Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 947 van 1112

...  935 - 936 - 937 - 938 - 939 - 940 - 941 - 942 - 943 - 944 - 945 - 946 - 947 - 948 - 949 - 950 - 951 - 952 - 953 - 954 - 955 - 956 - 957 - 958 - 959 - 960  ...
[8] Miklosch vervolgt zijn verslag: 'Aha, kijk daar nu eens hoe die vuige Minerva zich in allerlei bochten wringt en haar ogen verdraait als was het haar werkelijk ernst zich te beteren. Dat is me een doortrapte helleveeg!'
Hoofdstuk 36: Minerva twist verder. Sahariëls lankmoedigheid. Bathianyi' s ergernis over de onverbeterlijke. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[10] Minerva kijkt na deze eenvoudige en wijze les voor zich uit en lijkt erover na te denken hoe ze zich kan ontdoen van dit haar tot last wordende gezelschap.
Hoofdstuk 34: Sahariël over het amen. Minerva's liefdesverklaring. Het wijze antwoord van de engel. Gelijkenis van de twee bronnen. Cado onthult de stand van zaken. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] Ik zeg: 'Jullie doen er goed aan zo te vragen, maar het vergaat jullie met je vragen zoals diegenen die overal te laat kwamen en daarom ook voor Mij steeds te laat moeten komen omdat Ik overal en in alles de Eerste ben. Jullie zijn als de ledematen van Mijn lichaam, die niet in staat zijn eerder te handelen dan wanneer Mijn geest ze tot handelen aanzet. Als jullie echter bij alles Mijn geest nodig hebben, hoe kunnen jullie dan denken dat Ik eerst door jullie verzoek ertoe bewogen moet worden om iets te bewerkstelligen, waarvan Ik de noodzaak al heb ingezien nog voordat een geest uit Mij zich verheugde over een vrij bewustzijn! Wanneer jullie pas over een zaak beginnen na te denken, heb Ik al zo'n duizend jaar lang voorzorgsmaatregelen getroffen en alles zo op gang gebracht, dat de uitwerking precies zo aan het licht moet treden. Anders zou tenslotte het algemene hoofddoel onmogelijk bereikt kunnen worden, namelijk jullie eeuwige, vrij scheppende leven in Mijn goddelijke tegenwoordigheid.
Hoofdstuk 40: De heilbede van de aartsvaders. Antwoord van de Heer. Voorbereidingen voor de wederkomst van de Heer. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[2] Maak toch eens een einde aan de praktijken van satan! Met het verdwijnen van zijn invloed op de sfeer van het menselijk handelen moet de mensheid meer geneigd zijn tot het goede en het ware; zoniet, dan zal de mensheid zich steeds dieper in het verderf storten. Wel zijn Uw raadsbesluiten onnaspeurlijk en Uw wegen ondoorgrondelijk. Het is niemand bekend hoe U te werk gaat om tenslotte alles naar de beste bestemming te leiden. Voor vele wezens is wel een zeer lange tijdsduur vereist voor ze hun uiteindelijke bestemming bereiken. Dus het bekorten van de lange weg en de tijdsduur, zoals U, o Heer, het Zelf aan Uw volkeren hebt beloofd, is wel de vurigste wens van ons, die God goedgezind zijn!
Hoofdstuk 40: De heilbede van de aartsvaders. Antwoord van de Heer. Voorbereidingen voor de wederkomst van de Heer. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] Ik was verkeerd, slecht en boosaardig tegenover U, o Heer, en steeg hoger en hoger om des te dieper te vallen. Maar toen ik volkomen gevallen was, kwam U, hielp mij weer overeind en maakte zo uit een duivel een mens naar Uw maatstaf. En zo handelt U, o Heer, voortdurend, want Uw barmhartigheid is onbegrensd en Uw liefde en genade vullen alle ruimten der oneindigheid. De nederige vernedert U nog meer opdat hij volmaakt mag worden en dichter bij Uw hart mag komen. De hoogmoedigen echter verheft U, en U bezorgt hun de volledige val, zodat zij als gevallenen mogen inzien hoe ijdel al hun inspanningen waren en wat een volslagen niets ze zijn voor U, 0 Heer! Gelukkig diegenen die hun zekere val ter harte nemen en zich voor U verdeemoedigen; maar zij, die zich bij hun val staande willen houden, voor hen een drievoudig wee, want hun weg zal een hete weg zijn en hun ommekeer bijna onmogelijk.
