Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 946 van 1088

...  934 - 935 - 936 - 937 - 938 - 939 - 940 - 941 - 942 - 943 - 944 - 945 - 946 - 947 - 948 - 949 - 950 - 951 - 952 - 953 - 954 - 955 - 956 - 957 - 958 - 959  ...
[3] Een ander zegt: 'Maar vriend, waar staat dan geschreven dat wij bij de sarcofagen vorsten in de kapucijner grafkelder moeten blijven omdat wij met onze vrienden, die ons eerder uit onze eerste kerker hebben bevrijd, hier naartoe zijn gekomen? Dat was weer dom van je, beste vriend Seppl! Ik denk echter dat deze vorsten er ook wel naar zullen verlangen eens uit hun lange slaap te worden gewekt. Daarom hebben ze zich zo goed en zo kwaad als zij konden tot deze wondermachtige vriend van God gewend. Dat wij toen ook hierheen zijn mee gesjokt, is onze zaak, want we hadden evengoed buiten kunnen blijven. Laten we dan, nu we eenmaal hier zijn, ook stil zijn en luisteren naar wat de wondervrienden van God allemaal met deze oude vorsten geesten zullen doen.'
Hoofdstuk 56: In de keizerlijke grafkelder bij de kapucijnen. Veel doods in de sarcofagen. De voornaamste vraag betreft Jezus. Verschillende opvattingen over Rome. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[1] Ondertussen komen we werkelijk bij de kapucijnen in de grafkelder aan, wat enkele van onze nieuwe begeleiders niet echt bevalt, want onze humorist maakt meteen de opmerking: 'N u vraag ik ieder van jullie: wat hebben we nu gewonnen met deze geschiedenis? Helemaal niets! De goede Paulus heeft ons met een smoesje het ene gat uitgelokt om ons in een nog erger te stoppen. 0, wat is het leven toch mooi! Het leven is één en al ingekapselde beweging, samengesteld uit honger, dorst en allerlei ellende. Dit ingekapselde, ellendige leven wordt steeds van de ene groeve naar de andere verplaatst en daarin lijkt ook zijn bestemming te liggen. Bij de verwekking begint de trektocht en deze houdt daarna nooit ofte nimmer meer op. Zo trekken we maar mooi verder van het ene oord van ellende naar het andere, in eeuwigheid, amen!
Hoofdstuk 56: In de keizerlijke grafkelder bij de kapucijnen. Veel doods in de sarcofagen. De voornaamste vraag betreft Jezus. Verschillende opvattingen over Rome. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[15] Helena zegt: 'Zegt u mij eens, hoelang is het dan al geleden dat u gestorven bent? Naar uw tongval te oordelen moet u toch aardig lang vóór Adam op aarde hebben geleefd? Nee, is me dat een taal; daar zou je wat van krijgen! ( Het Oudduitse taalgebruik gaat in de vertaling helaas verloren.) Nu loopt, naar ik zie, de weg naar de kapucijnen! Zou daar soms het hoogadellijke paleis zijn?' De ene hoge edelman zegt: 'Hou toch je mond. Jij begrijpt ons niet; daar ben je nog te jong voor. Hou je daarom maar stil! Wij zijn wel bij de kapucijnen, maar niet op de aarde, maar onder de aarde. Begrijpt u dat, mejuffrouw?'
Hoofdstuk 55: Fantastische vermoedens van de meelopers. Nieuwe, merkwaardige ontmoetingen. De reeds lang overleden voorouders uit het huis Habsburg-Lotharingen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[5] De humorist zegt: 'Nou, ik geloof ook dat de zaak een beetje merkwaardig is. De stad, de huizen, straten en pleinen zien er wel helemaal uit als in Wenen. Ook de staat van beleg met zijn omheinde bastions en kanonnen duurt in precies dezelfde vorm voort. Alleen is de militaire wacht niet zo streng tegenover de bezoekers van de bastions en laat ze hun gang gaan. Maar bekijk de mensen eens, die je tegenkomt. Zij zijn meestal wereldvreemd, zo wild en dom als Chinezen en treurig en weemoedig alsof ze de cholera hadden. Daar voor een huisdeur staan enkele zigeuners. Kijk maar eens wat voor onnozele gezichten die trekken en hoe ze elkaar zo nu en dan besnuffelen om na te gaan of ze naar zilver of goud ruiken! Heb je in ons dierbare Wenen ooit zoiets gezien?'
Hoofdstuk 55: Fantastische vermoedens van de meelopers. Nieuwe, merkwaardige ontmoetingen. De reeds lang overleden voorouders uit het huis Habsburg-Lotharingen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[20] Met een glimlachje zegt Paulus: 'Aardig van je, alleen had je hier ook de belangrijkste reden moeten aangeven. Kijk, de grove Tiroler had gelijk toen hij tegen je zei: niet op Paulus, maar op dat vrouwtje staar je je blind!' Zeg dus in het vervolg alleen wat waar is, want hier bij ons is het voor geen enkele ziel mogelijk om zich anders voor te doen dan ze is! Ga nu echter ook naar dat vrouwtje toe en maak haar een complimentje! Maar vergeet niet dat ze al de vrouw is van een man, en wel van degene die naast haar staat!'
