2758 resultaten - Pagina 95 van 184
... 83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88 - 89 - 90 - 91 - 92 - 93 - 94 - 95 - 96 - 97 - 98 - 99 - 100 - 101 - 102 - 103 - 104 - 105 - 106 - 107 - 108 ...
[11] En zie, deze korte leerrijke woorden bevielen Seth en Enos zeer goed, zo zelfs, dat Enos zich tot Seth wendde en zei: "Vader Seth, Henoch heeft een dusdanige rede vol geheime betekenissen uitgesproken, dat deze mij als een vuurstroom door merg en been ging en mijn hart huiverde van de geheime wijsheid van de goddelijke liefde in hem.Hoofdstuk 41: De benoeming van Henoch tot prediker - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[5] Daarom, loof de Heer, omdat Hij de hoogste liefde en wijsheid in alle heiligheid Zelf is en bedenk dat een mens aan andere mensen niets kan geven dan dat wat hij tevoren van de liefde van de Heer heeft ontvangen, omdat Hij de enige Gever van alle goede gaven is! Als ik jullie iets goeds gegeven heb, dan heb niet ik, maar heeft de Heer je dat gegeven. Ontbreekt het je aan licht, kijk omhoog naar het licht van de hemel en dan zullen jullie immers heel gemakkelijk erkennen waar het licht der lichten onophoudelijk uit stroomt; want waar iemand een geschenk gegeven wordt, daar is ook de grote, heilige Gever niet ver weg. Daarom zoek Hem en jullie zullen Hem ook wel vinden en begrip voor Zijn genade zal niet achterwege blijven!
Hoofdstuk 41: De benoeming van Henoch tot prediker - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[16] Maar jij, Henoch, hebt een grote bron van liefde en niet van de naakte wijsheid in je; laat daarom jouw goddelijke morgenzon over ons, jouw broeders in God, opgaan!"
Hoofdstuk 41: De benoeming van Henoch tot prediker - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[12] Luister, vader, zijn innerlijk gevoel is waar, omdat daaruit zijn gehele wezen in de zuiverste liefde en vol deemoed spreekt; daarom zal hij voortaan voor iedereen een leraar in de geheime wijsheid van de eeuwige liefde zijn voor al onze broeders en kinderen. Want ofschoon de Heer ieder de liefde en het begrip van het hart als zuiver geschenk uit Zichzelf gaf, is het anderzijds toch ook overduidelijk dat niet ieder van ons een even grote last kan tillen en de een heeft meer kracht in zijn voeten, de ander in zijn handen, een ander in zijn borst, een ander in zijn rug en weer een ander in zijn innerlijke organen en de een in dit en de ander in dat. Ook heeft weliswaar iedereen een menselijk gezicht en toch ziet niet een er net zo uit als de ander. En daarmee bedoel ik dan ook: Henoch heeft grote macht en kracht in zijn hart en niemand zal daarin op hem lijken; want men kan niet zoveel liefde hebben als men wil, maar zoveel als de Heer hem geschonken heeft. Aan iedereen heeft Hij weliswaar liefde gegeven, maar wat dat betreft zijn zij niet allemaal gelijk; daarom moet ook het inzicht verschillen, opdat de ene broeder de andere nodig zal hebben, waardoor dan weer alles in evenwicht gebracht wordt, wat de Heer zo vol wijsheid verschillend heeft laten ontstaan.
Hoofdstuk 41: De benoeming van Henoch tot prediker - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[15] Maar Seth en Enos gingen daar tegenin en zeiden: "Beste Henoch, weet jij dan niet wat Adam ons dikwijls geleerd heeft?! De vaderen hebben slechts met de zegen van de Heer in de lichamen van hun kinderen woningen voor onze jongere broeders verwekt; maar omdat wij verwekkers van de lichamen zijn en niet eveneens van de liefde, die een levende geest vanuit de liefde van God is, zijn wij in de liefde immers niets anders dan louter broeders en zusters onder elkaar en zijn zodoende veel meer kinderen van een en dezelfde meest heilige Vader in de hemelen van de hoogte, die een eeuwige woonplaats is van de heiligheid van God, die een ware Vader van ons allen is. Predik daarom maar verder vanuit jouw liefde en wees ervan verzekerd: wij zullen met de genade van God de tong van de broeder en die van het kind goed onderscheiden; want indien iemand de liefde predikt, spreekt hij als een broeder uit het hart van de eeuwige liefde en zijn woord zal zijn als een opgaande zon, waarvan het licht met haar warmte de nevelen uit de donkere voren van de aarde verjaagt. Degene echter die slechts zou prediken vanuit de aan hem verleende wijsheid, diens leer zou als het licht van de middagzon zijn, waarvan het licht niet meer verwarmt, maar slechts geweldig en onverdraaglijk brandt en men voor de uiterst felle stralen graag zou willen vluchten naar de diepste schaduw uit vrees voor zulke brandende stralen!
