Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 939 van 1112

...  927 - 928 - 929 - 930 - 931 - 932 - 933 - 934 - 935 - 936 - 937 - 938 - 939 - 940 - 941 - 942 - 943 - 944 - 945 - 946 - 947 - 948 - 949 - 950 - 951 - 952  ...
[6] Jozef zegt: 'Ja, ik begrijp je, en in deze ruimten bevindt zich nog een groot aantal aartspapisten voor wie jij een onuitsprekelijke angst hebt, maar die even onbeduidend zijn als jouw aartsbisschoppelijke hoogwaardigheid. Kijk, de Heer heeft het oor van mijn hart geopend en ik vernam je gedachtegang, waardoor ik je antwoord reeds ken. Van nu af aan ben je mijn dierbare vriend en de Heer zal bij jou datgene rechtzetten, waaraan het je nog ontbreekt. Laat je dwaze angst voor je duistere collega's echter varen. Zij zullen je niets doen, daar sta ik voor in! We zijn hier ook niet voor hen gekomen, maar alleen voor jou, omdat ik je ken. Hoor jij bij ons, dan zijn we hier reeds klaar. Wend je echter nu tot de Heer! Hij zal je met één woord gezond maken!'
Hoofdstuk 72: Migatzi's gesprek met zichzelf. Hij zou graag de Heer willen erkennen, maar is bang voor zijn ambtsbroeders. Jozef helpt hem eruit. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[6] Jozef zegt: 'Zolang jouw eigen hart jou niet door de geest van de liefde zal zeggen: Deze is het!, zolang hebben alle bewijzen ook geen nut voor jou. Als jouw hart het je echter zal zeggen, heb je ook geen andere bewijzen meer nodig. Wie Jezus wil herkennen, moet Hem liefhebben, maar wie Jezus liefheeft, heeft Hem ook levend in zich; en dat is het enige bewijs waardoor iedereen Christus zonder enige twijfel kan herkennen. Als je in deze jou zo gering lijkende jood eerst met al je levenskracht Christus herkent, dan zal wel blijken of er achter deze jood misschien toch wat meer schuilgaat.'
Hoofdstuk 71: Migatzi geeft een andere verklaring voor de dood van Jozef. Hij verlangt bewijzen over Jezus. Jozefs rede over de geest van de liefde als enige godsgetuige. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[2] Men moet het volk een enorm groot rad voor ogen draaien, handelingen verrichten, die doodsaai en oerdom zijn en het volk iets doen geloven, waarin men zelf met de beste wil van de wereld niet kan geloven. Men moet zich met een op God gelijkend aureool omgeven, terwijl men in wezen ver beneden de waarde van een varkenshoeder staat. Wat is men dan als aartsbisschop en kardinaal? Niets, helemaal niets! Men kan niets en op aartsbisschoppelijke hoogte leert men hoogstens zijn financiën in orde te houden, zijn hoogkerkelijk regiment van een alles verpletterende hoogwaardigheid te voorzien en de hel steeds verder open te houden dan de hemel. Dat is het hoge ambt van een aartsbisschop! Men moet zichzelf toch, als men ook maar enig geweten heeft, alle dagen in het oor fluisteren: 'Wat jij bent, stelt op zichzelf genomen niets voor! Zonder schoenmaker en kleermaker kunnen de mensen moeilijk leven, maar zonder aartsbisschop heel gemakkelijk!' Dat is een onbetwistbare waarheid, maar wie durft het te wagen haar openlijk uit te spreken! Werkelijk, een fraaie zaak voor een man van eer!
Hoofdstuk 72: Migatzi's gesprek met zichzelf. Hij zou graag de Heer willen erkennen, maar is bang voor zijn ambtsbroeders. Jozef helpt hem eruit. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] Jozef zegt: 'Niet slecht! Wat leert Christus dan Zelf? Kijk, jij echte roomse farizeeër; Hij zegt: 'Maar wanneer iemand een arme broeder opneemt in Mijn naam, die neemt Mij op; wie Mij echter opneemt, neemt ook Hem op, die Mij gezonden heeft!' Wanneer dus de Heer Zelf zich met onze broeders gelijkstelt, waarom zouden wij er dan anders over denken? Ik zeg je, het is niets anders dan onze hoogmoed, die zich een stralende en hoogverheven God voorstelt en Christus in eenvoudige kledij niet aanvaardt, omdat de hoogmoedige ziel van de mens iets wat er eenvoudig en deemoedig uitziet niet kan verdragen! Alleen de hoogmoedige wenst zich God met kroon en scepter. De deemoedige wenst zich daarentegen een vriendelijke, meer op hemzelf gelijkende God, zodat ook hij het aandurft om zijn ogen naar Hem op te slaan en te zeggen: 'O Heer, wel komt U tot mij, arme zondaar, in het kleed der grootste nederigheid, maar desondanks ben ik het niet waard mijn ogen naar U op te slaan.' Wat denk jij, wie van hen zou voor Christus de Heer de meest aangename zijn?'