Hoofdstuk 54: Goed antwoord van iemand uit de schare. Paulus' laatste rede voor de hardnekkigen. De vrolijke Wener en de onbehouwen Tiroler. Allen trekken verder. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[19] Hierop verlaat de humorist zijn hooggebergte gezelschap, begeeft zich vlug naar Paulus en zegt: 'Zeer gewaardeerde vriend, je hebt ons allen een grote weldaad bewezen, maar het is nog bij niemand opgekomen om jou hier buiten ervoor te bedanken dat je ons door de waarheid van je rede uit onze ware gevangenis hebt bevrijd. Ik ben daarom als eerste zo vrij geweest om jou, als onze zeer gewaardeerde vriend, bij deze mijn diepste en warmste dank aan te bieden!'
Hoofdstuk 54: Goed antwoord van iemand uit de schare. Paulus' laatste rede voor de hardnekkigen. De vrolijke Wener en de onbehouwen Tiroler. Allen trekken verder. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[25] Vriend, ik zeg je nu in alle ernst: kom bij ons niet aan met dergelijke grappen, want die zouden je verdraaid slecht kunnen bekomen! Want weet wel, mijn anders hooggewaardeerde vriend, dat ik, hoewel ik geen farizeeër ben van rooms-katholieke snit, toch een ware vereerder ben van Christus en volledig zijn onbetwistbare goddelijkheid belijd. Om deze reden is Hij me veel te verheven en te heilig dan dat ik Hem hier, in het ordinaire straatvuil van Wenen, naar beneden zou willen halen! Geloof me: hoewel ik in menig opzicht, vooral op het gebied van het schone geslacht, geen monnik, geen Plato en geen Socrates ben, ben ik niettemin een grote vriend, vereerder en aanbidder van Christus. Daarom verzoek ik je wel om met deze naam aller namen wat behoedzamer om te gaan!'
Hoofdstuk 54: Goed antwoord van iemand uit de schare. Paulus' laatste rede voor de hardnekkigen. De vrolijke Wener en de onbehouwen Tiroler. Allen trekken verder. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[16] De humorist zegt: 'Zie je wel, je hebt alleen geen lef, anders ging je er wel heen! Ja, ja, de moed ontbreekt je nogal! Maar ik zal gaan en zal de goede Paulus mijn dank betuigen, omdat hij ons voor ons welzijn naar buiten heeft gebracht! Wij zijn weliswaar nog steeds in ons geliefde Wenen, maar dan tenminste wel in een van de drukste straten, waar het steeds heel levendig toegaat, en dat is al een enorm voordeel.' De Tiroler zegt: 'Zie je wat voor een minne vent jij bent? Denk jij soms dat ik jou niet ken? Jij staart je blind op dat vrouwtje, daarom wil je daarheen gaan, maar zeker niet om Paulus te bedanken! Maak nu maar dat je weg komt, anders zul je gauw zien of Tirolers lef hebben of niet! Begrepen?'
Hoofdstuk 54: Goed antwoord van iemand uit de schare. Paulus' laatste rede voor de hardnekkigen. De vrolijke Wener en de onbehouwen Tiroler. Allen trekken verder. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[15] De humorist zegt: 'Nou, word maar niet zo massief als de bergen van jouw land! Kijk liever eens daarheen, waar onze Paulus nu zo vriendelijk spreekt met een lieve, eenvoudige man, die hem heel verheugd de hand drukt! En kijk dan verder naar rechts: een meisje zoals er geen tweede bestaat! Nou, dat is er echt een uit duizend! Laten we daar wat dichter naartoe gaan? Mijn hemel, die is me liever dan de Oostenrijkse staatsschuld! Wat denk jij, pokdalige Tiroler?' De Tiroler zegt: 'Jij bent nog steeds een domme stumper! Zie je dan niet, dat zoiets voor ons niet is weggelegd? Laten we maar blijven waar we zijn, dat is veel beter voor ons.
Hoofdstuk 54: Goed antwoord van iemand uit de schare. Paulus' laatste rede voor de hardnekkigen. De vrolijke Wener en de onbehouwen Tiroler. Allen trekken verder. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[14] De humorist zegt: 'O jij domme kerel van een Tiroler! Zie je dan niet dat wij nu geesten zijn, die alleen nog een wil en verstand, maar geen lichaam meer hebben? Petrus, berg op je zwaard, het is hier niets meer waard! Wie met het zwaard omgaat, zal door het zwaard omkomen! Dat staat geschreven in de Heilige Schrift; heb je die ooit gelezen?' De Tiroler zegt: 'Hoe kon ik die lezen; ik ben toch nooit naar school gegaan. Maar ik weet wel, dat ik van de Heilige Schrift meer af weet dan jij!'