Hoofdstuk 41: De benoeming van Henoch tot prediker - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[18] "Ja," zei Seth, "lieve Henoch, ook deze toespraak was vol van wijsheid vanuit de oneindige liefde van de Heer en leek op een mooie morgen, die in jou opgaat en onze rimpels zacht verlicht. Zie, Henoch, alle waarheid is een licht dat uitgaat van de zachte vlam van de eeuwige Liefde en dit allermooiste, heerlijkste licht is de ware ochtendzon van het hart; ja, het is het enige licht en buiten dit licht is er geen licht en zelfs het licht van de zon is slechts een matte weerschijn van dit heerlijke, enige licht van de eeuwige Liefde. Zie, dit licht schijnt zo mild in jouw hart; het verkwikt ons altijd en verwarmt onze harten met grote gedachten, de heilige Vader waardig. Ja, als jij spreekt, komt het mij voor alsof ik geluiden hoor uit een wereld die eens voor onze verre nakomelingen als een grote stroom van licht uit de eeuwige morgen van God zal opgaan; - zie, zo zeer verkwikt ons het spreken van jouw hart. Zwijg daarom niet, maar spreek en laat je hart de vrije loop en toon ons wat ik en Enos wensen!"
Hoofdstuk 41: De benoeming van Henoch tot prediker - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[27] Daarom geloof, opdat jullie eens tot liefde en daardoor tot leven zullen mogen komen, en bemin Mij in jullie geest en laat al het werk van je handen en je wil getuigen van het leven in jullie en laat je tong je zeggen dat jullie kinderen van God zijn. Ik zal de mensen oordelen naar hun geloof; Mijn kinderen echter zal Ik in Mijn liefde leiden en het licht van Mijn wijsheid zal voor jullie worden tot een eeuwig lichtbaken van het meest zalige leven in Mij, jullie liefdevolle, heiligste Vader, nu en in alle eeuwigheden der eeuwigheden! Amen.'
Hoofdstuk 41: De benoeming van Henoch tot prediker - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[3] De geheimzinnige woorden van aartsvader Adam zijn nog nauwelijks in ons verklonken; wij hebben nog geen woord daarvan op verstandige wijze in ons liefdeszwakke hart ontcijferd; ja zelfs Henochs laatste donderpreek zweeft: nog als een donkere kluwen voor al mijn zintuigen: en nu kom zelfs jij, lieve Kenan, met een wereld van akelige dingen, waarvan de zin alleen aan God bekend kan zijn; ja, ik zou zelfs bijna beweren, dat het voor een mens nauwelijks mogelijk zou kunnen zijn, zijn leven te behouden, als de eeuwige, heilige Vader hem zoveel wijsheid zou doen toekomen om nog de onbegrijpelijke diepe zin van zulke geheimzinnige, verheven dingen te begrijpen!
Hoofdstuk 43: Henoch verklaart de woorden van Adam en Kenan - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[13] Zie, net zo vergaat het ons nu ook! Terwijl wij nog kinderen met melktanden waren, gaf de heilige Vader ons melk te drinken en een zachte kost die aan onze krachten goed aangepast was; maar nu moeten wij in de geest mannen worden! Zie, dan deugt die slappe kost niet meer, maar de Vader geeft ons nu brood, opdat wij krachtige mannen in Zijn genade zullen worden, zodat wij dan niet alleen naar de dingen kijken, maar ook goed Zijn grote liefde en wijsheid begrijpen en kennen zullen en uit deze twee Zijn meest heilige wil die daarin ligt!
