woorden van jouw liefdevolle Schepper en bederf Me niet Mijn reeds zover gevorderde, grote werk van Mijn liefde en wijsheid!
Hoofdstuk 36: De herinnering aan Adams ongehoorzaamheid en de genade van God - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[36] Want de oneindige liefde en wijsheid van God geeft ieder het zijne. De vrome, volgzame kinderen geeft zij brood, honing, melk en zoete vruchten voor lichaam en geest, maar aan het ongehoorzame, hoogmoedige gebroed van de slang geeft zij stenen, stof, doornen en distels en giftige bessen voor geest en lichaam, opdat het boze gebroed zal verderven en waar mogelijk de dode geest zal behouden om langzamerhand weer levend te worden in de oneindige barmhartige liefde van de enige, grote, eeuwige, meest heilige Vader van al wat is.
Hoofdstuk 36: De herinnering aan Adams ongehoorzaamheid en de genade van God - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[6] Zoek de liefde, en de wijsheid zal je gegeven worden en je stam zal niet uitsterven voor het einde van alle tijden; want de Heer zal vele takken aan je stam maken, opdat je naam tot aan het einde van alle tijden zal voortleven.
Hoofdstuk 37: De prehistorie van het Chinese volk - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[36] (Want alles wat Ik jullie hier geef, is voor Mijn kinderen waar en getrouw; want Ik geef het niet aan de wereld, maar aan Mijn zwakke kinderen. Daarom moeten zij Mijn liefde en wijsheid en Mijn woorden en Mijn genade niet met de maatstaf van de wereld meten. Want Ik wil niet schitteren voor de wereld, maar slechts door jullie geliefd zijn. Want Ik heb genoeg zonnen om voor de ogen van de wereld iets te laten schitteren. Maar als jullie met je wereldse geleerdheid aanmerkingen hebben op Mijn geschrift wat denken jullie dat Ik dan eens met je wereldse onzin zal doen? - Leer het daarom van Mij; pas als jullie door Mij onderwezen zijn, zullen jullie zien en erkennen wiens voorschriften hoger staan, - de Mijne of die van de wereld. Want de wereld heeft het woord in de zin, Ik echter heb de zin in het woord, - daarom dwaalt degene die niet naar Mij op zoek is, op een ontzettende manier!)
Hoofdstuk 34: De landing van de Meduhedieten in Japan - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[9] Zou het dan niet redelijk zijn, als de dieren van jullie het nuttige gebruik van je krachten zouden hebben geleerd?! - En nu, zoals jullie zien, moeten juist wij bloeddorstige dieren je zachtmoedigheid en de wijze ernst van het leven tonen en onderwijzen! O schaam je, jullie heren van de wereld, omdat een mug die mij om de oren zoemt meer wijsheid bezit dan jullie en heel Hanoch met de tien steden die zij bezitten bij elkaar. Want ook al is de duur van haar leven nauwelijks tot op enige dagen begrensd en is er van haar werken geen zichtbaar nagelaten spoor voorhanden, toch heeft zij zelfs in deze zeer korte levensduur oneindig veel meer gedaan dan jullie sinds de tijden van Kaïn met al je stedenbouw en marteling van je broeders, want zij vervulde de in haar heersende wil van God en voelde dankbare vreugde in dit onbeduidende korte bestaan. Alleen jullie mensen, die eeuwig zullen leven, konden de waarde in je vergeten en nog meer de oneindige waarde van de meest heilige liefde van de eeuwige, heilige God in je geest!
Hoofdstuk 35: Een boeteprediking door de dieren - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[34] En deze heilige wil, waarin alle kracht en macht, alle wijsheid en sterkte, het eeuwige leven en de meest zalige, meest vreugdevolle vrijheid heerst en eeuwig zal heersen, luidt als volgt: jullie zijn allemaal volkomen gelijk voor God, jullie zijn broeders en zusters; daarom zal niemand er ooit ook maar van dromen op de een of andere wijze boven de anderen uit te willen steken. Want kracht noch schoonheid, jeugd noch ouderdom, deugd noch wijsheid of wat voor voortreffelijke eigenschap ook, mag je ooit voorrechten verlenen, maar met al deze voordelen moeten jullie volgens de goddelijke wil slechts in alle liefde en overgave elkaar bijspringen en de klaarblijkelijk minder begaafden bijstaan, opdat jullie gelegenheid zullen hebben om de goddelijke deugd van de eeuwige, door de bovenmatig goede Schepper in jullie ingeplante liefde te beoefenen. Want slechts uit de zuiverste en grootste liefde heeft de almachtige heiligheid van God zich laten bewegen om jullie slechte, ondankbare, eer, liefde en God vergetende mensen uit Zich te scheppen en dan ter wille van jullie ook nog een talloze, oneindige hoeveelheid wezens van allerlei onoverzienbare soorten, die jullie op alle mogelijke wijzen hadden moeten dienen.
