Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 932 van 1112

...  920 - 921 - 922 - 923 - 924 - 925 - 926 - 927 - 928 - 929 - 930 - 931 - 932 - 933 - 934 - 935 - 936 - 937 - 938 - 939 - 940 - 941 - 942 - 943 - 944 - 945  ...
[1] De officier wendt zich nu tot zijn vroegere sergeant-majoor en zegt tegen hem: 'Luister, geachte vriend, jij was enkele jaren bij mijn compagnie en vervulde je dienst steeds tot mijn volle tevredenheid. Als de dood ons niet op het slagveld had verrast, was jij zonder meer officier geworden. In deze wereld valt er volgens de goddelijke orde pas aan een bevordering te denken, als de Heer van alle aardse en hemelse functies ons er een zal verlenen.
Hoofdstuk 96: Over de bron van de hoogste wijsheid. Wenken voor het vermeerderen van de liefde tot God: - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] De sergeant-majoor zegt: 'Geloven maakt weliswaar ook zalig, maar ik houd mij alleen maar aan de zaligheid van de zuivere liefde voor God. De mens heeft één hart en kan bijgevolg ook slechts één ware liefde hebben, waaruit naderhand als die belangrijkste liefde gerijpt is, in de goddelijke ordening alle andere soorten liefde kunnen voortkomen. Dus ben ik van mening dat men eerst volkomen stevig in zijn schoenen moet staan in de liefde voor God; dan pas laten alle andere vormen van liefde zich in een uitstekende harmonie met elkaar brengen. Is men echter nog onzeker in zijn liefde voor God en weet men nauwelijks hoe men God méér kan liefhebben dan een mooi gevormde vrouw... dan, vriend, is de echte wijsheid van de geest nog wat ver weg!
Hoofdstuk 97: Liefde voor God en liefde voor de vrouw. Alle liefde moet uitgaan van de liefde voor God. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] Daarom is dan ook de zogenaamde wereldwijsheid een grote dwaasheid voor Mij. Wat de mens bij alle inspanning van zijn verstand in honderd jaar maar amper bereikt, geeft de echte liefde jou in één seconde, want de liefde in de mens ben Ikzelf! Hoe volmaakter zijn liefde wordt, des te meer ontvouwt zich Mijn evenbeeld in hem.
Hoofdstuk 95: Liefde als oerbron van alle wijsheid en uitdrukkingskracht. Dichtkunst van het verstand en van het gemoed. De bede van de officier om meer liefde, en het antwoord van de Heer. . - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[6] Deze sergeant-majoor was op aarde naar zijn geloofsbelijdenis een Jood, die er rotsvast in geloofde dat de Messias nog moest komen en dat volgens een mystieke berekening van de Joodse kabbala juist nu de tijd was gekomen, waarop de Messias in de wereld zou moeten verschijnen om Zijn volk, de Joden, weer bij elkaar te brengen in het beloofde land om het tot het machtigste volk van de aarde te verheffen. Met zo’ n geloof was onze sergeant-majoor dus naar de geestenwereld overgegaan en wachtte daar verlangend op de grote Messias. Toen de officier zijn manschappen echter de uitnodiging voor Mijn rijk overbracht, meende de sergeant-majoor aanvankelijk dat Ik de verwachte, grote Messias van de Joden zou zijn; alleen verbaasde hij zich erover dat Ik ook de anderen die geen Joden waren, bij Mij liet komen.
Hoofdstuk 94: De joodse sergeant-majoor, een hartstochtelijke vriend van de Messias in de geest van David. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] Maar kijk daar eens. Daar zie ik een prachtig gebouwde man, die juist met een hemelse, allerzaligst voor Hem staande jonge vrouw staat te praten. Deze man is Jezus, de grote Heiland van de wereld en tegelijkertijd in dezelfde persoon God Zelf, het allerhoogste Wezen, de enige Schepper van alle geesten en materiewerelden! Deze eeuwige Heer van de oneindigheid laat jullie nu door mij bij zich roepen om jullie het eeuwige leven te geven. Leg dus onmiddellijk je wapens neer en volg mij naar God, de almachtige Vader en Schepper van de oneindigheid!'
