Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3934 resultaten - Pagina 94 van 263

...  82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88 - 89 - 90 - 91 - 92 - 93 - 94 - 95 - 96 - 97 - 98 - 99 - 100 - 101 - 102 - 103 - 104 - 105 - 106 - 107  ...
[12] Ik zei: 'Goed spreken is gemakkelijker dan goed handelen, en in het handelen ligt het zaad van het onkruid, dat ook onverhoeds tezamen met het zaad van de zuivere tarwe in de aarde van het hart van de mens wordt gezaaid. Dit zal wortel schieten en dan geweldig voortwoekeren onder de zuivere tarwe en deze vaak verstikken en te gronde richten. Daarom moeten ook jullie niet enkel toehoorders van Mijn woord zijn, maar ook naar dat woord handelen! Maar ook jullie zullen in je handelen terughoudend zijn, vanwege de grote en machtige wereld; ja, jullie zullen Mij in het verborgene, bij jezelf wel belijden, maar uit vrees voor de wereld zullen jullie nauwelijks in Mijn naam durven spreken en nog minder in Mijn naam durven te handelen. Want de wereld zou dat kunnen merken en jullie ter verantwoording kunnen roepen als zij merkt dat ook jullie je naar Mij hebben gericht, omdat dat blijkt uit jullie handelen. En zie, dan komt het werkelijk niet op de vraag aan waarom alles wat Ik jullie nu voorspeld heb, zal moeten gebeuren, totdat in de laatste tijden de waarheid pas volledig vrij wordt en de volkeren gezegend worden; maar van jullie alleen zal het afhangen of jullie de wereld meer zullen vrezen dan Mij of juist minder .
Hoofdstuk 184: De Heer verklaart het verschijnsel van de nevenzonnen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Ik zei: 'Dat is een waar woord; trek daarom de oude mens helemaal uit en trek een nieuwe aan, -want de oude mens is voortaan niet meer geschikt! Maar eet en drink nu nog wat, dan gaan we daarna naar de tempel!'
Hoofdstuk 185: Aanwijzingen van de Heer voor het bezoek aan de tempel De Heer en Zijn tegenstander (Ev. 1 oh. Hfdst.9) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[15] Daarop zei Ik: 'Als jullie watje ziel betreft blind waren, zou er aan jullie geen zonde kleven; maar daar jullie jezelf het getuigenis geven dat je ziende bent, blijft jullie zonde aan je kleven, en daarmee het gericht en de eeuwige dood!' (Joh.9.41) Want Ik ben in deze wereld gekomen, door God gezonden als de waarheid, het licht en het leven. Wie aan Mij gelooft en naar Mijn woord handelt, zal het eeuwige leven in zich hebben en zal de dood niet zien, noch voelen.
Hoofdstuk 187: De Heer spreekt met de genezen jongen en de Farizeeën (Joh.9, 35-41) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[18] Deze opmerking was nodig om jullie te laten weten in welke volgorde Mijn woord tot de joden en Farizeeën is gesproken.
Hoofdstuk 187: De Heer spreekt met de genezen jongen en de Farizeeën (Joh.9, 35-41) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[14] Ik zei: 'Zo, -jullie hebben nu gesproken en wel zoals iemand die stekeblind is, oordeelt en spreekt over de kleuren van het licht; en omdat jullie zo oordelen en spreken, spreken jullie daarmee ook zelf jullie eigen oordeel uit. Ik zal jullie niet oordelen, maar het woord, dat Ik al zo vaak tevergeefs tot jullie gesproken heb, zal jullie oordelen.
Hoofdstuk 188: De Heer belicht de tegenspraak van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[19] En zie, deze boze nacht in jullie ziel is dan ook jullie ondergang,jullie eigen gericht en jullie ware dood! Want Ik alleen ben de weg, het licht, de waarheid en het eeuwige leven. Wie in Mij gelooft en volgens Mijn woord leeft en handelt, verkrijgt van Mij de geest van het eeuwige leven, en Ik alleen zal hem tot leven wekken op zijn jongste dag in Mijn rijk. Wie Mij echter ontvlucht, veracht en vervolgt, die ontvlucht, veracht en vervolgt ook zijn eigen leven en kan het eeuwig nooit ergens anders vandaan krijgen dan enkel en alleen van Mij.
Hoofdstuk 188: De Heer belicht de tegenspraak van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[17] Als Ik voor jullie ogen werken en daden verricht die vóór Mij nog nooit iemand verricht heeft, als Ik lammen en kreupelen genees die daarna geheel gezond en krachtig rondspringen als herten, en als Ik verder jichtlijders en melaatsen genees, aan doven en stommen het volle gehoor en de spraak geef, de blinden ziende maak, de bezetenen bevrijd van hun vreselijke plaaggeesten, zelfs de doden weer tot leven wek door de macht van Mijn woord en bij gelegenheid nog vele andere daden verricht die niemand mogelijk zijn behalve God, en daarbij de armen van geest het evangelie predik van de levende komst van Gods rijk op aarde, en niemand Mij ervan kan betichten dat Ik ooit een zonde begaan heb -en jullie dan zeggen dat Ik dat allemaal tot stand breng door de hulp van Beëlzebub, de opperste aller duivels, dan vraag Ik jullie welke andere tekenen Ik nog voor jullie ogen moet verrichten om je te laten geloven dat Ik waarachtig de Gezalfde Gods ben?
