Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 947 van 1490

...  935 - 936 - 937 - 938 - 939 - 940 - 941 - 942 - 943 - 944 - 945 - 946 - 947 - 948 - 949 - 950 - 951 - 952 - 953 - 954 - 955 - 956 - 957 - 958 - 959 - 960  ...
[4] Toen het hele, grote gezelschap bij de voorhof aankwam, sloegen er onmiddellijk talloze bliksemschichten van het gouden dak van de tempel in de grote voorhof. Tegelijkertijd echter wenkten de tien ministers naar al de omliggende vuurspuwende bergen, en op hetzelfde ogenblik dreven deze hemelhoge vlammenzuilen uit hun kraters; en de met de vlammen ontsnappende reusachtige rookmassa's bedekten al spoedig het zichtbare uitspansel.
Hoofdstuk 180: Alle honderd en tien gaan naar de tempel om de zegen te ontvangen. De vuurzee en Ohlads wijze woorden ter geruststelling. Het betreden van de tempel. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] Maar Ohlad zei tegen Danel: 'Maak je geen zorgen over zulke dwaze dingen! Het is immers de ernst die de Heer jou, evenals ook al je metgezellen nu toont; en zou de Heer jullie deze ernst niet hebben getoond, dan zou je niet waardig zijn geweest hier de machtige zegen te ontvangen waardoor jullie de volkeren zullen trekken naar het licht van het leven uit God!
Hoofdstuk 180: Alle honderd en tien gaan naar de tempel om de zegen te ontvangen. De vuurzee en Ohlads wijze woorden ter geruststelling. Het betreden van de tempel. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[10] Want ik noch deze ministers zijn in staat die bliksems van het dak en al dit vuur uit de aarde op te roepen; God Zelf doet dat alleen uit liefde tot jullie om je nog diepgaander voor te bereiden op Zijn aankomst in de tempel, die een zegen voor jullie is!'
Hoofdstuk 180: Alle honderd en tien gaan naar de tempel om de zegen te ontvangen. De vuurzee en Ohlads wijze woorden ter geruststelling. Het betreden van de tempel. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[11] Deze woorden waren voldoende om Danel, evenals zijn metgezellen, van zijn grote angst te bevrijden en hem moed in te spreken om de voorhof te betreden en dan - na de ware opwekking van de levende deemoed en liefde - ook de tempel.
Hoofdstuk 180: Alle honderd en tien gaan naar de tempel om de zegen te ontvangen. De vuurzee en Ohlads wijze woorden ter geruststelling. Het betreden van de tempel. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] Zij hebben ten zeerste de neiging onder allerlei vriendschappelijke voorwendsels die zij zelf verzinnen, bevriende families te bezoeken en weer een tegenbezoek te ontvangen! Van deze kwalijke eigenschap is zelfs Danel als de meest wijze niet uitgezonderd!
Hoofdstuk 181: Ohlad bij het altaar voor de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] Zie, wij armzalige mensen hebben op deze magere aarde immers toch al weinig om ons op te monteren! Wanneer wij ook nog onze wederzijdse gezellige bezoeken en besprekingen geheel moeten mijden, dan blijft er immers voor ons helemaal niets anders over dan ergens in een gat te kruipen en daar aan de eigen jammerlijke verveling te knagen!
Hoofdstuk 182: Ohlads dwaze verzoek aan de Heer. Belangrijke wenken van de Heer voor gezelschappen. 'Waar twee of drie bijeen zijn in Mijn naam ben Ik in hun midden!' - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Na deze woorden sloeg Ohlad zich op zijn borst, boog diep voor het altaar en ging onmiddellijk naar buiten naar de negenennegentig wachtende broeders, riep Danel bij zich en vertelde hem alles wat hij van de Heer had gehoord.
