Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 937 van 1166

...  925 - 926 - 927 - 928 - 929 - 930 - 931 - 932 - 933 - 934 - 935 - 936 - 937 - 938 - 939 - 940 - 941 - 942 - 943 - 944 - 945 - 946 - 947 - 948 - 949 - 950  ...
[20] Kijk, de vrouw grijpt de arm van haar man, volgt de geleerde en zegt onder het lopen tegen hem: wel, wat zeg je nu? Ik hoop dat je nu toch inziet dat de verhoudingen hier heel anders liggen dan jij op aarde gedroomd hebt. De man zegt: lieve vrouw, dat is een duidelijke zaak, maar of deze verhoudingen goed en nuttig zijn, zal de toekomst leren. Onder ons gezegd, mij komt de hele geschiedenis nog altijd heel bedenkelijk voor, maar zoals gezegd, de tijd zal uitwijzen wat ervan terechtkomt.
Hoofdstuk 38: In de eerste graad van de hel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[20] De gestalte zegt: goed mijn vriend, ik wil u er eerst eens opmerkzaam op maken, wat voor vruchten het christendom welbeschouwd op aarde heeft afgeworpen. De Romeinen waren een groot volk zolang ze bij hun goddelijke verstandsleer bleven. Al hun werken waren groots en vol wijze betekenis. Hun rechtsprincipes zijn tot nu toe nog de basis voor alle staats- en volkenrechtelijke wetten. Maar toen het christendom was binnengeslopen, sloop ook de dood voor het grote Romeinse volk binnen. Nu verblijven op de plaats waar eens het grootste en heldhaftigste volk woonde, luie, nietsdoende priesters, een hoeveelheid ellendig gepeupel, en een groot aantal dieven en rovers liggen met de rozenkrans in de hand langs de wegen op de loer, waardoor geen voetreiziger meer zeker is van zijn leven. Ziet u, dat is een vrucht uit de tuin van het christendom! Reis eens door het prachtige Spanje, bekijk deze natie uit oude tijden en ga daarna naar de christelijke Middeleeuwen; dan zal het aan uw blikken niet ontgaan hoe door louter christelijke zegen duizenden en nog eens duizenden bloeden, en duizenden en nog eens duizenden boven vlammende brandstapels tot as verbrandend, vertwijfeld hun laatste adem uitblazen! Kijk eens naar de aandoenlijke invoering van het christendom onder Karel de Grote, hoe hij met deze zegen duizenden en nog eens duizenden over de kling heeft laten jagen! Reis van daar naar Amerika; sla de geschiedenis er op na en ze zal u talloze meest beklagenswaardige en jammerlijke voorbeelden tonen van de christelijke zegeningen die daar hebben plaatsgevonden! Ga van daar naar mijn tijd en bekijk de zegenbrengende gruwelen van de dertigjarige godsdienstoorlog. U kunt de oergeschiedenis van alle volkeren kritisch bekijken, en mocht u in staat zijn mij daarin gelijksoortige gruwelscènes aan te tonen, dan verplicht ik mij u eeuwig in mijn armen rond te dragen.
