Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 936 van 1112

...  924 - 925 - 926 - 927 - 928 - 929 - 930 - 931 - 932 - 933 - 934 - 935 - 936 - 937 - 938 - 939 - 940 - 941 - 942 - 943 - 944 - 945 - 946 - 947 - 948 - 949  ...
[11] Dat de kerk zich echter tijdens haar godsdienstige ritus van de Latijnse taal bedient, heeft twee heel wijze redenen. Ten eerste is deze beschaafde taal de waardigste waarmee men God kan eren en aanbidden; ten tweede wordt de Latijnse taal gebruikt als bescherming van de bijzonder heilige, krachtige geheimen van Gods woorden tegen het gewone volk, zodat deze niet ontheiligd kunnen worden. Dat zijn de twee kardinale redenen! Een derde reden is de macht van de kerk; dientengevolge kan zij de Latijnse taal ook wettelijk tot een onveranderlijke, algemene rituele taal bestemmen. Ik dacht dat dit uit de Heilige Schrift genoeg bewezen is, hooggeleerde meneer de koster!'
Hoofdstuk 80: De koster geeft meer opheldering. Bittere waarheden voor Rome's eminentie. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[9] Heeft de grote Paulus dan niet vol vuur geijverd tegen opgesmukte gewaden, evenals tegen iedere waardigheid, die de mensen zich maar al te graag aanmeten? Wanneer heeft Christus, die Zelf zei: 'God is geest en moet daarom in de geest en in waarheid aanbeden worden...', aanbevolen om voor veel geld tempels en gebedshuizen te bouwen, en daardoor duizenden armen te laten verhongeren? Welke apostel heeft het Latijn eigenlijk tot goddelijke taal verheven? Alsof God de Heer, die zeker elke taal verstaat, alleen aan de Latijnse het grootste welgevallen zou hebben! Bewijs mij dat uit de Schrift, dan wil ik jullie geloven! Kunnen jullie dat echter niet, dan zijn jullie antichristenen bij uitstek!'
Hoofdstuk 80: De koster geeft meer opheldering. Bittere waarheden voor Rome's eminentie. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] Petrus, voor wiens opvolger iedere paus zich alom uitgeeft, zei eens tegen een arme drommel die hem om een aalmoes vroeg: 'Goud en zilver heb ik niet, maar wat ik heb geef ik je!' Zou een paus dat ook tegen een arme zeggen? De fraaie opvolgers van Petrus zouden alleen maar kunnen zeggen: 'Ik heb wel goud en zilver in overvloed, maar dat geef ik je niet; wel mijn apostolische zegen, die mij niets kost!' En dan: 'Ga in vrede! Mocht je onderweg van honger omkomen, dan zal je ziel toch na drie dagen vagevuur meteen in het paradijs komen, waar het haar dan goed genoeg zal gaan!'
Hoofdstuk 80: De koster geeft meer opheldering. Bittere waarheden voor Rome's eminentie. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[3] Hoe goedig was de kerk tijdens de beroemde kruistochten! Hoe vreugdevol heeft zij de achtergebleven weduwen en wezen, wier mannen ze in het morgenland door de Saracenen liet ombrengen, in haar kloosters opgenomen nadat zij zich eerst hun goederen en schatten liet schenken. O goddelijke zachtmoedigheid, waaraan het de heilige kerk omwille van baar geld nog nooit heeft ontbroken. Toen ik nog op aarde leefde (want de heren zullen hopelijk toch weten dat we ons allang niet meer in het vlees op de materiƫle aarde bevinden)...'
Hoofdstuk 80: De koster geeft meer opheldering. Bittere waarheden voor Rome's eminentie. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[1] Een priester, die vlak naast de kardinaal staat, zegt: 'Ellendeling, slechts aan de eindeloze zachtmoedigheid en het geduld van de heilige en alleenzaligmakende kerk, die in stilte voor jou, verloren schaap, bad tot God, heb je alles te danken, terwijl jij bezig was haar dodelijke steken toe te brengen! Maar houd nu op met de geestelijk getooide bruid van God zwart te maken, anders zal de kerk jou in haar gebeden voor jouw zielenheil laten vallen! Dan zal de aardbodem zich onder jouw voeten openen en je voor eeuwig verslinden!'
