Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 949 van 1112

...  937 - 938 - 939 - 940 - 941 - 942 - 943 - 944 - 945 - 946 - 947 - 948 - 949 - 950 - 951 - 952 - 953 - 954 - 955 - 956 - 957 - 958 - 959 - 960 - 961 - 962  ...
[4] Cado eet en drinkt nog steeds heel behaaglijk en zegt nu bij zichzelf: 'O God, dat was toch een heerlijk brood, en die wijn moet op de zon zijn gegroeid. Nu ben ik zo mak als een lammetje en zo goedig als een ezel, en de mooiste vrouw satan a, nu omgedoopt tot Minerva', is bij mij en mij onderdanig. Hoera, wat heb ik het goed! Wel, wel, mijn lieftallig Minervaatje, wat trek jij daarbij voor een zuur gezicht? Wees welgemoed en kom gezellig bij me zitten. Als je dat doet, dan wordt jou ook de laatste nog te zetten stap kwijtgescholden. Kom Minervaatje, doe me nu eens echt plezier! Kijk, alle hemelse wezens verheugen zich eveneens. Daar, kijk eens omhoog en je zult het meteen zelf ontdekken. En wij beiden, oneindig edeler en volmaakter dan dat hele hemelse volkje, zitten hier als een paar zieke ezels met lange zure gezichten bij elkaar! Foei, laten wij ons toch niet behoeven te schamen en laten we toch tien keer vrolijker zijn dan die daar boven ons. Toe, kom nu gauw bij me zitten!'
Hoofdstuk 30: Cado laaft zich aan brood en wijn. Minerva's ergernis. Cado's duidelijke les over haar onwaardigheid. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] Wat stelt Minerva zich nu boos op en staart de arme Cado verachtelijk aan! Ze doet moeite om haar mooie gezicht te vertrekken, maar hoe meer ze dat doet, des te interessanter wordt het. Cado zegt dan ook tegen haar: 'Liefste, doe geen moeite, want hoe meer je je gezicht vertrekt, des te aantrekkelijker word je voor mij; je bent waarlijk een godin!'
Hoofdstuk 29: Eindstrijd en ommekeer. Het trotse oerwezen van Satana komt terug. Cado blijft standvastig. Gelijkenis van de reddende loods. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[6] Cado zegt heel flegmatiek: 'O, dat geeft niet; ik heb nu eenmaal jou en daarmee de meest bekoorlijke schoonheid die zich niet meer lelijk kan maken, en dat is voor een Cado volkomen toereikend! Overigens zal niemand je tegenhouden om de verlangde laatste stap te doen. Wanneer het je maar genoeg gaat vervelen, zul je vanzelf wel aan mijn verlangen tegemoet komen. Tot dan echter hoera, want ik heb jou, mijn lieflijke Minerva!'
Hoofdstuk 29: Eindstrijd en ommekeer. Het trotse oerwezen van Satana komt terug. Cado blijft standvastig. Gelijkenis van de reddende loods. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[9] Minerva zegt: 'Ja, ja, ik kom al, maar daar voor mij ligt alweer een prachtige armband. Cado, sta me toe dat ik hem nog opraap, want hij is mijn arm waardig!' Cado zegt wat ongeduldig: 'Hé, jij pronkzuchtig wezen, laat die verleidelijke armband liggen; jouw arm is toch al zo mooi, dat hij op zich al als sieraad kan worden beschouwd. Hier aan mijn voeten wacht je echter een sieraad waarmee niets in de oneindigheid te vergelijken is. Blijf daarom niet staan bij dat straatvuil, maar kom en neem vlug bezit van datgene wat voor jou is bereid.'
