Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 937 van 1110

...  925 - 926 - 927 - 928 - 929 - 930 - 931 - 932 - 933 - 934 - 935 - 936 - 937 - 938 - 939 - 940 - 941 - 942 - 943 - 944 - 945 - 946 - 947 - 948 - 949 - 950  ...
[6] Die arme wezens daar buiten, die jullie daarnet op gewetenloze manier onteerd hebben, die nu vol pijn, weeklagend er halfdood bijliggen, weten jullie wel wie dat zijn? Welnu, dat zijn op aarde jullie eigen dochters geweest! Ze kwamen deels door natuurlijke ziekten en deels bij de beschieting van Wenen om het aardse leven. Verstoken van iedere geestelijke ontwikkeling kwamen ze hier in deze wereld aan en wisten zich geen raad. Door een welwillende beschikking van God vernamen zij toen, dat jullie als hun aardse vaders je in deze streek moesten bevinden. Vol vreugde en in de hoop hun treurig lot te verbeteren, snelden ze hier naar toe. Toen ze hier aankwamen en jullie zagen en herkenden en jullie met de kinderlijke uitroep 'vader' aan hun hart wilden drukken, sprongen jullie als woedende hyena's op hen af en begonnen als vaders met hun eigen dochters de meest schandelijke ontucht en hoererij te bedrijven. Tevergeefs riepen de stakkers: 'In Gods naam, we zijn toch jullie dochters! Wat doen jullie met ons?! Jezus, Jezus! Wat doen jullie toch!' Maar dat hoorden jullie helemaal niet! Want jullie vervloekte, duivelse bronst heeft jullie blinder gemaakt dan een auerhaan in de baltstijd. Jullie hebben die stakkers in je blinde begeerte gewoonweg verscheurd! O jullie laaghartige, gemene boosdoeners! Daar, kijk naar buiten, naar jullie fraaie werk; wat voor naam moet daaraan gegeven worden? Waarlijk, ik kan er geen woorden voor vinden!
Hoofdstuk 50: Het Weense gezelschap vraagt naar de danseressen. Roberts donderpreek. Zielenredding aan de afgrond - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[8] Toen ik echter met mijn vriend mijn huis binnentrad en Hem daarop mijn blijdschap te kennen gaf, sprak Zijn wijze mond: 'Vertrouw hen niet te veel; het zijn louter grofzinnelijke genotsmensen! Ik zeg je, verscheidene van hen zullen naar de hel moeten afdalen en hun genezing zal een zware opgave worden!' O, wat een grote waarheid! Ik zeg jullie, jullie hoeven nu niet meer naar de hel te gaan; jullie zitten er al midden in! Want deze kwaadaardige, onverzadigbare genotzucht van jullie verdorven harten, kan God alleen nog maar verbeteren door het gericht van de hel!
Hoofdstuk 50: Het Weense gezelschap vraagt naar de danseressen. Roberts donderpreek. Zielenredding aan de afgrond - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[9] Nu heb ik jullie gezegd, wat God mij in het hart heeft gelegd. Jullie weten nu wat je gedaan hebt en wat je nog wilt doen, en wat daarvan het onvermijdelijke gevolg zal zijn. Doe nu wat je wilt! Nog zijn jullie vrij! Echter maar al te snel zal het gericht van God jullie grijpen en jullie je loon geven! Maar niet alleen jullie, ook allen die in deze tijd nog op aarde leven en zich de vermaningen van God, waar deze tijd zo vol van is, niet willen laten welgevallen!
Hoofdstuk 50: Het Weense gezelschap vraagt naar de danseressen. Roberts donderpreek. Zielenredding aan de afgrond - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[10] Had ik zelf op aarde mijn oren en mijn hart geopend voor zo menige onloochenbare vermaning van God, dan zou ook ik niet in een gericht terechtgekomen zijn. Maar omdat ik slechts afging op wat mijn overmoedige en eerzuchtige verstand mij ingaf, moest ik mij dan ook een heel onplezierig gericht laten welgevallen. Naar mijn mening wilde ik steeds het goede en toch heb ik een gericht moeten ondergaan. Hoe zal het dan met jullie gaan, die alleen maar kwaad willen, hoewel jullie inzien dat het kwaad is!?'
