Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 942 van 1110

...  930 - 931 - 932 - 933 - 934 - 935 - 936 - 937 - 938 - 939 - 940 - 941 - 942 - 943 - 944 - 945 - 946 - 947 - 948 - 949 - 950 - 951 - 952 - 953 - 954 - 955  ...
[12] Max Olaf zegt: 'Beste vrienden, en ook u, mijn arme Emma, volg mij gerust daarheen, naar die voortreffelijke man die nu met Dr. Jellinek in gesprek is. Ik wil daar voor jullie en wellicht ook voor mijn eigen heil een nederig verzoek tot hem richten. Wanneer hij ons zijn wonderbaarlijk hulpvaardige hand reikt, zullen we ook geholpen zijn. Maar bij hem moet je wel heel goed opletten, dat heb ik reeds opgemerkt. Want hoe onuitsprekelijk goed hij ook mag zijn, hij bezit daarnaast ook een enorme wijsheid, waarvoor zelfs onze diepzinnigste gedachten smelten als sneeuw voor de zon. Zoals we denken en voelen, moeten we tegen hem ook spreken, want voor zijn scherpzinnigheid valt niets te verbergen! Kom daarom met me mee, misschien vinden we genade bij hem.'
Hoofdstuk 74: Verrassingen voor de patheticus. Hij vindt oude bekenden. Olafs goede raad - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[8] Arme Emma! Als ik op aarde had geweten, wat voor een man jij had, dan zou ik je zeker geen straf wegens smaad hebben opgelegd. Ga nu echter allen met me mee naar die grote, heilige mensenvriend. Daar zal jullie alles worden vergoed wat jullie ooit door mij aan onrecht hebben geleden. Maar dit zwijnjak moet maar gaan waarheen hij wil!'
Hoofdstuk 76: De oprechte schoenpoetser. De onwelkome Mierl De grote zielereiniging van de patheticus. De gekrenkte, hoogmoedige geest verlaat het hemelse gezelschap - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[10] Boos zegt de patheticus: 'Men zal toch ook hier wel het recht hebben om dergelijke aanmatigingen te verbieden! Heeft mijn fraaie echtgenote soms ook niet iedere zaterdag feesten gegeven? Of ze daarbij beschouwingen à la Ignatius van Loyola heeft gehouden, weet ik werkelijk niet! Overigens heeft niemand mij hier wat te gebieden, want ik denk dat ik geen voogd meer nodig heb. Ik verzoek u dringend mij verder niet meer met zulke onfrisse opmerkingen lastig te vallen, want ik zal zelf wel weten wat me te doen staat! Verder hoeft u me er helemaal niet op te wijzen, dat ik te min zou zijn voor uw hoogadellijk gezelschap. Want ik zelf dank nu God, dat ik op deze manier van zulk gespuis bevrijd ben! Gelukkig zie ik daar op de achtergrond enkele goede bekenden; door hen zal ik zeker achtenswaardiger worden behandeld dan door jullie ingebeeld hoogadellijk gespuis!'
Hoofdstuk 76: De oprechte schoenpoetser. De onwelkome Mierl De grote zielereiniging van de patheticus. De gekrenkte, hoogmoedige geest verlaat het hemelse gezelschap - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[10] Zeg Mij, hebben jullie ook honger en dorst?'
Hoofdstuk 77: Olafs voorspraak bij de Heer. Goede getuigenis van de Godheid van Jezus en volledige overgave aan de wil van de Heer. Verzadiging van de arme zielen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] Daarop wend Ik Mij tot het gezelschap met de vraag: 'Mijn kinderen, Mijn vrienden! Ik, jullie aller ware Vader, God en Heer en Schepper van de oneindigheid, vraag jullie: hoe bevalt jullie allen nu de aarde? Wat willen jullie, dat Ik met haar zal doen?'
Hoofdstuk 79: De plechtige raadsvergadering. De vraag van de Heer: wat moet er met de aarde gebeuren? Adam, Noach, Abraham, Isaak en Jakob spreken - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[5] Het is wel waar dat uit deze aartshoer een groot aantal mooie kinderen is geboren, en daarom genoot ze gedurende meer dan duizend jaren ook min of meer ongestoord Uw grote geduld en toegeeflijkheid, en samen met mijn broeders heb ik daaraan zelfs oprechte vreugde beleefd.
Hoofdstuk 81: Petrus' scherpe oordeel over Rome. Paulus' heldere rede over de genade - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[7] Ik zeg tot Paulus: 'Broeder Paulus, zeg jij nu ook als leraar der heidenen of je het met al deze zienswijzen en voorstellen eens bent. Want met betrekking tot de heidenen heb jij de belangrijkste stem. Zoals Ik het jullie zelf heb beloofd, is het aan jullie om te richten over de geslachten op aarde!'
Hoofdstuk 81: Petrus' scherpe oordeel over Rome. Paulus' heldere rede over de genade - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[10] Wat baat het ons als we roepen: 'Heer, zie toch eindelijk de ongerechtigheid van Uw volkeren!' Ik zeg jullie: helemaal niets! Want we weten maar al te goed, dat alle mensen voor God zondaars zijn, zoals er ook geschreven staat: 'Er is er ook niet één, die rechtvaardig zou zijn voor God!' Indien wij dat echter weten, hoe kunnen we God dan vragen te oordelen, als zouden wij zonder zonde zijn?