Hoofdstuk 188: De Heer belicht de tegenspraak van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[22] Mijn woord en Mijn leer nu zijn het leven, dat thans aan alle mensen wordt aangeboden. Wie dus, zoals reeds gezegd, Mijn woord en Mijn leer daadwerkelijk aanneemt, neemt ook het leven van de ziel van Mij aan.
Hoofdstuk 188: De Heer belicht de tegenspraak van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] Een Farizeeër, die zichzelf voor een zeer wijs man hield, zei: 'Wel, door deze woorden van je, zie ik nu pas echt in, dat je staat te praten als een waanzinnige die van het ware wezen van God, van Zijn eindeloze wijsheid, macht en grootheid en van de wijze waarop Hij de omstandigheden van deze wereld en haar schepselen heeft ingericht, absoluut geen begrip heeft en ook niet kan hebben. Want kijk,je beweert dat het eeuwige leven van de ziel van een mens slechts afhangt van het volle geloof aan jou, aan je woord en aan je leer, en dat iedere ziel die dat niet doet -wat meestal het geval is, omdat zij buiten haar schuld niets van jou weet en ook niet kan weten -de eeuwige dood kan verwachten. Nu, dan ben jij en ook de God die jou in deze wereld heeft gezonden, het meest onwijze en onrechtvaardige almachtige wezen dat een verstandig mens zich maar kan voorstellen!
Hoofdstuk 189: Een Farizeeër zet zijn wereldbeschouwing uiteen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Wat kunnen die mensen eraan doen, die honderden en duizenden jaren vóór ons geleefd hebben en onmogelijk ooit iets hebben kunnen horen over jouw leer, die als enige alle zielen tot leven strekt? Die arme mensen bevinden zich dus volgens jouw woord zonder uitzondering in de eeuwige dood!?
Hoofdstuk 189: Een Farizeeër zet zijn wereldbeschouwing uiteen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] En eerlijk gezegd: een eeuwig leven van de ziel, dat ik bij wijze van uitzondering verkregen zou hebben door nu aan jou, aan je woord en je leer, te geloven, zou ik alleen al niet willen, omdat ik als eeuwig voortlevende ziel eraan zou moeten denken, dat scharen van mensen geheel onschuldig door jouw God voor eeuwig vernietigd zijn! Dan heb ik toch eindeloos veelliever een eeuwig niet-zijn dan een ellendig eeuwig zijn!
Hoofdstuk 189: Een Farizeeër zet zijn wereldbeschouwing uiteen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Als je ook maar tot één gezonde gedachte in staat bent, zul je samen met je blinde leerlingen door mijn woorden inzien, dat jouw leer nog veel minder geschikt is voor het ware geluk van de mensen, dan de leer van de Sadduceeën, die hun leer in overeenstemming hebben gebracht met die van de Griekse wereldse filosoof Diogenes. Die leer is veel troostender voor alle mensen dan jouw leer, volgens welke men alleen door het geloof aan jou het eeuwige leven van de ziel kan bereiken. Werkelijk, voor die leer van jou zal nooit enig ware mensenvriend je dankbaar zijn! En nu moet al het volk in de tempel en ook buiten de tempeloordelen of ik ook maar één enkelonjuist woord tegen jou gesproken heb! -Antwoord me, als je dat kunt!'
Hoofdstuk 189: Een Farizeeër zet zijn wereldbeschouwing uiteen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] Met een ernstige uitdrukking op Mijn gezicht zei Ik: 'Je durft Mij veel onbillijke en onware dingen recht in Mijn gezicht te zeggen, waar het volk bij is. Als Ik evenzeer tot toorn geneigd zou zijn als jullie joden en Farizeeën, zou Ik je deze brutale, onware, zinloze en hoogmoedige woorden nu zodanig betaald zetten dat al het volk erdoor ontsteld zou zijn, omdat het daardoor snel tot het inzicht zou komen, dat Mij alle macht en zeggenschap in de hemel en op aarde is gegeven; maar Ik ben met heel Mijn hart zachtmoedig, ben Zelf vol deemoed en Ik zal jou ten overstaan van het volk slechts met Mijn woord straffen!
Hoofdstuk 190: Het eeuwige leven van de zielen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Je hebt Me beschuldigd van waanzin, omdat Ik leer dat degene die in Mij gelooft en volgens Mijn leer leeft, het eeuwige leven in zich zal hebben, en wie niet in Mij gelooft en niet volgens Mijn woord leeft het gericht in zich zal hebben en daarmee de eeuwige dood.
Hoofdstuk 190: Het eeuwige leven van de zielen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Ik weet dat zeer goed en weet ook maar al te goed hoezeer jullie allemaal geheel en al afgeweken zijn van Gods woord, -en daarom ben Ikzelf nu in het vlees van een mens, zoals beloofd, naar deze wereld gekomen, Ik, die in de geest Dezelfde ben die op de Sinaï aan Mozes de wetten gaf, evenals eens aan Adam en later na de zondvloed aan Noach, Abraham, Isaak en Jacob, en zoals na Mozes ook aan de vele profeten. Ik ben gekomen om jullie allen door Mijn leer en daden uit jullie gericht en dood te verlossen, omdat jullie ondanks alle vaderen, ondanks Mozes en alle profeten in de harde gevangenschap van de zonde en de dood terecht zijn gekomen.
Hoofdstuk 190: Het eeuwige leven van de zielen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88 - 89 - 90 - 91 - 92 - 93 - 94 - 95 - 96 - 97 - 98 - 99 - 100 - 101 - 102 - 103 - 104 - 105 - 106 - 107  ...