Hoofdstuk 54: Goed antwoord van iemand uit de schare. Paulus' laatste rede voor de hardnekkigen. De vrolijke Wener en de onbehouwen Tiroler. Allen trekken verder. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[9] Gelukkig voor jullie, dat jullie nu het besluit hebben genomen om mij te volgen, want nu pas zullen jullie daar komen, waar de oerwaarheid en de oerwerkelijkheid van ieder zijn en bestaan zijn tehuis heeft. In de wereld is alles leugen en bedrog. Jullie bezit, wetenschap, kunsten en schatten, zelfs jullie leven... niets dan leugen en bedrog was het! Zou de materiële wereld iets beters zijn, dan zou ze bestendig moeten zijn zoals de waarheid zelf voor eeuwig bestendig blijft! Maar wat blijft in de wereld bestendig? Ik zeg jullie: niet eens Gods woord, want ook dit wordt door de leugen van de wereld vertroebeld en dan verdraaid tot alles wat dom, verkeerd en slecht is. Daarom is het de mensen versluierd gegeven, opdat de heilige inhoud ervan, niet verontreinigd kan worden. De wereld is niets anders dan een voor een bepaalde proeftijd gerichte leugen. Als deze voor de mens ophoudt, begint pas het Godsrijk der eeuwige waarheid! Maak nu dus ook in jezelf een einde aan de wereld, opdat het Godsrijk zich dan in jullie kan manifesteren! Volgen jullie mij nu dus allemaal!'
Hoofdstuk 54: Goed antwoord van iemand uit de schare. Paulus' laatste rede voor de hardnekkigen. De vrolijke Wener en de onbehouwen Tiroler. Allen trekken verder. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[5] Nu vraag ik jullie als vriend: wat zullen we doen? Deze man met die apostelnaam of voor mijn part de apostel zelf, heeft ons deze geschiedenis helder en duidelijk uiteengezet. Volgen wij hem? Naar de hel, die vast nergens bestaat, zal hij ons niet brengen en ook niet voor een rechtbank! Daarom kunnen we hem wel op weg naar buiten volgen. Daar zal dan wel blijken wat hij eigenlijk met ons van plan is.'
Hoofdstuk 54: Goed antwoord van iemand uit de schare. Paulus' laatste rede voor de hardnekkigen. De vrolijke Wener en de onbehouwen Tiroler. Allen trekken verder. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[14] Want ik zie jullie gezindheid: jullie willen niet aan de geest toebehoren en zijn zachte stem uit de hemelen volgen, omdat jullie naar de dode stem van jullie veronderstelde vlees luisteren en vrouwen willen om met hen de rest van jullie leven in ontucht door te brengen! Maar jullie bokkengedaante wil de vrouwen niet meer aanstaan en zij die nog vermaak bij jullie zouden vinden, kunnen jullie niet meer behagen omdat jullie geile vleesbokken alleen nog maar jong en mollig vlees willen.
Hoofdstuk 53: De gewonnen zes. Paulus' moeite voor de overigen. Rede over de tijd van uitzonderlijke genade. De verblindende vleselijke lust. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[1] Het clublid dat het eerst naar voren was getreden, zegt tegen de anderen: 'praten kan hij wel, een beetje verstand van zwarte kunst heeft hij ook, en hij heeft eveneens een goed hart. Hoe gek het ook mag klinken, dat hij ons voor geesten en zichzelf voor de apostel houdt, ... helemaal ongegrond lijkt zijn bewering toch niet te zijn. Er is mij ook al heel wat opgevallen dat ik jullie niet heb willen zeggen, maar de zaken staan er nu eenmaal zo voor en daarom ben ik van mening dat we deze Paulus wel degelijk moeten volgen. Slecht meent hij het niet met ons!'
Hoofdstuk 53: De gewonnen zes. Paulus' moeite voor de overigen. Rede over de tijd van uitzonderlijke genade. De verblindende vleselijke lust. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[10] Paulus neemt het tien-Kreuzer-biljet en verandert het ogenblikkelijk in tien echte, zware dukaten. De leden van de club zijn stomverbaasd en zeggen: 'Nee vriend, jij kunt meer dan alleen brood eten! Ah, dat is werkelijk een meer dan sterk staaltje! Jij zou een kunstenaar kunnen zijn naar het hart van de Rotschilds en naar nog vele miljoenen harten meer! Luister Paulus, wij houden je bij ons! Jij bent van harte welkom!'
Hoofdstuk 52: Paulus in de proletariërclub 'In de goede Herder'. De apostel als goudmaker. Inflatietheorie en levensroes. Gelijkenis van de wedloop. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
...  934 - 935 - 936 - 937 - 938 - 939 - 940 - 941 - 942 - 943 - 944 - 945 - 946 - 947 - 948 - 949 - 950 - 951 - 952 - 953 - 954 - 955 - 956 - 957 - 958 - 959  ...