10915 resultaten - Pagina 96 van 728
... 84 - 85 - 86 - 87 - 88 - 89 - 90 - 91 - 92 - 93 - 94 - 95 - 96 - 97 - 98 - 99 - 100 - 101 - 102 - 103 - 104 - 105 - 106 - 107 - 108 - 109 ...
[12] Kijk, twee en twee is samen vier! Dat is een waarheid en dat blijft het toch ook wel als het met een vriendelijk gezicht wordt gezegd!? Stel dat Ik een blinde leid, is het dan hetzelfde of ik hem op pijnlijke wijze vasthoud, of da ik de arme drommel op zachtzinnige wijze op de goede weg begeleid? Mij lijkt de zachtzinnige begeleiding van een blinde beter Want als ik hem te pijnlijk vasthoud, zal hij zich trachten los te worstelen uit mijn handen en wie weet of hij niet juist op dat ogenblik, waarop hij zich aan mijn te sterk drukkende handen ontworstelt, valt en zich ernstig verwondt!? Als ik hem echter op een zachte manier heb vastgehouden en geleid, zullen wij opgewekt en vrolijk het doel bereiken. - Heb ik gelijk of niet?"Hoofdstuk 47: De afgrond der leugen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Dit omhoog streven toonde God hem in de woestijn door het beklimmen van de berg, waarvan hij de top echter niet bereiken mocht, want dat verhinderde hem het brandende braambos.
Hoofdstuk 49: Gods beeldspraak bij Mozes. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] IK ga nu naar hen toe en vraag Suetal: "Ik heb jullie eerdere gesprekken helemaal gevolgd, want Mijn oren horen zeer scherp. Maar omdat jullie gezamenlijk zo veel over die heiland uit Nazareth met de wijze Mathaël en de hoofdman Julius besproken hebben, waarbij echter jullie eigen mening steeds verborgen is gebleven, zou Ik nu eens zonder omwegen van jullie willen horen wat jullie eigenlijk zelf van de bewuste persoon denken. Wees niet bang om het openlijk te zeggen, want Ik sta er borg voor dat je er geen last mee zult krijgen! Ik ken de heiland goed genoeg om te weten dat hij jullie geen kwaad zal doen als je Mij, als één van zijn naaste en beste vrienden, onverbloemd je persoonlijke mening kenbaar maakt!"
Hoofdstuk 50: De twijfel der twaalf. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Wij waren hier aanwezig bij de buitengewone genezing van de vijf kwaadaardig bezetenen en men heeft ons erover verteld. Ook hier waren wij echter zelf geen oog en oorgetuigen, maar hebben wij ons slechts door het zien van de genezen mensen en door het verhaal van de hoofdman, de meest tastbare en juiste informatie verschaft.
Hoofdstuk 50: De twijfel der twaalf. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Of wij echter als mensen zonder kennis en meer nog, zonder wijsheid, met onze voorstelling toch nog op de verkeerde weg zijn, daarover verschillen wij nog enigszins van gedachten en begrippen! Maar wie kan en wil dat voor ons, blinden in kennis en wijsheid, zó beschrijven dat ons óf het een, óf het ander zo duidelijk wordt als de zon op klaarlichte dag?
Hoofdstuk 50: De twijfel der twaalf. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Toen hij zich er echter al gauw van overtuigde dat bij de Nazareeër alles openlijk ten aanschouwe van iedereen en zonder enige bedrieglijke kunstgreep verricht werd, maar alleen door het aloude woord 'Er zij', nam hij afscheid van zijn Esseeërschap, dat zo vol bedrog was, maakte alle bedriegerijen bekend en werd zelf leerling van de Nazareeër. Daar staat hij, helemaal alleen onder een boom; ga naar hem toe en laat je door hem voorlichten!"
Hoofdstuk 51: Verdere twijfels. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Maar als hij werkelijk dat is wat men van hem vertelt en wat de wijze Mathaël over hem uit de doeken heeft gedaan, nu, dan zal men hem ook net als Mathaël alle eer geven! Slechts één ding brengt mij van de wijs en dat is, dat hij leerlingen aanneemt. Ik zeg: Als dat wat hij doet puur goddelijk is, zal geen leerling hem dat ooit na kunnen doen, ook al zou deze een volle eeuwigheid bij hem in de leer gaan. Is het echter menselijk, dan is het heel normaal dat hij leerlingen heeft. Want wat de ene mens doet, kan een ander mens ook doen als hij daarvoor de kennis en voldoende middelen bezit. Gaat het echter, zoals gezegd, om iets zuiver goddelijks, dan zal het nadoen wel nooit lukken! Want daar zou de gehele almacht en wijsheid van God voor nodig zijn!"
