Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 946 van 1490

...  934 - 935 - 936 - 937 - 938 - 939 - 940 - 941 - 942 - 943 - 944 - 945 - 946 - 947 - 948 - 949 - 950 - 951 - 952 - 953 - 954 - 955 - 956 - 957 - 958 - 959  ...
[6] Laten wij daarom deze blinde, mensachtige verstandspoppen maar zo spoedig mogelijk van hier weg laten gaan, want nu schijnt in ons midden de geest van de eeuwige levende zon! Door haar warmte zouden deze poppen spoedig uitgebroed kunnen worden en dan hun verderfelijke broedsel in onze nieuwe planten leggen!
Hoofdstuk 176: Ohlads verlegenheid en het advies van zijn ministers over de behandeling van dergelijke verstandshelden. Het afbreken van de onderhandelingen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] Daarom zullen wij met deze mensen geen nutteloze woorden meer wisselen, maar hen meteen laten vertrekken; en hoe hun wind hen zal draaien, daar moeten zij ook heengaan, want iedere worm kent zijn kruid dat hem smaakt en dat hij dan begerig vreet!'
Hoofdstuk 176: Ohlads verlegenheid en het advies van zijn ministers over de behandeling van dergelijke verstandshelden. Het afbreken van de onderhandelingen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[10] Mensen die wij alles toegestaan hebben als zij onze eenvoudige wet aannamen, deugen niet voor ons die weten dat God onze harten precies zo ingericht heeft als het oog, dat weliswaar zeer vele malen kleiner is dan de zichtbare grote schepping, maar desondanks deze in zich kan opnemen en beschouwen! En dus komt het niet op het volume aan, maar op de wil van het leven dragende wezen!
Hoofdstuk 176: Ohlads verlegenheid en het advies van zijn ministers over de behandeling van dergelijke verstandshelden. Het afbreken van de onderhandelingen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Deze woorden veroorzaakten een grote gemoedsverandering bij de negenennegentig; in het bijzonder ervoeren zij allen de gelijkenis van de overeenkomst tussen het oog en het hart, als een elektrische vonk door al hun ledematen, aderen en ingewanden.
Hoofdstuk 177: De zelfkennis van de negenennegentig raadsheren. De eenvoud van Gods woord ergert de verstandshelden. De bekeerde Danel en Ohlad als broeders. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] Vandaar dan ook dat de woordvoerder zich omdraaide en de volgende woorden tot zijn broeders richtte: 'Luister naar mij, broeders! De woorden van deze machtige bode, die nu eerste minister is van Ohlad, die God Zelf tot koning over ons heeft gezalfd, heeft me mijn verkeerde zienswijze getoond.
Hoofdstuk 177: De zelfkennis van de negenennegentig raadsheren. De eenvoud van Gods woord ergert de verstandshelden. De bekeerde Danel en Ohlad als broeders. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] Want wij zijn tegelijkertijd ook stokdoof en bovendien nog vreselijk verwaand en dom! En zo is het ook volkomen terecht dat wij nu zo smadelijk gedwongen worden deze stad te verlaten, waar wij geruime tijd de grote heren hebben gespeeld; en mij geschiedt des te meer gerechtigheid, omdat ik me in jullie midden altijd het meest hardnekkig heb verzet tegen alles wat zuiver geestelijk of goddelijk was.
Hoofdstuk 177: De zelfkennis van de negenennegentig raadsheren. De eenvoud van Gods woord ergert de verstandshelden. De bekeerde Danel en Ohlad als broeders. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] Met ons hoofd en ons verstand weerstreefden wij altijd ieder woord dat van God tot ons kwam; daarom verdienen wij nu ook niet beter dan op de dag van de afrekening uit deze stad verdreven te worden!
Hoofdstuk 177: De zelfkennis van de negenennegentig raadsheren. De eenvoud van Gods woord ergert de verstandshelden. De bekeerde Danel en Ohlad als broeders. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[9] Na deze woorden wendde hij zich weer tot Ohlad en tot het tiental en vroeg hen bewogen om vergeving van zijn halsstarrigheid en dankte hen voor de leer die hem had gewekt, en wilde daarop weggaan.
Hoofdstuk 177: De zelfkennis van de negenennegentig raadsheren. De eenvoud van Gods woord ergert de verstandshelden. De bekeerde Danel en Ohlad als broeders. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] Waarlijk, aan deze man zal de vloed der tijden niets veranderen, want zijn domheid staat zo vast als een rots!
Hoofdstuk 178: De succesvolle bewerking van de zevenennegentig raadsheren door Danel. De weerstand van de schijnkoning, zijn vernedering en bekering, - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[9] Laat de bergen instorten, laat de aarde beven als het loof van de bomen tijdens een storm, verduister de zon en laat de sterren van de hemel op aarde vallen, - en onverstoorbaar zal deze man erbij staan!
Hoofdstuk 178: De succesvolle bewerking van de zevenennegentig raadsheren door Danel. De weerstand van de schijnkoning, zijn vernedering en bekering, - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[15] Deze satire bracht de schijnkoning bijna buiten zinnen, en hij begon daarop werkelijk te tieren en te razen.
Hoofdstuk 178: De succesvolle bewerking van de zevenennegentig raadsheren door Danel. De weerstand van de schijnkoning, zijn vernedering en bekering, - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] Nu is het aan ons deze volkeren in de steden, alsook op het land en waar er maar mensen wonen te bekeren. Overal heerst, zoals jullie met mij heel goed weten, afgoderij alsmede letterlijke goddeloosheid!
Hoofdstuk 179: Koning Ohlads broederlijke woorden tot Danel. De eensgezindheid onder de honderd en tien verzamelden. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] Voor een groot deel dragen wij daarvan de schuld, en daarom is het nu des te meer onze plicht al deze volkeren weer het licht te brengen, dat wij voor het grootste deel van hen hebben afgenomen.
Hoofdstuk 179: Koning Ohlads broederlijke woorden tot Danel. De eensgezindheid onder de honderd en tien verzamelden. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[6] De Heer Zelf heeft voor ons de weg gebaand door de verschrikkelijke vuurstorm; nu is het echter aan ons de gelegenheid aan te grijpen en deze wijs te benutten tot eer en lof van Degene die ons zo'n grote genade bewees doordat Hij het eeuwige licht van het leven dat in ons geheel was gedoofd, weer opnieuw heeft ontstoken.
Hoofdstuk 179: Koning Ohlads broederlijke woorden tot Danel. De eensgezindheid onder de honderd en tien verzamelden. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[10] Nadat Ohlad deze toespraak had beƫindigd ontving hij grote lof, en alle raadsheren samen met de zeer verdeemoedigde schijnkoning begonnen God luid te loven en te prijzen omdat Hij hun zo'n goede en wijze koning had gegeven.
Hoofdstuk 179: Koning Ohlads broederlijke woorden tot Danel. De eensgezindheid onder de honderd en tien verzamelden. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
...  934 - 935 - 936 - 937 - 938 - 939 - 940 - 941 - 942 - 943 - 944 - 945 - 946 - 947 - 948 - 949 - 950 - 951 - 952 - 953 - 954 - 955 - 956 - 957 - 958 - 959  ...