Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 931 van 1110

...  919 - 920 - 921 - 922 - 923 - 924 - 925 - 926 - 927 - 928 - 929 - 930 - 931 - 932 - 933 - 934 - 935 - 936 - 937 - 938 - 939 - 940 - 941 - 942 - 943 - 944  ...
[17] Iemand wil graag aan een vreemdeling de vorm van een appelboom duidelijk herkenbaar beschrijven en zegt tegen hem: kijk, daar voor ons staat een appelboom; onthoud goed hoe hoog en dik de stam is, waar zijn takken en twijgen zich precies bevinden en hoe de bladeren en de schors eruitzien, en dan zul je elke appelboom die volkomen aan deze vorm beantwoordt, herkennen. Aldus onderwezen, tekent de vreemdeling de vorm van de boom nauwkeurig na en gaat daarmee naar een grote boomgaard die bijna geheel uit appelbomen bestaat. Hij vergelijkt alle bomen met zijn getekende voorbeeld, maar vindt er niet één die er volkomen op lijkt, en daarom staat er volgens hem in deze boomgaard geen appelboom.
Hoofdstuk 124: Ieder mens draagt een andere zaadkorrel voor de ontwikkeling van de geestelijke wereld in zich - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[1] Wat over het 'hemelrijk' verder nog gezegd kan worden, is dat het overeenkomt met jullie tegenwoordige tijd, die weer te vergelijken is met de zaaier uit het evangelie, die goede zaden uitstrooide waarvan een deel op de weg, een deel in het struikgewas, een deel op steenachtige bodem en slechts een deel in goede aarde viel.
Hoofdstuk 125: Het hemelrijk komt overeen met deze tegenwoordige tijd - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[2] Kijk eens naar jullie tijd, lijkt ze niet op de zaaier en op het hemelrijk?
Hoofdstuk 125: Het hemelrijk komt overeen met deze tegenwoordige tijd - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[11] Er zijn weliswaar heel wat en theosofen, maar onder hen is er nauwelijks één te vinden die werkelijk door God onderricht is volgens het evangelie van Johannes, waarin staat dat zij allen door God onderricht moeten zijn!
Hoofdstuk 125: Het hemelrijk komt overeen met deze tegenwoordige tijd - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[15] Verschillende mannen van deze tijd en uit de achttiende en negentiende eeuw, maar ook sommige uit vroegere eeuwen, die het levende woord ontvingen, zullen voor jullie geen onbekenden zijn. Wat is echter hun lot? Ze worden doodgezwegen. Voor de geleerde wereld is het voldoende dat zij hun namen kent. Wat deze mannen echter vanuit Mij hebben geleerd, dat zegt hun niets. Als er hier of daar nog iemand is die zo'n boek leest, stuit hij al gauw op stellingen die niet met zijn verstand overeenkomen. Daarom verwerpt hij weldra het geheel en schenkt aan de door Mij onderrichte man verder geen aandacht meer.
Hoofdstuk 125: Het hemelrijk komt overeen met deze tegenwoordige tijd - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[17] Is het in jullie tijd niet ook zo gesteld? Ik denk dat dit voor iedereen wel voor de hand ligt.
Hoofdstuk 125: Het hemelrijk komt overeen met deze tegenwoordige tijd - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[18] Omdat echter het hemelrijk niet ergens een bepaalde plaats heeft, maar zuiver een toestand van het leven is, is het hemelrijk ook volkomen gelijk aan jullie tijd en wel aan deze tijd, namelijk karig, armzalig, klein en zeldzaam.
Hoofdstuk 125: Het hemelrijk komt overeen met deze tegenwoordige tijd - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[19] En waar het nog is, daar is het niet zuiver. Zal het echter wel een hemelrijk zijn als het niet helemaal zuiver is? Ik zeg jullie: het hemelrijk is in dit opzicht zeer relatief en wel omdat iedereen zijn eigen stokpaardje berijdt.
Hoofdstuk 125: Het hemelrijk komt overeen met deze tegenwoordige tijd - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[21] Hieruit kunnen jullie nogmaals opmaken dat alles wat er tot nu toe gezegd is zijn goede redenen heeft en dat aan de oppervlakkige verschijningsvorm van het geestelijke evenmin iets gelegen is als aan de verschijnselen van de tijd. Ze zijn leeg en hol, maar voor de wijze zijn ze een geschrift en in de hoofdlijnen daarvan vindt hij zonder veel moeite de innerlijke waarheid. Want aan iedere verschijningsvorm gaat een actieve oorzaak vooraf. Is de verschijningsvorm nobel en goed, dan zal de oorzaak dat ook in dezelfde mate zijn; is de verschijningsvorm echter onedel, dat betekent werelds, materieel en slecht, dan zal haar oorzaak dat in gelijke mate zijn.
