Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 931 van 1166

...  919 - 920 - 921 - 922 - 923 - 924 - 925 - 926 - 927 - 928 - 929 - 930 - 931 - 932 - 933 - 934 - 935 - 936 - 937 - 938 - 939 - 940 - 941 - 942 - 943 - 944  ...
[2] Wat moet dat eigenaardige doorlopen van een spiraalbaan toch betekenen? Ik wil daarop geen definitief antwoord geven; jullie zullen het zonder meer vinden als je de zaak nader zult hebben bekeken. Kijk dus maar heel aandachtig naar deze weliswaar dwaze, maar juist in haar dwaasheid veelzeggende speelplaats!
Hoofdstuk 14: De ringmuur in zijn overeenstemmend beeld. Vormen van de verschillende christelijke kerken - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[14] En de ander zegt: dat is toch zo klaar als een klontje; vooral wanneer het water dat in de buurt van de oever nog maar weinig wordt bewogen, hun iets duidelijk zal maken dat ongeveer zo luidt: luister schippers, scheer je vlug weg van mijn oppervlakte, anders lopen jullie het gevaar om in plaats van over levend water tenslotte over een flink stinkende modderpoel te varen!
Hoofdstuk 15: Het bassin met het liggende schoepenrad. De profetische sfeer van Daniël - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[19] Jullie vragen me en zeggen: maar lieve broeder, hoe zullen we nu de weg terug vinden? Kijk eerst waar jullie je bevinden en vraag dan pas. Jullie zeggen nu: hoe is zoiets mogelijk? We zijn al op de plaats vanwaar we zijn vertrokken! Ja, zie je, dat gaat beter dan met jullie spoorwegen op aarde. We hebben namelijk onze plaats eigenlijk helemaal nooit verlaten, maar het werd jullie slechts toegestaan om juist in deze, mijn sfeer, die de genade van de Heer is, steeds diepere en nog eens diepere blikken in mijn innerlijke liefde te werpen. Jullie hoeven daarom niets anders te doen dan je blik terug te trekken om te ontdekken dat jullie je nog volkomen behouden op de voorgaande plaats bevinden. Daarom heb ik jullie nu niets anders meer te zeggen dan dat ik degene ben die als jullie broeder op aarde de naam Frans droeg. Daarmee heb ik mijn innerlijke opdracht aan jullie vervuld en kunnen jullie ook weer uit mijn sfeer treden.
Hoofdstuk 10: De sfeer van de vijfde geest. Het grootste wonder, het hart van de mens - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[21] Jullie tweede broeder wilde ook graag jullie beweegreden weten. Maar Ik zeg: daarvoor is hij nog niet rijp. Eén ogenblik zou voor hem al te veel zijn, maar we zullen hem Mijn nabijheid toch laten voelen. Kijk eens hoe hij begint te stralen van geluk en hoe hij uit het diepst van zijn hart gelukzalig uitroept: o heilige Vader, U kunt niet meer ver weg zijn, want de nooit vermoede zaligheid van mijn liefde zegt me, dat U dicht bij ons bent! Wanneer zullen we ooit de hoogste zaligheid genieten, U, o heilige Vader te aanschouwen in de allergrootste liefde van ons hart? Ik zeg jullie: aan deze geesten zal deze genade spoedig, ja heel spoedig worden verleend. Maar wij zullen ons voorbereiden op een verdere beschouwing bij de volgende gelegenheid, en dus genoeg voor vandaag.