Hoofdstuk 50: Het Weense gezelschap vraagt naar de danseressen. Roberts donderpreek. Zielenredding aan de afgrond - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[10] Hoewel Robert zo'n lofbetuiging niet ongaarne aanhoort, vermant hij zich echter meteen en zegt op zijn gewoonlijk wat ruw ernstige toon: 'Mijn arme zusters, wees niet te voorbarig met je lof en dank! Want jullie weten immers nog lang niet, wie hier de eigenlijke gever van alle goede gaven is.
Hoofdstuk 51: Drie strijdmakkers van Robert bij de Heer. Ook zij moeten beter gemaakt worden. De dankbare danseressen als werktuigen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[11] Jullie kunnen me op mijn woord geloven, dat ik in ieder geval niet de gever ben, maar iemand anders. Ik ben hier bij wijze van spreken maar een gewone huisknecht, maar goddank doodeerlijk. Maar het is nu om het even of jullie mij of de eigenlijke heer des huizes bedanken. Want wat mij niet toekomt, dat neem_ik ook niet aan, maar geef het getrouw door aan mijn enige Heer.
Hoofdstuk 51: Drie strijdmakkers van Robert bij de Heer. Ook zij moeten beter gemaakt worden. De dankbare danseressen als werktuigen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[7] Toen ik met mijn grote vriend hier aankwam en jullie allen hier in mijn huis aantrof, was ik echt blij met jullie. Vooral verheugde het mij, toen ik na mijn toespraak van jullie hoorde, dat het nu jullie grootste verlangen zou zijn Christus de Heer te mogen zien, al was het maar van verre. Ik heb jullie daarop de verzekering gegeven, dat jullie, als je Hem met innige liefde in je harten opneemt en door die liefde reiner zult worden, Hem, de Heer der eeuwigheid, altijd en eeuwig zullen zien! Waarop jullie blij ontroerd waren en deemoedig toegaven, dat jullie die genade nog lang niet waard zouden zijn. Dat beviel mij zo goed, dat ik van vreugde wel had willen huilen.
Hoofdstuk 50: Het Weense gezelschap vraagt naar de danseressen. Roberts donderpreek. Zielenredding aan de afgrond - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[1] Ik zeg verder: 'Er was al eerder sprake van je drie vrienden, Messenhauser, Jellinek en Becher. Je vrienden gaven hen geen al te fraai getuigenis. Hoe plomp en grof dit getuigenis op zichzelf ook was, toch zat er iets waars in. Want alle drie werden ze heimelijk door een heel andere geest gedreven dan jij. Jij had volgens je verstand en inzicht een naar aardse begrippen goed doel voor ogen, dat je probeerde te bereiken. Maar je vrienden streefden niet naar zo'n achtenswaardig doel op aarde. Terwijl jij als een echte mensenvriend bezig was, werkten deze drie met geringe verschillen alleen maar voor het bereiken van een zeer kwalijke alleenheerschappij van het volk. Of, als dit zou mislukken, dan toch tenminste van een goed gevulde beurs, waarmee ze dan bij een gunstige gelegenheid met de noorderzon hadden kunnen vertrekken.
Hoofdstuk 51: Drie strijdmakkers van Robert bij de Heer. Ook zij moeten beter gemaakt worden. De dankbare danseressen als werktuigen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[12] Maar nu wat anders: Zeg ons beiden eens of jullie er nog op staan een dansuitvoering in dit huis te geven? Of zijn jullie soms al van dit dwaze idee afgestapt?
Hoofdstuk 51: Drie strijdmakkers van Robert bij de Heer. Ook zij moeten beter gemaakt worden. De dankbare danseressen als werktuigen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[14] Robert zegt: 'Dat verheugt ons; dat is goed en mooi van jullie! Maar als wij beiden straks omwille van een goed doel jullie zouden vragen bij een komende gelegenheid toch een dansje ten beste te geven, zouden jullie ook dan trouw blijven aan je loffelijke besluit?'