Hoofdstuk 35: Een boeteprediking door de dieren - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[25] Maar eens zullen werelden zich buigen voor deze aarde, omdat haar licht groter wordt dan dat van alle hemelen, want eens zal Gods heiligheid alle volkeren verlichten die van goede wil zullen zijn. En als jullie getrouw zullen blijven in deemoed en in vrijwillige gehoorzaamheid jegens de allerheiligste wil van de eeuwige, grote Vader, zal dat licht ook tot jullie doordringen en je geheel en al levend maken; maar indien jullie je ooit boven de ander zouden of zouden kunnen verheffen, zal dit meest heldere en allerheiligste licht, uitgaande van het diepste innerlijk van God, slechts tot je komen als het licht van de meest ver verwijderde ster van de schepping tijdens de donkere nacht op aarde.
Hoofdstuk 36: De herinnering aan Adams ongehoorzaamheid en de genade van God - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[37] Zie, jullie zijn allen gelijk, zowel mannen als vrouwen. Echter moeten jullie vrouwen je schaamdelen alsmede je hele lichaam goed bedekken en voornamelijk je hoofd, opdat door jullie wellustige aard de man niet tot ontucht geprikkeld zal worden, zoals het vrije geslacht van de vogels door het grote, geheime begeren van de verleidelijke ogen van de slang in de dodelijke gevangenschap van haar giftige kaken gelokt wordt; want jullie vrouwen zijn de kinderen van de slang het naast en vol van haar gif. Wees daarom voor alles even ingetogen als de bijenkoningin, die het niet waagt zich aan de zon bloot te stellen, maar vol zorg dag en nacht over de cellen van haar onschuldige kinderen kruipt; jullie moeten ook zo zijn en in alles jullie mannen gehoorzamen, voorzover de allerheiligste wil Van God dat vereist. Maar als een man - waarover niet gesproken zou behoeven te worden - je tegen de meest heilige wil van God in tot iets zou willen dwingen, moet het ook aan jullie toegestaan zijn, jullie hoofden voor de man te ontbloten en hem op lieflijke wijze aan zijn van God uitgaande plichten te herinneren. En als je dit allemaal zo nauwkeurig zult uitvoeren, zal de Heer jullie met grote genade overladen en je zult eeuwig en onsterfelijk in oneindige schoonheid een ware lust voor het oog van de eeuwige, heilige Vader zijn.
Hoofdstuk 36: De herinnering aan Adams ongehoorzaamheid en de genade van God - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[8] "Vaderen! Adam, ons aller aardse vader, heeft woorden vol wijsheid en diepe zin gesproken. Wij begrepen die niet; want hij sprak en wist niet, dat hij zo gesproken had. Want als hij als mens gesproken had, zouden wij als mensen hem dan niet hebben kunnen begrijpen? Maar omdat hij weliswaar op menselijke wijze - uit naam van God met de tong van de geest over dingen sprak die een getuigenis waren van de liefde in en uit God, kon ons vleselijke wezen niets begrijpen van al datgene wat goddelijk en van de geest van de liefde is.
Hoofdstuk 41: De benoeming van Henoch tot prediker - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[9] Daar het echter nu gezegd werd vanuit de geest van de liefde volgens Jehova's heilige raadsbesluit, moest het gezegd worden ter verheerlijking van de meest heilige naam. Door onze kortzichtigheid begrepen wij het immers niet; maar er is er Eén, die het begrijpt en deze Ene is de eeuwige liefde van de Heer; uit Haar is alles wat bestaat voortgekomen en dus ook onze liefde tot Haar. En zo voel ik dat iemand, indien hij zijn liefde keer op keer alle delen van zijn wezen zou laten doorstromen ter eeuwige liefde uit God en in God, dergelijke woorden van wijsheid zou begrijpen; want de liefde is de wortel van alle wijsheid en er is geen andere wijsheid dan slechts in de liefde tot de liefde in God.
Hoofdstuk 41: De benoeming van Henoch tot prediker - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)