Hoofdstuk 80: De koster geeft meer opheldering. Bittere waarheden voor Rome's eminentie. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[11] Maar als wij desondanks nog ferm blijven staan en niet willen wijken, roept de hoofdcelebrant alle duiveluitbanners bij zich en zegt: 'Luister, we hebben nu alles gedaan, maar jammer genoeg heeft onze inspanning niet mogen baten. Ik ben daarom van mening dat we nog de grote Lauretaanse litanie moeten bidden en wel voor het beeld van de moeder van smarten. Haal het uit de geheime schatkamer van Maria en plaats het voor het tabernakel! Steek alle kaarsen aan, zodat we meteen met de litanie kunnen beginnen. Maria is en blijft onze bescherming en onze laatste toevlucht!'
Hoofdstuk 78: Het grote 'exorcisme'. De 'moeder van smarten' verzuimt te helpen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[14] U dacht bij uzelf: het exorcisme is wel de kroon op alle domheid, maar omdat het daarbij zo mysterieus toegaat, kan ook de meest ontwikkelde zo'n schouwspel wel op z'n gemak bekijken want aan deze handeling ontbreekt het eigenlijke element van verveling. Het meest vervelende is en blijft toch een langzaam geprevelde Lauretaanse litanie en een oud mirakelbeeld. Dat kunnen deze wijzen niet opbrengen; dan moeten ze wel gaan, als ze tenminste niet van verveling willen sterven! Maar aha, wat een toeval. Het oude, door de tand des tijds al te erg vergane mirakelbeeld kon toch echt niet meer geplaatst worden voor het tabernakel (dat de protestanten reeds lang de rooms-katholieke gevangenis van de Here God noemen). En daardoor bleef tot nu toe het vervelendste achterwege, namelijk de Lauretaanse litanie, waarmee deze achtenswaardige heren geplaagd hadden moeten worden. Hoe voelt u zich nu, eminentie? Zult u mij nu ook in de hel werpen?'
Hoofdstuk 79: Verhelderende woorden van de ketterse koster. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[13] Deze domheid heeft niet het door u gewenste resultaat gehad. Deze achtenswaardige mannen hebben u geduldig aangehoord en slechts stilletjes onder elkaar opmerkingen gemaakt. Dat deed u, eminentie, bijna schuimbekken van woede en toen probeerde u met een overmaat aan domheden zo veel mogelijk weerzin bij deze eerbare mensen op te roepen, omdat u eerder met uw hele helse schijnvertoning niets hebt kunnen bereiken. Met de grote prevelmis lukte het, zoals gebleken is, ook helemaal niet. Daarom ging u over tot een rooms-katholiek exorcisme, dat in zijn soort een unieke bekroning van menselijke domheid is en daardoor ook op de zeer wijze en achtenswaardige mannen een weerzinwekkende indruk had moeten maken. Maar de wijze mannen moeten zich hebben voorgenomen om ook voor de ergste domheden niet te wijken. Zodoende bleven ze dan ook tot uw grote ergernis hier. Wat kon u verder nog doen?
Hoofdstuk 79: Verhelderende woorden van de ketterse koster. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[12] Iemand uit hun midden zegt: 'Maar als dat ook niet helpt, wat moeten we dan doen? Want als dit volledige uitdrijvingsritueel, dat toch helemaal gebaseerd is op de naam van de allerzaligste maagd, niet heeft geholpen, wat zal dan het dode beeld van de moeder van smarten en de grote litanie baten? Ik ben er helemaal niet meer voor te vinden. Overigens komen deze wezens mij ook helemaal niet als duivels voor. Als men hen wat beter bekijkt, dan zal men zich er al gauw van kunnen overtuigen dat er helemaal niets duivels in hen lijkt te zitten.' De hoofdcelebrant zegt: 'Duivels kunnen ook engelengedaanten aannemen; daarom is het hier geboden om alles te proberen. Ga maar vlug en breng mij de moeder van smarten hier. Amen dico vobis!'