Hoofdstuk 183: Ohlad brengt de wil van de Heer over aan Danel en de raadsheren. Danels verwondering over de schijnbare kleingeestigheid van God. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] Maar Danel wierp daar tegenin: 'Werkelijk, als je me deze stand van zaken niet met zo'n verheven ernst zou hebben uiteengezet, zou ik nauwelijks kunnen geloven dat de grote, verheven, heilige God Zich met zulke kleinigheden inlaat!
Hoofdstuk 183: Ohlad brengt de wil van de Heer over aan Danel en de raadsheren. Danels verwondering over de schijnbare kleingeestigheid van God. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Na deze woorden van Danel kwamen enkele jongemannen en vrouwen samen en richtte de volgende woorden tot Danel:
Hoofdstuk 184: De vrouwen vragen Danel om opheldering. Danels verlichtende antwoord over roddelvisites en hun verderfelijke invloed op de ziel en de geest in de mens. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] We vragen je daarom wat je met het druppeltje gif in tien liter water en omgekeerd met het druppeltje water in tien liter gif nu zo eigenlijk hebt willen zeggen, en wat met hetgeen dat wij in de naam van God wel bijeen mogen komen! Geef ons over deze twee hoofdpunten nadere opheldering, opdat het ons duidelijk moge worden!'
Hoofdstuk 184: De vrouwen vragen Danel om opheldering. Danels verlichtende antwoord over roddelvisites en hun verderfelijke invloed op de ziel en de geest in de mens. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] 'Danel, Ik ken je; jij bent een nakomeling van Kisehel, die eens in de tijd van Lamech deze met klem in Mijn naam heeft aanbevolen om deze tempel te bouwen!
Hoofdstuk 186: De woorden van de Heer aan Ohlad en Danel over de ware verering van God. Ohlad en Danel als nakomelingen van Kisehel. De opdracht van de Heer om aan alle volkeren boete te prediken. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[11] Jou Ohlad, heb Ik gezalfd en je hebt met deze zalving je broeder Danel en ook nog de andere achtennegentig broeders in de kortste tijd bij Me gebracht; daarom zal je koningschap in deze stad verzekerd zijn zolang jij in deze zalving volgens Mijn woord zult handelen, en deze tien getuigen hier moeten je altijd krachtig bijstaan, - want ook zij zijn kinderen van Kisehel!
Hoofdstuk 186: De woorden van de Heer aan Ohlad en Danel over de ware verering van God. Ohlad en Danel als nakomelingen van Kisehel. De opdracht van de Heer om aan alle volkeren boete te prediken. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[12] Jij, Danel, zult gezalfd zijn door deze woorden van Mij! Leg je broeders in Mijn naam je handen op, opdat ook zij gezalfd worden!
Hoofdstuk 186: De woorden van de Heer aan Ohlad en Danel over de ware verering van God. Ohlad en Danel als nakomelingen van Kisehel. De opdracht van de Heer om aan alle volkeren boete te prediken. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] Maar toen de vrouwen en de kinderen hoorden dat hun mannen en vaders in de voor hun begrippen eindeloos grote en wijde wereld moesten reizen en hun vrouwen en kinderen geruime tijd of misschien ook voor altijd moesten verlaten, begonnen de vrouwen en de kinderen ontzettend te weeklagen. Sommigen weenden, anderen jammerden, sommigen trokken zich de haren uit hun hoofd en verguisden deze verordeningen van God krachtig.
Hoofdstuk 187: De zegening van de achtennegentig boden. Het weeklagen van de vrouwen en de geruststellende woorden van een van de tien boden. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[6] Deze gebiedende woorden verspreidden zich als zichtbare vlammen met een stem als van de donder over de vrouwen en de reeds enigszins volwassen kinderen en brachten hen allen tot zwijgen.
Hoofdstuk 187: De zegening van de achtennegentig boden. Het weeklagen van de vrouwen en de geruststellende woorden van een van de tien boden. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
...  935 - 936 - 937 - 938 - 939 - 940 - 941 - 942 - 943 - 944 - 945 - 946 - 947 - 948 - 949 - 950 - 951 - 952 - 953 - 954 - 955 - 956 - 957 - 958 - 959 - 960  ...