Hoofdstuk 28: Minerva draait bij en komt dichterbij. Laatste stappen voor het doel. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[6] Al te zeer haast Minerva zich nu juist niet bij haar gang naar Cado, want haar passen zijn klein en afgemeten. Ieder moment vindt ze iets op de grond, raapt het op, bekijkt het een poosje en gooit het dan weer haastig weg. Ogenschijnlijk zijn er allerlei sieraden met opzet over de grond uitgestrooid om de slimme vogel steeds meer naar Cado toe te lokken. Werkelijk, deze list is niet slecht. Ik kan me herinneren op aarde in een sibillijnse voorspelling te hebben gelezen: 'Als satan zou worden bekeerd, dan zal hij over parels en diamanten lopen en zal ze versmaden. Dan wordt de hel gesloten en de ketenen van de waan zullen smelten als was in de zon.'
Hoofdstuk 28: Minerva draait bij en komt dichterbij. Laatste stappen voor het doel. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[7] Miklosch vervolgt zijn verslag: 'Minerva zou nu wel uit haar vel kunnen springen van woede. Ze zou zich heel graag in een afschuwelijk wezen willen veranderen, maar het gaat niet. Ze probeert te vluchten, maar haar voeten zijn als aan de grond genageld; alleen in Cado's richting kan ze haar voet optillen. Maar wat zijn dat mooi gevormde voetjes. Waarachtig, alle respect voor Cado! Wat kan hij zich goed beheersen tegenover zo'n allerbekoorlijkste, weelderige schoonheid, die hij nu helemaal in zijn macht heeft! Daar is meer voor nodig dan ik tot nu toe kan begrijpen. Om je tegenover deze schoonheid op zijn minst koelbloedig te tonen... alle respect!
Hoofdstuk 29: Eindstrijd en ommekeer. Het trotse oerwezen van Satana komt terug. Cado blijft standvastig. Gelijkenis van de reddende loods. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[7] Waarlijk, daar begint het bijna op te lijken. Zij komt dichterbij en is nu geen veertig passen meer van Cado verwijderd. Nu moet ze wel iets heel belangrijks gevonden hebben. Vlug bukt ze zich en raapt iets op dat op een diadeem lijkt en bekijkt het nu goedkeurend, waarbij ze geen neiging toont om het eveneens weg te gooien, zoals de vorige dingen.
Hoofdstuk 28: Minerva draait bij en komt dichterbij. Laatste stappen voor het doel. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[1] Miklosch richt zijn blik weer op de scène en zegt: 'Aha, Minerva wordt nu onrustig; men ziet aan iedere beweging dat ze maar al te graag de rode bundel geopend voor zich zou willen zien.
Hoofdstuk 28: Minerva draait bij en komt dichterbij. Laatste stappen voor het doel. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] Miklosch gaat verder: 'Nu verlaat Minerva eindelijk haar standplaats, een soort heuvel van gloeiend zand, en begeeft zich met tastende schreden naar boven naar Cado, achter wie zich nog steeds de twee bekende vrienden bevinden. Op het moment dat Minerva haar verrukkelijk mooie voet op de heuvel zet, die vrij is van de vuurzee, verdwijnt de hele vuurgloed. Ook van de afschuwelijke grot is niets meer te bekennen en het akelige geraas en gedonder zijn verstomd. Het hooggebergte lijkt ook wat lager te zijn geworden en heeft zijn ontoegankelijke karakter bijna verloren; slechts hier en daar zijn nog enkele naakte rotswanden te zien. Om kort te gaan, de hele omgeving krijgt een prettiger aanzien en is weliswaar niet helder, maar toch voldoende verlicht.
Hoofdstuk 28: Minerva draait bij en komt dichterbij. Laatste stappen voor het doel. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[7] Miklosch gaat verder met zijn verslag: 'Minerva staat nu even versteld en richt haar grote vurige ogen op de plaats waar nu aan de voeten van Cado een gewaad ligt, dat in een rode doek is gewikkeld. Zij zou het waarschijnlijk graag wat nader willen bekijken om te zien of het het waard is om door haar te worden aanvaard en spant haar ogen in om iets te bespeuren van het eigenlijke kleed. Het is echter zo goed in de rode doek gewikkeld, dat er nergens iets van is te zien. De nieuwsgierigheid van Minerva groeit intens. Ik ben nu zelf werkelijk heel benieuwd wat dit satanswezen, dat met alle slechte zalven is ingevet, nu zal doen! Heer, liefste, heilige Vader Jezus! Zal deze oude leugenaarster zich wel ooit voorgoed bekeren, en zal het dan beter gaan op alle hemellichamen, vooral op onze aarde?'
