Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 944 van 1088

...  932 - 933 - 934 - 935 - 936 - 937 - 938 - 939 - 940 - 941 - 942 - 943 - 944 - 945 - 946 - 947 - 948 - 949 - 950 - 951 - 952 - 953 - 954 - 955 - 956 - 957  ...
[10] De stijfkop zegt: 'Een vorst spreekt op zijn gebruikelijke manier en een apostel op de zijne. Ik versta echter onder audiëntie niet zoiets hemeltergends als jij en ben van mening dat het onmogelijk zo erg verkeerd kan zijn als ik de Heer bij mij ontbied. Op aarde vraagt men toch ook om een geestelijke, opdat hij dan komt met Christus de Heer, als men zelf als zieke niet naar hem toe kan gaan. Maak daarom niet zoveel drukte alsof daardoor hemel en aarde zouden vergaan!
Hoofdstuk 63: Paulus' toespraak tot de hardnekkige keizer. Koppige repliek. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] Nu staat de poort voor jullie allen open. Grijp en benut daarom deze mogelijkheid voordat ze weer wordt gesloten! Denk je dan dat de Heer dag in dag uit lichamelijk uit Zijn allerhoogste hemelen afdaalt naar de aarde en Zijn schepselen onderricht, geneest en begenadigt en hen tot Zijn kinderen maakt? O zie, dat doet de Heer niet en Hij alleen weet waarom Hij zoiets wel of niet doet. Hij is weliswaar steeds de liefde en erbarming Zelf, maar Zijn bijzondere genade geeft Hij niet altijd in dezelfde vorm en niet aan iedereen op dezelfde wijze!
Hoofdstuk 63: Paulus' toespraak tot de hardnekkige keizer. Koppige repliek. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[9] Paulus gaat nu verder. Als Ik met Petrus en Johannes bij de monniken kom, vragen ze ook Mij om een aalmoes voor de arme zielen in het vagevuur, maar Ik geef hun geen antwoord en schenk hun ook geen aalmoes en Mijn begeleiders doen dat evenmin. Dan beginnen de beide monniken ons naar de hel te verwensen en ons eindeloos uit te schelden voor vuile schurken. Daarop komen alle Weners, die we al eerder hadden gewonnen, eraan, pakken de beide monniken beet en willen hen eens flink afranselen. Ik zeg echter tot hen: 'Laat hen, zij zijn genoeg geslagen! Al hun inspanningen op aarde evenals hier in het geestenrijk zijn van nu af aan tevergeefs. Zij zullen langzaam verdorren als afgemaaid gras en zullen tot voedsel voor de dieren in de diepste duisternis worden opgeslagen. Laten we nu naar buiten gaan! Ik zie nog enkele vruchtbare tuinen, waarin wij nog oogst moeten binnen halen.'
Hoofdstuk 66: Geldzuchtige bedelmonniken bij de uitgang van de grafkelder. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[3] Daarop zegt Paulus: 'En daar zijn jullie zeker echt blij om?' De beide monniken zeggen: 'O ja, zeker! Ook al konden we hen helpen, dan zouden we het nog niet doen, want hardvochtige slechteriken moeten maar voor eeuwig branden! Wij willen nog geen onzevader voor hen bidden.' Paulus zegt: 'Jullie zijn niet erg barmhartig, naar ik zie! Hoe zou het dan zijn als jullie in de vierhonderd mijlen diepe hel onder de aarde zouden zitten? Zouden jullie het prettig vinden als iemand zo onbarmhartig met jullie zou omgaan? Zouden jullie jezelf graag voor eeuwig zien koken en braden?' De ene zegt: 'Pardon weledele heer, dat is een domme vraag. Hoe kan men vragen naar iets wat niet gebeuren kan? Een monnik komt niet zo gemakkelijk in de hel als iemand anders, want die wordt al beschermd door de vele heilige missen die hij voor de arme zielen heeft gelezen. Begrepen, edele heer?'
Hoofdstuk 66: Geldzuchtige bedelmonniken bij de uitgang van de grafkelder. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[12] Karel zegt: 'Dat is een eigenaardige vraag! Naar aardse maatstaven te oordelen ontbreekt jou wel heel veel om door mij als Christus waardig te worden aanvaard, maar hier ben ik nu niet meer zo kieskeurig en neem gemakkelijk een knuppel voor een scepter en een slaapmuts voor een kroon aan, waarom dan jou ook niet als Christus de Heer! Maar kom ik ooit een andere en geschiktere tegen, dat is deze zaak gemakkelijk te veranderen. De echte wordt aanvaard en de valse laat men vallen! Overigens versta je heel goed de kunst om de rol van Christus te spelen! Jouw minzame ernst en je majesteitelijk mooie hoofd met die grote blauwe ogen maken je heel geschikt als waardige representant van diegene die je hier voorstelt. Op verantwoording van hem, die mij jou als de werkelijke Christus aanwees, wil ik dat ook aanvaarden en val daarom als de grootste gewezen keizer van het Rooms Duitse rijk aan Jouw voeten en zeg: 'Heer, wees mij zondaar tegenover U genadig en barmhartig!'