Hoofdstuk 39: Cypriaan bij de heer. De beste dank. De manier waarop de Heer leiding geeft. De naar het gericht leidende wegen van Rome. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[2] Ondertussen komt pater Cypriaan echter naar Mij toe en zegt: 'Heer, beste Vader van mensen en engelen, dat zuiver helse tussenspel heeft een aardig tijdje geduurd. Het beste aan deze zaak is, dat met het verdwijnen van die werkelijke oer-satan nu ook zijn nare evenbeeld helemaal uit mijn hart is verdwenen, want de beide broeders Dismas en Thomas hebben bij mij bijna eenzelfde duivels uitdrijving bewerkstelligd als de fameuze Cado bij de schijn Minerva. Ik ben nu, voorzover ik mijzelf onderzoek, tenminste gezuiverd van alles wat maar rooms was in mij. Gierigheid, nijd, hebzucht, heerszucht en betweterij zijn nu verre van mij. Met een licht en vrij gemoed sta ik nu voor U en vraag U ook om een kleine zegen. Daar U onze goede broeder Robert zo overvloedig hebt gezegend, zodat hij zich van louter zaligheid geen raad meer weet, zult U ook mijn verzoek niet als aanmatiging beschouwen.'
Hoofdstuk 39: Cypriaan bij de heer. De beste dank. De manier waarop de Heer leiding geeft. De naar het gericht leidende wegen van Rome. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] Helena zegt: 'Liefste Robert-Uraniël, voor God de Heer, onze Vader vol zuivere liefde, bestaat noch iets groots, noch iets kleins! Hij geeft aan het ene werk dit, aan een ander werk een ander doel. Waar echter het doel goddelijk is, daar is ook het middel goed. Ik ben een middel in de hand van de goddelijke liefde en jij eveneens. Jij bent net als ik noch groot noch klein, maar wij zijn elkaars gelijke in de liefde voor God. Laten we daarom elkaar geen lof meer toezwaaien, maar elkaar innig vasthouden in God, onze heilige Vader! Jouw wijsheid moge zich verbinden met mijn in God gerijpte liefde! Als wij zo één worden voor God, dan worden wij een waarachtig echtpaar in de hemel en zullen in die hoedanigheid werken volgens Gods orde.'
Hoofdstuk 38: De heer met Robert en Helena. Het weerzien van de beide echtgenoten. Een waar echtpaar der hemelen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[9] Kijk, je hebt nu een concreet voorbeeld, waaruit je gemakkelijk kunt opmaken waarom wij het water van jouw wil niet kunnen opnemen in het onze. Maar het moet je ook duidelijk zijn waarom jij voor je eigen welzijn het water van onze wil moet laten overlopen in dat van jouw wil. Doe derhalve wat wij willen en je zult gereinigd en vol zuiver water worden! Je hebt toch zelf de wens geuit, dat je door mij zuiver en edel zou willen worden. Ja, dat kun je als je het wilt, maar dan moet je doen wat ik je, in naam van de Heer, heb voorgesteld!'
Hoofdstuk 34: Sahariël over het amen. Minerva's liefdesverklaring. Het wijze antwoord van de engel. Gelijkenis van de twee bronnen. Cado onthult de stand van zaken. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] De zaak staat er bij wijze van spreken zo voor, alsof er twee putten waren, waarvan de een vol is met het zuiverste water, maar de andere met goor vuil water. Leidt men het overvloedige water van de zuivere put in de tweede, onzuivere, dan zal de vuile inhoud van de slechte put worden gezuiverd en tenslotte zelfs goed water worden. Wanneer men echter het vuile water van de tweede put in de eerste, zuivere, zou leiden, dan zouden beide putten slecht en onbruikbaar worden!
Hoofdstuk 34: Sahariël over het amen. Minerva's liefdesverklaring. Het wijze antwoord van de engel. Gelijkenis van de twee bronnen. Cado onthult de stand van zaken. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[17] Cado zegt: 'O ja, zoveel verstand bezit ik, en godzijdank ook nog iets meer. Als je uiterlijk er eenmaal echt goed van langs zal krijgen, zal ook je innerlijk zich gaan richten naar datgene wat ik, volgens de onveranderlijke Godsordening, met jou wil bereiken. Daarop zeg ook ik een onveranderlijk amen! Begrijp ook jij wat ik met dit onveranderlijke amen heb gezegd?'
Hoofdstuk 33: Minerva's pracht in het hemelse gewaad. Robert en Sahariël maken zich bekend. Opvoeding tot ware vrijheid en zelfstandigheid. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[3] Miklosch zegt: 'Nou goed, dan zal ik maar weer zo gek zijn! Wel, moet je dat zien! Nu laten de beide engelen zich aan Cado en Minerva zien en beiden lijken helemaal verbluft te zijn door het feit dat ze nu opeens gezelschap van twee vreemdelingen krijgen. Cado bekijkt beiden met een onderzoekende blik en schijnt hun te willen vragen vanwaar zij komen, van boven of van beneden. Ik ben benieuwd wat dat gaat worden.
