Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

4159 resultaten - Pagina 96 van 278

...  84 - 85 - 86 - 87 - 88 - 89 - 90 - 91 - 92 - 93 - 94 - 95 - 96 - 97 - 98 - 99 - 100 - 101 - 102 - 103 - 104 - 105 - 106 - 107 - 108 - 109  ...
[12] Toen Ik tijdens de lering een pauze hield, keerden de knechten onverrichter zake naar de Farizeeën terug. Toen zij echter weer zonder Mij terugkwamen, vielen DE FARIZEEËN woedend tegen hen uit en zeiden: 'Waarom hebben jullie hem niet gegrepen en bij ons gebracht? Zien jullie dan zelf niet in dat hij ons juist midden op het prachtigste feest stoort en bovendien nog al het volk bij ons weghaalt? Waarom hebben jullie hem dan niet gegrepen en voor zijn terechte straf aan ons overgeleverd?'
Hoofdstuk 170: De Heer onderricht in de tempel (Ev.Joh. 7,37-49) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[15] Toen zeiden DE KNECHTEN: 'We hebben jullie de laatste keer al gezegd hoe het met het door jullie vervloekte volk staat, en daarbij blijft het! Als jullie het daarmee echter niet eens zijn, ga dan zelf onder het volk en zeg het dat het vervloekt is omdat het in de Galileeër gelooft, - dan zal het volk jullie wel laten merken hoe tevreden het met jullie vloek is! Jullie hebben je kennelijk voorgenomen iedere andersdenkende te verdoemen, zonder te onderzoeken of het geloof van de naaste misschien niet in menig opzicht beter is dan het onze! Maar wij als heel gewone knechten vinden dat niet juist; want zolang God een mens niet richt en verdoemt, zolang moeten ook wij stervelingen niet op Hem vooruitlopen, en de Alwijze op die manier zeg maar te verstaan geven dat wij aardse wormen nog wijzer zijn dan Hij. Vervloek ook maar eens het geloof van de Romeinen -maar wel heel openlijk! -, die zullen jullie dan wel vertellen wat zij van jullie oordeel vinden!'
Hoofdstuk 170: De Heer onderricht in de tempel (Ev.Joh. 7,37-49) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] Terwijl voor in de tempel tussen de knechten, Farizeeën en Nicodemus deze onderhandelingen plaatsvonden, die hier uitgebreid zonder enige weglating, zowel van het gebeurde als van het gesprokene, woordelijk weergegeven zijn, gaf Ik het volk zonder enige verdere moeilijkheid onderricht, en liet het ook in begrijpelijke taal de nietswaardige en volledig onwettige huichelachtigheid en bedriegerij van de tempeldienaren zien. En er was er dan ook niet één, die Mij tegenwierp dat Ik onjuiste dingen over de tempeldienaren aan het daglicht bracht, en allen vroegen Mij ook nog de volgende dag na het feest weer naar de tempel te komen en hen met de opwekkende, eenvoudig begrijpelijke, waarheid te verkwikken.
Hoofdstuk 171: De Farizeeën en Nicodémus (Ev.Joh. 7, 50-53) De Heer op de Olijfberg (Ev. Joh. hfdst.8) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] Men zegt weliswaar: God doet ieder mens de juiste kennis van waar en onwaar en van goed en kwaad toekomen; maar wanneer gebeurt dat? Volgens mijn ervaring vaak pas dan, wanneer de mens reeds zo vast zit in alles wat verkeerd en kwaad is, dat geen enkele ware leer hem ooit meer kan helpen. Wanneer de mensen ettelijke honderden jaren zonder enige voelbare goddelijke invloed gebleven zijn, gaan zij God noodzakelijkerwijs steeds meer vergeten en maken dan eigen wetten en levensvoorschriften, waardoor ondanks heel strenge navolging het geluk van de mensen niet tot stand gebracht kan worden. Zodra de mensheid dan tenslotte helemaal verdierlijkt is, komen er, aanvankelijk slechts kleine, openbaringen door geroepen mensen. En werpen die geen vruchten af, dan volgen er pas grotere. En hebben ook die geen uitwerking, dan volgt er al een strafgericht. Heer, waarom dat nu eigenlijk zo moet zijn, begrijp ik zelf nog lang niet!
