Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 943 van 1110

...  931 - 932 - 933 - 934 - 935 - 936 - 937 - 938 - 939 - 940 - 941 - 942 - 943 - 944 - 945 - 946 - 947 - 948 - 949 - 950 - 951 - 952 - 953 - 954 - 955 - 956  ...
[4] En daarom geloof ik dat er nu velen zijn, die zeker allen alleen maar datgene toewensen, wat volgens hun inzicht goed is. Moeten ze daarvoor geoordeeld worden? Geeft U 0 Heer, hun het juiste licht en kalmeer hun harten, dan zullen zij verlost zijn van alle kwaad!
Hoofdstuk 82: Blum en Jellinek geven hun mening. Het antwoord van de Heer - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[12] Jullie zien, beste vrienden, dat het er op aarde nu zo voorstaat, dat Ik voorlopig noch de ene, noch de andere partij volledig kan helpen. Wat nu te doen? Laat Ik de zaken zo doorgaan, dan zullen de twee verbitterde doodsvijanden nooit met elkaar in het reine komen, want de wederzijdse woede is te groot. Help Ik echter, dan moet je je heel ernstig afvragen: wie? Doe Ik iets of doe Ik niets, het is altijd verkeerd. Wat dus te doen?
Hoofdstuk 82: Blum en Jellinek geven hun mening. Het antwoord van de Heer - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[10] Maar dat zijn slechts vrome wensen van mij! U echter bent de Heer, wiens geheime raadsbesluiten ondoorgrondelijk en wiens wegen onnaspeurlijk zijn. U zult wel de juiste maatregelen treffen, daarvan ben ik meer dan zeker! Alles moet maar eens goed spaak lopen en de snaren moeten nog wat meer gespannen worden, zodat ze dan des te zekerder springen. Er moet een scheuring plaatsvinden, omdat U het wilt. Want zonder scheuring zal het volgens mijn inzicht nog lang niet goed gaan op aarde. Nochtans alles alleen maar zoals U het wilt! Amen.'
Hoofdstuk 83: Bechers radicale voorstellen. Lering van de Heer. De natuur van het menselijk geslacht is afhankelijk van die van de aarde in het geheel van de schepping - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[5] Ik zeg echter: 'Liefste Helena, jij meent weliswaar dat Ik jou niet kan vatten, maar Ik heb je eigenlijk al te pakken en je kunt Me niet meer ontsnappen, en zult zelfs moeten spreken volgens het uitdrukkelijke gebod van Paulus en volgens Mijn gebod, dat nog hoger staat dan dat van Paulus en waaraan helemaal niet valt te ontkomen. Kijk, in een brief aan de Romeinen beval Paulus Febé aan, die de gemeente te Kenchreë in Mijn dienst voorging. Ook beveelt hij om dezelfde redenen Priscilla aan, groet een zekere Maria die eveneens veel werkte in Mijn naam, en eveneens Tryféna, Tryfosa en zijn geliefde Persis, die met woord en daad veel in Mijn naam had gewerkt.
Hoofdstuk 84: Helena's mening over de weg tot heil voor de mensen op aarde - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[9] Ik zeg: 'Luister, beste broeder Jellinek, jullie allen hier in het rijk van eeuwige vreugde kunnen nu wel gemakkelijk zeggen: 'Heer, Uw wil geschiede!' Maar op aarde ziet het er nu heel anders uit dan hier in het rijk van het meest vrije leven! In de lichamen van de mensen wonen dezelfde vrije geesten en onsterfelijke zielen die jullie hier in werkelijkheid zijn. Deze willen zich toch graag eindelijk eens wat vrijer kunnen ontwikkelen en wensen daarom echte vrijheid en geen onderdrukking meer onder de ijzeren scepter van de koningen. Ze komen daarom overal in opstand en proberen de macht van de koningen te breken. Maar de koningen brengen eveneens alles wat hun slaafs onderdanig is tot een grote strijdmacht bijeen. Ze hebben gezworen iedere tegenstander te doden, en zonder genade en erbarmen slachten ze de mensen dan ook bij duizenden af. Zij, die vrij willen worden, roepen tot Mij om wraak op hun onbarmhartige koningen. En de koningen roepen Mij aan om hulp tegen hun opstandige volkeren!