Hoofdstuk 65: De levensgeschiedenis van de trotse Karel. Paulus schudt de hoogmoedige wakker. Dialoog tussen Karel en Jezus. Uiteindelijke bede om genade en bevrijding. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[1] Karel zegt: 'Waar is die Je... Je... Je, wel, nu krijg ik die naam niet over mijn lippen! Hoe heet Hij ook al weer?' Paulus zegt: 'Jezus Christus, dat wil zeggen de Heiland, de Gezalfde! Jij kunt die naam niet uitspreken omdat er niets van Hem in jouw hart aanwezig is. Je hoeft echter niet trots te zeggen: 'Waar is dan die Jezus, naar wie ik toe moet gaan?', want Hij staat toch hier bij mij en is mij steeds het meest nabij! Je hoeft je maar tot Hem te wenden en je bent reeds bij Hem, voorzover dat in jouw toestand mogelijk is. Zeg op z'n minst in je hart: 'Heer, wees mij grote zondaar genadig en barmhartig! Ik ben het niet waard dat ik mijn ogen naar U opsla'. Dan zal de Heer jou recht en milde gerechtigheid doen wedervaren.'
Hoofdstuk 65: De levensgeschiedenis van de trotse Karel. Paulus schudt de hoogmoedige wakker. Dialoog tussen Karel en Jezus. Uiteindelijke bede om genade en bevrijding. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[12] Kijk eens naar zulke trotse vorsten, waarvan Spanje, Frankrijk en Engeland er al enkele te verduren hebben gehad. Ze vielen tenslotte als treurige offers van een ontketende volkswoede. Jij bent zelf nog helemaal bezeten door deze hof grandezza, die noch voor de mensen en nog veel minder voor God enige waarde heeft. Laat haar varen, want ze zal je nooit ofte nimmer zegen brengen! Kijk, als jouw dochter Maria Theresia niet van een heel andere geest dan die van jou doordrongen was geweest, dan zou er allang geen Oostenrijk meer bestaan. Van alle kanten zou men er zijn binnengevallen en het hebben verscheurd, zoals men het naderhand onder de zoon van je dochter evenals onder Leopold en Frans ten dele al heeft kunnen zien. Voor al dit kwaad heb jij het zaad gelegd, en zolang de nog komende vorsten in jouw gouden koets zullen rond rijden, zullen zij niet verlost worden van bittere beproevingen van velerlei aard.
Hoofdstuk 64: Levensduurberekening in het hiernamaals. Een verlangen naar de lotgevallen op aarde. Gelijkenis van de goochelaar. De ware hof grandezza. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] De heersers bevinden zich geestelijk op zulke hoogten. Er is voor hen meer nodig om bij de zee te komen dan voor degenen die al aan zee wonen. Kijk, David was een koning naar Gods hart, want hij was goed en rechtvaardig. Toch moest hij in de geestenwereld verscheidene eeuwen wachten voordat voor hem de volledige verlossing kwam. Zo moet jij het ook opvatten, dan zul je daarin de volledige rechtvaardiging der goddelijke gerechtigheid, genade, liefde en wijsheid vinden.
Hoofdstuk 61: Maria Theresia en enkele andere vorsten betuigen hun instemming met stamvader Rudolf. Verzoek aan de Heer om hen uit de grafkelder te leiden. Goed getuigenis over Rudolf. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] Daarop zegt Rudolf tegen Mij: 'Vriend, wij die met jou naar buiten willen, zijn bij elkaar. Een paar familieleden zullen zich nog bij ons aansluiten. Als het jou gelegen komt, kunnen we ons op weg begeven.'
Hoofdstuk 61: Maria Theresia en enkele andere vorsten betuigen hun instemming met stamvader Rudolf. Verzoek aan de Heer om hen uit de grafkelder te leiden. Goed getuigenis over Rudolf. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[1] Hierop komt een van de nog geestelijk dode vorsten naar Mij toe en zegt: 'Je hebt gehoord wat die Paulus en de oude R over jou gezegd hebben. De zaak klinkt bijna ongelofelijk, maar ik wil geen aanstoot nemen aan dat alles. Ik kom daarom naar jou toe om te horen of er in het getuigenis van Paulus over jou een kern van waarheid zit. Ik wil die goede man nu niet als leugenaar beschouwen omdat hij er veel te eerlijk uitziet, maar hij kan wellicht te zeer met jou ingenomen zijn en jou daardoor in zijn sterke liefde verafgoden.
Hoofdstuk 59: Een oude vorst en de heer. De vorst vraagt om een echt godswonder. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[6] Kijk, de Heer, die na ons zou komen, bevindt zich hier bij ons. Deze hier aan de kant van mijn hart, Hij is het. Ga naar Hem toe en leg Hem voor wat jullie op je hart hebben! Hij alleen bezit de oerbron van het levende water. Als jullie dat zullen drinken, zullen jullie nooit meer dorst hebben! Omdat Hijzelf hier werkelijk persoonlijk aanwezig is, moet je naar Hem toegaan: Hij alleen kan en zal jullie helpen. Wij zijn niet bij machte te helpen, wel hebben wij het vermogen onze blinde broeders voor te bereiden op de hulp van God.'