Hoofdstuk 51: Verdere twijfels. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] Ribar proeft eerst wat voorzichtig van liet wonderbrood. Omdat het hem echter erg goed smaakt, neemt hij van de ene helft een behoorlijk grote hap en geeft de andere helft aan zijn vrienden. Allen vinden zij het brood buitengewoon smakelijk, zoet en heerlijk geurend.
Hoofdstuk 52: De steen die brood werd. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[16] SUETAL zegt: "Zulke mensen zoals jij, die zich eerst met hun beetje verstand graag aanmatigend opstellen, zijn er nu maar al te veel op de wereld. Als er dan echter iets gebeurt dat hun begrip ver te boven gaat, staan ze erbij als een op overspel betrapte vrouw! -Wat kun je daar nu anders op zeggen dan: Mathaël heeft gelijk met ieder woord waarmee hij op zo'n waarachtige manier over de grote meester getuigde!
Hoofdstuk 52: De steen die brood werd. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[27] SUETAL zegt: "Kun je dat net zo'n wonder noemen als dit?! Als een wulpse deerne je al haar lichamelijke aantrekkelijkheden toont en je met wellustige ogen uitnodigt, is het dan een wonder als je uit zuiver lichamelijke wellust in haar mooie, zachte armen zinkt? Zulke Adam en Eva wonderen vinden er helaas heden ten dage maar al te veel plaats. Die behoren echter altijd bij de laagste en grofste, natuurlijke eigenschappen en daarin bevindt zich echt geen spoor van een wonder, tenzij je alles vanaf het oerbegin der schepping een wonder wilt noemen! -Weet je soms nog zo'n satanswonder?"
Hoofdstuk 52: De steen die brood werd. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[18] Mathaël heeft je echter al voldoende getoond welk inzicht een geest kan krijgen als hij slechts voor de helft wedergeboren is. Je hebt dus nu voor alles de duidelijkste bewijzen in handen en kunt dus met het grootste vertrouwen je leven daarnaar gaan inrichten. -Ben je met deze uitleg tevreden?"
Hoofdstuk 53: Hoofdlijnen van de leer van Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[19] SUETAL zegt: "Vriend, veel tevredener dan met die van de ontzettend wijze Mathaël! Wat u mij nu heeft gezegd is wel net zo bijzonder wijs als wat Mathaël heeft gezegd, en in zeker opzicht nog wijzer, maar bij Mathaël wordt het iemand angstig en bang te moede omdat je daar het overzicht verliest. U heeft echter met uw heel eenvoudige woorden mij de zaak tenminste zó duidelijk gemaakt dat ik me niets duidelijkers kan indenken. Ik weet nu precies wat ik moet doen en wat daar noodzakelijkerwijs op volgt. Ik ben dan ook geheel tevreden, omdat mij geen verdere vraag meer overblijft."
Hoofdstuk 53: Hoofdlijnen van de leer van Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] IK zeg: "Wees daar maar niet bang voor, want daar sta Ik wel voor in en Ik zal het te zijner tijd wel weten te verantwoorden als Ik daarvoor onderhanden genomen mocht worden. Maar Ribar en de anderen moeten we toch vragen wat voor soort teken zij wensen, omdat anders één van hen al gauw zou kunnen zeggen dat men het teken al lang van tevoren heeft voorbereid en precies heeft afgesproken. Als zij echter zelf zeggen wat het teken moet zijn, kan er van een eerdere afspraak geen sprake zijn. -Ben je het daarmee eens of niet?"
Hoofdstuk 54: Het wonder van de vis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Mocht hij het echter toch niet zijn, dan zou ik echt niet weten op wie wij dan nog zouden moeten wachten, die in staat zou zijn nog grotere en voor God waardiger dingen te doen! -Wat denkt u daar nu van beste vriend, vooropgesteld dat u als Griek enigszins vertrouwd bent met de Schriften der Joden?!"
Hoofdstuk 55: Vergelijkingen met de wonderen van magiërs. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Ongeveer drie weken geleden toonde men ons een grondig vernieuwd huis, dat nu ook aan een genezer -ik geloof dat hij Joab of zoiets heet -toebehoort. Men vond het iets buitengewoons omdat de Nazareeër het in een oogwenk, slechts door het te willen, uit een letterlijke steenhoop heeft opgebouwd.
Hoofdstuk 56: Het wonder van de ezel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)