Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 95 van 1110

...  83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88 - 89 - 90 - 91 - 92 - 93 - 94 - 95 - 96 - 97 - 98 - 99 - 100 - 101 - 102 - 103 - 104 - 105 - 106 - 107 - 108  ...
[6] Ik zeg: 'Dat kun je nu nog helemaal niet begrijpen. Als Ik eenmaal opgevaren zal zijn naar de plaats waar Ik vandaan ben gekomen en Mijn geest jouw geest vrij zal maken, dan zul je de wedergeboorte van de geest wel begrijpen en in alle diepte en volheid beseffen. Maar nu zou dit jou en niemand van jullie al mogelijk zijn. Maar door het opvolgen van Mijn leer en door deze levensoefeningen zul je tenslotte uit en in jezelf dat licht bereiken.
Hoofdstuk 226: De weg tot wedergeboorte. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Binnen een kwartier zijn de schippers van het Kapérnaumse schip bij ons en vragen aan Baram, of Ik Mij op het schip bevond; want in Kapérnaum hadden ze gehoord, dat Ik in Kis was. Ze waren door de overste Jaïrus gezonden om Mij te vragen naar Kapérnaum te komen; want het dochtertje van Jaïrus, dat Ik pas een paar weken geleden uit de dood opgewekt had, was weer zo ziek geworden, dat geen dokter haar meer kon helpen. 'De overste is bang dat ze dood gaat. Jullie zullen een grote beloning krijgen, als je ons naar Jezus van Nazareth kunt brengen!', zeiden de schippers ten slot te tegen Baram en zijn schepelingen.
Hoofdstuk 227: Een tochtje op zee. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Maar Baram zei: 'Naar jullie woorden te oordelen, zijn jullie met goede bedoelingen naar ons toegekomen, en ik zeg je: Degene, Die jullie zoeken is op mijn schip; maar of hij naar jullie wil luisteren en gehoor wil geven aan je vraag, kan ik je niet zeggen. Maar ik zal naar Hem toegaan beneden in de kajuit en ik zal met Hem praten.'
Hoofdstuk 227: Een tochtje op zee. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[14] Ga met dit antwoord nu maar weer naar huis en vertel het aan jullie overste, opdat hij dan bij zichzelf kan ontdekken, met welke verschrikkelijke ondank zijn hart gevuld is! Hij gaat in geen geval naar Kapérnaum; want deze plaats heeft Hij door de hel voor eeuwig laten zegenen!'
Hoofdstuk 227: Een tochtje op zee. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[18] Ja, ik zou uw dochter nog wel kunnen helpen; ik voel de kracht nu in mij. Maar ik wil haar niet helpen, want jullie zijn duivels en geen mensen meer! En duivels zal ik nooit de helpende hand reiken!'
Hoofdstuk 229: Het verweer van Jaïrus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Kisjonah zegt: 'Vriend, wens dat maar niet! Kijk, hier heb je allemaal een beter bestaan en tevens ben je veilig voor vervolgingen, en ik geef jullie de herberg daar aan het boveneind van de grote inham helemaal in eigendom en ongeveer vijfduizend are grond er bij, en bij zo'n ruil kom je het verlies van de kleine bezitting wel te boven, en hier vandaan is het ook een halve dagreis korter naar Jeruzalem dan vanuit Nazareth.' En Joses is het daar helemaal mee eens; toch vraagt hij ook Mij om Mijn raad.
Hoofdstuk 230: Jozefs dood en zijn getuigenis over Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[15] Ik zeg: 'Heel goed, lieve broers! Het is heel juist, dat jullie hier zo gesproken hebt; want wij zijn hier allen als ingewijden bij elkaar, en die kennis zal niemand veroordelen behalve één, als hij zich er aan stoot! (Daarmee werd Judas bedoeld.)
Hoofdstuk 230: Jozefs dood en zijn getuigenis over Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[16] Maar als wij ons onder niet ingewijden bevinden, moeten jullie daar heel zorgvuldig over zwijgen! Laten we ons nu echter ter ruste begeven, opdat we morgen vroeg aan de slag kunnen gaan!' Daarop gaat iedereen heel gerust slapen.
