Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 933 van 1088

...  921 - 922 - 923 - 924 - 925 - 926 - 927 - 928 - 929 - 930 - 931 - 932 - 933 - 934 - 935 - 936 - 937 - 938 - 939 - 940 - 941 - 942 - 943 - 944 - 945 - 946  ...
[1] De bisschoppen Waldstein en Arko verwonderen zich zeer daarover en richten met heel hun deemoedige aanhang hun ogen omhoog. Zodra zij Sebastiaan in het oog krijgen, is hij samen met zijn aanhang al een gevangene van de vredesgeesten. Hij kromt zich als een vertrapte worm en slingert de ene vervloeking na de andere naar het hoofd van deze geesten, die zich zo misdadig aan hem, een man naar Gods hart, vergrijpen. Maar dat deert Mijn vredesgeesten niet en door hun gemoedsrust schenken zij totaal geen aandacht aan al dat geraas. Zij handelen als een uurwerk en laten zich niet in het minst beïnvloeden.
Hoofdstuk 114: Gevangenneming van Sebastiaan door de vredesgeesten. Sneeuwdeken als speciaal gericht voor opstandelingen tegen Gods orde. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[10] Deze heuvel behoorde eens aan dit klooster toe en was aan de zuidwestkant met kleine wijngaarden bebouwd, terwijl de noordelijke en oostelijke kant bebost bleven met het oog op de jacht. In latere tijden is er veel veranderd en is het klooster menige bezitting kwijtgeraakt. Deze zeventien prelaten zijn echter naar hun idee nog altijd in het volledige bezit van alles wat dit klooster eens toebehoorde. Zij waren heel trots op deze heuvel en zagen niet graag dat hij door leken werd bezocht, en dat met het oog op de bescherming van het wild. Nu denken ze dat wij verkapte stropers zijn en daarom willen zij ons van deze bergweide verjagen. Let nu op, de jacht zal dadelijk beginnen.'
Hoofdstuk 115: Over natuurgeesten en de sterrenelementen van mensenzielen. Hoe zich, uit God ook onzuivere wezens kunnen ontwikkelen. Bezoek van de zeventien oude prelaten van Rein. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[26] Ik zeg: 'Richt je blik maar naar boven en zie hoe de witte geesten van de vrede, die van alle kanten aankomen, zich in de beste orde opstellen! Bliksemsnel zullen de woestelingen, waaronder Sebastiaan, gekneveld op de grond geworpen worden. Als jullie morgen de hoge bergen rondom met sneeuw bedekt zien, weet dan: daar ligt Sebastiaan in zijn triomf onder het beste woede afkoelingsapparaat, namelijk onder de deken die de vredesgeesten van het noorden als nuttig geschenk voor hem hebben meegebracht.'
Hoofdstuk 113: Drie bisschoppen van Graz op de wolken. Een jezuïet als afgezant. De heerszuchtige Sebastiaan en zijn twee betere collega' s. Gericht over de hoogmoedige bende. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[23] Na deze krachtdadige woorden van Waldstein wordt Sebastiaan steeds kwader en zijn talrijke gevolg eveneens. Waldstein en Arko (Graaf Arko, bisschop te Graz vóór Sebastiaan Zängerle en Waldstein.) dalen nu echter af naar de aarde. Als zij deze aantaken, stuur Ik meteen Robert naar hen toe om hen bij Mij te brengen. Zij gehoorzamen onmiddellijk en begeven zich vol eerbied naar Mij toe. Ik ga hen halverwege tegemoet en leid hen Zelf naar de top van de heuvel.
Hoofdstuk 113: Drie bisschoppen van Graz op de wolken. Een jezuïet als afgezant. De heerszuchtige Sebastiaan en zijn twee betere collega' s. Gericht over de hoogmoedige bende. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[19] Na deze woorden trekt hij een zuur gezicht en gaat weer naar zijn bisschop terug. Terwijl hij bijna tot zijn tenen buigt, deelt hij hem alles mee wat hij tot zijn afkeer heeft gezien en gehoord. Kijk nu echter eens naar de bisschop; wat zet die voor een geleerd gezicht, alsof hij bij zichzelf overlegt: 'Zal ik de aarde nog laten leven of niet? Zijn er geen bliksems meer, die ik tussen deze goddeloze menigte kan slingeren?' Er schiet hem niets bruikbaars te binnen dat hij als wraak zou kunnen gebruiken, en daarom maakt hij aanstalten om onverrichter zake verder te trekken.