Hoofdstuk 27: Minerva vermoedt een list van de Godheid. Cado verklaart haar de reden. Een kleed valt uit de hemel. Minerva's nieuwsgierigheid. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[14] Nu werpt Cado de steen naar de drakenkop van de eerste de beste demon. Wanneer de steen de kop van de demon raakt, klinkt er een vreselijke knal als uit duizend kanonnen. Alles verdwijnt, behalve Minerva, die nu bevend en geheel naakt op een zandhoop staat en zich voor Cado probeert te verbergen, wat haar echter niet lukt.
Hoofdstuk 26: Cado krijgt nog meer bescherming van de engelen. Minerva' s tegenvoorstellen. De hel toont nieuwe schrikbeelden. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[10] Na een poosje richt Cado zich op en zegt tot de vreselijke demonen: 'Jullie macht en bedrevenheid in het bedriegen ken ik; ze is niet jullie werk! Jullie zijn zelf slechts lege schimmen en pure fantasiebeelden van deze ene, voor wie jullie zo'n nutteloze, bedrieglijke schijnvertoning opvoeren. Waren jullie echte wezens, dan zou ik jullie zelfs willen belonen voor een dienst die jullie mij hebben bewezen, want door jullie gedrag en jullie woorden raakte ik meer vertrouwd met haar karakter, en dat is voor mij van het grootste belang. Verscheur haar, als jullie kunnen! Ik zou het kunnen doen, maar dat wil ik niet omdat ze zo'n inspanning van mijn kant helemaal niet waard is.
Hoofdstuk 26: Cado krijgt nog meer bescherming van de engelen. Minerva' s tegenvoorstellen. De hel toont nieuwe schrikbeelden. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[7] Als de lans door de zee verteerd is, wat Cado voor een gunstig teken schijnt te houden, staan plotseling een heleboel vreselijk uitziende gestalten uit de vuurpoel op en legeren zich rond Minerva. Een van hen, die de gedaante van alle draken en de vreselijkste beesten in zich verenigt, dondert met tijgergebrul tegen Minerva:
Hoofdstuk 26: Cado krijgt nog meer bescherming van de engelen. Minerva' s tegenvoorstellen. De hel toont nieuwe schrikbeelden. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[1] Miklosch vertelt verder: 'Nu begeven ook onze vriend Robert Uraniël en zijn metgezel Sahariël zich onopgemerkt naar Cado op de heuvel, die hen echter niet ziet.
Hoofdstuk 26: Cado krijgt nog meer bescherming van de engelen. Minerva' s tegenvoorstellen. De hel toont nieuwe schrikbeelden. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[18] Miklosch gaat verder: 'Minerva's gezicht wordt nu somberder en heerszuchtiger. Zij zoekt naar een weerwoord, maar het lijkt erop dat haar niets passends te binnen wilt schieten. Ze zou zich van heimelijke woede op haar lippen willen bijten, als ze zich niet tegenover Cado zou generen. Het is werkelijk komisch om te zien hoe de uitvindster van hoogmoed en leugen alle mogelijke moeite doet om tegenover Cado geen blijk te geven van zwakheid, maar deze verliest haar nu geen moment uit het oog en houdt de lasso al gereed. Nee, ik ben werkelijk benieuwd wat Satana nu voor manoeuvre zal uitvoeren!'
Hoofdstuk 25: Minerva's voorwaarden voor haar overgave. Cado's antwoord. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
...  937 - 938 - 939 - 940 - 941 - 942 - 943 - 944 - 945 - 946 - 947 - 948 - 949 - 950 - 951 - 952 - 953 - 954 - 955 - 956 - 957 - 958 - 959 - 960 - 961 - 962  ...