Hoofdstuk 36: Het echtpaar en een leugengeest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[3] Je vraagt mij wat ik daarmee wil zeggen? Mijn allerliefste man, niets anders dan dat ik, noch deze verstandige man, jou omwille van eigen voordeel willen overreden om van jouw oude bijbelgeloof af te zien. Want als wij ieder voor onszelf verdergaan, hebben we daar toch beiden profijt van omdat ieder afzonderlijk zich er op deze karige bodem altijd gemakkelijker doorheen kan slaan dan twee of meer bij elkaar. Als we je dus hadden willen beliegen of bedriegen dan hadden we jou toch zeker bij je principes gelaten en je zou als consument ten gevolge van je principes van ons weg zijn gegaan. Wij wilden jou beslist niet beliegen of bedriegen, maar we hebben je alleen de zuivere waarheid getoond, waarvan op aarde geen sterveling zou kunnen dromen, en allerminst zo'n verstokte bijbel- en Christusfanaat als jij. Waar wil) e dan nog over nadenken? Kom toch eens tot bezinning en volg mij, je eeuwig liefhebbende vrouw. Zo je dan op aarde niet naar mij hebt willen luisteren, doe dat dan tenminste hier in het rijk van de naakte waarheid, waar ik nu al zes jaar meer ervaring heb dan jij. Kijk, op aarde is er niets dan bedrog, omdat iedereen daardoor iets wint of tenminste denkt iets te winnen, maar hier is aan al het winnen een einde gekomen; daarom vallen leugen en bedrog vanzelf weg. Geloof me, mij bindt niets anders aan jou dan mijn liefde; dat is nog de enige winst die ik door jou heb. Maar als jij steeds dwaas aan oude, onbeduidende principes vasthoudt, valt voor mij ook dit gewin weg. Wij kunnen daarom alleen maar gelukkig zijn als onze inzichten en ons gevoel volledig met elkaar in overeenstemming zijn. Kunnen we deze harmonie niet tot stand brengen, dan zal ik je eerlijk moeten bekennen dat ik zonder jou, gelukkiger zal zijn dan met jou, leeghoofd, aan mijn zijde. Ik ben nu niet meer in staat nog meer ten gunste van jou aan te voeren, behalve het volgende: omdat ik je oprecht liefheb en altijd heb liefgehad, heb ik hier dan ook al het mogelijke gedaan om je mijn eeuwige, plechtig beloofde liefde en trouw te bewijzen. Maar jij, die mij nooit hebt liefgehad, bent bereid om mij voor altijd uit liefde voor je dwaasheid te verlaten. Oordeel nu, wat je wilt doen.
Hoofdstuk 37: De zwakheid van de man. De gang van de vrouw naar de hel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[12] Hij heeft ook niet gezegd: als jullie in Mijn Naam je eigen kinderen opnemen, dan hebben jullie Mij opgenomen, maar Hij heeft bij een gelegenheid waarbij veel armen hun nog armere kinderen bij Hem brachten alleen gezegd: `Waarlijk, wie zo'n arm kind heeft opgenomen in Mijn Naam, die heeft Mij opgenomen'.
Hoofdstuk 40: Waar bevinden de heidenen zich aan gene zijde? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[4] Kijk, de man begint zich achter de oren te krabben en zegt na een poosje tegen zijn vrouw: mijn lieve vrouw, ik heb uit jouw woorden opgemaakt dat je me werkelijk liefhebt. Dat kan ik onmogelijk ontkennen. Maar ik zie alleen niet in, dat wanneer in deze donkere geestenwereld noch met waarheid noch met leugen en bedrog iets te winnen of te verliezen valt, waarom wil jij mij dan volkomen zinloos een zekere waarheid opdringen, waarmee tenslotte evenmin iets te winnen valt als met mijn zogenaamde door jou en de geleerde man bewezen dwaalleer? Daarom ben ik van mening dat, als jouw liefde voor mij werkelijk zo intens is als je me daarnet hebt aangetoond, je mij dan evengoed kunt volgen als ik jou, tenzij je op de weg van jouw waarheid reeds iets beters hebt gevonden. In dat geval wil ik jou wel volgen om me van de betere realiteit van jouw waarheid te overtuigen. Is dat niet het geval dan is het toch om het even waar we naartoe gaan.
Hoofdstuk 37: De zwakheid van de man. De gang van de vrouw naar de hel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[12] De vrouw zegt: praat maar zoveel je wilt, ik heb nu eenmaal gelijk. Ik kan je weliswaar niet de verzekering geven nu al iets beters te hebben gevonden, maar desalniettemin ben ik van mening dat, wanneer je mij wilt volgen, we binnen niet al te lange tijd een plaats kunnen vinden waar licht in overvloed zou kunnen zijn. Want kijk, hier aan onze rechterkant ben ik eens, afgaande op mijn innerlijke gevoel, lange tijd rechtdoor gelopen, waarna ik uiteindelijk bij een brede stroom uitkwam. Aan de overkant van de stroom zag ik een machtig gebergte en achter het gebergte kwam er licht op als het gloren van het vroege morgenrood. Zou men maar op de een of andere manier de stroom kunnen oversteken, dan zou men naar mijn overtuiging in een lichtere omgeving dan deze moeten komen.