Hoofdstuk 51: Drie strijdmakkers van Robert bij de Heer. Ook zij moeten beter gemaakt worden. De dankbare danseressen als werktuigen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[15] De Danseressen zeggen: 'O vrienden, wat jullie ook maar willen, zullen we ook doen, omdat we maar al te goed weten, dat jullie alleen maar iets goeds kunnen willen. En dus zullen we ook dansen, als jullie dat vragen. Want jullie wil zal voortaan ook de onze zijn!'
Hoofdstuk 51: Drie strijdmakkers van Robert bij de Heer. Ook zij moeten beter gemaakt worden. De dankbare danseressen als werktuigen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[7] Ik zeg: 'Heel goed, Mijn allerbeste Robert, zoals jij het wenst, zal het ook gebeuren! Kijk, daar tegen de muur staat een kast. Open hem, en toon de inhoud aan de danseressen die volgens jou voor een verfraaiing in aanmerking komen. In deze kast zullen ze een hoeveelheid kleren vinden, die hun goed zullen staan, die moeten ze aantrekken!'
Hoofdstuk 52: Het goede werk van Roberts geest. De minzaamheid van de Heer ontroert zijn hart. Zijn medelijden komt de danseressen ten goede - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[9] Messenhauser zegt: 'Ja, je schijnt volkomen gelijk te hebben! Mij is het nu ook al heel duidelijk dat ik werkelijk werd doodgeschoten, en wel kort na onze arme, goedhartige Blum. Ik heb nu al verschillende dingen waargenomen, die ik jullie wel kan meedelen.
Hoofdstuk 53: De volksleiders Messenhauser, Jellinek en Becher in het hiernamaals. Hun meningen over God, hel en noodlot - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[13] Ze bevallen Robert nu nog beter dan de eersten, zodat hij er niet op uitgekeken raakt. Hij komt weer bij Mij terug en zegt: 'O Heer, wat voor U toch allemaal zo gemakkelijk uit te voeren is, dat zal geen nog zo volmaakte geest ooit ten volle kunnen beseffen! Nee, wat staan deze engeltjes er nu mooi bij! Wat een hemelse gratie, wat een frisheid, en wat een blijdschap straalt er nu uit hun mooie ogen; het is werkelijk niet te beschrijven! Bij mijn zaligheid, die zouden me zelfs tot een kus...! Nee, nee, toch niet! Ook dit moet voor een Blum één en hetzelfde zijn. Maar mooi zijn ze, dat is waar! Nu mijn beste Weners daar buiten: Als jullie deze danseresjes zullen zien, dan zal de duivel in jullie wel weer een beetje boven komen! Maar nu zouden we toch wel naar de drie helden kunnen gaan?'
Hoofdstuk 52: Het goede werk van Roberts geest. De minzaamheid van de Heer ontroert zijn hart. Zijn medelijden komt de danseressen ten goede - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[14] Een leven heb ik weer en Messenhauser ben ik ook nog! Ik heb geen pijn, geen honger en geen dorst. Jullie, mijn beste vrienden, zijn me ook gebleven en onze kamer wordt steeds lichter en mooier! Wat willen we dan nog meer? Als dat zo doorgaat, kunnen we van geluk spreken. Want beter en zorgelozer hebben we het op moeder aarde toch ook nooit gehad! Wie weet, hoe alles zich hier nog zal ontwikkelen? Ik geloof, steeds beter en beter! En zou het mettertijd weer een keer slechter worden: hoe vaak heeft het noodlot op aarde ons tussen goed en kwaad heen en weer geschoven!
Hoofdstuk 53: De volksleiders Messenhauser, Jellinek en Becher in het hiernamaals. Hun meningen over God, hel en noodlot - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
...  925 - 926 - 927 - 928 - 929 - 930 - 931 - 932 - 933 - 934 - 935 - 936 - 937 - 938 - 939 - 940 - 941 - 942 - 943 - 944 - 945 - 946 - 947 - 948 - 949 - 950  ...