Hoofdstuk 82: Blum en Jellinek geven hun mening. Het antwoord van de Heer - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[1] Becher zegt schouderophalend: 'O Heer, wanneer U, die toch almachtig en alwetend bent, bij al die beroering op aarde om zo te zeggen het spoor al bijster bent, wat zou iemand van ons dan nog kunnen bedenken om de volkeren van de aarde te helpen! Wanneer het met innerlijke dwangmiddelen niet gaat, dan kan men nog uiterlijke dwangmaatregelen gebruiken, zoals b.v. hongersnood, de pest en dergelijke, en daarbij nog enkele frappante verschijnselen aan het firmament; dan zullen de mensen wel tot inkeer komen! En mogen deze middelen omwille van de vrijheid van de menselijke geest ook niet gebruikt worden, wel, laten we hen dan elkaar zo lang laten bevechten en doden tot ze er genoeg van hebben! Ik geloof trouwens, dat we ons over het algemeen te veel bekommeren om dat slechte mensenvolkje op aarde. Het beste zou volgens mijn mening zijn, het hele gepeupel van de aarde te verdelgen en er een beter en edeler volk voor in de plaats te zetten. Het volk dat nu de aarde bewoont, zal zich nooit beteren, tenzij het, zoals reeds gezegd, wordt prijsgegeven aan zeer grote natuurlijke ellende! Want nu zijn immers alle koningen en hun volkeren door de duivel bezeten. Waarmee zou men echter de vreselijke kwaadaardigheid van de duivel met succes kunnen intomen? Ik denk dat het, hoe dan ook, vergeefse moeite zal zijn. Dus weg met het gepeupel en een ander geslacht er voor in de plaats gezet! Dat is mijn bescheiden mening. Maar alleen, zoals gezegd, mijn mening!'
Hoofdstuk 83: Bechers radicale voorstellen. Lering van de Heer. De natuur van het menselijk geslacht is afhankelijk van die van de aarde in het geheel van de schepping - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[19] Ik wil U weliswaar, evenals alle andere sprekers voor mij, niets voorschrijven, maar alleen mijn mening geven volgens welke nu toch iets beslissends zou moeten gebeuren. U alleen bent oneindig wijs en ziet het allerbeste in wat er nu zou moeten gebeuren. Die wijsheid heb ik beslist niet en daarom kan ik U dan ook geen echte raad geven. Maar naar menselijke maatstaven staan de zaken er nu eenmaal zo voor, en mijn menselijk inzicht ziet slechts de genoemde mogelijkheid tot redding. U zullen er wel talrijke bekend zijn; doet U daarom maar wat het beste is.
Hoofdstuk 84: Helena's mening over de weg tot heil voor de mensen op aarde - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[21] Ik heb nu volgens Uw wil gehandeld en heb mijn zienswijze uitgesproken. Aan U, o Heer, zij alles opgedragen! De domme dingen die ik zei, zult U wel corrigeren. Alleen vraag ik U, dat U mij na al mijn gebabbel niet minder wilt liefhebben dan voorheen. Al mijn liefde, mijn leven en mijn hele bestaan leg ik voor eeuwig aan Uw voeten! Amen.'
Hoofdstuk 84: Helena's mening over de weg tot heil voor de mensen op aarde - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[15] Zou een geest zich echter ondanks al deze milde afstompende middelen toch willen verheffen en er soms hier of daar blijk van geven dat hij van goddelijke afkomst is, dan worden er strengere maatregelen getroffen, waardoor deze geest zijn goddelijke afkomst op aarde duur komt te staan. Becher en zijn vrienden zijn er de levende getuigen van hoe de groten der aarde ieder openlijk verzet van een geest weten te waarderen. Zij zeggen: 'O, daar heb je weer zo'n hemelse mensenvriend! Dus maar snel naar het hemelrijk met hem door middel van strop of kruit!' Wie het waagt hun de waarheid te zeggen, krijgt meteen de titel 'Uitschot van het mensdom' en zij zetten een prijs van vele goudstukken op zijn hoofd. Krijgen ze hem te pakken, dan zou het beter voor hem en zijn vrije geest zijn, dat hij nooit geboren was!
Hoofdstuk 84: Helena's mening over de weg tot heil voor de mensen op aarde - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[10] Laat ieder van jullie echter wel bedenken, dat de aarde onmogelijk een paradijs kan zijn, omdat ze voor alle tijden een scholingsplaats moet blijven voor iedere geest die in het zware stoffelijke lichaam van de mens is geplaatst, omdat zonder dat geen geest ooit het volkomen eeuwige leven kan bereiken; dan zullen jullie alles meteen veel juister gaan beoordelen.