Hoofdstuk 125: Het hemelrijk komt overeen met deze tegenwoordige tijd - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[4] Kijk eens naar een boom. Zijn wezen, zoals het zich voordoet, schetst jullie het hele wezen van de geestenwereld in zijn relatie tot de natuurlijke wereld in de overeenstemmende verschijningsvorm.
Hoofdstuk 126: Een boom als voorbeeld van het wezen van het geestenrijk - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[5] Het inwendige van de boom, de kern dus, is het hemelse; de stam, de takken en de twijgen zijn het eigenlijke geestenrijk, dat zijn leven van de inwendige kern ontvangt. Op het hout van de stam zien jullie de schors, die de zichtbare buitenkant van de boom is. De schors op zich is dood, maar onder de uiterlijke, dode schors bevindt zich nog een andere schors, die jullie 'de levende' noemen. Deze is te vergelijken met de verbindingstoestand, waar het geestelijke in het materiële overgaat.
Hoofdstuk 126: Een boom als voorbeeld van het wezen van het geestenrijk - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[13] De hedendaagse godgeleerden plaatsen Mij liever heel mysterieus boven alle sterren en laten Mij daar zitten in een volkomen ontoegankelijk licht. Waarom doen ze dat? Zij doen dat om verschillende redenen. De eerste zou bijvoorbeeld kunnen zijn: wat ver weg is, zit ons niet in de weg. De tweede zou kunnen zijn: voor geen mens is het dan mogelijk om God zo dicht te naderen dat hij door Hem onderricht zou kunnen worden. En nog een reden die op de vorige berust luidt als volgt: God heeft de mens vernuft en verstand gegeven; dat is het levende woord van God in de mens. Wie zich daaraan houdt, leeft volgens Gods wil en wie zijn vernuft ontwikkelt, wordt reeds door God onderricht, want niemand kan rechtstreeks door God onderricht worden, maar alleen indirect; God woont immers boven alle sterren in het ontoegankelijke licht.
Hoofdstuk 125: Het hemelrijk komt overeen met deze tegenwoordige tijd - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[8] Kijk, zo is het met de wereld en alles wat erbij hoort gesteld. Dat lijkt allemaal op de uiterlijke schors, de bladeren en de bloesems, maar tenslotte ook op de vruchten van de boom. Deze vallen af, maar de boom blijft en draagt in zijn innerlijke leven veelvoudig het uiterlijke beeld van het zichtbare en vergankelijke. Hoe kan men nu vanuit het zichtbare tot de innerlijke, ware kern komen? Ik zeg: op de gemakkelijkste manier van de wereld. Jullie hoe- ven je slechts het zichtbare oneindig veelvoudig en tevens gezamenlijk doelmatig werkend voor te stellen, dan hebben jullie de kern van het geestelijke al voor je.
Hoofdstuk 126: Een boom als voorbeeld van het wezen van het geestenrijk - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[9] Het echt wezenlijke wordt dus duidelijk als jullie de jarenlange vegetatieve activiteiten van een boom beschouwen. Deze bestaan uit niets anders dan een constante vermeerdering en een voortdurend in kracht toenemend leven.
Hoofdstuk 126: Een boom als voorbeeld van het wezen van het geestenrijk - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[11] Wanneer echter deze nietige eikel in de aarde wordt gelegd, begint zich daarin het vegetatieve leven te ontwikkelen. Eerst zien we een jonge eikenboom met hoogstens twee bladeren. In dit eerste stadium is het vegetatieve leven van de eik in wording nog zwak. Hij overtreft nauwelijks tienmaal het gewicht van de oorspronkelijk gladde eikel. Maar bekijken we hem zo'n dertig jaar later, dan heeft hij reeds zo'n machtige vegetatieve levenskracht verworven dat jullie zelfs met de reusachtige kracht van verscheidene paarden niet in staat zullen zijn om hem uit de grond te trekken. Maar bekijk hem eens als hij de leeftijd van honderd jaar heeft bereikt. Wat een reusachtige, majestueuze boom en wat een alle stormen trotserende kracht ligt er in hem! Hoeveel duizendvoudig heeft deze honderdjarige eik zijn oorspronkelijke, minieme, vegetatieve leven in gelijksoortige eikels gereproduceerd en hoe overdadig heeft hij met zijn afval en dus in zekere zin met zijn overtollige vegetatieve levenskracht de aarde om zich heen bemest en deze tot constante vermeerdering van eigen levenskracht aangezet!
Hoofdstuk 126: Een boom als voorbeeld van het wezen van het geestenrijk - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
...  919 - 920 - 921 - 922 - 923 - 924 - 925 - 926 - 927 - 928 - 929 - 930 - 931 - 932 - 933 - 934 - 935 - 936 - 937 - 938 - 939 - 940 - 941 - 942 - 943 - 944  ...