Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 945 van 1490

...  933 - 934 - 935 - 936 - 937 - 938 - 939 - 940 - 941 - 942 - 943 - 944 - 945 - 946 - 947 - 948 - 949 - 950 - 951 - 952 - 953 - 954 - 955 - 956 - 957 - 958  ...
[15] Want hier gaat het niet om jullie lichamelijke, maar om je geestelijke vrijheid! Deze bestaat echter in deemoed en niet in opstandige hoogmoed! Overwin die eerst, en dan zal blijken of mijn wetten jullie vrijheid zullen verstoren of niet! Zo zal het gebeuren! Amen.'
Hoofdstuk 171: De reactie van de woordvoerder van de negenennegentig raadsheren over wetten en hun doel. Het protest van de negenennegentig tegen de wetten van Ohlad Ohlads koninklijk wijze antwoord. De deemoed als hoogtepunt van de menselijke vrijheid. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] Denk je soms dat ik niet weet hoe de geest van de Godheid jou zichtbaar in de tempel tot koning heeft gezalfd en je deze tien vuurmannen tot onoverwinnelijke ministers gaf?
Hoofdstuk 172: Het schrandere weerwoord van de woordvoerder der negenennegentig raadsheren over het doel van de rede, het verstand en de vrije wil. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] Denk je dat al die vuurstormen die deze tien opgeroepen hebben mij ontgaan zijn? - Helemaal niet, want ik heb je door mijn bedienden heel goed laten gadeslaan!
Hoofdstuk 172: Het schrandere weerwoord van de woordvoerder der negenennegentig raadsheren over het doel van de rede, het verstand en de vrije wil. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] God heeft ieder mens rede en verstand gegeven en daarnaast de vrije wil en in deze drie tegelijk ook drie hoofdwetten, en wel de volgende: door de rede, dat de mens al het goede en ware zal vernemen, door het verstand, dat hij hetgeen hij verneemt ordent en het absoluut zuivere herkent, en door de vrije wil, dat hij het absoluut zuivere vrij kiest, behoudt en daarnaar handelt.
Hoofdstuk 172: Het schrandere weerwoord van de woordvoerder der negenennegentig raadsheren over het doel van de rede, het verstand en de vrije wil. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[9] Is het niet zo?! Is dat niet de goddelijke orde waarom God de mens zo schiep en met deze drie hoofdwetten uitrustte om daarnaar te handelen?!
Hoofdstuk 172: Het schrandere weerwoord van de woordvoerder der negenennegentig raadsheren over het doel van de rede, het verstand en de vrije wil. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[10] Maar doe ik dan iets anders? Handel ik niet volgens deze goddelijke principes?! Handel ik niet overeenkomstig de goddelijke orde als ik volgens die drie gelouterde grondbeginselen, dus puur redelijk, het verstandig en vrijwillig vanuit mijzelf handel en mij door geen andere wet laat beperken omdat ik het oergoddelijke in mij herken en het hoger acht dan al het menselijke dat reeds niet meer zuiver is, omdat een mens alleen dan een goed onderlegd ander mens een wet op wil dringen als hij het zuiver goddelijke in zijn broeder geen waarde meer toekent - wat zojuist bij jou tegen ons het geval is!
Hoofdstuk 172: Het schrandere weerwoord van de woordvoerder der negenennegentig raadsheren over het doel van de rede, het verstand en de vrije wil. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Toen Ohlad die woorden van de woordvoerder van de negenennegentig raadsheren had gehoord, wendde hij zich tot zijn ministers en vroeg hen wat er met deze hardnekkige tegenstander moest gebeuren. Moest men hem misschien met zijn medestanders zonder de leer van de goddelijke plicht laten vertrekken, of moest men hem er met geweld van vuur toe dwingen om naar de bijzonder welgemeende leer van de plicht te luisteren?
Hoofdstuk 173: Het overleg van Ohlad met zijn ministers. De doeltreffende woorden van de minister-president tot de negenennegentig raadsheren. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] Geef iets goeds voor iets slechts, iets fijns voor iets grofs, honing voor gal, olie voor azijn, goud voor zout, edelstenen voor leem, en spoedig zal duidelijk worden wat er met deze sterke tegenstanders gebeuren moet! Val hen met hun eigen wapens aan, en je zult hen het eerst en gemakkelijkst overwinnen!'
