Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 931 van 1112

...  919 - 920 - 921 - 922 - 923 - 924 - 925 - 926 - 927 - 928 - 929 - 930 - 931 - 932 - 933 - 934 - 935 - 936 - 937 - 938 - 939 - 940 - 941 - 942 - 943 - 944  ...
[6] Niet voor niets zei U al door de mond van de profeet Jesaja: 'Dit volk eert Mij met de lippen, maar zijn hart is verre van Mij.' Niet voor niets schonk U de zondares Magdalena grote genade, want zij liet haar hart naar U uitgaan, en niet voor niets riep U de zondaar Zacheüs uit de moerbeiboom, want zijn liefde voor U deed hem in de boom klimmen. O Vader, U was steeds liefde, en alle zondaars die in hun hart Uw naam aanriepen, zijn niet beschaamd. Maar huilen en weeklagen zullen allen die hun hart van U hebben afgekeerd en zich niet opnieuw tot U willen wenden, hetgeen ze toch gemakkelijk zouden kunnen!'
Hoofdstuk 101: Peters uiting van vurige liefde voor de Vader. Afscheid van het droomgezicht van de stad Wenen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[6] Heb je op aarde nooit naar wijnpersen gekeken? De druif komt dan onder een verschrikkelijk zwaar drukkende pers waardoor ze helemaal fijn gedrukt wordt en haar het edele sap tot op de laatste druppel wordt ontnomen. Wij vrije geesten twijfelen er niet in het minst aan dat de druif gevoel heeft, omdat alles leven moet hebben en er zonder een bepaald gevoel geen leven zou zijn. Nu mag de druif onder de zware pers nog zo'n sterke pijnlijke druk voelen, toch is dat voor het vergroten van haar opwekkende geest hoogst noodzakelijk. Zonder deze drukkende operatie zou haar geest immers nooit vrij worden en zou deze het sap nooit zo ten volle kunnen verzadigen, dat eenieder die het sap tot zich neemt, de opwekkende geest spoedig in zijn hele wezen waarneemt.
Hoofdstuk 100: Robert beleert Peter over het echte rijpingsproces van de liefde. Voorbeelden van de feniks en van de wijnpers. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[3] Het hart voortijdig gerust- en tevredenstellen betekent zijn geest weer in slaap sussen. Een slapende geest toont echter weinig neiging om vrij te worden. Men moet hier, in het rijk van de genade, de liefde geheel de vrije loop laten. Welke gevolgen dat ook mag hebben, ze kunnen alleen maar goed zijn, omdat de liefde een heilige kracht uit God is. Laat je daarom maar in beroering brengen door de liefde van de Heer; zij zal ervoor zorgen dat jouw gehele wezen zich in de meest volmaakte orde ontwikkelt!'
Hoofdstuk 100: Robert beleert Peter over het echte rijpingsproces van de liefde. Voorbeelden van de feniks en van de wijnpers. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[1] De officier slaat deze scène gade en bewondert de beschaafde taal van Helena. Hij wendt zich tot Robert en zegt: 'Nou, jij moet jouw Helena inmiddels flink onder handen hebben genomen, waarbij je haar vroegere Lerchenfeldse, proletarische dialect er grondig uit hebt gedreven! Werkelijk, zij spreekt nu goed en mooi Duits.' Robert zegt: 'Vriend, dat kon ze vroeger ook al. Ze spreekt alleen dan haar dialect, als het haar erom te doen is iemand om Gods wil eens flink te vernederen. Ze is anders het zachtmoedigste en een door de Heer Zelf opgevoed, fijnebeschaafd wezen, mooi als het morgenrood, hartelijk en lief als een duif.'
Hoofdstuk 100: Robert beleert Peter over het echte rijpingsproces van de liefde. Voorbeelden van de feniks en van de wijnpers. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[15] Helena zegt: 'Dus niets meer voor jouw Peter? Wat zal hij daar wel van vinden? Of zouden op dit punt bij God soms ook alle dingen mogelijk zijn?' Mathilde zegt: 'Maar mooie zuster, waarom moet jij toch steeds nog wat steken onder water geven; heb je daar plezier in? Ik hoop dat Peter mijn voorbeeld zal volgen, want hij zal zeker inzien dat men God, de enige ware Vader, meer moet liefhebben dan alle nog zo volmaakte schepselen. Heeft men de ware, eeuwige oorsprong van de liefde, ja de zuiverste en waarachtigste Liefde Zelf gevonden, dan is het voor eeuwig gedaan met de liefde voor de schepselen! Begrijp je mij?'
Hoofdstuk 99: De Heer over het onzevader. Strijd om een plaats aan de vaderborst. Helena over Gods- en broederliefde. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[12] Helena zegt: 'Doe niet zo poëtisch, lieve zuster. Kijk, ik ben maar een gewoon mens wat mijn aardse afkomst betreft en heb geen verstand van zulke verheven manieren om zich uit te drukken, en de Heer heeft het helemaal niet zo graag. Hoe eenvoudiger, hoe liever het Hem is, omdat aan zo'n verheven taal vaak ook een soort ijdelheid ten grondslag ligt. Doe daarom maar heel gewoon, lieve zuster, dat heeft de Heer het liefst!'
Hoofdstuk 99: De Heer over het onzevader. Strijd om een plaats aan de vaderborst. Helena over Gods- en broederliefde. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[11] Mathilde zegt: 'Maak je daar maar geen zorgen over, ik weet ook wel hoe men moet liefhebben. Kijk maar uit dat jij uiteindelijk niet tekort komt. Ik ben op aarde op een heel merkwaardige manier door zowel zuivere als onzuivere liefde geplaagd, maar heb nergens echte voldoening in kunnen vinden. Maar nu voel ik mij geheel en al voldaan en mijn hart lijdt geen honger meer. Als ik aan tafel ben, weet ik wel hoe ik moet eten en in het bijzonder aan deze, waaraan talloze myriaden zich voeden met leven gevende nectar!'