Hoofdstuk 113: Drie bisschoppen van Graz op de wolken. Een jezuïet als afgezant. De heerszuchtige Sebastiaan en zijn twee betere collega' s. Gericht over de hoogmoedige bende. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[18] Ik zeg nogal krachtig tegen hem: 'Nee, ga weer naar boven, anders word je naar boven getild!'
Hoofdstuk 113: Drie bisschoppen van Graz op de wolken. Een jezuïet als afgezant. De heerszuchtige Sebastiaan en zijn twee betere collega' s. Gericht over de hoogmoedige bende. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[13] De jezuïet zegt: 'Waar zien jullie God dan?' Ik zeg: 'Juist daar waar jullie Hem niet zien en nog lange tijd niet zullen zien, en al zat Hij op jullie neus, dan zouden jullie Hem nog niet herkennen. Ga naar je blinde bisschop en zeg hem: hier woont het heil der mensen! Als hij ook een mens is, laat hem dan hier komen, God de eer geven en deelnemen aan het heil, anders zou hem samen met jullie allen wel eens de dood ten deel kunnen vallen! Zeg hem: God de Heer heeft geen wereldzegenaar nodig, die Zijn macht uitvoert; Hij zegent de wereld Zelf wel. De bisschop kan beter alleen zijn eigen hart met deemoed zegenen en niet hooghartig op een wolk ronddrijven. Zeg hem, dat God de Heer nu Zelf op aarde rondwandelt en dat het daarom ongepast is, dat een slechte knecht van de wolken gebruik maakt!'
Hoofdstuk 113: Drie bisschoppen van Graz op de wolken. Een jezuïet als afgezant. De heerszuchtige Sebastiaan en zijn twee betere collega' s. Gericht over de hoogmoedige bende. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] Alle verscheurende dieren en giftige planten zijn producten van het pure licht en de daarvan uitstralende warmte. Deze is slecht en bewerkstelligt kwaad bij alles wat niet opnieuw verwekt is door de liefde en haar naar binnen werkende licht. Maar bij de wezens van de liefde wordt zo'n slecht licht dan weer in een goed licht veranderd en neemt daardoor weer zijn oorspronkelijke geaardheid aan.
Hoofdstuk 112: Zwerfgeesten uit het sterrenbeeld 'Haas'. Licht en liefde en hun verschillende werkingen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[10] Robert zegt: 'Wat waren dat toch voor jonge bokjes, die daarna heel wild naar deze hoogte kwamen en enkele minuten lang rondsprongen alsof de hele wereld hun toebehoorde?' Ik zeg: 'Dat waren een paar onrijpe natuurzielen, die nog enkele gedaanteveranderingen moeten ondergaan voordat hun zielen de volledige menselijke vorm zullen verkrijgen. Dergelijke wezens hebben voor ons nog geen andere betekenis dan die van parasieten op de takken van fruitbomen. Daarom geen woord meer over dergelijke nullen van een lager bestaan.'
Hoofdstuk 111: Toestroom van demonen en natuurgeesten. Over het wezen van de berggeesten. Jakob Lorber, aan wie de heer door middel van zijn engel dicteert, met zijn trouwe vrienden in de gezichtskring van het heilige gezelschap. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[9] Daarna kwam er uit de richting van de Schöckelberg een heel legioen geesten, die nog sterk tot het natuurrijk behoorden. Hun aankomst konden jullie tegen zeven uur heel duidelijk waarnemen door een vuurrood schijnsel aan de rechterkant. Zij verlangden zeer hevig naar de verlossing van hun moeizame dienst in de bergen, die hun gedeeltelijk werd verleend. Daarmee waren zij tevreden, hetgeen jullie konden waarnemen door het verdwijnen van dat schijnsel.
Hoofdstuk 110: Een andere geestenscène. De Heer met de Zijnen bij de Reinerkogel. Heilzoekende geesten uit de bergen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[6] De beambte verwijdert zich nu, gaat terug naar zijn assistenten en vertelt hun wat een zeer strenge keizer tegen hem heeft gezegd. Maar de anderen zeggen: 'Laten we blij zijn dat we er zo goed vanaf zijn gekomen! Ze gaan nu goddank verder.' Van deze geesten was er ook nog geen enkele rijp, maar door deze ontmoeting hebben ze tenminste een stille wenk gekregen, die hen toegeeflijker maakt. Zij trekken zich nu wat meer terug naar de bergen waar ze tot het inzicht zullen komen dat zij zich nu in de geestenwereld bevinden.
