Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 937 van 1088

...  925 - 926 - 927 - 928 - 929 - 930 - 931 - 932 - 933 - 934 - 935 - 936 - 937 - 938 - 939 - 940 - 941 - 942 - 943 - 944 - 945 - 946 - 947 - 948 - 949 - 950  ...
[3] Maar van nu af aan beginnen er voor ons hele andere levensomstandigheden. De aardse dienst houdt nu op en er treedt voor eeuwig een zuiver geestelijke in naam van God de Heer voor in de plaats. We zullen voortaan in het rijk van God ook wel strijden, maar niet meer met wapens. En deze heerlijke en machtige wapens heten: de liefde tot God de Heer en de liefde tot onze broeders en zusters die zich nog in grote geestelijke armoede bevinden. Leg daarom nu deze wapens neer! Ze zijn toch niets anders dan pure gedachtekronkels van onze, nog van de aarde meegenomen verbeeldingskracht en het ogenschijnlijke verlies ervan doet er verder niet toe.
Hoofdstuk 94: De joodse sergeant-majoor, een hartstochtelijke vriend van de Messias in de geest van David. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[1] De officier gaat nu naar de in het gelid staande krijgslieden en zegt: 'Geef acht, broeders! Tot nu toe was ik nog steeds jullie kapitein en jullie gehoorzaamden mij zoals het eerzame en rechtschapen krijgslieden betaamt. Omdat jullie groot waren in de deugd van de gehoorzaamheid, heeft het God de Heer behaagd jullie na je lichamelijke dood ook in de geestenwereld zo lang onder mijn commando te laten, totdat jullie door mijn lessen en vermaningen op een niveau werden gebracht, waarop jullie tot een vrijere levensbeschouwing in staat zouden zijn.
Hoofdstuk 94: De joodse sergeant-majoor, een hartstochtelijke vriend van de Messias in de geest van David. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[10] Migatzi dankt Mij innig voor deze leer, gaat meteen naar de grote menigte toe en deelt dit aan allen mee.
Hoofdstuk 93: De genade en barmhartigheid van de Heer. Twee gescheiden zielen mogen elkaar in het bijzijn van God terugvinden. Zaligheid van de hoogste hemel. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[2] Maar omdat jij eerst geestelijk werd gevoed, was de rioolvoeding daarna niet in staat jouw ziel geheel te bederven. De voorafgaande voeding voor jouw geest kruidde namelijk naar vermogen de ellendige wereldse voeding van je ziel en ontnam haar het dodelijke gif. Dat je ziel echter door zulke voeding geen vet kon opslaan, zul je hopelijk inzien. Maar nu wil Ik je vanwege je geloof en je liefde voeding uit de hemelen en een beter gewaad geven; dan zul je er beter en mooier gaan uitzien. Robert, breng brood en wijn en een nieuw gewaad.'
Hoofdstuk 93: De genade en barmhartigheid van de Heer. Twee gescheiden zielen mogen elkaar in het bijzijn van God terugvinden. Zaligheid van de hoogste hemel. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[15] Ik zeg: 'Ja, Mijn lieve dochter, hoe het met jou gaat en gegaan is, weet Ik allang, en ook het hoe en waarom! Ik vroeg je daar dus niet naar, maar alleen wat je wilt dat Ik voor je zal doen! En kijk, op deze vraag heb je Mij nog geen antwoord gegeven. Dus Mijn beste, zeg dat eerst, daarna zal er nog tijd genoeg zijn om over de gebeurtenissen in je aardse leven duidelijkheid te verkrijgen!' Mathilde zegt: 'O Heer, heiligste Vader, U ziet toch het beste waaraan het me ontbreekt! Als het Uw wil is, help me dan daar, waar ik tekortschiet, want voor U alleen zijn alle dingen mogelijk!'