Hoofdstuk 99: De Heer over het onzevader. Strijd om een plaats aan de vaderborst. Helena over Gods- en broederliefde. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] Daarop zegt Helena: 'Kijk, wie het eerst komt, wie het eerst maalt! Als men voor zoiets goeds geroepen wordt, mag men zich door niets er vanaf laten houden, maar ontbreekt iemand daartoe de moed, dan moet men die maar ergens vandaan halen. Kom maar hier, we zullen samen wel een plaatsje vinden! Want kijk, aan deze borst vinden er heel veel tegelijk een plaatsje!'
Hoofdstuk 99: De Heer over het onzevader. Strijd om een plaats aan de vaderborst. Helena over Gods- en broederliefde. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[7] Ik zeg: 'Nu, Mathilde, kom toch en doe zoals zij!' Nu laat Mathilde zich geen tweede keer roepen en valt eveneens aan Mijn borst. Daar Helena zich echter bijna over Mijn hele borst heeft uitgestrekt, vindt Mathilde iets te weinig plaats en zegt vriendelijk tegen Helena: 'Zeg lieve zuster, laat voor mij toch ook een plekje over! Ik ben toch ook net als jij hierheen geroepen.'
Hoofdstuk 99: De Heer over het onzevader. Strijd om een plaats aan de vaderborst. Helena over Gods- en broederliefde. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[5] Helena valt meteen met open armen aan Mijn borst en zegt: 'O, mijn liefste Vader, dat heb ik al onzeglijk gemist! O, lieve Vader, mijn enige liefde! O, hoe zalig is het aan Uw borst te rusten en de hoogste levenskrachten in me op te nemen!' Na deze woorden valt Helena opnieuw aan Mijn borst en bijt er zich, om zo te zeggen, letterlijk uit liefde in vast.
Hoofdstuk 99: De Heer over het onzevader. Strijd om een plaats aan de vaderborst. Helena over Gods- en broederliefde. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[10] Helena zegt: 'Dat is ook helemaal niet nodig, want de echte liefde wil niets tot op de bodem onderzoeken. Als wij zouden willen doorgronden hoe heilig en verheven deze borst is, dan zouden we eeuwigheden bezig zijn! Dat zou een nog dwazere bezigheid zijn dan die van de filosoof, die zijn brood eerst tot in atomen wilde ontleden voordat hij zijn honger ermee begon te stillen... maar daarbij verhongerde. Wie zich afvraagt wat toch de liefde is, die heeft beslist nog niet op de juiste manier lief. Echte liefde praat niet veel, maar pakt het voorwerp van haar keuze beet zoals een poliep zijn buit. Daarna komt pas weer de filosofie. Daarom moet je, nu jou de gelegenheid geboden wordt, slechts genieten, anders kom je bij mij vergeleken een beetje tekort.'
Hoofdstuk 99: De Heer over het onzevader. Strijd om een plaats aan de vaderborst. Helena over Gods- en broederliefde. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[12] Nu begeeft de officier zich meteen naar Mathilde en zegt tegen haar: 'Mathilde, de Heer vraagt naar je. Kom dus met me mee, zodat ik jou aan Zijn heilige handen kan toevertrouwen.' Mathilde zegt: 'Ik ben maar een onwaardige dienstmaagd van de Heer, maar Zijn heilige wil geschiede!'
Hoofdstuk 98: Over de juiste liefde voor God. Gelijkenis van het smalle poortje en de grote last. Een hemels onzevader. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[1] De officier begeeft zich nu vlug naar Mij toe en zegt: 'Heiligste Vader, U roept mij en ik sta in alle liefde voor U en verwacht uit Uw mond Uw hoogheilige wil te vernemen.'
Hoofdstuk 98: Over de juiste liefde voor God. Gelijkenis van het smalle poortje en de grote last. Een hemels onzevader. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[9] De officier zegt: 'Ja, je hebt volkomen gelijk. Jij moet ook in alles gelijk hebben, omdat je zo diep doordrongen bent van de ware wijsheid. Schaden kan het echter niet, als men met die drie eerste apostelen van de Heer tot een goede verstandhouding zou komen, want we moeten toch aannemen dat deze drie na God de Heer de eerste geesten zijn in de hele oneindigheid. Daarom zou het naar mijn mening toch goed zijn om zich tenminste aan hen voor te stellen en hen als de eerste vrienden van de Heer te begroeten!'
Hoofdstuk 97: Liefde voor God en liefde voor de vrouw. Alle liefde moet uitgaan van de liefde voor God. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[7] De officier zegt: 'Wat zeg je? Paulus, Petrus en Johannes, die de beroemde openbaring heeft geschreven, zouden daar staan? En wel die drie ernstige mannen die zich achter de Heer bevinden?' De sergeant-majoor: 'Ja, zij zijn het in hoogsteigen persoon!' De officier vervolgt: 'Wel, dan moet ik hun natuurlijk meteen mijn complimenten gaan maken! Ik geef weliswaar niets om complimenten maar als er een reden voor is, zijn ze geheel op hun plaats en mogen ze niet achterwege blijven. Ere wie ere toekomt!'
Hoofdstuk 97: Liefde voor God en liefde voor de vrouw. Alle liefde moet uitgaan van de liefde voor God. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
...  919 - 920 - 921 - 922 - 923 - 924 - 925 - 926 - 927 - 928 - 929 - 930 - 931 - 932 - 933 - 934 - 935 - 936 - 937 - 938 - 939 - 940 - 941 - 942 - 943 - 944  ...