Hoofdstuk 37: De zwakheid van de man. De gang van de vrouw naar de hel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[7] De man zegt: mijn lieve zeer gewaardeerde vrouw, het lijkt me dat er met dit licht iets niet in de haak is. Wat die rode gloed betreft, die lijkt met een echt morgenrood absoluut geen verwantschap te hebben. In mijn ogen lijkt ze niet op een gloed die van de zon afkomstig is, maar veelmeer op die van een brandende stad achter de bergen. Of daar een stad in brand staat wil ik nog betwijfelen, maar dat er brand is, dat staat zeker buiten kijf. Ik wil daarom ook zover met je meegaan totdat we van dit vuur een tamelijk sterk licht krijgen, maar verder zal ik niet gaan. Want men kan toch niet weten waar het vandaan komt, en daarom is het altijd verstandiger om er ver vandaan te blijven, want een mens kan beter uit de buurt blijven van de dingen die hij niet kent en die helemaal niet aan zijn natuur verwant zijn.
Hoofdstuk 38: In de eerste graad van de hel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[11] De vreemdeling zegt: en zoiets durf jij als man hier te bekennen? Werkelijk, je lijkt me ook niet veel bijzonders te zijn, want mannen die de leiding van hun vrouw nodig hebben, staan bij ons in hetzelfde aanzien als de apen. Hierop wendt de vreemdeling zich tot de vrouw en zegt tegen haar: is dat werkelijk uw werk geweest, mijn allerbeminnelijkste, liefste dame? Zij zegt: o achtenswaardige vriend, ik moet helaas tot mijn schande bekennen dat deze, mijn overigens echt lieve man, zeker liever honderd en nog eens honderd jaar uit louter domme en onbenullige liefde voor de u welbekende Joodse filosoof in de dichtste duisternis mos en dor gras zou willen eten, dan dat hij de weg van het licht zou willen bewandelen, hetgeen hem niet alleen door mij, maar ook door de bijzonder wijze u welbekende geleerde die zich Melanchthon noemt, is aangeraden.
Hoofdstuk 38: In de eerste graad van de hel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[12] De vreemdeling zegt: o zeer achtenswaardige, beminnelijke dame, ik heb werkelijk oprecht medelijden met u, maar daarentegen bewonder ik toch ook weer uw sterke innerlijke kracht waarmee u zo onvermoeibaar bezig bent om zo'n onhandige man op het rechte pad te brengen. Allerliefste achtenswaardige dame, u moet mij maar niet kwalijk nemen dat ik, wanneer ik in dit verlichte en steeds helderder wordende tijdperk ook maar iets hoor over de oude christelijk-joodse filosofie, van louter ergernis uit mijn vel zou kunnen springen. Ja, deze komt me nog veel dommer en onnozeler voor dan wanneer iemand zich zou voornemen om trouw te blijven aan een vreselijk ouderwetse, meer dan duizend jaar oude klederdracht, terwijl de hele wereld rondom hem reeds lang de grotere voordelen van de nieuwe kleding heeft ingezien en deze dus ook zonder meer heeft geaccepteerd.
Hoofdstuk 38: In de eerste graad van de hel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[15] Maar de geleerde vreemdeling wendt zich opnieuw tot hem en zegt: ja mijn beste vriend, als het met jou zo is gesteld, dan kom je volgens mij aan de kost zonder te betalen. Begrijp je me? De man zegt: nee, ik begrijp niet wat je bedoelt. De vreemdeling zegt: dat verbaast me nu niet meer. Wat dat `zonder te betalen' betreft, was het reeds bij de oude wijze Romeinen en Grieken gebruikelijk dat men gekken en dwazen overal gratis de kost gaf. Zelfs in deze tijd verleent men mannen zoals jij kosteloos het eervolle gekkendiploma, waarmee ze dan gemakkelijk in een goed ingericht gekkenhuis kunnen worden opgenomen. Dat zal jou toch zeker niet onbekend zijn, want naar ik weet was jij op aarde toch vertrouwd met bestuurlijke en staatkundige zaken. Begrijp je nu wat ik bedoel?
Hoofdstuk 38: In de eerste graad van de hel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[15] Zie hoe het hele gezelschap opstaat en ons blij tegemoet komt. Luister nu hoe Gemaniël ons bij het gezelschap zal introduceren. Hij zegt: zien jullie wel, mijn innig geliefde broeders en zusters, ik heb jullie immers gezegd dat de algoede Heer en Vader ons zeker heel spoedig een groot geluk ten deel zal laten vallen door een van zijn verheven vrienden naar ons toe te zenden, opdat wij van hem een woord van de Vader mogen vernemen! En kijk, de algoede Vader is al aan onze innigste wens tegemoetgekomen, want nog eer we er op bedacht waren traden deze verheven vrienden ons huis al binnen.
