15542 resultaten - Pagina 935 van 1037
... 923 - 924 - 925 - 926 - 927 - 928 - 929 - 930 - 931 - 932 - 933 - 934 - 935 - 936 - 937 - 938 - 939 - 940 - 941 - 942 - 943 - 944 - 945 - 946 - 947 - 948 ...
[4] Nu weet je, wat voor eigenschap deze planeet heeft en waar hij eigenlijk goed voor is. Nu moet je hier niet aan de concrete planeet denken, die weliswaar ook van dien aard is, maar alleen aan het overeenkomstige beeld hiervan, dat in jouw geest is gelegd. Deze geest bestond eerder dan de hele uiterlijke, materiële schepping, die pas werd gevormd naar datgene, wat reeds lang daarvoor in iedere volmaakte geest aanwezig was. Want vóór alle materie bestond, bestond reeds de geest en alles kwam voort uit de geest, en niet de geest uit de schepping! Daarom is deze planeet, die jij in je hebt, ook heel veel ouder dan de nu werkelijke, materiëleplaneet. En had hij ook maar in de geest van een enkel mens ontbroken, dan had hij ook nooit geschapen kunnen zijn.Hoofdstuk 45: De wereld van Miron, het geheim van het achtste vertrek – Het geestelijke als grondoorzaak en drager van de gehele schepping - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] BISSCHOP MARTINUS zegt: 'Heer, wat moet ik hier zeggen! Een onmetelijk licht verblindt mijn ogen en een wonderbaarlijke, heerlijke harmonie dringt in mijn oren! Dat is alles wat ik over hetgeen ik door de deur zie kan zeggen. Werkelijk, ik zie alleen maar een onmetelijk sterk licht en hoor ook niets dan alleen de reeds genoemde hemelse harmonie, die vanuit het licht naar mij toe lijkt te komen.
Hoofdstuk 47: Het geheim van de tiende kamer - Over het wezen van het licht De wonderen van de zonnewereld - Schoonheid als uitdrukking van innerlijke volmaaktheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] Het licht lijkt hier ook een ruimte in te nemen, die totaal onmeetbaar moet zijn. Want waarheen ik ook steeds mijn ogen wend, overal is licht en nog eens licht. Daarbij is het wel uiterst merkwaardig, dat er van deze reusachtige lichtmassa niet meer warmte door de open deur naar buiten komt.
Hoofdstuk 47: Het geheim van de tiende kamer - Over het wezen van het licht De wonderen van de zonnewereld - Schoonheid als uitdrukking van innerlijke volmaaktheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[12] Deze eerste mensen stierven vervolgens op de kleine resten van deze eens grote planeet geheel uit, omdat zij daar geen voedsel meer vonden. In hun plaats kwamen er toen naar verhouding kleine mensen, die nu nog de kleine planeetjes bewonen en buitengewoon bescheiden wezens zijn en nu overeenkomen met de hoofdharen en de wenkbrauwen in de grote, universele scheppingsmens. Op de achtergrond zie je echter nog de hele planeet, met alles, zoals hij vroeger bestond, behouden voor een grote dag, die eenmaal over de hele oneindigheid zal uitgaan! [13] Nu weet je ook van deze deur, wat je voorlopig moet weten. De rest zal te rechter tijd vanzelf uit jezelf komen en wel uit dit zaadje, dat Ik nu in je hart heb gelegd! Volg Mij daarom naar de tiende deur, waar je weer nieuwe wonderen staan te wachten; zo zij het!'
Hoofdstuk 46: Het negende vertrek met zijn treurig geheim - De verwoeste wereld van de asteroïden en de geschiedenis hiervan - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] IK zeg: 'Ja, zo is het; dat is de hiermee overeenkomende zon in jou. Als je ogen meer aan het licht zijn gewend, dan zul je ook andere dingen in dit licht zien. Kijk daarom een poosje onafgewend naar binnen, dan zul je deze rijkdom aan licht al gauw bovenmatig beginnen te prijzen.'
Hoofdstuk 47: Het geheim van de tiende kamer - Over het wezen van het licht De wonderen van de zonnewereld - Schoonheid als uitdrukking van innerlijke volmaaktheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[21] Zelfs de landschappen veranderen! Waar eerder vlak land was, groeit opeens een reusachtige berg; deze drijft water met zich mee naar boven en uitgestrekte velden veranderen in zeeën. De bergen exploderen en dan storten ontelbare brandende werelden uit de opening van de berg en vluchten of vallen dan, alsof ze door groot geweld worden gedreven, naar buiten in het eindeloze heelal. Daarentegen vallen er evenveel weer terug uit de eindeloze ruimte en vergaan als afzonderlijke sneeuwvlokken, die op warme bodems vallen.
Hoofdstuk 47: Het geheim van de tiende kamer - Over het wezen van het licht De wonderen van de zonnewereld - Schoonheid als uitdrukking van innerlijke volmaaktheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[22] Ach, ach, dat zijn verschrikkelijk grote verschijnselen. En toch wandelen die mooie en gelukkig uitziende mensen temidden van deze taferelen en lijken zich daar nauwelijks om te bekommeren. Zij lopen in hun meer dan hemelse tuinen rond en verlustigen zich in de aanblik van de prachtigste bloemen die, zoals ik merk, ook onder de ogen van hun toeschouwers veranderen en zich in steeds heerlijker vormen vernieuwen. 0 Heer, laat mij hier nog een halve eeuwigheid naar kijken; want hier kan naar mijn mening de meest verheven aartsengel eeuwig nooit genoeg van krijgen.
