Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 937 van 1112

...  925 - 926 - 927 - 928 - 929 - 930 - 931 - 932 - 933 - 934 - 935 - 936 - 937 - 938 - 939 - 940 - 941 - 942 - 943 - 944 - 945 - 946 - 947 - 948 - 949 - 950  ...
[11] Zijn 'gevangenis' en 'gevangenschap' dan niet twee verschillende dingen? De gevangenis is en blijft weliswaar eeuwigen het vuur van Mijn ijver mag nooit uitdoven, maar de gevangenen blijven slechts zolang in de gevangenis totdat zij zich bekeerd en gebeterd hebben.
Hoofdstuk 76: De Heer over het misoffer en de eeuwige verdoemenis. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[2] Ik zeg: 'Beste vriend, wat kan er voor Mij nu waardeloos zijn als het met de juiste instelling wordt verricht? Wanneer Ik elke beker vers water, die je een dorstige aanreikt, honderdvoudig zal belonen, hoeveel te meer zal ik dan een godvruchtig misoffer van een werkelijk edelmoedige priester met welgevallen aanzien en de priester evenals het offer zegenen! Ik kijk altijd alleen maar naar het hart en nooit naar het uiterlijk, want door een liefdevol en rechtschapen hart wordt elke uiterlijke vorm, hoe deze er ook uitziet, voor Mij goed en rechtvaardig, hoewel de vorm niets te betekenen heeft en deze dus noch uiterlijk noch innerlijk enige waarde kan hebben.
Hoofdstuk 76: De Heer over het misoffer en de eeuwige verdoemenis. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[7] Zo was het ook als ik het evangelie las. Als ik de verzen doornam van de verloren zoon, van de goede herder, van de echtbreekster ten overstaan van U in de tempel, als ik U Zacheüs uit de boom hoorde roepen, de gerechtvaardigde tollenaar in de tempel hoorde en U met de Samaritaanse vrouw aan de Jacobsbron heilige woorden hoorde wisselen, kon ik mijn tranen nooit bedwingen. O, welk een gevoel heeft Uw woord aan het kruis: 'Heer, vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen!' steeds in mij losgemaakt! Maar die plaatsen waar U, hoewel met het volste recht, de zondaars onder scherpe vervloekingen naar de hel verwees, maakten op mijn gemoed werkelijk geen indruk. Ik zag daarin wel een rechtvaardige God aan het werk, maar tegenover Hem niets dan machteloze wezens, die zich de macht van hun Schepper en Rechter moesten laten welgevallen.
Hoofdstuk 77: Verhelderende woorden van de Heer over de 'onoverbrugbare kloof' en de vergeving van' doodzonden' . - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[1] Jozef zegt: 'O Heer, dat heb ik weer volkomen begrepen, maar er staat nog iets in de schrift dat ik niet helemaal begrijp. Dat is namelijk de 'onoverbrugbare kloof in de gelijkenis van de rijke zwelger, die U voor het oog van de wereld in de hel hebt geplaatst. Als er tussen degenen die zich in de schoot van Abraham in de hemel bevinden en degenen wier verschrikkelijk lot de hel is, een nooit te overbruggen kloof bestaat, hoe kan er dan een verlossing uit de hel mogelijk zijn? Dat men daaruit moeilijk verlost kan worden, blijkt ook nog uit een andere onderrichtende tekst van de schrift, waarin namelijk de zogenaamde zondaars tegen de Heilige Geest ofwel een slechts heel moeilijk te verwerven, of helemaal geen vergeving wordt toegezegd en dat, o Heer, nog wel uit Uw hoogst eigen mond! Hoe zit dat nu eigenlijk allemaal?
Hoofdstuk 77: Verhelderende woorden van de Heer over de 'onoverbrugbare kloof' en de vergeving van' doodzonden' . - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[12] Overigens staat er in de gehele schrift geen syllabe over de eeuwige verwerping van een geest, maar wordt er slechts gesproken over een eeuwige verdoemenis van de 'chaos' ten opzichte van Mijn eeuwige 'orde', die nodig is omdat er anders niets zou kunnen bestaan. De zonde als tegen-orde is waarlijk eeuwig verdoemd, maar de zondaar slechts zolang hij zich in zonde bevindt! Dus bestaat er ook wel degelijk een eeuwige hel, maar geen geest, die vanwege zijn zonden voor eeuwig naar de hel verdoemd zou zijn, maar slechts voor zolang totdat hij zich betert! Ik heb wel tot de farizeeërs gezegd: 'Daarom zullen jullie des te langer verdoemd zijn!', maar nooit: 'Daarom zullen jullie voor eeuwig worden verdoemd!' Begrijp je nu de schriftteksten die jou zo gevaarlijk voorkomen?'
