Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2682 resultaten - Pagina 95 van 179

...  83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88 - 89 - 90 - 91 - 92 - 93 - 94 - 95 - 96 - 97 - 98 - 99 - 100 - 101 - 102 - 103 - 104 - 105 - 106 - 107 - 108  ...
[28] God is in Zijn heiligheid niet toegankelijk, in Zijn wijsheid ondoorgrondelijk, in Zijn genade onmetelijk, in Zijn macht boven alles vreselijk, in Zijn kracht voor eeuwig onoverwinnelijk. Zijn licht is het licht van alle lichten en Zijn vuur het vuur van alle vuren. En zodoende is Hij in alles een onaantastbare en ook zeer onkenbare God, die ons niet wil en ons eeuwig van Zich afstoot; maar juist deze God is ook de allerhoogste liefde Zelf. Deze liefde verzacht Zijn goddelijkheid zozeer dat Hij ons wil; en als wij van Hem houden, dan stort Hij door de liefde Zich vanuit al Zijn goddelijkheid in ons uit en maakt ons tot Zijn kinderen, en maakt Zich dan aan ons kenbaar als de beste, meest liefdevolle, heilige Vader in alles waarnaar wij maar in staat zijn te kijken, om Hem steeds meer lief te hebben, om vreugde in Hem te scheppen en zelfs Hem tenslotte in het vrije, eeuwige leven als zodanig volledig te zien.
Hoofdstuk 68: Adams woorden tot de zijnen en de kinderen van de middag - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[12] Zie, jullie zijn door je ongehoorzaamheid tot een nevel geworden! Maar er kwamen allerlei winden en duwden en verontrustten je van alle kanten. Jullie ondervonden de druk en huilden tranen van smart. Zie, dat is de regen! Maar het is niet genoeg dat je net als de enkele druppel tot water werd, maar jullie moesten een meer vormen in je berouw. Dat zijn jullie nu geworden. Dat drukt je nu weliswaar meer dan vroeger in de diepte van je leven; maar luister en kijk en begrijp het goed: juist door deze huidige, laatste druk heeft je tweevoudige leven net als de waterdeeltjes zich weer aaneengesloten en heeft zich een nieuwe steen des levens van de ware wijsheid in je gevormd. Wees daarom blij en vol goede moed; want wij zijn niet gekomen om jullie te verderven, maar opdat jullie een nieuw leven in de ware liefde tot God, ons aller, meest heilige Vader, zullen krijgen. Amen."
Hoofdstuk 69: Seths troostende woorden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[3] Ten eerste wil ik door jou de hoogst verschuldigde dank betuigen aan de heilige Gever van een dergelijke grote genade. Want jij bent de Heer het meest nabij en je hebt Zijn levende woord; daarom is het wel het meest gevoeglijk dat jij de gebrekkigheid van onze zwakke dank voor zo'n grote weldaad tegenover de Heer aanvult. Daar ik de wijsheid gekregen heb van de Heer, deed ik wat deze mij leerde en kon ook niet meer doen omdat mijn wijsheid hetgeen ik deed, toereikend vond. Maar wat jij ons leerde toen je sprak over het leven, is meer dan alle wijsheid van alle mensen samen; het is de wortel van al het leven en de eeuwige grond van alle wijsheid, - ja, het is God, die jij hier verkondigt! En zie, mijn wijsheid reikt niet zover om Hem de juiste dank te betuigen; doe jij in mijn plaats wat gepast is! Het andere echter waarom ik jou wilde spreken, is, dat jij me zou willen toestaan bij jou in de leer te gaan, opdat jij mij de weg zou kunnen leren die je zelf bent gegaan en waarbij je zo diepgaand het leven uit God ten deel gevallen is.
Hoofdstuk 71: Sethlahems verlangen naar de ware wijsheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[8] Zeker, indien je wijsheid ergens tot enig nut strekt, moet zij je ogenblikkelijk overtuigend duidelijk maken dat zoiets in der eeuwigheid niet mogelijk zal zijn!
Hoofdstuk 71: Sethlahems verlangen naar de ware wijsheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[10] Allang leerde je wijsheid je dat te doen; hoe kan het dan, dat zij je niet ook geleerd heeft de Heer met al je krachten lief te hebben, opdat jij als vrucht in plaats van pruimen ook vijgen van het leven voortgebracht zou hebben?!
Hoofdstuk 71: Sethlahems verlangen naar de ware wijsheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[31] Zie, daar heb je met al je wijsheid een flinke slag in de lucht geslagen!
Hoofdstuk 71: Sethlahems verlangen naar de ware wijsheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] En toen Sethlahem die woorden had gehoord, viel hij voor Henoch neer en zei: "0 Henoch, jouw grote wijsheid heeft mij vernietigd, zodat het mij nu voorkomt alsof ik nooit heb bestaan; maar ik merk dat ik nu in mijn ondergang meer begrijp dan tevoren in mijn wijsheid. Neem daarom mijn dank aan voor zo'n geduld met mij van jouw zijde en omdat je niet boos werd over mijn grote dwaasheid die mij zo brutaal liet worden, dat ik het waagde voor jouw door liefde verlichte gelaat te treden en met je te twisten, jij die een levend werktuig in de hand van de almachtige, heilige Vader bent!