Hoofdstuk 81: Petrus' scherpe oordeel over Rome. Paulus' heldere rede over de genade - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[2] Ik antwoord haar eveneens zachtjes: 'Mijn lieve, Ik zal zelf beginnen te spreken, zo gauw de gemoederen van alle aanwezigen geheel tot de noodzakelijke rust zijn gekomen. De man die naast jou zit, is vader Adam, zoals hij ongeveer zesduizend jaar geleden op aarde als eerste geschapen mens, heeft geleefd. Naast hem zie je Noach en daarnaast vader Abraham, dan Isaak en Jakob. Dan zie je er nog twee: de eerste is Mozes en de andere David. De ernstig uitziende mannen die op deze zeven volgen, zijn de jou welbekende twaalf apostelen (Met inbegrip van de volgens Handelingen 1, 26 erbij gekozen Matthias..) Achter hen staan nog twee apostelen: de voorste is Paulus en die daar wat achter hem staat is Judas, die Mij verraden heeft. De anderen ken je zonder meer. En nu weet je dus in wat voor een beslist zeer merkwaardig gezelschap je je bevindt.
Hoofdstuk 79: De plechtige raadsvergadering. De vraag van de Heer: wat moet er met de aarde gebeuren? Adam, Noach, Abraham, Isaak en Jakob spreken - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[11] Zeggen jullie mij eens, waarop kan die mooie vrouw daar aan Gods zijde zich beroemen? Welke verdienste heeft haar dan gerechtvaardigd voor Hem? En desondanks zit ze naast Hem, louter door Zijn genade! En welke verdienste had ik dan voor Hem, ik die degenen die in Hem geloofden vervolgde? Zie, ik was een boosdoener en was de ongerechtigheid zelf. Maar God stoorde zich niet aan mijn zonden, maar beriep mij alsof ik een rechtvaardige was. En ik volgde de roep van Zijn stem en werd meteen gerechtvaardigd door Zijn genade! Willen jullie God daarom nu van ongerechtigheid beschuldigen, omdat Hij mij genadig was?
Hoofdstuk 81: Petrus' scherpe oordeel over Rome. Paulus' heldere rede over de genade - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[12] Wie van jullie kan dan wel tegenover God beweren, dat hij verstandig en wijs zou zijn? Ik zeg jullie: er is er niet één! En toch willen we Hem tot een gericht dwingen? Wie van ons kan zeggen: ik ben nooit van God afgedwaald en ben voor Hem nog nooit onbekwaam geworden? Ik zeg jullie: er is onder ons allen ook niet één een haar beter dan een ander, en toch roepen wij: '0 Heer, zie toch eindelijk eens de grote boosheid van de mensen op aarde aan en tuchtig hen!'
Hoofdstuk 81: Petrus' scherpe oordeel over Rome. Paulus' heldere rede over de genade - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[13] Wat zou er gebeuren, als de Heer zich tenslotte verheft en spreekt zoals destijds in de tempel te Jeruzalem tot de joden die een echtbreekster bij Hem hadden gebracht... zouden wij ons dan ook niet uit de voeten maken?! Ik zeg jullie: er is niet één onder ons die zou kunnen zeggen: 'Heer, ik heb alleen maar het goede gedaan en ben me van geen zonde bewust!' Ja, wie er van ons een dwaas is, die kan het zeggen, net als de farizeeër in de tempel, die ook God prees dat Hij hem zo buitengewoon rechtschapen had gemaakt! Maar zoals we allen wel weten, heeft de Heer zijn rechtvaardiging verworpen en die van de zondige tollenaar aanvaard!
Hoofdstuk 81: Petrus' scherpe oordeel over Rome. Paulus' heldere rede over de genade - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[18] Wij hebben evenwel een nieuwe openbaring ontvangen, waarin ons zoals voorheen door de profeten en hun wetten wordt getoond, dat de mensen ook zonder toedoen van de wet kunnen komen tot die ware gerechtigheid, die als enige voor God geldt. Waarom roepen we dan desondanks: 'Heer, oordeel hen en geef hun het verdiende loon en verwijder hun namen uit het boek des levens!' Wel zeggen jullie altijd tot slot: 'Maar alleen Uw wil geschiede.' Maar dat verontschuldigt jullie harten niet! Waarlijk, eerder zou ik de dood in willen gaan dan tot de Heer zeggen: 'Heer, doe dit en doe dat!' Hebben wij dan de Heer het verstand gegeven, of hebben wij niet veeleer het verstand van Hem gekregen? En toch spreken we, alsof Hij onze raad nodig zou hebben! Als kinderen brabbelen zolang ze nog onmondig zijn, is zoiets wel te begrijpen, maar oude hemelburgers zouden naar mijn mening toch moeten weten wie zij zijn en wie de Heer is!
Hoofdstuk 81: Petrus' scherpe oordeel over Rome. Paulus' heldere rede over de genade - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[22] Kennen jullie echter de ware rechterstoel van God? Zie, deze is Christus; de volheid van God woont voor eeuwig lichamelijk in Hem! Deze rechterstoel Gods is echter door Zijn eigen werken tot een genadestoel geworden en kan genadig zijn voor wie Hij wil, en barmhartig voor wie Hij barmhartig wil zijn!
Hoofdstuk 81: Petrus' scherpe oordeel over Rome. Paulus' heldere rede over de genade - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[29] Ik zeg echter: de Heer handelt en richt reeds lang en heeft niet gewacht op onze raad! Beschouw daarom deze gelegenheidsraad als nietig! Maar wanneer de Heer tot jullie zal zeggen: doe dit en doe dat, laat dan jullie hele wezen louter daad zijn naar het woord van de Heer! Want het woord van de Heer is al de volledige daad in jullie harten.
Hoofdstuk 81: Petrus' scherpe oordeel over Rome. Paulus' heldere rede over de genade - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
...  930 - 931 - 932 - 933 - 934 - 935 - 936 - 937 - 938 - 939 - 940 - 941 - 942 - 943 - 944 - 945 - 946 - 947 - 948 - 949 - 950 - 951 - 952 - 953 - 954 - 955  ...