Hoofdstuk 85: Kritiek van de Heer op Helena's voorstellen. De aarde kan onmogelijk een paradijs zijn zolang ze oord ter beproeving is. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[11] Dat nu echter de koningen zwak en de volkeren blind zijn geworden, heeft een heel andere oorzaak dan jullie denken. De enige die schuldig is aan deze situatie zullen we echter weldra leren kennen; we zullen hem aan banden leggen en zo de mensen op aarde bevrijden van zijn juk. Dan zal het wel weer beter worden, ook zonder onze wraak!
Hoofdstuk 85: Kritiek van de Heer op Helena's voorstellen. De aarde kan onmogelijk een paradijs zijn zolang ze oord ter beproeving is. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[17] Driemaal wee tegen die koningen, hertogen en vorsten, die steeds hun woord en trouw breken tegenover hun buren en wier harten vervuld zijn van leugen en bedrog. Ik zeg jullie, zij zullen vergaan als de mijten op een blad. Want Ik wil nu de aarde zuiveren van al het onkruid!
Hoofdstuk 86: Olafs wijsheid. Een hemelse heildronk. De nieuwe licht en liefdesbrug van de Goddelijke genade - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[21] Nu kennen jullie allen precies Mijn wil en Mijn besluit. Onderzoek deze. Laat een ieder van jullie zijn aan Mij gedane voorstellen, meningen en wensen daarmee vergelijken en jullie zullen ontdekken, dat ze allemaal getrouw erin vervat zijn. En niemand van jullie allen zal kunnen zeggen, dat hij voor niets heeft gesproken!
Hoofdstuk 86: Olafs wijsheid. Een hemelse heildronk. De nieuwe licht en liefdesbrug van de Goddelijke genade - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[22] Dus eet en drink nu allen op het welzijn van onze kinderen en broeders op aarde! Want nu weten jullie allen dat, en ook hoe we de kinderen van de aarde willen helpen, beslist zullen helpen en zojuist reeds geholpen hebben!'
Hoofdstuk 86: Olafs wijsheid. Een hemelse heildronk. De nieuwe licht en liefdesbrug van de Goddelijke genade - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[17] Of kunt U, Heer, er plezier in hebben dat mensen elkaar als wilde beesten bij duizenden afmaken? En dat alleen, omdat de groten zelfs niet omwille van miljoenen mensenlevens ook maar iets van hun rijkdom en heerszucht willen prijsgeven. Ze denken namelijk dat men hun daarna alles zal willen afnemen, wat echter een volkomen verkeerd idee is. Want ik ben ervan overtuigd dat, wanneer ze de arme volkeren vriendelijk tegemoet zouden treden, deze hen daarvoor op handen zouden dragen. Maar wanneer zij de volkeren pas dan bedrieglijke concessies doen, als deze zich in grote massa's opgezweept uit wanhoop tegen hen verheffen en hen ernstig bedreigen, terwijl zij deze afgedwongen beloften slechts voor de schijn zo lang ophouden, totdat zij deze toezeggingen door hun verzamelde militaire machten op de voor hen kenmerkende wijze weer overboord kunnen gooien, dan is het immers heel begrijpelijk, dat het volk alle vertrouwen in hen moet verliezen. Daar echter een oprecht vertrouwen tussen volkeren en regenten nooit meer te herstellen is, blijft er volgens mij niets anders over dan de volkeren van hun vorsten te bevrijden en in hun plaats waarachtige, door God verlichte leiders aan te stellen, die zelf als echte mensen ook de menswaardigheid van hun broeders zullen eerbiedigen en alles zullen doen om de geest in ieder mensenhart waarlijk tot leven te brengen. Dat moet er gebeuren! En gebeurt dat niet, dan zult U, 0 Heer, met de mensen op aarde altijd net zoveel moeite hebben als nu met ons, die ondanks Uw grote genade nog zo dom als koeien staan te kijken! U moet er tenslotte toch ook schoon genoeg van krijgen als hier elk moment duizenden oerdomme wezens aankomen, die over U evenveel weten als het domme vee op aarde!
Hoofdstuk 84: Helena's mening over de weg tot heil voor de mensen op aarde - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
...  931 - 932 - 933 - 934 - 935 - 936 - 937 - 938 - 939 - 940 - 941 - 942 - 943 - 944 - 945 - 946 - 947 - 948 - 949 - 950 - 951 - 952 - 953 - 954 - 955 - 956  ...