Hoofdstuk 10: De sfeer van de vijfde geest. Het grootste wonder, het hart van de mens - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[9] Vredig land komt op de plaats van de afschuwelijke vloed tevoorschijn. En kijk, van alle kanten komen lieftallige boden, die Mijn levend woord in hun handen dragen en het als tarwekorrels overal uitstrooien. En kijk daar richting morgen: een nieuwe, heerlijke zon komt op! Uit de hemelen valt overvloedige dauw op de nieuwe grond van Mijn genade en ontferming, en nieuwe, heerlijke vruchten ontkiemen overal. Begrijpen jullie het beeld dat jullie zagen? Ik zeg jullie: dit beeld is jullie zeer nabij; het speelt zich voor jullie ogen af. Daarom moeten jullie ook niet angstig zijn, want jullie hebben in dit beeld van hogere geestelijke waarheid het einde gezien van de schandelijke hoererij. Kijken jullie nu nog eenmaal om en kijk naar de geest in wiens sfeer jullie dit allemaal hebben gezien. Kennen jullie hem?
Hoofdstuk 11: De sfeer van de zesde geest. De rots Petrus - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[10] Jullie zeggen: o Heer en Vader, hij komt ons heel bekend voor, maar toch weten wij nog niet goed wie hij is. Wilt U ons daarom zeggen, wie onze gastvrije vriend, die ons in zijn sfeer zo'n huiveringwekkend en heuglijk gastmaal heeft bereid, nu eigenlijk is? Dan zeg Ik jullie: deze gastvrije vriend moeten jullie toch gemakkelijk herkennen als jullie maar een beetje letten op de plaats waarop jullie je nog bevinden. Tegen wie heb Ik eens gezegd dat hij een rots is waarop Ik Mijn kerk wil bouwen, die door de poorten of machten van de hel niet zal worden overweldigd? Jullie zeggen: tegen Simon, die daarom Petrus werd genoemd. Welnu, hij is dus ook onze geestelijke gastvrije vriend. Hij ziet Mij en ziet ook jullie. Maar als Ik met jullie spreek, zwijgt hij volkomen, doordat hij vol liefde voor Mij is.
Hoofdstuk 11: De sfeer van de zesde geest. De rots Petrus - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[7] Ik zou echter eerst eens aan iedereen die zoiets beweert, willen vragen: kun jij de sterren aan de hemel met je handen pakken en kun jij ze zien bij heldere zonneschijn? Kijk, je kunt noch het een noch het ander. Bestaan daarom de sterren niet, omdat jij noch het ene noch het andere kunt? Je zegt tegen Me: de sterren zie ik tenminste 's nachts en dan kan ik hun haan berekenen. Maar Ik zeg je: jouw getuigenis strekt jou, wat scherpzinnigheid betreft, niet tot grote eer, omdat je daardoor openlijk te kennen geeft dat je Mijn ordening alleen vanuit jouw nachtzijde berekent, terwijl de ordening van de dag jou vreemd blijft. En had je geen nacht dan zou je er op klaarlichte dag bijstaan als een blinde en zou je niet eens kunnen dromen over de ordening van Mijn dingen. Het is treurig als jullie je wijsheid, wat de orde van Mijn dingen betreft alleen maar aan de nacht, maar niet aan de dag te danken hebben. Kijk, dat blijkt ook heel duidelijk uit de dingen die jullie nu gezien hebben.
Hoofdstuk 12: De sfeer van de zevende geest. Raadselachtige beelden van geestelijke toestanden - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[25] Maar ik, die jullie hier nu heeft rondgeleid, ben de geest van Swedenborg; en hiermee hebben jullie dan ook alles gezien wat jullie door de Heer vergund was om in mijn sfeer te zien. Daarom keren we dan ook weer terug. Kijk, we zijn al op de plek vanwaar we zijn vertrokken. Treed nu uit mijn sfeer en ga naar Hem, die op jullie wacht en wiens naam is: Heilig, heilig, heilig!!! - Wel, jullie zijn weer hier; hebben jullie alles goed in je opgenomen?
Hoofdstuk 16: De sfeer van de achtste geest. De wereldklok en de 'laatste tijd'. - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[11] Ja, mijn beste vrienden en broeders, laat je door deze aanblik niet van de wijs brengen, want zo zien de bewoners van deze streek hier er nog het voordeligst uit en dit is nog maar het eerste begin van de grote ellende die deze streek herbergt. Maar laten we ons nu naar het dorp zelf begeven waar jullie echt wonderbaarlijke dingen zullen zien.