Hoofdstuk 41: Bezoek aan de middag. De werking van waarachtig geloof en daadwerkelijke liefde - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[2] Jullie zeggen nu: het is merkwaardig dat het mannelijke wezen zich hier bijna in dezelfde mooie ronde vormen vertoont als het vrouwelijke, en wel op een manier dat men tenslotte nauwelijks nog weet waarin men als mannelijke geest een groter welbehagen zou scheppen, in de buitengewoon prachtige mannelijke gestalte of in de vrouwelijke. Dat heeft, mijn lieve vrienden, zijn reden in het waarachtige hemelse huwelijk, en wel omdat er in de Schrift staat dat man en vrouw één vlees zullen zijn. Daarom verschillen ze hier ook maar weinig en zijn, zoals de Heer gezegd heeft, allen gelijk aan de engelen van God!
Hoofdstuk 45: De overeenstemmende betekenis van eten en drinken van de hemelse geesten. Het hemelse huwelijk - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[6] Mijn lieve vrienden, ik heb wel gedacht dat jullie zoiets een beetje vreemd zouden vinden. Maar het zou heel wat verstarde aartspapen, die zich de hemel voorstellen als een eeuwig nietsdoen, waarschijnlijk nog meer bevreemden. Hoe het dergelijke mensen hier echter vergaat, zullen we tijdens de voortzetting van onze wandeling door de omgeving van de middag nog voldoende te weten komen.
Hoofdstuk 46: In het heuvelland van de eeuwige morgen. Een klein liefde examen. Hoe stellen jullie je de Heer voor? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[16] De man zegt: helaas moet ik het wel begrijpen, maar sta mij nu ook toe jou een vraag te stellen. Wie geeft jou met al je geleerdheid eigenlijk het recht om mij, nadat ik jou toch bijzonder hoffelijk tegemoet kwam, zo grof te behandelen, zoals op aarde een vreselijk pedante schoolmeester dat met een domme armlastige leerling doet? De vreemdeling zegt: luister beste vriend, dat ik je wat bars bejegende was slechts een bijzondere onderscheiding van mijn kant, die je uitsluitend aan jouw degelijke vrouw te danken hebt. Anders had ik zo'n domme Christuslummel heel anders bejegend, en zo'n bejegening zou jou zeker voor eeuwig het verlangen naar een lichte streek hebben ontnomen. Maar wanneer je voor rede vatbaar bent, de zijde van je vrouw kiest en me de verzekering kunt geven dat je spijt hebt van je oude wereldse domheid, waardoor je eigenlijk in deze duisternis beland bent, dan zal ik jou (begrijp wel, enkel omwille van je vrouw) in de buurt van gindse lichte plaats naar een onderwijsinstelling brengen waar je, als je niet al te traag van begrip bent, tot een beter inzicht zult komen.
Hoofdstuk 38: In de eerste graad van de hel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[21] In een tekst van de eerbiedwaardige apostel Paulus staat: `Onderzoek alles en behoud het goede'. Dat zal ik ook hier doen, maar diep in mijn hart denk ik dat van deze eigenaardige beproeving helemaal niets of toch maar bitter weinig goeds te verwachten is. Dit steeds feller wordende licht, dat me voorkomt alsof men steeds dichter een stad nadert die in lichterlaaie staat, lijkt me namelijk voor het belichten van het goede absoluut niet geschikt te zijn. Maar zoals gezegd, het komt allemaal slechts op de proef aan. Kijk maar eens wat verder langs deze rivier; daar ver op de achtergrond wordt hij bijna gloeiend en het lijkt alsof de golven zich in een gloeiende nevel oplossen. Het is alsof we een vuurzee naderen, die deze rivier opschrokt.
Hoofdstuk 38: In de eerste graad van de hel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
...  925 - 926 - 927 - 928 - 929 - 930 - 931 - 932 - 933 - 934 - 935 - 936 - 937 - 938 - 939 - 940 - 941 - 942 - 943 - 944 - 945 - 946 - 947 - 948 - 949 - 950  ...