Hoofdstuk 92: Vervolg van Mathildes levensgeschiedenis. Onthullingen van de treurigste soort. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] Uit de achtergrond komt aartsbisschop Migatzi naar Mij toe en zegt: 'Heer en Vader, dit wezen, dat nu zo lieftallig is als een prachtige ster van Uw hemelen, beschaamt ons werkelijk allemaal! Welk een heilige zuiverheid van haar taalgebruik, en wat voor een grenzeloze liefde en dankbaarheid! Om kort te gaan, haar hele manier van doen straalt zo'n werkelijk magische waardigheid uit, dat wij allemaal totaal gefascineerd zijn. Zij leert ons allen om U nu pas geheel en al te herkennen. O Heer, eeuwige, zuiverste liefde! Welk een grote dankbaarheid zijn wij U verschuldigd voor deze verheerlijking!'
Hoofdstuk 93: De genade en barmhartigheid van de Heer. Twee gescheiden zielen mogen elkaar in het bijzijn van God terugvinden. Zaligheid van de hoogste hemel. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[7] Mathilde richt zich nu op, kijkt vreugdedronken om zich heen en herkent in de officier haar leraar Peter. Nog met haar knieën op de grond rustend, roept ze uit: 'O God, o Vader, U bent toch werkelijk al te goed en liefdevol! Niet alleen hebt U mij hier als onwaardige zondares onuitsprekelijk zalig gemaakt door een overvloed van Uw genade, liefde en erbarming, maar ik mag hier ook voor Uw heilige aangezicht de leraar ontmoeten, die mij reeds op aarde de wegen naar U heeft getoond. Ik word nu door U voor mijn verdere ontwikkeling aan deze leraar toevertrouwd. Hoeveel heerlijks en verhevens zal ik door hem ervaren; ik zal steeds zuiverder worden om waardiger Uw goddelijk mooie aangezicht te aanschouwen! Nog ben ik weliswaar hier in de stad, waarin ik naar lichaam en ziel ongelukkig ben geworden, maar de plaats maakt mij niets uit, want Uw zichtbare, heilige aanwezigheid is voor mij de hemel. Waar V bent, o Heer, daar is ook de hoogste hemel! Mijn hart, mijn hele wezen zij alleen aan U, o Vader, gewijd! Uw heilige naam Jezus worde geheiligd!'
Hoofdstuk 93: De genade en barmhartigheid van de Heer. Twee gescheiden zielen mogen elkaar in het bijzijn van God terugvinden. Zaligheid van de hoogste hemel. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[1] Ik zeg: 'O vrouw, o dochter, je geloof is groot en er woont veel liefde in je hart! Jou geschiede naar je geloof en naar de macht van jouw liefde! Mijn lieve dochter, je staat nu hongerig, dorstig en naakt voor Mij, want datgene waarmee jij op aarde je ziel hebt verzadigd, was een slechte en magere kost. Zou je gedurende de eerste tijd van je leven op aarde niet vooraf geestelijk zijn gevoed en je ziel met haar afgestompte geest in het weerzinwekkende leven van het rioolgedierte zijn overgegaan, dan zou je bijna verloren zijn geweest. Het was dan haast onmogelijk geweest je ooit nog te redden. Zoals het immers onmogelijk is om een vis in de vrije lucht in leven te houden, is het ook onmogelijk om zielen die in de poel des verderfs hebben geleefd, in de luchtether van de hemelen in leven te houden. Want waar de draak een dood leven leidt, daar leeft ook zijn ongedierte voor de dood!
Hoofdstuk 93: De genade en barmhartigheid van de Heer. Twee gescheiden zielen mogen elkaar in het bijzijn van God terugvinden. Zaligheid van de hoogste hemel. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[10] De officier zegt: 'Mijn beste vriendin, dan zijn de omstandigheden voor jou toch wel slecht geweest! Wanhoop echter niet, maar ga nu meteen met mij mee naar de Heer. Hij is hier om allen die Zijn naam aanroepen en zich tot Hem wenden, te helpen. Volg mij zonder vrees of schroom, want alleen bij Hem zijn alle dingen mogelijk!'
Hoofdstuk 92: Vervolg van Mathildes levensgeschiedenis. Onthullingen van de treurigste soort. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[11] De officier haast zich nu met Mathilde naar Mij toe en zegt: 'Heer, allerheiligste, beste Vader, ik hoef U zeker niet te vertellen wat dit wezen scheelt, want U, aan wie alle dingen al van eeuwigheid bekend zijn, weet het het allerbeste. Ik kan daarom niets anders doen dan U met een hart vol medeleven te vragen om deze arme vrouw genadig en barmhartig te willen zijn! Uw heilige Vaderwil geschiede!'