Hoofdstuk 175: Lazarus' twijfel aan de goddelijke leiding van de mensheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] O Heer, nu bent U er Zelf. De mensen krijgen nu toch wel de allergrootste openbaring, maar het gericht zal ook niet lang op zich laten wachten. Over slechts een paar honderd jaar zullen de mensen, als hun niet nogmaals een openbaring gegeven wordt, zelfs wat Uw leer betreft geen haar beter zijn dan nu de tempeldienaren daar beneden! De bekeerde heidenen zullen weer heidenen worden, en de joden nog slechter dan zij nu zijn, en zo zal het nooit helemaal licht en goed op deze aarde worden. Daarom vind ik dat duidelijke openbaringen van Uw goddelijkheid van nu af aan niet zolang achterwege moeten blijven, omdat anders de nakomelingen, die bij deze huidige openbaring niet aanwezig kunnen zijn, zonder hun schuld weer in de oude duisternis moeten verzinken.
Hoofdstuk 175: Lazarus' twijfel aan de goddelijke leiding van de mensheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] Er was eens een heer die arbeiders voor zijn wijngaard huurde. Zij kwamen 's morgens en de heer werd het met hen eens over een stuiver per dag. En om twaalf uur ging hij naar een plaats waar hij nog mensen zonder werk aantrof en zei: 'Waarom zijn jullie niet aan het werk? Ga naar mijn wijnberg, dan geef ik jullie waar je recht op hebt! ' En zij gingen daarheen en werkten. Maar tegen de avond zag de heer van de wijnberg nog een aantal werklui werkeloos staan. En hij ging erheen en zei tegen hen: 'Waarom staan jullie de hele dag niets te doen?' En zij antwoordden: 'Heer, niemand heeft ons gehuurd!' Toen zei de heer tegen hen: 'Wel, gaan jullie dan ook naar mijn wijngaard, en werk dit ene, laatste uur van de dag, dan zal ik jullie ook nog geven waar je recht op hebt!' Toen gingen zij heen en werkten nog vol ijver het laatste uur van de dag.
Hoofdstuk 176: Over de werkers in de wijngaard. Doel, wezen en werking van de openbaringen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] Dat is dan toch wel erg nadelig voor de overbrengers van de openbaring, omdat zij gezien hun herkomst al betere en zuiverder mensen waren, die in staat moesten zijn een belangrijke, grote openbaring in zich op te nemen en goed te begrijpen. Want de eigenlijke, zuiver wereldse mensen zouden een grote openbaring immers nooit zonder meer begrijpen, omdat zij zelfs de kleinste openbaring niet kunnen begrijpen maar er bij staan als kippen die een bliksemschicht uit de wolken zien schieten.'
Hoofdstuk 177: De profeten als dragers van de openbaring. Lichtgelovigheid en onvoorwaardelijk geloof - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] Mozes droeg zonder meer de verantwoordelijkheid van een heel grote openbaring; maar onder hem waren er velen, die slechts indirect aan de openbaring deel hadden en uiteindelijk toch veel vaster geloofden dan Mozes zelf, die bij zichzelf twijfelde aan de belofte dat Ik de Israëlieten het Beloofde Land, waar melk en honing stroomt, zou geven. Omdat Mozes die belofte niet volledig geloofde, mocht hij het Beloofde Land wel zien vanaf een hoge berg, maar er zelf niet binnengaan.
Hoofdstuk 177: De profeten als dragers van de openbaring. Lichtgelovigheid en onvoorwaardelijk geloof - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Het beste bewijs daarvoor is, dat Ik direct moet uitleggen en bespreken wat jullie van Mij horen. Jullie weten toch wie Ik ben, en zouden ook zonder dat Ik alles speciaal uit moet leggen van Mij kunnen geloven wat Ik jullie leer. Maar dat doen jullie niet, en jullie hebben Mij al enkele malen laten blijken dat jullie Mij in verband met een heel geheime leer niet geloofd hebben; en jullie zeiden Mij in Mijn gezicht dat dit een harde leer was; en het is nog geen zeven dagen geleden dat jullie Mij allen hebben verlaten, ook vanwege lessen die jullie niet begrepen hebben.
Hoofdstuk 177: De profeten als dragers van de openbaring. Lichtgelovigheid en onvoorwaardelijk geloof - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[19] Maar er zijn ook bepaalde tekenen die jullie wel kunnen verrichten; dan moet het teken echter alleen maar een ware weldaad zijn voor arme, gebrekkige mensen zonder onderscheid van stand of geloof, en niet een speciaal bewijsmiddel voor de zuivere goddelijkheid van Mijn leer.