Hoofdstuk 58: Voortzetting van de les aan de dynastie. Gelijkenis van de luie herders. De dynastieën bestaan slechts omwille van de volkeren. Aansporing tot deemoed en verwijzing naar de Heer. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[6] Kijk eens naar Rudolf, die een vorst was naar Gods hart, naar Theresia, de rechtschapen Jozef, de hartelijke Leopold, de minzame Frans en nog enkele van jullie broeders en zusters; zij hebben ook, net als eens David, van alles gedaan dat niet volgens de orde van Gods liefde was. Maar God de Heer woog de last die ze te dragen hadden, heeft hun, evenals David, iedere schuld kwijtgescholden en heeft hen nu al in Zijn rijk opgenomen. Want zij die bij Hem zijn, zijn ook al in Zijn rijk. De Heer wil echter ook jullie allen genadig zijn. Waarom willen jullie Zijn grote genade dan niet aannemen? Is het dan niet beter om de genaderoep van de Heer te volgen dan door onbuigzame koppigheid rijp te worden voor de hel?'
Hoofdstuk 62: Paulus' opwekkingstoespraak tot de vorsten. De apostel toont de wandaden tijdens hun regeren aan en belooft de genade van de Heer. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[5] Maar Hij heeft nu besloten voor allen genade voor recht te laten gelden, omdat Hij geen vreugde schept in het verdriet van zondaars. Hij beschouwt jullie als ernstig zieken. Hij wil jullie helpen en kwam daarom Zelf als Heiland naar jullie toe. Wat houdt jullie blinden dan tegen, dat jullie aan Zijn oproep geen gehoor willen geven? Wat hebben jullie hier? Niets anders dan wat jullie heerszuchtige verbeelding je verschaft! Desondanks willen jullie het voorbeeld van je werkelijk hoogstaande broeders niet volgen, die - wel wetend dat voor God alle aardse grootheid totaal niets is - zich meteen bij de Heer hebben aangesloten, alhoewel zij Hem nog niet helemaal herkennen.
Hoofdstuk 62: Paulus' opwekkingstoespraak tot de vorsten. De apostel toont de wandaden tijdens hun regeren aan en belooft de genade van de Heer. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] Hoevelen hebben jullie door je overdreven hoogmoed laten terechtstellen, niet zelden op een afschuwelijke manier. Hoe hardnekkig hebben jullie een verlichte geest steeds vervolgd. Welk een meedogenloze wreedheid hebben jullie gebruikt tegenover jullie evangelische broeders! Welk een onuitsprekelijke ellende hebben jullie niet zelden over vele duizenden families gebracht! Hoe zijn jullie tijdens de dertigjarige godsdienstoorlog tekeergegaan tegen de zuivere leer van Jezus, en hoeveel andere ongerechtigheden hebben jullie op je geweten! Hoezeer hebben jullie er steeds naar gestreefd, jullie pracht en praal op te voeren ten koste van het leven en bloed van miljoenen, die evengoed Gods kinderen zijn als jullie. Hoeveel duizenden smachtten onschuldig in kerkers door de traagheid van jullie rechters, die het er onder jullie bescherming goed van namen! Zulke en duizend andere grove zonden hebben jullie op je geweten. Stromen van onrechtvaardig vergoten bloed roepen tot God om wraak op jullie. Als de Heer uitsluitend volgens de maatstaven van de gerechtigheid wilde oordelen, zou Hij jullie voor iedere ongerechtigheid en wreedheid een eeuwigheid zwaar moeten laten boeten in het vuur van de hel.
Hoofdstuk 62: Paulus' opwekkingstoespraak tot de vorsten. De apostel toont de wandaden tijdens hun regeren aan en belooft de genade van de Heer. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[14] Iemand uit hun midden zegt: 'Wij allen weten dat jij, Rudolf van Habsburg, in naam en waardigheid de eerste bent, maar jouw hoogadellijk paleis is niet hier, maar ergens anders. Je bent hier slechts een bewoner en dient hier daarom niet het hoogste woord te voeren! Velen bevalt het hier en zij zijn ook christenen. Daarom zullen we hier blijven totdat de bazuin ons naar buiten zal roepen voor het laatste oordeel, waarbij Onze Lieve Heer ons genadig en barmhartig moge zijn. Wij waren wel naar eer en geweten rechtvaardig en streng tegenover iedereen die tegen ons had gezondigd, maar wij lieten ook heel vaak genade voor recht gelden. Moge Onze Lieve Heer ons evenzo op de jongste dag genade voor recht schenken. Tot zolang willen we hier in alle rust vertoeven!'
Hoofdstuk 60: Wonderen en hun uitwerking. De vorst erkent de wijsheid van de Heer. Zijn Christusbelijdenis onder voorbehoud. De vorsten beraden zich. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
...  932 - 933 - 934 - 935 - 936 - 937 - 938 - 939 - 940 - 941 - 942 - 943 - 944 - 945 - 946 - 947 - 948 - 949 - 950 - 951 - 952 - 953 - 954 - 955 - 956 - 957  ...