Hoofdstuk 76: De Heer over het misoffer en de eeuwige verdoemenis. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[10] Wie zich nu laat meeslepen door de wereld en haar materie (welke toch noodzakelijkerwijs geoordeeld moet blijven omdat ze anders geen 'wereld' meer zou zijn), die moet inderdaad zolang hij zich daar niet van los wil maken als verloren en dood worden beschouwd. Er moet dus omwille van de geschapenen wel een eeuwig gericht, een eeuwig vuur en een eeuwige dood bestaan, maar daaruit volgt niet dat een in het gericht gevangen geest zolang gevangen moet blijven als dit gericht zelf voort duurt, evenmin als gevangenen op aarde zouden moeten worden veroordeeld tot een straf die even lang duurt als de tijd dat de gevangenis er staat, wanneer jij daar een stevige gevangenis zou hebben gebouwd.
Hoofdstuk 76: De Heer over het misoffer en de eeuwige verdoemenis. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[10] O Heer, er zijn bij deze spoken kaste massa's van zulke zaken, waaraan men zich bovenmate moet ergeren! Wat kan men eraan doen? Niets anders dan het een tijdje aanzien en als het tenslotte te bar wordt, erop los slaan als een dolleman. Het is juist dat we ons niet moeten ergeren om hun niet de kans op een overwinning te geven, maar als ik er maar een zie, dan draait mijn maag zich al om! Heer en Vader, als U mij niet heel goed helpt, kan ik nergens voor instaan.
Hoofdstuk 75: Maatregelen van de kerkleiders. De Heer over geloofsopwekking. Nederlagen als geneesmiddel tegen hoogmoed. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[12] Migatzi zegt: 'Hoe zou ze me anders kunnen voorkomen dan oerdom? Maar ik kan me daar absoluut niet aan ergeren, alleen maar vreselijk om lachen, want geen mens kan zich nog ergeren, als deze uiterst bekrompen roomse domoren zich ook als geesten niet laten verbeteren. Laten we dit alles toevertrouwen aan onze lieve, goede Heer en Vader en laten we vol goede moed zijn! Deze wezens laten we ongestoord doen wat ze willen. Dat zal voor hen zeker de beste kuur zijn, want wij beiden zullen aan hen niets kunnen veranderen.'
Hoofdstuk 75: Maatregelen van de kerkleiders. De Heer over geloofsopwekking. Nederlagen als geneesmiddel tegen hoogmoed. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] Ik zeg: 'Dat mag om tweeërlei belangrijke redenen niet gebeuren. Ten eerste om hen niet in hun vrijheid te storen, omdat een gebonden geest niets meer kan doen om zich te beteren en op zichzelf zo goed als dood is. Ten tweede kan men deze geesten, die zelf toch helemaal niet in wonderen geloven, nooit door wat voor zuiver wonderwerk dan ook tot een of ander geloof brengen. Zij zouden tegen de grootste wonderen net zo aankijken als in Mijn tijd op aarde de priesters en schriftgeleerden hebben gedaan.
Hoofdstuk 75: Maatregelen van de kerkleiders. De Heer over geloofsopwekking. Nederlagen als geneesmiddel tegen hoogmoed. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[15] Na de bovengenoemde energieke toespraak van Jozef hebben alle priesters zich in hun hoeken teruggetrokken om te overleggen welke wraakactie zij tegen ons kunnen ondernemen voor het onrecht dat we hun hebben aangedaan en hoe ze ons daadwerkelijk in hun veronderstelde hel kunnen stoppen.
Hoofdstuk 74: Machteloze woede van de roomsen. Hun onbarmhartigheid, hebzucht en bedriegerijen. Donderwoorden van de 'ketterse keizer'. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[14] Ik zeg: 'Broeder, wees rustig en erger je niet, want kijk, alles moet zo geschieden, anders zouden Daniël en Jesaja immers leugenaars zijn. Deze hebben over hen geprofeteerd en hun profetie moet vervuld worden! Mettertijd zul je inzien, waarom dit alles zo geschiedde en geschieden moest, maar let nu verder op, want er zal zich weldra een andere scène afspelen, waarvan je veel zult leren! Alleen ergeren mag je je voortaan niet.'