Hoofdstuk 72: De wijsheid van Sethlahem en de wijsheid van Asmahaël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] Nadat Asmahaël zijn woorden had beëindigd, stond Adam op en was vol lof over Asmahaël omdat hij zoveel deemoed aan de dag gelegd had, waaraan meer wijsheid ten grondslag lag dan aan de woorden van Sethlahem en al zijn kinderen; daarop wendde hij zich weer tot Enos en Kenan en beduidde hen de kinderen van de middag voor de komende sabbat uit te nodigen, "opdat zij nog voor zonsopgang zullen verschijnen voor het ochtend brandoffer, dat wij Jehova moeten, willen en zullen brengen!"
Hoofdstuk 73: De hongerige tijger - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[10] Ook deze weg was een lievelingsweg van Adam. Hij wandelde hier graag, in het bijzonder op zeer warme dagen, omdat er steeds koele winden waaiden en bovendien wekte deze aanblik bij hem ook steeds grote zielsverrukkingen uit vroegere tijden. Wanneer hij dan daarvandaan terugkeerde, sprak hij met zijn kinderen in zeer verheven woorden over Mijn liefde, genade, wijsheid, erbarmen, heiligheid, grootte en macht; en vandaar dan ook, dat hij deze weg 'De beschouwing over de zeven machten uit de eeuwigheid van de grote God Jehova' noemde.
Hoofdstuk 77: Het vertrek van de patriarchen naar de kinderen van de avond - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[15] Maar het is zo, dat een dergelijk buitengewoon lijkend tafereel een stilzwijgend woord uit de wijsheid van de meest liefdevolle, heilige Vader predikt, daarom is dan ook slechts de zin ervan verheven, maar niet het stomme, levenloze middel, - zoals ook geen mond meer verheven is dan een andere, omdat hij woorden van de grootste verhevenheid gesproken heeft; want het verhevene schuilt niet in de mond, maar in het woord.
Hoofdstuk 78: Asmahaëls woorden van dank - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[17] O zie, lieve vader Adam, indien je toentertijd reeds door de liefde van de eeuwige, heilige Vader verlevendigd was, zoals nu, dan waren je oordelen zeker heel anders uitgevallen! Maar de naakte gerechtigheid, ook al is zij met alle stralen van de wijsheid omgeven, is drukkend en hard, wanneer op de achtergrond - ook al is hij enigszins verborgen - niet een weldoende zachte liefdesstraal alle zevenmaal tien water omhoog spuitende stenen pieken van de vruchteloze wijsheid omgeeft.
Hoofdstuk 81: De patriarchen bij de kinderen van de avond - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[15] "O Henoch! o kinderen! Wat is onze God toch een bovenmate heerlijke God! Hoe goed, hoe liefdevol en vol erbarmen! Hij, die geen lijden kent, evenmin een onvolkomenheid, Hij, de heilige, oneindige, eeuwige, bovenal machtige God, kan uit Zijn eindeloze volkomenheid toch onvolkomen wezens scheppen. Niet omdat Hij niet in staat zou zijn hen volmaakt te scheppen - laat zoiets te denken altijd verre van ons zijn -, maar juist om, krachtens Zijn eindeloze wijsheid bij de onvolkomen geschapenen, uit heel Zijn innerlijke diepte van genade en liefde, Zijn vaderlijke liefde steeds hoe langer hoe meer aan te laten groeien van eeuwigheid tot eeuwigheid om hen daarmee te tonen dat Hij de enige waarachtige Vader van alle mensen en geesten is.
Hoofdstuk 80: De gulden regel van de profetenscholen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[18] Zie, juist zoals het uit de hoogte zwaar neervallende water het gras niet doet herleven, maar het slechts vernietigt en doodt, en onder zijn hevige neerslag niets dan harde, schoongespoelde stenen te vinden zijn, zo is het ook met de naakte gerechtigheid, vallend uit de onmetelijke hoogte van de wijsheid. Zij doodt en vernietigt het innerlijke leven. En als het leven eenmaal lijkt op een dode, door het harde gekletter van het water uitgewassen steen, dan zal het zeer moeilijk worden om op zo' n steen het een of andere levende plantje te laten groeien!
Hoofdstuk 81: De patriarchen bij de kinderen van de avond - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[25] O vader, maak die nutteloze banden der gerechtigheid en strengheid los en verbind hen met de almachtige band van de heilige liefde, dan zal de wijsheid van de liefde hen tot een vrije wegwijzer worden; en zij allen zullen zichzelf dan heel spoedig, door deze nieuwe stralen verlicht, als kinderen van een en dezelfde heilige Vader herkennen en zullen zich zelfs juichend tegen je vaderhart aanvlijen en je met van grote liefde doorgloeide armen omhelzen en je een lieve vader noemen!
Hoofdstuk 81: De patriarchen bij de kinderen van de avond - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[11] Zie, je vergiste je, toen je mij het woord des Heren hebt verweten! Waarom vergiste je je? Omdat je meende dat het dringende verzoek van jouw hart reeds geheel zuiver van boven afkomstig zou zijn en je onbetwistbaar het recht gaf de wijsheid van God Zelf terecht af te wijzen, omdat die wijsheid je in het leven van je hart waarover een schaduw was gevallen, niet duidelijk was en deze je daarom onterecht en dodelijk voorkwam.
Hoofdstuk 83: Henochs woorden over Seths vergissing - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
...  83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88 - 89 - 90 - 91 - 92 - 93 - 94 - 95 - 96 - 97 - 98 - 99 - 100 - 101 - 102 - 103 - 104 - 105 - 106 - 107 - 108  ...