Hoofdstuk 178: Twee soorten mensen op aarde: zielen van boven en zielen van beneden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] Tenslotte zullen er nog heel veellater nogmaals, vlak voor een groot gericht, zieners gewekt en toegelaten worden, die de korte, grote inspanning op moeten brengen om de zeer onzuiver geworden leer te zuiveren, opdat deze behouden en niet door de meer verlicht denkende mensheid als oud priesterbedrog verworpen wordt. Deze derde groep arbeiders in Mijn wijnberg zullen niet door grote wonderdaden, maar alleen door het zuivere woord en de Schrift werken, zonder een andere opvallende openbaring te krijgen dan slechts het innerlijke, levende woord in het gevoel en in de gedachten van hun hart, en zij zullen vol zijn van helder, verstandig geloof en zo, zonder wonderen, de verdorde mensenwijnstokken in Mijn wijngaard oprichten, en dan van Mij ook hetzelfde loon krijgen dat jullie als arbeiders voor een hele dag zullen krijgen; want het zal voor hen veel moeilijker zijn om vast en zonder twijfel datgene te geloven wat meer dan duizend jaar vóór hen hier is gebeurd.
Hoofdstuk 176: Over de werkers in de wijngaard. Doel, wezen en werking van de openbaringen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] Mensen die van boven afkomstig zijn, zijn gewoonlijk ook erg vindingrijk en bewegen zich op het gebied van kunsten en wetenschappen; maar zij nemen niet alles zo maar zonder meer aan, want zij willen alles heel duidelijk bewezen zien. De Griek Philopold in Kana bij Kis geloofde niet eerder, dan nadat Ik hem de zonneaarde toonde waarop hij het eerst een lichaam had; en vrijwel alle cynici zijn precies zo. Voor hen zou je werelden kunnen scheppen zonder dat dat meer indruk op hen maakt dan bij een mens van deze aarde waartegen je zegt: ' Ga en doe dat! ' Die zal je nauwelijks vragen: 'Ja, waarom dan?', maar hij zal het gelovig doen, omdat een wijs mens dat tegen hem gezegd heeft; de reden hoopt hij dan nog altijd vroeg genoeg te ervaren. Maar een mens die van boven komt, zal je aankijken en ernstig vragen: 'Waarom moet dat? Zonder reden doe ik niets! Verklaar je nader, dan zal ik wel zien hoe belangrijk het is datje zegt: Ga en doe dat!'
Hoofdstuk 178: Twee soorten mensen op aarde: zielen van boven en zielen van beneden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[20] De leer moet door haar licht zelf ook zonder alle andere bijzondere tekenen zuiver goddelijk blijken te zijn en ieder die daarnaar handelt het innerlijke, levende bewijs van haar volledige echtheid geven. Als jullie daar op letten zullen jullie later echte, goede leerlingen voor Mij opleiden; maar als jullie dit niet zo nauw nemen, zullen jullie zelf de poorten openzetten voor de antichrist, en dan zullen jullie zelf genoodzaakt zijn er vandoor te gaan.'
Hoofdstuk 178: Twee soorten mensen op aarde: zielen van boven en zielen van beneden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] IK zei: 'Staat er niet geschreven: 'Zie., het volk eert Mij met de lippen, maar zijn hart is verre van Mij'? Hoe kan een gebed waarvoor iemand betaald heeft, hem nu helpen? Hij, de gelovige, durft niet tot God te bidden, en de betaalde priester bidt niet tot God en kan dat zelfs duidelijk niet, omdat hij zelf niet in een God gelooft. Want als hij in een God geloofde, zou hij zich voor zijn gebeden niet laten betalen, maar tegen de gebedsbetaler zeggen: 'leder mens - ook al zou hij zoveel zonden hebben als er gras op aarde en zand in de zee is - kan berouwvol en deemoedig tot God bidden, en God zal zijn gebed verhoren. De naastenliefde die God mij voorschrijft, legt mij al zonder meer de plicht op alle mensen in mijn gebeden te gedenken, ga jij dus maar zelf tot God bidden, want dat alleen kan en zal je helpen; want een betaald gebed is een gruwel voor God!'
Hoofdstuk 180: Over de juiste zegen en het juiste gebed - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Kijk, dat zou een gelovige priester tegen degene moeten zeggen die hem voor een gebed wilde betalen! Maar omdat de priester zelf niet in God gelooft, laat hij zich voor het gebed betalen dat hij uit een boek, zonder er ook maar iets bij te denken en te willen, in een huichelachtige, vrome houding prevelt, en daarom is hij een complete leugenaar en bedrieger. Hoe kan zo'n gebed door God op prijs worden gesteld?
Hoofdstuk 180: Over de juiste zegen en het juiste gebed - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  84 - 85 - 86 - 87 - 88 - 89 - 90 - 91 - 92 - 93 - 94 - 95 - 96 - 97 - 98 - 99 - 100 - 101 - 102 - 103 - 104 - 105 - 106 - 107 - 108 - 109  ...