Hoofdstuk 74: Machteloze woede van de roomsen. Hun onbarmhartigheid, hebzucht en bedriegerijen. Donderwoorden van de 'ketterse keizer'. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[13] Reeds op aarde, waar deze verscheurende weerwolven zich als schapen vermomden en alleen in het geheim hun schandalige praktijken bedreven, heb ik hen leren kennen in een hoedanigheid, die volkomen overeenkwam met de onderste hel. Op aarde was er na een terechtwijzing toch bij menige priester nog iets menselijks te ontdekken en men had dan ook geduld met hem, maar hier toont dit gebroed zich in zijn ware gedaante en is afschuwelijk om aan te zien en aan te horen. Heer, Uw wil geschiede, mijn geduld is op!'
Hoofdstuk 74: Machteloze woede van de roomsen. Hun onbarmhartigheid, hebzucht en bedriegerijen. Donderwoorden van de 'ketterse keizer'. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[9] Zij doen zich vroom voor om het vertrouwen van hun betalende schapen te wekken. Zij lopen blootsvoets rond om hun schapen te doen geloven dat ze deemoedig zijn. Zij bidden in het openbaar met vrome gezichten om de geldbuidels van hun gelovigen los te maken. Ze maken enorm diepe buigingen en tijdens hun missen buigen ze hun hoofd bijna tot op de grond om te laten zien van welk een grenzeloze eerbied voor Gods tafel ze doordrongen zijn. Zelf geloven zij echter niets, maar zij doen dat slechts om des te meer mensen ertoe over te halen om voor de missen te betalen, want de blinde schapen menen dat een mis die met zo'n zichtbare godsvrucht wordt gelezen, goed moet zijn tegen ieder onheil op aarde.
Hoofdstuk 75: Maatregelen van de kerkleiders. De Heer over geloofsopwekking. Nederlagen als geneesmiddel tegen hoogmoed. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] Jozef zegt: 'Ik zie nu duidelijk in dat U alleen op alle punten gelijk hebt, maar wat dat 'niet ergeren' betreft, dat is een moeilijke opgave! Als U, o Heer en Vader, iemands hart niet helemaal vult met Uw zachtmoedigheid, kan hij doen wat hij wil, maar hij zal zich toch ergeren als hij deze wezens zulke schanddaden ziet bedrijven. Op aarde heb ik toch honderden keren meegemaakt dat zij mij met hun verzoek- en bezwaarschriften uit de meest zelfzuchtige motieven dermate lastig vielen, dat ik hen wel allemaal had willen doodschieten. Als ik zoiets ontdekte, moest ik me toch weer groen en geel ergeren! Hier in deze wereld komt dat echter nog veel ergerlijker tot uitdrukking, omdat men meteen maar al te duidelijk inziet, wat voor een uiterst laaghartige bedoeling deze slechte geesten met al hun handelingen hebben.
Hoofdstuk 75: Maatregelen van de kerkleiders. De Heer over geloofsopwekking. Nederlagen als geneesmiddel tegen hoogmoed. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[5] Kijk, bij Mijn dood scheurde de voorhang in de tempel van boven naar beneden in tweeën; de ark van het Verbond verdween en werd daarna niet meer gezien; zon en maan verloren hun licht; graven gingen open en overledenen kwamen uit de graven en verkondigden Mijn eer. Veel heidenen sloegen zich op de borst en zeiden: 'Deze was waarachtig een God!' en geloofden daarop vast in Mijn naam. Maar de priesters en schriftgeleerden werden daarop alleen nog maar harder en vervolgden Mijn leerlingen en Mijn leer met al hun energie. Meer kan men dan toch niet doen dan een Lazarus, die al vier dagen in het graf lag te vergaan, uit de ongewisse lichamelijke dood op te wekken en hem fris en gezond aan de zijnen terug te geven. Welke uitwerking heeft deze daad echter op de priesters, farizeeërs en schriftgeleerden gehad? Geen ander dan dat ze daarna des te meer gingen beraadslagen hoe ze Mij uit de wereld konden helpen! Hieraan kun je zien, hoe weinig een wonder van wat voor aard dan ook zou uithalen bij deze wezens, die nog tien keer erger zijn dan de joodse priesters te Jeruzalem. Goede, waarheidsgetrouwe woorden blijven nog steeds het beste middel om hen op een betere weg te brengen, alhoewel voorlopig van dezen hier niet veel te verwachten is”
Hoofdstuk 75: Maatregelen van de kerkleiders. De Heer over geloofsopwekking. Nederlagen als geneesmiddel tegen hoogmoed. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
...  925 - 926 - 927 - 928 - 929 - 930 - 931 - 932 - 933 - 934 - 935 - 936 - 937 - 938 - 939 - 940 - 941 - 942 - 943 - 944 - 945 - 946 - 947 - 948 - 949 - 950  ...