Hoofdstuk 78: Het grote 'exorcisme'. De 'moeder van smarten' verzuimt te helpen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[9] Een diaken en enkele assistenten verwijderen zich nu. Enkele ogenblikken later brengt hij een zwart boek, dat aan beide zijden met een doodskop is versierd. De assistenten brengen een stapel zwarte zogenaamde requiem- en uitvaartgewaden. De gewaden worden nu onder Latijns geprevel gewisseld en binnen enkele ogenblikken staat de hele schare hogepriesters helemaal in het zwart voor ons. Ook wordt er een katafalk achterstevoren opgesteld en een grote hoeveelheid zwarte kaarsen op zwarte kandelaars geplaatst. Een wierookvat en een eveneens zwarte wijwaterbak met een zwartharige wijwaterkwast ontbreken evenmin.
Hoofdstuk 78: Het grote 'exorcisme'. De 'moeder van smarten' verzuimt te helpen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[6] Een ceremoniarius vraagt of misschien iemand de stola met de singel verkeerd over het kruis heeft vastgebonden en een prior van de kapucijnen zegt: 'Ja, als men bij de heiligste handelingen zo onvoorzichtig is, kan men zich wel een ongeluk ministreren, maar zou het toch niet baten. Nee, stel je voor dat je de stola omkeert! Het is altijd al zo geweest, dat dan de engelen die onzichtbaar bij de heiligste handelingen ministreren, dadelijk van het altaar terugwijken en hun gezicht afwenden. De heiligste moeder Gods kan dan helemaal niet bij het altaar komen omdat zij door zo'n onvoorzichtigheid al haar zeven smarten weer voelt.'
Hoofdstuk 78: Het grote 'exorcisme'. De 'moeder van smarten' verzuimt te helpen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[2] Ik zeg: 'Beste broeder, je zult dadelijk zien hoe zij nu een zogenaamd exorcisme (duivelsuitdrijving) op ons willen toepassen. Wij zullen daarentegen een heel bijzonder soort tegen-exorcisme gebruiken en dan zul je je verwonderen over hetgeen zich dan allemaal zal afspelen! Alleen geen ergernis daarbij! Dat is de hoofdvoorwaarde, zonder welke we weinig of niets zouden uitrichten.'
Hoofdstuk 78: Het grote 'exorcisme'. De 'moeder van smarten' verzuimt te helpen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] Ik dwong mijn hart wel om deze almachtige God met al mijn krachten lief te hebben, maar moet toch tot mijn schande bekennen dat mijn hart zich in deze liefde niet kon vinden. Ik werd toen door dergelijke zelfonderzoeken vrijmetselaar, om zodoende tot een diepe re kennis van God te komen. Ik heb daardoor wel veel gewonnen en veel gelezen over de zuivere liefde tot en in God, maar de onverbiddelijke rechter wilde absoluut niet verdwijnen en de hel niet uitdoven.
Hoofdstuk 77: Verhelderende woorden van de Heer over de 'onoverbrugbare kloof' en de vergeving van' doodzonden' . - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[9] Zo stelde ik me ook vaak levendig voor hoe U, die uit liefde tot de mensen zoveel hebt geleden om hen gelukkig te maken, een terechte reden had om tegen zondaars onbarmhartig te zijn en hun hun zonden onverbiddelijk streng te vergelden. Desondanks kon mijn domme hart zich nooit helemaal vinden in de hoogste liefde tot U.'
Hoofdstuk 77: Verhelderende woorden van de Heer over de 'onoverbrugbare kloof' en de vergeving van' doodzonden' . - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[2] Ik zeg: 'Het is precies zoals de rechtsgeleerden in de wereld zeggen: 'Wie ergens zelf voor kiest, geschiedt geen onrecht!' De kloof betekent echter weer het nooit te overbruggen onderscheid tussen Mijn meest vrije orde in de hemelen en de haar in alles tegenstrevende wanorde van de hel. Deze tekst duidt dus enkel op het onverenigbare hiervan, maar niet op een eeuwig gesloten deur voor degenen die zich daarin bevinden.
Hoofdstuk 77: Verhelderende woorden van de Heer over de 'onoverbrugbare kloof' en de vergeving van' doodzonden' . - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
...  924 - 925 - 926 - 927 - 928 - 929 - 930 - 931 - 932 - 933 - 934 - 935 - 936 - 937 - 938 - 939 - 940 - 941 - 942 - 943 - 944 - 945 - 946 - 947 - 948 - 949  ...