Hoofdstuk 110: Een andere geestenscène. De Heer met de Zijnen bij de Reinerkogel. Heilzoekende geesten uit de bergen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] De eerste zegt: 'Nu geen domme vragen meer! Er zal wel ergens een groot congres zijn en daarom komen nu alle machthebbers bij elkaar om te vergaderen. Wees nu allemaal maar mooi stil en verroer je niet, anders kunnen we morgen met z'n allen hoog boven de aarde zonder adem in de open lucht zweven. Ik zal er in m'n eentje naar toegaan en zeggen dat de majesteiten meteen ongehinderd hun voorname reis kunnen voortzetten.' De anderen trekken zich nu terug; alleen de eerste gaat er in een onderdanige houding naartoe en voert stotterend het woord.
Hoofdstuk 110: Een andere geestenscène. De Heer met de Zijnen bij de Reinerkogel. Heilzoekende geesten uit de bergen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[6] Ik zeg: 'Geesten uit de sferen van zuivere wijsheid lijken altijd als twee druppels water op elkaar, want hun oerelement is toch enkel het licht, dat met heel weinig kleurverschil altijd volkomen hetzelfde is. Zoals echter het zuivere licht overal hetzelfde is, zo zijn ook zijn producten aan elkaar gelijk. Alleen de liefde bepaalt het eindeloos veelvormige, het licht echter slechts het meest gelijkvormige. Kijk naar de sneeuw op deze aarde! Het is een product van het zuivere licht. De ene vlok is als de andere; alleen als er meer aan elkaar hangen, wordt de ene vaak groter dan de andere, en zelfs dat gebeurt alleen als er tussen zulke koude lichtproducten enige warmte bestaat, die aan de liefde verwant is. Ontbreekt deze grotendeels of geheel, dan vallen er louter vlokkensterretjes van precies dezelfde grootte en vorm op aarde. Zo zal ook het ijs altijd dezelfde grondvorm aannemen, omdat daarbij alleen het koude licht als schepper werkzaam is.
Hoofdstuk 112: Zwerfgeesten uit het sterrenbeeld 'Haas'. Licht en liefde en hun verschillende werkingen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[3] Ik zeg: 'Dat waren geesten van een andere planeet; echter niet van een planeet van deze aardezon, maar van een ververwijderde, die zich in het sterrenbeeld, genaamd 'Haas' bevindt. De dichtstbijzijnde grote planeet van die zon (die bijna even ver van haar verwijderd is als Mercurius van de zon van deze aarde) is de geboortewereld van deze geesten. Wie deze zon nader wil leren kennen, moet zich het sterrenbeeld 'Haas' laten aanwijzen. In het linkeroor daarvan zal hij een heel klein sterretje van nauwelijks de vijfde grootte ontdekken; van de dichtstbijzijnde planeet van die zon zijn deze geesten afkomstig. Het zijn zwerfgeesten, wiens grootste zaligheid het is om steeds onderweg te zijn. Als ze echter naar deze aarde komen, wat overigens maar zelden het geval is, nemen ze rust en proberen kennis te maken met Mijn kinderen.
Hoofdstuk 112: Zwerfgeesten uit het sterrenbeeld 'Haas'. Licht en liefde en hun verschillende werkingen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[5] Robert zegt: 'O liefdevolle Vader, dat kan inderdaad ook helemaal niet anders. - Maar wat wilden gisteravond dan die twaalf, die zo tegen half zes vanuit de stad naar ons toe kwamen? Die ene, die daar in Uw naam brood en wijn meebracht, ken ik al wel. Dat is zo'n zwak, aards knechtje van U, die opschrijft wat U hem door middel van een engel in Uw naam dicteert, maar die anderen waren mij helemaal onbekend.' (De namen van de twaalf zijn: Jakob Lorber, Andreas Hüttenbrenner, Anselm Hüttenbrenner en zijn zes kinderen: Wilhelmine, Julie, Alexandrine, Angelika, Peter en Felix. Dan: Cölestin Hüttenbrenner en de twee vrouwen: Malthilde E. en Eleonore J.)
Hoofdstuk 111: Toestroom van demonen en natuurgeesten. Over het wezen van de berggeesten. Jakob Lorber, aan wie de heer door middel van zijn engel dicteert, met zijn trouwe vrienden in de gezichtskring van het heilige gezelschap. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
...  921 - 922 - 923 - 924 - 925 - 926 - 927 - 928 - 929 - 930 - 931 - 932 - 933 - 934 - 935 - 936 - 937 - 938 - 939 - 940 - 941 - 942 - 943 - 944 - 945 - 946  ...