Hoofdstuk 71: Migatzi geeft een andere verklaring voor de dood van Jozef. Hij verlangt bewijzen over Jezus. Jozefs rede over de geest van de liefde als enige godsgetuige. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[9] Een handeling mag op zich genomen nog zo rechtmatig zijn, toch is ze voor de handelende persoon slecht als hij haar verricht ten behoeve van zijn eigen eer. Want de Heer zegt: 'Als jullie alles hebben gedaan, beken dan: wij zijn onnutte en luie knechten geweest!' Als jij zegt: 'Ik was een regent', dan handel je reeds tegen God en geef je jezelf een slecht getuigenis. Zeg je echter: 'Ik was enkel een slecht werktuig in Gods hand en de Heer was de regent door middel van mijn wil', dan ben je gerechtvaardigd voor God.
Hoofdstuk 65: De levensgeschiedenis van de trotse Karel. Paulus schudt de hoogmoedige wakker. Dialoog tussen Karel en Jezus. Uiteindelijke bede om genade en bevrijding. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[11] Wat baat het een vorst om in een gouden statiekoets rond te rijden, als zijn volk in schamele lompen gehuld versmacht? Wat heeft het voor nut om de zwakken alle lasten op te leggen waardoor zij worden doodgedrukt, terwijl men zichzelf vermaakt bij de ellende van hun schrijnende armoede? Zo'n volk zal zich in zijn strijd ontzettend wreken op een dergelijke vorst, die het eerder verdient een volksvampier dan een volks regent te worden genoemd.
Hoofdstuk 64: Levensduurberekening in het hiernamaals. Een verlangen naar de lotgevallen op aarde. Gelijkenis van de goochelaar. De ware hof grandezza. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] Kijk, een goochelaar vermaakt zijn verblinde toeschouwers slechts zolang deze niet achter de onbeduidendheid van zijn kunst komen. Worden zij echter door een terzake kundige voorgelicht, dan moet de valse tovenaar maar zien hoe hij zich eruit redt, als hij hun een valse voor een echte toverkunst heeft laten doorgaan. Het is wat anders als een illusionist zich ook als zodanig voorstelt. Dan zal iedere toeschouwer weten dat deze tovenarij een zuiver natuurlijke is en zal hij het toneel heel vergenoegd verlaten.
Hoofdstuk 64: Levensduurberekening in het hiernamaals. Een verlangen naar de lotgevallen op aarde. Gelijkenis van de goochelaar. De ware hof grandezza. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] Jozef zegt: 'Maar ook ik vraag je om je in de allerhoogste, persoonlijke tegenwoordigheid van Jezus de Heer wat anders te gedragen, anders zal het met je kardinaalschap spoedig gedaan zijn! Het geduld van de Heer moet weliswaar ondoorgrondelijk groot zijn, omdat Hij dergelijke onzin zo gelaten wil aanhoren, maar of het zonder grenzen is moet ik toch sterk betwijfelen, want wanneer mensen en geesten te lang en te hardnekkig zondigen en zich niet willen afkeren van hun dwaze verdorvenheden, zal Hij zich een dergelijk gedrag zeker niet al te lang laten welgevallen. Had ikzelf b.v. op aarde aan de verlokkingen van Venus al een paar jaar eerder geen gehoor meer gegeven, toen de goede hemelse Vader mij daarvoor door allerlei voorvallen in mijn leven diverse keren duidelijk waarschuwde, dan had ik misschien ondanks alle vervolgingen van mijn vijanden zo'n tien tot twintig jaar langer kunnen leven en de volkeren in naam van God kunnen regeren. Maar omdat ik de heilzame waarschuwingen van de Heer in de wind sloeg, is het geduld van de Heer enigszins opgeraakt en moest ik zonder genade en pardon wat mijn lichaam betreft in het stofbijten en wel pijnlijk en bitter genoeg. Dus vriend, stel het geduld van de Heer niet al te lang op de proef!'
Hoofdstuk 71: Migatzi geeft een andere verklaring voor de dood van Jozef. Hij verlangt bewijzen over Jezus. Jozefs rede over de geest van de liefde als enige godsgetuige. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[3] Het zou mij hoogst aangenaam geweest zijn als we nog vele jaren samen de Oostenrijkse volkeren hadden kunnen leiden, maar het noodlot heeft gewild dat jij en ik ons van het politieke toneel terug zouden trekken. Zodoende zijn wij beiden ofwel zoals jij beweert gestorven, of naar mijn opvatting gepensioneerd en in een geheime krankzinnigeninrichting gebracht, waaruit we ieder jaar een paar keer naar buiten mogen voor een wandeling om wat te genieten. Jozef, wees verstandig en houd deze joden toch niet voor meer dan ze zijn! Maar zou dit werkelijk de geestenwereld zijn en zou jouw verhaal over Christus waar zijn, dan zou Hij zich aan een keizer en een kardinaal toch anders presenteren dan als een gewone sjacherjood! Welke bewijzen heb je dan voor je bewering? Christus een sjacherjood! Nou vraag ik je!'
