Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 947 van 1166

...  935 - 936 - 937 - 938 - 939 - 940 - 941 - 942 - 943 - 944 - 945 - 946 - 947 - 948 - 949 - 950 - 951 - 952 - 953 - 954 - 955 - 956 - 957 - 958 - 959 - 960  ...
[26] Ik zeg je derhalve, overweeg Mijn woorden aandachtig en geef Mij daarna een antwoord. Pas wel op dat je mij niet weer met een exorcistische uitvlucht aankomt, want dan zal ik je de macht van een ander exorcisme laten zien dat jouw blinde ogen zal openen, zodat je de afgrond zult zien die je te wachten staat wanneer je nog langer hardnekkig in jouw dwaasheid blijft volharden.
Hoofdstuk 68: Twistgesprek met een augustijn. Petrus en Paulus - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[13] De roomse kerk zou niet door Petrus zijn gesticht? Hij heeft toch zelf drie volle jaren in Rome onderricht en er zijn stoel gesticht, en is daar aan een omgekeerd kruis de martelaarsdood gestorven! Bovendien bevindt zich zijn onvergankelijk lichaam tot op de dag van vandaag nog in de heilige graftombe van zijn kerk in Rome en zijn stoel is heden ten dage nog de machtige troon van de paus! En jij, helse duivel, kunt mij zo'n vraag stellen en waagt het om naij, een zuivere dienaar van God, een gezalfde priester, zo brutaal tegemoet te treden? Ik gebied jou in naam van de drie-enige God, de zalige maagd Maria, de heilige Jozef, en in naam van alle heilige apostelen, leerlingen, martelaren, in naam van alle andere heiligen en in naam van de hele rooms-katholieke alleenzaligmakende kerk, dat jij, afschuwelijke duivel, met je helse, verdoemde gezelschap deze heilige plaats vliegensvlug verlaat! Anders roep ik al mijn medebroeders, die hier rusten in het paradijs en die in de hemel zijn, te hulp opdat ze jou en jouw doemwaardige gezellen met drie zeer speciaal gewijde kruisbeelden en met andere speciaal gewijde kerkelijke insignes opjagen en tergen totdat deze plaats voor jou een grotere kwelling wordt dan de allerlaagste hel zelf. O, jij verdoemde duivel, jij afschuwelijke duivel, jij onchristelijke duivel, jij bedrieger van alle mensen, jij uitvaagsel van de zevende scheppingsdag, jij eeuwig verdoemde creatuur van God, weg, weg, ga weg van hier!
Hoofdstuk 67: Heeft Petrus de roomse kerk gesticht? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[2] De monnik zegt, terwijl hij eerst drie kruistekens maakt: God sta me bij! Ik heb vaak gehoord dat de aanvechtingen van de duivel in de geestelijke wereld nog duizendmaal erger zijn dan in de natuurlijke en dat men in de geestelijke wereld pas werkelijk het juiste begrip van de grote gewelddadigheid van de duivel krijgt. War ik hierover heb gelezen in de heilige hoeken die door vrome en godvruchtige mensen zijn geschreven, staat nu letterlijk voor me! Ik zeg jou echter, eeuwig afschuwelijke duivel, jij voortdurende bedrieger van God en het hele menselijke geslacht, denk jij soms dat God zich laat bedriegen? Dan vergis je je deerlijk! Evenmin als God zich laat bedriegen, laat ik mij als altijd trouwe dienaar van God door jou bedriegen. Eerder dan toe te geven, zal ik met Gods hulp en met de hulp van de zalige maagd Maria zolang weerstand aan jou bieden totdat al jouw geduld om nog langer met mij te twisten je verlaten zal hebben. Daarom kun je doen wat je wilt, mij zul je niet van mijn kerk afvallig maken!
Hoofdstuk 68: Twistgesprek met een augustijn. Petrus en Paulus - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[6] Nu zeg ik: goed, mijn vriend en werkelijk trieste en duistere broeder! Aangezien je mij de kerkelijke Heilige Geest zo duidelijk hebt beschreven, vraag ik jou hoe het mogelijk is dat de Heilige Geest, wat betreft de petrinische gegevens bij de verschillende kerkelijke geschiedschrijvers, die toch zeker allemaal volgens jouw zeggen 'vanuit de Heilige Geest' gesproken en geschreven hebben, juist in deze geschiedkundige uitspraak over de aanwezigheid van Petrus in Rome zich zo geweldig heeft kunnen vergissen. Jij hebt daarnet beweerd dat het verblijf van Petrus in Rome drie jaar heeft geduurd, maar ik kan jou verzekeren dat in dit opzicht geen letter die geschreven werd over de historie van Petrus mij onbekend is.