Hoofdstuk 17: De sfeer van de negende geest (ev. Marcus). Rondleiding in de eigenlijke geestenwereld. Hoe het kwaad van de vleselijke liefde zichtbaar wordt in het hiernamaals - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[19] Jullie zeggen nu: het beeld is juist, maar er blijft ook geen twijfel meer over bestaan dat het in de onderste hel thuishoort! In de grond van de zaak hebben jullie niet helemaal ongelijk, toch blijft de eerdere uitspraak van kracht, want dit alles betekent alleen het kwaad op zich, zonder te doelen op personen die zo'n kwaad werkelijk bedrijven. Daarom is het hels van aard, maar niet de hel zelf. Want zouden jullie zoiets in de werkelijke hel te zien krijgen, dan zou het jullie bij een aanblik van veraf reeds heel anders vergaan dan hier, vlakbij het beeld van dat kwaad.
Hoofdstuk 18: Hoe de woeker gestalte krijgt in het hiernamaals - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[20] Kijk, er zijn nog heel veel van zulke huizen in dit smerige ravijn. Maar omdat het kwaad van de hebzucht daarbinnen steeds innerlijker en daardoor onuitsprekelijk gruwelijker wordt voorgesteld en jullie de eerstvolgende aanblik al niet meer zouden verdragen, beëindigen we deze zaak met het bekijken van deze twee huizen. Want als dit kwaad dan overgaat in de sfeer van brandende, hebzuchtige jaloersheid, dan wordt het pas echt hels en is daardoor niet geschikt voor jullie zwakke ogen. Daarom zullen we ons de volgende keer liever naar een derde dal begeven. Daar zullen we weer heel nieuwe verschijnselen te zien krijgen en dus laten we het voor vandaag hierbij.
Hoofdstuk 18: Hoe de woeker gestalte krijgt in het hiernamaals - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[6] Maar kijk verder! Hiernaast is alweer een andere, heel smalle baan, die er armoedig uitziet. De baanchef zit echt zorgelijk bij de ingang en lijkt zich om niemand te bekommeren. Zijn weinige helpers volgen zijn voorbeeld. Zie hoc verscheidene gasten naar deze baanchef toe gaan en hem heel heimelijk vragen: hoc staat het met jouw baan? Hij zegt daarop niets anders dan slechts deze woorden: mijn haan spreekt voor zichzelf. Wie haar wil bewandelen, zal zich ervan overtuigen of ze hem al dan niet naar zijn doel zal brengen. Deze eigenaardige en geheimzinnige woorden doen velen verbaasd staan en vrij veel baangasten beginnen zich bij hem aan te sluiten.
Hoofdstuk 14: De ringmuur in zijn overeenstemmend beeld. Vormen van de verschillende christelijke kerken - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[11] Neem al jullie kerkelijke en politieke zaken bij elkaar of vergelijk ieder mogelijk detail ervan met ons beeld, en jullie zullen ontdekken dat het er zowel in het algemeen als in elk detail precies mee overeenstemt. Opdat jullie dit echter nog duidelijker begrijpen, wil Ik jullie slechts als voorbeeld iets aanhalen uit zowel de sfeer van de kerk als van de staat. Uit de kerkelijke sfeer nemen we bijvoorbeeld de oorbiecht. De toestand van de schommel, waarin deze bij het heen en weer zwaaien de aardbodem het dichtst nadert, is de zondige toestand. Men biecht en verheft zich daardoor aan de ene kant met een zwaai naar de hemel, maar glijdt even vlug weer terug. Op het laagste punt biecht men weer en zwaait dan aan de andere kant naar de hemel. Zo herhaalt de mens in zijn schommelsituatie deze daad zo lang hij leeft en besluit zijn leven bij de rusttoestand van de schommel gewoonlijk weer met de biecht. De schommel zwaait dan echter niet meer omhoog, maar