Hoofdstuk 94: De joodse sergeant-majoor, een hartstochtelijke vriend van de Messias in de geest van David. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[5] Na deze krachtige en bezielende toespraak van de officier leggen allen hun wapens voor zich op de grond en begeven zich met de officier naar Mij toe. Als zij zich in een halve cirkel om Mij heen hebben opgesteld, geef Ik hun allen meteen Mijn zegen, waarop allen Mij eenstemmig loven met ontroerende woorden diep uit hun hart; met name een sergeant-majoor, die bij deze gelegenheid optreedt als een volmaakt woordvoerder.
Hoofdstuk 94: De joodse sergeant-majoor, een hartstochtelijke vriend van de Messias in de geest van David. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[3] Maar van nu af aan beginnen er voor ons hele andere levensomstandigheden. De aardse dienst houdt nu op en er treedt voor eeuwig een zuiver geestelijke in naam van God de Heer voor in de plaats. We zullen voortaan in het rijk van God ook wel strijden, maar niet meer met wapens. En deze heerlijke en machtige wapens heten: de liefde tot God de Heer en de liefde tot onze broeders en zusters die zich nog in grote geestelijke armoede bevinden. Leg daarom nu deze wapens neer! Ze zijn toch niets anders dan pure gedachtekronkels van onze, nog van de aarde meegenomen verbeeldingskracht en het ogenschijnlijke verlies ervan doet er verder niet toe.
Hoofdstuk 94: De joodse sergeant-majoor, een hartstochtelijke vriend van de Messias in de geest van David. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[7] Mathilde richt zich nu op, kijkt vreugdedronken om zich heen en herkent in de officier haar leraar Peter. Nog met haar knieën op de grond rustend, roept ze uit: 'O God, o Vader, U bent toch werkelijk al te goed en liefdevol! Niet alleen hebt U mij hier als onwaardige zondares onuitsprekelijk zalig gemaakt door een overvloed van Uw genade, liefde en erbarming, maar ik mag hier ook voor Uw heilige aangezicht de leraar ontmoeten, die mij reeds op aarde de wegen naar U heeft getoond. Ik word nu door U voor mijn verdere ontwikkeling aan deze leraar toevertrouwd. Hoeveel heerlijks en verhevens zal ik door hem ervaren; ik zal steeds zuiverder worden om waardiger Uw goddelijk mooie aangezicht te aanschouwen! Nog ben ik weliswaar hier in de stad, waarin ik naar lichaam en ziel ongelukkig ben geworden, maar de plaats maakt mij niets uit, want Uw zichtbare, heilige aanwezigheid is voor mij de hemel. Waar V bent, o Heer, daar is ook de hoogste hemel! Mijn hart, mijn hele wezen zij alleen aan U, o Vader, gewijd! Uw heilige naam Jezus worde geheiligd!'
Hoofdstuk 93: De genade en barmhartigheid van de Heer. Twee gescheiden zielen mogen elkaar in het bijzijn van God terugvinden. Zaligheid van de hoogste hemel. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[17] Mathilde zegt: 'U bent Christus, genaamd Jezus, de Heiland der mensen en ieder woord uit Uw mond heeft het leven in zich. En aan wie U Uw woord geeft, die heeft van U ook het eeuwige leven ontvangen, want Uw woorden zijn niet als de woorden van een mens. Als Uw woorden echter aan iedereen die deze ter harte neemt het eeuwige leven geven, waarom zou U dan niet diegene zijn die alle engelen, zonnen en werelden als hun ware, eeuwig heilige Vader, God, Schepper en Rechter aanbidden? Want zij hebben hun bestaan toch alleen maar te danken aan Uw almachtig woord.
Hoofdstuk 92: Vervolg van Mathildes levensgeschiedenis. Onthullingen van de treurigste soort. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[10] De officier zegt: 'Mijn beste vriendin, dan zijn de omstandigheden voor jou toch wel slecht geweest! Wanhoop echter niet, maar ga nu meteen met mij mee naar de Heer. Hij is hier om allen die Zijn naam aanroepen en zich tot Hem wenden, te helpen. Volg mij zonder vrees of schroom, want alleen bij Hem zijn alle dingen mogelijk!'
Hoofdstuk 92: Vervolg van Mathildes levensgeschiedenis. Onthullingen van de treurigste soort. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[11] De officier haast zich nu met Mathilde naar Mij toe en zegt: 'Heer, allerheiligste, beste Vader, ik hoef U zeker niet te vertellen wat dit wezen scheelt, want U, aan wie alle dingen al van eeuwigheid bekend zijn, weet het het allerbeste. Ik kan daarom niets anders doen dan U met een hart vol medeleven te vragen om deze arme vrouw genadig en barmhartig te willen zijn! Uw heilige Vaderwil geschiede!'