Hoofdstuk 43: Henoch verklaart de woorden van Adam en Kenan - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[15] Een hen heeft toch nog nooit een leeg ei gelegd; wij weten ook maar al te goed dat de inhoud van het ei er eerder moet zijn dan de witte, harde, goedgesloten schaal! Of kan iemand die enige wijsheid bezit, aannemen dat de geest pas in het lichaam ontstond en zich daar vormde en ontwikkelde? Ja, wie daartoe in staat zou zijn, moet toch immers nog duizend maal onverstandiger en veel onwijzer zijn dan iemand die een woning zou willen bouwen voor iemand die er nog helemaal niet is, omdat hij in de dwaze veronderstelling verkeert, dat als de woning er maar eenmaal staat, die wel in en uit zichzelf een bewoner zal verwekken!
Hoofdstuk 43: Henoch verklaart de woorden van Adam en Kenan - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] En toen Seth dat had gehoord, begonnen zijn ogen open te gaan, evenals de ogen van de anderen; want zij begrepen nu allemaal goed wat Henoch ermee had willen zeggen en zij waren ermee tevreden, omdat zij inzagen dat Henoch zulke dingen, die voor hen allen zo geheel en al onbegrijpelijk waren, begreep. En met een eenvoudig hart prezen en loofden zij Mij innig, omdat Ik voor hun heil aan een mens zoveel wijsheid had verleend en hen dingen uit de hoogte en uit de diepte getoond had, en omdat ik voor het geestelijk welzijn van diegenen die Mij met ware liefde zochten, de verborgen zin onthuld had.
Hoofdstuk 44: De verklaring van Adam over zijn zwakte - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[9] "O geliefde vaderen! Wat moet, wat kan de trage tong van de zwakke, begrensde, kleine mens op deze zo heilige plaats uitbrengen en sidderend stamelen, waar kort tevoren de eeuwige liefde en wijsheid van de heilige Vader zulke voor eeuwig inhoudsvolle woorden tot onze harten heeft gesproken!
Hoofdstuk 47: Over de grootheid en diepgang van Gods woord - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[12] Bedenk, het was God, die daar stond als een machtige, eeuwige Geest en Zelf belangrijke woorden tot ons sprak, en wij begrijpen die niet en zullen ze in der eeuwigheid niet volledig begrijpen; want daar niets door zichzelf bestaat, hoe zou het dan mogelijk zijn om het eeuwige, oneindige wezen van God te beseffen en de eeuwige geest van één woord uit Gods mond te begrijpen, omdat wij allen immers heel goed weten, hoeveel woorden de eeuwige Liefde en Wijsheid nodig had om ons en heel het onmetelijke heelal rondom ons, dat voor ons even volkomen als onbegrijpelijk is, tevoorschijn te roepen!
Hoofdstuk 47: Over de grootheid en diepgang van Gods woord - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[17] 0 vaderen, zie dus, zo' n heel klein stofje zoals wij het nu kennen, is reeds te groot voor ons; hoe groot moet de oneindige veelheid in haar ordening van het eerste tot het laatste dan wel zijn! - Waar bestaat buiten God een wezen dat daaruit de eeuwige wijsheid van de heilige Vader zou kunnen begrijpen?!
Hoofdstuk 47: Over de grootheid en diepgang van Gods woord - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[21] O vaderen, zie welk een grootheid en diepte er in God heerst, - en ik, arm wormpje in het stof zou het na zulke woorden wagen deze voor jullie te verklaren, omdat deze tot onze grote troost toch voor een nieuwe hemel werden gezegd - en niet voor deze beperkte aarde?! Wij kunnen niets anders doen dan Hem liefhebben, die altijd heilig, heilig, heilig is en dat voor eeuwig zal zijn. Alles wat wij graag zullen willen leren kennen bestaat daaruit dat wij in staat mogen zijn Hem, onze heilige Vader, meer en meer lief te hebben - en laat onze grootste wijsheid daaruit bestaan, dat wij in staat zullen zijn Hem, die zo geheel en al de eeuwige liefde Zelf is, boven alles lief te hebben, - en dat wij en alles voor eeuwig door Hem worden bemint! Amen, amen, amen."
Hoofdstuk 47: Over de grootheid en diepgang van Gods woord - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)