de mens verlaat dit leven op hetzelfde punt waar hij het is begonnen. Welke vooruitgang de geestelijke mens daardoor echter heeft geboekt, kunnen jullie nu juist opmaken uit ons beeld in de sfeer van onze geest op de geestelijke zon, namelijk dat hij nog heel lang zal doorschommelen tot ofwel het touw breekt of hij zijn als het ware vastgegroeide blinddoek kwijtraakt. Aan deze hier gegeven maatstaf kunnen jullie het hele ceremoniële kerkelijke gebeuren afmeten, en jullie zullen daarin niets anders ontdekken dan `het schommelen'. De wezenlijke zin van het hele tegenwoordige kerkelijke leven wordt ook heel treffend bezongen door elke kerkklok die bij iedere zwaai met enorm lawaai steeds een en dezelfde toon laat horen. Een harmonisch gevoelig oor kan dan luisteren zoveel het wil en voor dat doel alle mogelijke plekken uitzoeken, het zal echter toch niets anders horen en in zich opnemen dan juist voortdurend dezelfde eentonige klank, die reeds bij de eerste klepelslag duidelijk viel waar te nemen. Wat zo'n luisteraar tenslotte zal verkondigen is het volgende: van veraf is de klank nog om aan te horen, maar van dichtbij is hij onverdraaglijk; wat zoveel wil zeggen als: zolang het uit mijn buurt blijft zit ik goed! Zo hadden we dus een voorbeeld uit de sfeer van de kerk; nu nog een staatkundig voorbeeld.
Hoofdstuk 13: De schommel in haar overeenstemmende beeld. Ceremoniële godsdienstcultus en het wereldse leven - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[13] Als jullie kijken naar verschillende rijk geworden particulieren die van hun privé-schommel hebben geprofiteerd, dan zien jullie dat zij in hun eigen schommel waarin zij zich op het zogenaamde hoogste punt van hun welstand bevinden, zojuist ook zijn begonnen terug te zwaaien. Bij allen komt het slechts op de lengte van het schommeltouw aan. Zijn de touwen heel lang, dan is de zwaai veel langzamer en verder reikend. Maar al zou een schommeltouw ook van de zon tot de aarde reiken, dan zal de daaraan bevestigde schommel, als deze het hoogste punt heeft bereikt, zich toch meteen weer in haar onbeduidende diepte terugbegeven. Zo is het hele wereldse leven niets anders dan louter schommelen! - Jullie kunnen het bekijken zoals je wilt; wie van jullie Mij daaruit een of andere vooruitgang kan aantonen, geef Ik een tienvoudig eeuwig leven als geschenk! Alleen kunnen jullie ook hier het devies van de oude wijzen toepassen, dat luidt: niets nieuws onder de zon! Dat is ook mijn mening, want bij zulke in het algemeen zelfzuchtige schijnbewegingen en vorderingen zal er onder de zon ontzettend weinig nieuws te vinden zijn.
Hoofdstuk 13: De schommel in haar overeenstemmende beeld. Ceremoniële godsdienstcultus en het wereldse leven - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[6] Wel, hebben jullie al naar binnen gekeken? Jullie bevestigen het mat. Ja, zo is het wel genoeg. Voor we de zaak gaan bespreken begeven we ons zo vlug mogelijk een flink eind van de hoop vandaan, want in zijn nabijheid valt er niet goed over te praten, omdat deze aardhoop vele duizenden oren heeft en op zijn hoede is. Daarom kan men alleen maar op een flinke afstand over zijn hoedanigheid spreken. Vertel me nu maar wat jullie gezien hebben.
Hoofdstuk 19: Hoe de heerszucht gestalte krijgt in het hiernamaals - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
...  919 - 920 - 921 - 922 - 923 - 924 - 925 - 926 - 927 - 928 - 929 - 930 - 931 - 932 - 933 - 934 - 935 - 936 - 937 - 938 - 939 - 940 - 941 - 942 - 943 - 944  ...