Hoofdstuk 92: Vervolg van Mathildes levensgeschiedenis. Onthullingen van de treurigste soort. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[6] De officier zegt: 'Ja, beste Vader, Heer en God, Uw woord zal eeuwig het leven in het centrum van mijn hart zijn! Er is te veel liefde en genade van U, o heilige Vader, over ons gekomen; wij zijn in ons gemoed nog veel te zwak om zo'n overvloed van zaligheid te kunnen verdragen, maar de heilige tijd van Uw rijk zal ons wel meer vertrouwd maken met Uw overgrote liefde en genade. Moge mijn hele wezen echter van een eeuwige dank getuigen voor Uw liefde en genade aan ons, arme zondaars, voor grote bewezen wijsheid zijn wij weliswaar niet geschikt, want daarvoor hebt U, heilige Vader, engelen geschapen uit de vlammen van Uw licht, opdat zij de oneindige majesteit van Uw werken bezingen en loven, maar wij willen V bovenal loven vanuit de deemoed van onze harten, want U alleen bent al onze liefde en ons leven!' Daarop wendt hij zich tot Mathilde en zegt: 'Lieve zuster Mathilde, sta op en kijk hoe goed, liefdevol en zachtmoedig onze waarachtige heilige Vader toch is!'
Hoofdstuk 93: De genade en barmhartigheid van de Heer. Twee gescheiden zielen mogen elkaar in het bijzijn van God terugvinden. Zaligheid van de hoogste hemel. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[3] Op het moment waarop Ik dit uitspreek, ziet Robert achter zich een soort kraampje met brood en wijn en een bundel, waarin zich het verlangde gewaad bevindt. Hij brengt brood en wijn en zijn vrouw Helena brengt de bundel met het gewaad. Ik zegen brood en wijn en laat het Mathilde en de officier aanreiken. Als zij met een onuitsprekelijk gevoel van dankbaarheid samen met de officier het brood en de wijn tot zich neemt, wordt haar gestalte ogenblikkelijk gevulder; zij gaat er mooi en jeugdig uitzien en weet zich van louter dankbaarheid geen raad meer. Nu krijgt ze ook een mooi azuurblauw gewaad met purperrood afgezet, dat haar heel mooi staat.
Hoofdstuk 93: De genade en barmhartigheid van de Heer. Twee gescheiden zielen mogen elkaar in het bijzijn van God terugvinden. Zaligheid van de hoogste hemel. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[7] Ik werd daarna weliswaar wat soberder en ging er ook weer echt goed uitzien, maar in mijn ziel had ik toch voortdurend een onbehaaglijk, ziekelijk gevoel, dat zich uitte in een zekere onlust ten opzichte van al het mooie, goede en ware. Ik ging veel uit naar theaters en concerten, reisde' s zomers van de ene badplaats naar de andere en verzamelde 's winters een kring van geestrijke dames en heren om me heen. Alles tevergeefs; de verterende koorts in mijn ziel was nooit te verdrijven.
Hoofdstuk 92: Vervolg van Mathildes levensgeschiedenis. Onthullingen van de treurigste soort. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[3] Na deze woorden wendt de officier zich weer vriendelijk tot Mathilde en zegt: 'Luister eens, lieve vriendin, zou je me niet in vertrouwen willen zeggen hoe het eigenlijk kon gebeuren, dat jij met jouw ziel toch zo aan lagerwal bent geraakt? Ik herinner me jou in de bloei van jouw aardse leven hier in Wenen ergens te hebben gezien. Toen was je een toonbeeld van vrouwelijke volheid en weelde, en nu...! Als je je er niet teveel voor geneert, vertel me dan waarom jouw ziel, ondanks het bezit van zo'n prachtige geest, toch zo verkommerd is!'
Hoofdstuk 92: Vervolg van Mathildes levensgeschiedenis. Onthullingen van de treurigste soort. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
...  920 - 921 - 922 - 923 - 924 - 925 - 926 - 927 - 928 - 929 - 930 - 931 - 932 - 933 - 934 - 935 - 936 - 937 - 938 - 939 - 940 - 941 - 942 - 943 - 944 - 945  ...