Hoofdstuk 68: Twistgesprek met een augustijn. Petrus en Paulus - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[1] Kijk, hij gaat een aanzienlijk grote hal binnen en zoals jullie zien, komt hem ook al een menigte medebroeders tegemoet. Verscheidene van hen zien ons en vragen hem wie wij zijn en wat wij willen. En hij (de monnik) antwoord hen heel heimelijk: vraag niets, want dat zijn verschrikkelijke wezens, die met bijzondere toestemming onze zalige rust geweldig willen verstoren. Of de middelste Lucifer zelf is of zijn belangrijkste handlanger, dat weet ik niet, maar één ding is wel zeker: hij spotte met al mijn kerkelijk exorcistische middelen en dreigde mij bovendien nog in bedekte termen met de hel als ik niet in staat zou zijn hem aan de hand van de Heilige Schrift letterlijk te bewijzen dat Petrus de kerk van Rome gesticht heeft.
Hoofdstuk 69: De augustijner monnik in beraad - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[3] Om kort te gaan, hij bewijst haarfijn dat de leer van Christus van volmaakt goddelijke oorsprong is, en dat bij de bestaande kerkelijke structuur onze kerk, naast die leer niets anders is dan een eigenmachtig, duister heidendom; maar als onze kerk goed is, dan is Christus zoveel als niets en als Christus niets is dan heeft dit niets ook zijn weerslag op onze kerk. Dat is nu deze vreselijke kwestie!
Hoofdstuk 69: De augustijner monnik in beraad - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[11] Kijk, de `engelen' sluiten ons in en we zullen ons deze keer niet verweren, maar ons door hen laten oppakken. Eerst wanneer ze over ons een heel menslievend oordeel hebben geveld, zullen we ons wat gaan roeren, want dit alles behoort bij de zaak. Zonder deze ervaring zouden jullie geen volkomen inzicht hebben in deze geestelijke situatie, en langs een andere weg zouden we deze geesten niet gauw benaderen en ze dan, voor hun eigen bestwil, van hun waanideeën overtuigen. Daarom laten we ons, zoals gezegd, intussen heel goedmoedig oppakken, opdat jullie daaruit ook mogen inzien op hoe ontelbaar veel manieren de Heer Zijn dienaren aanhoudend vruchtbaar liefdewerk weet te verschaffen.
Hoofdstuk 70: Bij de paradijselijke augustijnen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[11] Ik zeg: kijk, mijn verlangen is heel eenvoudig en bestaat nergens anders in, dan dat je mij meedeelt bij welke gelegenheid Petrus de kerk van Rome heeft gesticht en bij welke gelegenheid heel het monnikenwezen? Maar dat moet je me bewijzen uit de Schrift, want elk ander bewijs wijs ik van de hand.
Hoofdstuk 72: Netelige vragen - eerlijk antwoord - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[5] De eerste antwoordt: goed, doe jij maar wat je wilt, maar ik blijf bij mijn idee. Als het uiteindelijk fout loopt, dan kun jij alles op je nemen. Doe dus wat je wilt, ik wil je plannen niet tegenwerken. Kijk, de toren is reeds vlakbij. Hier, ik overhandig je de sleutel, want ik wil volstrekt geen aandeel hebben in deze onderneming. Ik heb echter reeds vaker bij mezelf overwogen dat wij in onze roomse kerk altijd veel vlugger gereedstaan ons te verdoemen dan om te zegenen. En dan denk ik vaak bij mezelf aan de tekst van de Heer, waarin Hij Zijn apostelen en leerlingen nadrukkelijk waarschuwt voor het verdoemen en veroordelen.