Hoofdstuk 92: Vervolg van Mathildes levensgeschiedenis. Onthullingen van de treurigste soort. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[7] Ik werd daarna weliswaar wat soberder en ging er ook weer echt goed uitzien, maar in mijn ziel had ik toch voortdurend een onbehaaglijk, ziekelijk gevoel, dat zich uitte in een zekere onlust ten opzichte van al het mooie, goede en ware. Ik ging veel uit naar theaters en concerten, reisde' s zomers van de ene badplaats naar de andere en verzamelde 's winters een kring van geestrijke dames en heren om me heen. Alles tevergeefs; de verterende koorts in mijn ziel was nooit te verdrijven.
Hoofdstuk 92: Vervolg van Mathildes levensgeschiedenis. Onthullingen van de treurigste soort. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[20] Na deze woorden wendt de officier zich weer tot Mathilde en zegt hardop: 'Ik heb over jouw verzoek nagedacht en ben die bewuste man werkelijk op het spoor gekomen. We zullen hem zeker vinden, alleen moet je het. nodige geduld opbrengen en alles wat ook maar enigszins op hartstocht lijkt, uit jezelf bannen. Alle liefde moet je echter op de Heer richten en Peter laten voor wat hij is. Dan zal de Heer ervoor zorgen, dat je gelukkig wordt, want bij God zijn alle dingen mogelijk! Je hebt eens God gevreesd en dat was goed want vrees voor God is de eerste trede naar de wijsheid. Nu moet je echter God boven alles liefhebben en dat zal je voor eeuwig de hoogste zaligheid en een hemelse schoonheid geven!'
Hoofdstuk 91: Een gedenkwaardige levensgeschiedenis, die ook de officier interesseert. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[16] Zoals al eerder gezegd, waren mijn latere leraren werkelijk zo dom, verwaand en bovendien hoogst ongeïnteresseerd, dat het werkelijk een schande was. Hun optreden was zo gevoelloos als een machine en ik was voor hen enkel een middel om flink geld te verdienen. Het leren bij hen was daar dan ook naar, tot grote ergernis van mijn blinde ouders. Maar hoe ouder ik werd, des te inniger streefde ik ernaar alle grondbeginselen die mijn eerste leraar en meester mij op een werkelijk hemelse wijze had bijgebracht, in mijzelf te verwezenlijken.
Hoofdstuk 91: Een gedenkwaardige levensgeschiedenis, die ook de officier interesseert. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[14] Houdt u dit geld maar en doet u ermee wat u wilt! Wat ik met Gods genade uw dochter gaf, is meer waard dan een hele wereld vol goud. Ook al zou ze alle schatten van deze wereld, die toch maar ijdele hersenschimmen zijn, verliezen, dan zal ze met de schat van de geest, die ze van mij kreeg, gelukkiger zijn dan een Croesus, die zich gouden paleizen bouwt. 0 mensen, wat zijn jullie toch blind en zwak! Daarom verlangen jullie naar de dwaallichten van de nacht, die verblinden, maar niet verwarmen. Vaarwel! Misschien zien wij elkaar in de andere wereld terug.'
Hoofdstuk 91: Een gedenkwaardige levensgeschiedenis, die ook de officier interesseert. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[2] Het oudje zegt: 'Beste meneer de officier, het leven op aarde was voor mij steeds een kwestie van grote ernst. Ik had in mijn huishouding alles zo georganiseerd, dat iedereen die ook maar in mijn huis aangesteld was, zijn leven aldaar naar deze ordening moest inrichten. Het personeel morde wel in het begin, maar als zij er eenmaal aan gewend waren, konden ze het nergens zo goed uithouden als juist bij mij.
Hoofdstuk 91: Een gedenkwaardige levensgeschiedenis, die ook de officier interesseert. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
...  925 - 926 - 927 - 928 - 929 - 930 - 931 - 932 - 933 - 934 - 935 - 936 - 937 - 938 - 939 - 940 - 941 - 942 - 943 - 944 - 945 - 946 - 947 - 948 - 949 - 950  ...