Hoofdstuk 230: Jozefs dood en zijn getuigenis over Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Kisjonah zegt: 'Dat hebben jullie goed en degelijk georganiseerd; jullie loon zal je niet ontgaan! Het geld, dat de verkopers bij zich hebben, wordt als buit in beslag genomen, en alle vee, koren, meel en gereedschappen blijven zo lang hier, tot de overtreders al degenen waarvan ze het met geweld afgenomen hebben, precies omschreven hebben en wij het hen dan nauwgezet weer terug geven.
Hoofdstuk 231: Booswichten in de val. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Maar voor het feit dat ze zonder mijn toestemming door mijn bergen en bossen een weg hebben aangelegd, worden ze door de Romeinse rechter, die hier in mijn huizen zijn kantoor gevestigd heeft, tot duizend pond zilver veroordeeld; twee derde daarvan is voor de keizer en één derde voor mij volgens de plaatselijke wet.'
Hoofdstuk 231: Booswichten in de val. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Dan zegt de rechter: 'Ah, is het dat! Nu, zorg er maar voor, dat jullie de zwarte booswichten vangt! We zullen ze dan hier enige duidelijke lessen geven over de Romeinse zeden en wetten! De lust zal hen voor altijd vergaan, om Romeinse onderdanen tot de bedelstaf te brengen zodat zij niet in staat zijn om aan de keizer de hem toekomende belasting te betalen, terwijl van die zwarte booswichten nooit een stater los te branden is! Die kerels houden zich eeuwig arm en begraven goud, zilver, parels en edelstenen in massa's. En die van Kapérnaum zijn net de goede, net als die van Chorazin! Nou, reken maar, jullie spitsboeven, jullie zullen je streken zo thuis krijgen, dat je je leven lang er nog aan zult denken!'
Hoofdstuk 231: Booswichten in de val. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Het hoog gerechtshof zal het niet makkelijk krijgen met de twaalf Farizeeën! Voor de berovingen kunnen ze hen niet veroordelen. Ook voor het niet betalen van tol kunnen ze hen niets maken, want ze hebben voor het hele land een vrijbrief; en omdat ze inwoners van het land zijn, kan volgens de wet geen tol van hen geheven worden, en dat was dan ook niet de reden waarom ze de tol ontweken, dat deden ze alleen maar uit angst voor het volk. Want bij soortgelijke ondernemingen hebben ze al leergeld betaald en daarom hebben ze die geheime weg naar Jeruzalem gemaakt.
Hoofdstuk 232: Voorbereiding voor de rechtszaak. (12.7.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Onze panden zijn geheel volgens de wet verkregen, en niemand kan en mag ze van ons afnemen. Nu op dit ogenblik kan dat wel met geweld worden gedaan, omdat wij niet sterk genoeg zijn; maar als wij onze panden hier inlossen, moeten wij vrij gelaten worden, en dan weten wij wel wegen om deze zaak verder te laten behandelen!'
Hoofdstuk 233: Romeinse rechtspraak. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[14] Over een weglengte van ongeveer vijf uur gaans heeft u bij de aanleg van uw geheime smokkelweg bijna duizend mooie jonge ceders en verscheidene duizenden andere mindere soorten oude en jonge bomen vernield, en volgens opgaven van beëdigde taxateurs heeft u Kisjonah een schade van meer dan tienduizend pond berokkend. Nu; hoe zult u deze schade vergoeden?!'
Hoofdstuk 233: Romeinse rechtspraak. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[14] Terwijl de opperrechter alles precies bekijkt, zegt hij: 'Ik geloof dat het nu wel duidelijk is, waar de belasting en schatting bleef, die van Pontus en Klein-Azië naar 'Rome is gezonden! Ondanks jullie geslepenheid zal het je erg moeilijk vallen, te bewijzen dat dit jullie rechtmatig bezit is; maar ik durf bij alle goden en hun hemelen te zweren, dat ik hier voor mij de zichtbare, en in Rome reeds lang verwachte, belastinggelden en andere schatten al zo goed als in handen heb. Blijven jullie dus nog maar netjes hier; als het gerechtshof bijeen is, zal ik met een grote ondervraging beginnen!'
Hoofdstuk 234: Een goede vangst. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
...  83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88 - 89 - 90 - 91 - 92 - 93 - 94 - 95 - 96 - 97 - 98 - 99 - 100 - 101 - 102 - 103 - 104 - 105 - 106 - 107 - 108  ...