Hoofdstuk 71: In ogenschijnlijke gevangenschap bij de paradijselijke augustijnen. Hun twijfel over de juistheid van hun handelen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[10] Wel, de eerste paradijsman doet zijn mond al open en vraagt ons: waar komen jullie vandaan, van boven of van beneden? Ik zeg: van boven. Hij vraagt ons: waar is boven? Ik wijs met mijn hand naar mijn borst en zeg: hier in mijn hart, uitsluitend in de liefde tot de Heer, is van boven! Hij zegt: wat klets jij voor onzin? Weet je niet waar de hemel is, en weet je niet dat je je hier in het paradijs van God bevindt? Ik zeg tot hem: ik weet waar de hemel is en ken het paradijs heel goed. Maar dit paradijs hier en jouw hemel herken ik niet als een paradijs of als een hemel. Maar ik herken zoiets slechts naar waarheid. En deze hemel en dit paradijs zijn in waarheid niets anders dan een wanproduct van jouw en jullie aller wereldse dwaasheid. Hij zegt: wat is dat voor taal? Zo spreken zij die van boven komen? Nee, wacht eens even, we zullen je heel tastbaar laten zien waar beneden is. Kom hier, jullie engelen van God, en stel deze drie helse galgenbrokken meteen in verzekerde bewaring en breng ze daarheen, jullie weten wel welke plaats ik bedoel, namelijk in de school waar ze boven en onder leren onderscheiden.
Hoofdstuk 70: Bij de paradijselijke augustijnen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[3] De ander zegt: beste vriend en broeder, ik denk dat je hier in het paradijs toch niet van plan bent om een ketter te worden? We weten wel dat de Heer op aarde heeft geleefd zonder pracht en praal. Dat was ook het geval met de eerste verkondigers en verbreiders van Zijn leer. Maar je weet toch dat de kerk van de Heer in die tijd een behoeftige en lijdende kerk was. Na de grote kerkvergadering van Nicea heeft ze echter over al de heidenen tot ver in de omtrek gezegevierd. Vandaar dat ze dan ook ophield een behoeftige en lijdende kerk te zijn en daarvoor in de plaats een zegevierende, een rijke kerk werd, ja een kerk vol luister, pracht, aanzien, macht en gezag.
Hoofdstuk 71: In ogenschijnlijke gevangenschap bij de paradijselijke augustijnen. Hun twijfel over de juistheid van hun handelen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[13] Ik was nu eenmaal rooms-katholiek en geloofde, leerde en handelde naar de geest van deze kerk en ik denk daardoor niets verkeerds te hebben gedaan. Maar ligt die zaak anders, dan kun je ons zelf daarover inlichten. Ik ben geneigd naar je te luisteren; vertel dus maar op. Als je een goede geest bent, dan zul je niets verkeerds willen. Maar als je een slechte geest bent, bedenk dan dat God nog machtiger is dan jij. Dus zeg, wat je te zeggen hebt.
Hoofdstuk 72: Netelige vragen - eerlijk antwoord - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[8] De eerste geeft de gerechtigheidsbeoefenaar kortweg als antwoord: ik voor mij weet uit de Schrift dat de Heer Zijn apostelen en leerlingen geen ander gebod heeft gegeven dan dat van de liefde. Ik weet ook dat de Heer eens een onrechtvaardige rentmeester aanhaalde als na te volgen voorbeeld. Ook zei Hij eens dat Hij meer vreugde had over een berouwvolle zondaar dan over 99 rechtvaardigen. Maar ik kan me helemaal geen belangrijke tekst herinneren waarin de Heer strenge gerechtigheid echt evident benadrukt. De scène eindigt tenslotte verdedigend voor de tollenaar en de wetsgetrouwe farizeeër wordt berispt! Als ik dat alles overdenk, dan heeft een te strenge gerechtigheid van onze kant in mijn gemoed heel veel van haar waarde verloren. Overigens, zoals gezegd, doe wat je wilt. Hier is de toren, de drie staan ook hier. De sleutel heb je in handen; hiermee trek ik me terug!
Hoofdstuk 71: In ogenschijnlijke gevangenschap bij de paradijselijke augustijnen. Hun twijfel over de juistheid van hun handelen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[4] En als ik me niet vergis, bestaat die voor het christendom ellendige situatie in de rooms-katholieke kerk vanaf de tijd van Karel de Grote, die naar mijn weten aan de bisschop van Rome landerijen schonk en op die manier een wereldse machthebber van hem maakte.
Hoofdstuk 73: Een vraag aan de prior van het augustijnenklooster - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[9] Kijk, beste vriend, waar je ook vandaan komt, dit is mijn antwoord op jouw vraag en je kunt me hier nu op staande voet mijn vel afstropen, je krijgt uit mij geen ander antwoord!
Hoofdstuk 73: Een vraag aan de prior van het augustijnenklooster - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
...  935 - 936 - 937 - 938 - 939 - 940 - 941 - 942 - 943 - 944 - 945 - 946 - 947 - 948 - 949 - 950 - 951 - 952 - 953 - 954 - 955 - 956 - 957 - 958 - 959 - 960  ...