Hoofdstuk 33: Minerva's pracht in het hemelse gewaad. Robert en Sahariël maken zich bekend. Opvoeding tot ware vrijheid en zelfstandigheid. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[2] Robert-Uraniël zegt: 'O Heer, zeker onze lieve Helena hier, want wie uit de oerbron zelf put, ontvangt zeker het zuiverste licht des levens. Wie echter door Uw heilige ordening wordt genoodzaakt om in de uitgestrekte gebieden waar Uw liefde, wijsheid en macht in uitstroomt de wonderen van Uw erbarmen te aanschouwen, drinkt Uw genade slechts druppelsgewijs, terwijl Helena hele stromen van Uw oerlicht in haar hart opneemt en daardoor wordt binnengeleid in het enorme gezichtsveld van Uw eindeloze erbarming en wonderdaden. Eén vluchtige seconde van ongestoord schouwen in Uw hart moet haar immers meer onthullen dan een heel millennium mij onthult, als ik ver van U verwijderd ben. Hoe zal ik mij nu bij haar staande houden? Ik ben een door kleine lichtdruppels verzadigde geest, en zij draagt zeeën van licht van alle wijsheid in zich mee!'
Hoofdstuk 38: De heer met Robert en Helena. Het weerzien van de beide echtgenoten. Een waar echtpaar der hemelen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[9] Op hetzelfde ogenblik zijn de drie ook al hier. Sahariël komt voor Mij staan, buigt diep en zegt: 'O Heer, Gij alminnende, almachtige, heilige God en ons aller Vader! Met broeder Robert-Uraniël ben ik in Uw naam op weg gegaan om hem een glimp van Uw eindeloze heerlijkheid te tonen. Hij zag de wereld waar hij oorspronkelijk van afkomstig is en beleefde er een buitengewone vreugde aan, want alles prijst daar Uw naam. Maar op de terugweg leidde Uw heilige Geest ons naar een groots tafereel dat voor al Uw hemelen en voor de kleine aarde, als geboorteplaats van Uw kinderen, van de grootste betekenis zal zijn. Deze scène was echter een gloeiend heet karwei! De hele hel kwam in opstand tegen U en Uw hemelen; satan smukte zich geweldig op om door zijn schoonheid alle hemelen naar zich toe te trekken.
Hoofdstuk 37: Minerva's theatrale vertrek naar haar laatste gevecht. Sahariël, Robert en Cado keren huiswaarts. De Heer neemt Cado aan. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[14] De generaal zegt: 'Jij hebt op jouw manier helemaal gelijk, maar ik ook op de mijne. Ook ik veroordeel niet iedere gesierde borst, maar het belangrijkste sieraad op elke borst blijft de zuivere en ware liefde tot God en tot de naaste. Waar dit aan een nog zo opgesmukte borst ontbreekt, stellen bij mij alle andere eremedailles niets voor. Als de Heer echter Zelf zegt: 'Als jullie alles hebben gedaan, erken dan, dat jullie onnutte en luie knechten waren!' _ hoe kan dan een ware volgeling van Christus zich een eervolle onderscheiding op zijn jas laten spelden? Ik meen dat toch niemand hier iets tegenin te brengen heeft, want het is Gods woord!'
Hoofdstuk 36: Minerva twist verder. Sahariëls lankmoedigheid. Bathianyi' s ergernis over de onverbeterlijke. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[9] Graaf Bathianyi zegt: 'Vrienden, bij de oude hoer is geen uitzicht meer op verbetering. Een drievoudige kroon in hart en hoofd, en dan ook nog een verbetering door deemoed...! Ik heb toch alles gehoord wat eerst Cado en later alle drie met deze prima-donna van de hel hebben besproken. Hoever zijn zij met haar gekomen? Het schitterende gewaad heeft ze wel aangetrokken omdat dit haar sterkte in haar trots en heerszuchtige ijdelheid, maar tot iets dat ook maar op de geringste verdeemoediging lijkt, zullen die drie haar nooit kunnen bewegen. Ik ben van mening dat men die feeks ergens voor eeuwig zou moeten knevelen en zich dan verder niet meer om haar zou moeten bekommeren, want beteren zal deze zich wel nooit ofte nimmer.'
Hoofdstuk 36: Minerva twist verder. Sahariëls lankmoedigheid. Bathianyi' s ergernis over de onverbeterlijke. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
...  935 - 936 - 937 - 938 - 939 - 940 - 941 - 942 - 943 - 944 - 945 - 946 - 947 - 948 - 949 - 950 - 951 - 952 - 953 - 954 - 955 - 956 - 957 - 958 - 959 - 960  ...