Hoofdstuk 173: Het overleg van Ohlad met zijn ministers. De doeltreffende woorden van de minister-president tot de negenennegentig raadsheren. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] En Ohlad sprak: 'Je hebt gelijk, dat zou wel de veiligste weg zijn, maar dan zou ik een betere tong moeten hebben! In mijzelf hoor ik wel heel helder en duidelijk wat ik deze goed van de tongriem gesneden held moet antwoorden, - maar omdat ik nog zo weinig oefening heb om mijn innerlijke gedachten naar buiten uit te spreken, heb ik daar enigszins moeite mee. Jij hebt daarin reeds grote vaardigheid verworven; daarom vraag ik jou, beste broeder, om in mijn plaats een krachtig woord te spreken dat deze halsstarrigen vast en zeker binnen de kortste tijd zal doen buigen!'
Hoofdstuk 173: Het overleg van Ohlad met zijn ministers. De doeltreffende woorden van de minister-president tot de negenennegentig raadsheren. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] Bovendien is een wet waaraan men een sanctie moet toevoegen alleen al slecht, verwerpelijk, onacceptabel en leeg, doordat de sanctie er niet in besloten ligt als een heel natuurlijk en rechtvaardig gevolg van het overtreden ervan. En juist deze lege wetten worden door deze helden gevreesd, en terecht; want zulke wetten maken de mens altijd tot een ware slaaf.
Hoofdstuk 174: Het verschil tussen dode en goddelijke wetten. Ohlads woorden tot de negenennegentig raadsheren over de goddelijke wil. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] Maar die wetten van boven vanuit de eeuwige goddelijke orde vrezen deze helden niet, want zij weten niet dat die wetten al van eeuwigheid af aan de straf in zich dragen zoals ieder mens een straffende geest in zijn geweten in zich draagt.
Hoofdstuk 174: Het verschil tussen dode en goddelijke wetten. Ohlads woorden tot de negenennegentig raadsheren over de goddelijke wil. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[6] Deze woorden begreep Ohlad heel goed en daarom hij ging hij dadelijk naar de negenennegentig toe en richtte de volgende woorden tot de woordvoerder van de negenennegentig:
Hoofdstuk 174: Het verschil tussen dode en goddelijke wetten. Ohlads woorden tot de negenennegentig raadsheren over de goddelijke wil. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[13] Doen jullie dat ook, dan kun je blijven en deze burcht bewonen!'
Hoofdstuk 174: Het verschil tussen dode en goddelijke wetten. Ohlads woorden tot de negenennegentig raadsheren over de goddelijke wil. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Toen Ohlad deze woorden van de woordvoerder van de negenennegentig had gehoord, wist hij niet wat hij daarop moest antwoorden; en tegelijkertijd lag het ook in zijn karakter dat hij wegens een geringe ergernis geen woord kon uitbrengen, en daarom was het des te moeilijker voor hem om de zeer kritische tegenstander een bevredigend antwoord te geven.
Hoofdstuk 176: Ohlads verlegenheid en het advies van zijn ministers over de behandeling van dergelijke verstandshelden. Het afbreken van de onderhandelingen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] Wel worden deze poppen mettertijd weer levendig en worden mooie vlinders, - maar wat is dat voor een vreselijk beeld?! Want het stelt niets anders voor dan een hinderlijk stel dagdieven, leeglopers en kunstzinnigen die hun ideeën, zoals een vlinder haar eieren, in de jonge aanplant van het mensengeslacht leggen, waaruit dan al spoedig talloze schadelijke rupsen tevoorschijn komen en al even snel alle heerlijke, levende drang van het geestelijke leven aantast en te gronde richt!
Hoofdstuk 176: Ohlads verlegenheid en het advies van zijn ministers over de behandeling van dergelijke verstandshelden. Het afbreken van de onderhandelingen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
...  933 - 934 - 935 - 936 - 937 - 938 - 939 - 940 - 941 - 942 - 943 - 944 - 945 - 946 - 947 - 948 - 949 - 950 - 951 - 952 - 953 - 954 - 955 - 956 - 957 - 958  ...