Hoofdstuk 47: Het geheim van de tiende kamer - Over het wezen van het licht De wonderen van de zonnewereld - Schoonheid als uitdrukking van innerlijke volmaaktheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[36] Want zie, jij bent nog lang niet uit de geest wedergeboren. Daarom heb Ik je hier naar deze tuin verplant, als in een reusachtige broeikas, opdat je eerder tot volledige wedergeboorte kunt komen. Maar je moet je ook laten verzorgen als een edele plant. Want zie in en begrijp: distels en doornen worden niet gekweekt in hemelse tuinen en broeikassen. Kijk nu verder en spreek, maar vraag slechts weinig. Zo zij het!'
Hoofdstuk 47: Het geheim van de tiende kamer - Over het wezen van het licht De wonderen van de zonnewereld - Schoonheid als uitdrukking van innerlijke volmaaktheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] BISSCHOP MARTINUS wendt zijn ogen weer naar de zon en bekijkt de grote schouwspelen en wonderlijke dingen op haar lichtende bodem. Als hij langere tijd gekeken heeft spreekt hij weer: 'Zie daar, nog steeds dezelfde zon en toch heel andere mensen! Weliswaar ook heel mooi, maar hun schoonheid is tenminste te verdragen, want ze lijken op de wezens die ik reeds op andere planeten heb gezien en zelfs op de bewoners van onze aarde.
Hoofdstuk 48: Nog meer wonderbaarlijke ontdekkingen van bisschop Martinus op zijn zon - Waarom de volkeren van de zon verschillend van grootte zijn - Liefde en wijsheid als de ware grootheden van de geest - Martinus' klacht over de aarde en haar bewoners - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[11] Nu wordt echter de ware, eigenlijke grootte van de geest niet naar zijn omvang, doch slechts naar zijn liefde en wijsheid bepaald. Maar zie, dat zijn nog oergeesten, die in vrije toestand een heel zonnestelsel in volledige werkzaamheid vervulden! Daar ze echter ook zalig deel zouden willen hebben aan Mijn Rijk, moeten ze ook de smalle weg van het vlees bewandelen! Wanneer ze het lichaam afleggen, dan zullen ze wegens hun grote deemoed en zachtmoedigheid ook slechts onze omvang hebben, - maar ook wel de vroegere, als ze deze nodig hebben.
Hoofdstuk 48: Nog meer wonderbaarlijke ontdekkingen van bisschop Martinus op zijn zon - Waarom de volkeren van de zon verschillend van grootte zijn - Liefde en wijsheid als de ware grootheden van de geest - Martinus' klacht over de aarde en haar bewoners - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[12] Nu weet je alles, wat je moet weten in deze sfeer en in deze toestand. Kijk daarom nu weer verder en zeg wat je zal opvallen, zodat wij gauw verder kunnen gaan naar de elfde deur! Zo zij het!'
Hoofdstuk 48: Nog meer wonderbaarlijke ontdekkingen van bisschop Martinus op zijn zon - Waarom de volkeren van de zon verschillend van grootte zijn - Liefde en wijsheid als de ware grootheden van de geest - Martinus' klacht over de aarde en haar bewoners - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[13] Bisschop Martinus kijkt nu weer naar de lichtvelden van de zon en ontdekt daar al snel zeer grote tempels en andere woongebouwen, ook straten en bruggen van een heel gedurfde bouw. En dan majestueuze hoge bergen, die in grote ketens om de hele zon heenlopen en deze afbakenen in gordels, die allemaal andere bewoners en andere leefwijzen hebben en andere zeden en gewoontes. Ook ontdekt hij nu, hoe aan beide kanten van de middel - of hoofdgordel twee gordels bijna in alles op elkaar lijken.
Hoofdstuk 48: Nog meer wonderbaarlijke ontdekkingen van bisschop Martinus op zijn zon - Waarom de volkeren van de zon verschillend van grootte zijn - Liefde en wijsheid als de ware grootheden van de geest - Martinus' klacht over de aarde en haar bewoners - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[25] O Heer, stuur mij de eindeloze ruimte in, maar stuur mij eeuwig nooit meer naar de aarde! Want zij is voor mij de grootste hel en haar bewoners zijn onverbeterlijke duivels die zich als hoofddoel hebben gesteld, de weinige engelen onder hen tot de laatste druppel bloed te vervolgen.
Hoofdstuk 48: Nog meer wonderbaarlijke ontdekkingen van bisschop Martinus op zijn zon - Waarom de volkeren van de zon verschillend van grootte zijn - Liefde en wijsheid als de ware grootheden van de geest - Martinus' klacht over de aarde en haar bewoners - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[28] IK zeg: 'Wees maar rustig, je ziet nog niet de juistheid van alles, hoewel je juist hebt gesproken. Ga nu echter met Mij naar de elfde deur, daar zul je een aantal dingen duidelijker inzien en anders oordelen! Volg Mij daarom, zo zij het!'
Hoofdstuk 48: Nog meer wonderbaarlijke ontdekkingen van bisschop Martinus op zijn zon - Waarom de volkeren van de zon verschillend van grootte zijn - Liefde en wijsheid als de ware grootheden van de geest - Martinus' klacht over de aarde en haar bewoners - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] (DE HEER:) 'Zie, we zijn nu bij de elfde deur! Kijk naar binnen en zeg dan, wat je hier allemaal ziet!'
Hoofdstuk 49: Een blik op de maan door de elfde deur - Bisschop Martinus en de wijze van de maan - Jakob Lorber - Bisschop Martinus