Hoofdstuk 71: Migatzi geeft een andere verklaring voor de dood van Jozef. Hij verlangt bewijzen over Jezus. Jozefs rede over de geest van de liefde als enige godsgetuige. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[7] Kijk, door toedoen van kerkelijke zijde begon ik mij, na het ruiken aan een boeket bloemen, onwel in mijn hoofd te voelen, hetgeen zich ontwikkelde tot een flinke catarre. Ik sloeg geen acht op deze zaak en dacht dat die verkoudheid wel zou overgaan, maar dat was niet zo. Toen zij echter in plaats van beter met de dag erger werd, liet ik mijn hofarts komen, die echter ook niets anders constateerde dan een erg hardnekkige hoofdgriep. Maar met de dag voelde ik een zekere druk als het ware op de hersenen boven in mijn hoofd sterker worden, iets waarop ik aanvankelijk ook te weinig acht sloeg, totdat er zich op diezelfde plek ook uitwendig een tuberculum malum (kwaadaardig gezwel), zoals mijn hofartsen het noemden, begon te ontwikkelen, dat ondanks iedere medische behandeling steeds erger werd.
Hoofdstuk 70: Jozef verwijst aartsbisschop Migatzi naar de Heer. Migatzi beschouwt het hiernamaals als bedrog en verklaart Jozef voor geestesziek. Jozef over de oorzaak van zijn dood. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[1] Jozef gaat verder: 'Kijk, vriend, jouw domme en zinloze denkbeelden waarmee je jouw kerk wilt vergoelijken, maken alleen al meer dan genoeg duidelijk dat wij beiden lichamelijk al zestig aardjaren geleden gestorven zijn en hier nu heel gezond en wel voortleven. Zou het volk in het ware geloof worden onderricht, dan zou het zich ook gemakkelijker laten leiden en zou het zich meer beijveren om te doen wat goed, waar en mooi is. Daar het echter, in plaats van alle dingen in hun ware gedaante te zien, enkel slaapt en van de ene droom naar de andere doorsnurkt, valt er bij zo'n volk niet te denken aan een geestelijke vooruitgang. Waar konden wij in Oostenrijk onder de regering van mijn moeder op bogen? Op niets en niemendal!
Hoofdstuk 70: Jozef verwijst aartsbisschop Migatzi naar de Heer. Migatzi beschouwt het hiernamaals als bedrog en verklaart Jozef voor geestesziek. Jozef over de oorzaak van zijn dood. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[19] Jozef zegt kort en laconiek: 'Vriend, door jouw inhoudsloze woorden heb je eigenlijk niets anders gezegd dan dat juist de priesterstand zich steeds in de grootste onwetendheid bevindt en ook nog probeert voor duur geld alle volkeren daarmee op te zadelen. Ik en duizenden die dachten zoals ik, hebben aan de onsterfelijkheid van onze zielen nooit getwijfeld, omdat we godzijdank heel verlicht waren, want ons geloof was geen blind, maar een heel duidelijk ziend geloof. Wij hadden echter het gevoel dat alle mensen dat konden inzien als zij er maar niet door de blinde geestelijkheid vanaf werden gehouden. En dat, vriend, was de reden van ons verzet!'
Hoofdstuk 69: De ware aard van aartsbisschop Migatzi. Gesprek tussen hem en Jozef. Een blik in de duisternis van het priesterdom. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[11] Bedenk daarbij dat tussen een keizer en een gewoon mens toch steeds een hemelsbreed verschil bestaat. Onder invloed van de sfeer waarin iemand leeft, ontwikkelt zich tijdens dat leven ook zijn eigenlijke natuur. Wanneer ik hier dus tegen jou spreek overeenkomstig mijn hoge zielennatuur, kan dat toch niet zo verkeerd zijn als wanneer een gewoon mens zich zou verstouten zo te spreken!
Hoofdstuk 63: Paulus' toespraak tot de hardnekkige keizer. Koppige repliek. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[6] Daaruit blijkt weer, dat de Heer volgens Zijn innerlijke wijsheid doet wat Hij wil. Wie zich het veiligst waant, is vaak door duizend gevaren omringd, maar de vreesachtige beschermt de Heer niet zelden dermate, dat hem ook dan niets zou overkomen als de hele aarde aan stukken zou worden gescheurd. Zo doet de Heer wat Hij wil en heeft nooit de raad van een mens nodig. Daarom is het dan ook een onvergeeflijke dwaasheid de genadegaven uit Zijn eigen hand niet aan te nemen als Hij ze iemand vrijwillig aanreikt.
Hoofdstuk 63: Paulus' toespraak tot de hardnekkige keizer. Koppige repliek. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[10] Daarom, Paulus, sta op en wek op die zich willen laten opwekken.'
Hoofdstuk 61: Maria Theresia en enkele andere vorsten betuigen hun instemming met stamvader Rudolf. Verzoek aan de Heer om hen uit de grafkelder te leiden. Goed getuigenis over Rudolf. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
...  927 - 928 - 929 - 930 - 931 - 932 - 933 - 934 - 935 - 936 - 937 - 938 - 939 - 940 - 941 - 942 - 943 - 944 - 945 - 946 - 947 - 948 - 949 - 950 - 951 - 952  ...