17481 resultaten - Pagina 951 van 1166
... 939 - 940 - 941 - 942 - 943 - 944 - 945 - 946 - 947 - 948 - 949 - 950 - 951 - 952 - 953 - 954 - 955 - 956 - 957 - 958 - 959 - 960 - 961 - 962 - 963 - 964 ...
[4] Daar ik dus met al mijn inspanning en met de beste wil niet in staat was om jouw opdracht uit te voeren, dacht ik bij mezelf dat wanneer zelfs God toch van niemand het onmogelijke kan verlangen, een door Hem gezonden bode dat nog veel minder kan doen. Want om over deze kloof een brug te bouwen die bestand is tegen dit huiveringwekkende element, was voor mij absoluut onmogelijk.Hoofdstuk 88: De prior voor de kloof in moeilijkheden. Over de ware brug der verlossing. Van de dood naar het leven - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[6] Verder stoet ik je nog bekennen dat ik bij de aanblik van de grote ellende van mijn broeders bijna aan jouw goddelijke zending begon te twijfelen, maar dan dacht ik weer dat men eerst het eindresultaat moet afwachten en dan pas moet oordelen. Daarom wacht ik hier nu ook af wat de door jou beloofde oplossing is, waardoor het me duidelijk zal worden, in wiens handen ik mij bevind.
Hoofdstuk 88: De prior voor de kloof in moeilijkheden. Over de ware brug der verlossing. Van de dood naar het leven - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[9] Nu zeg ik: ja, mijn lieve vriend en broeder, deze keer heb je de spijker op de kop geslagen. Weet je wat het enige verlossingsmiddel en dus ook de enige brug van de dood naar het leven is? Je geeft me te verstaan dat je dit niet duidelijk ziet, maar ik zeg je, kijk naar de Heer! Wat heeft Hem ertoe bewogen om het gevallen aardse mensengeslacht te verlossen door voor elke bewoner van de aarde een eeuwig standhoudende brug van de dood naar het leven te bouwen? Was het niet Zijn eeuwig goddelijke, barmhartige Vaderliefde? Je geeft me een bevestigend antwoord; goed, maar ik zeg je nog iets.
Hoofdstuk 88: De prior voor de kloof in moeilijkheden. Over de ware brug der verlossing. Van de dood naar het leven - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[20] Ik heb in de loop van mijn onderricht toch aangetoond, hoe de biecht moet zijn om door de Heer als billijk en zelfs aanbevelenswaardig te worden beschouwd. Ik heb de gelijkenis van de onrechtvaardige rentmeester aangehaald, waarin de Heer aangeeft wat de enige juiste manier is om de bestaande katholieke biecht te rechtvaardigen. Handelt de biechtvader dus zoals de onrechtvaardige rentmeester en vervult hij zijn functie op deze enig ware en te rechtvaardigen manier, dan is de biecht ook evangelisch en dus een twijg aan de ware boom des levens. Is zij slechts een eigenmachtig priesterlijk gericht, dan is ze een van de boom des levens afgescheiden twijg die geen vrucht kan dragen.
Hoofdstuk 87: Het onderscheid tussen het juist en verkeerd handhaven van de biecht - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[1] Kijk, onze prior begeeft zich alweer naar de zielenslapers. Deze keer moet ook ik mij aan mijn belofte aan de zielenslapers houden en naar hen toe gaan. Daarom gaan we de prior achterna zodat jullie kunnen zien wat er zal gebeuren. Kijk, we zijn al samen met de prior ter plaatse. Nu stellen we ons hier wat verdekt op, zodat we kunnen zien wat onze prior allemaal met onze zielenslapers zal doen. Hij is dicht bij de kloof en begint zojuist te spreken.
Hoofdstuk 89: Het levendige gebed van de prior en de uitwerking ervan - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[9] Maar afgezien van deze tekst, zeg me eens lieve vrienden en broeders, wat kan een machteloos schepsel wel voor verdienstelijks voor de almachtige God verrichten? Wie van jullie die zich verdienstelijk wilde maken, heeft ooit met zijn kracht een grashalm of ook maar een bladluis geschapen? Wie van jullie was bij het scheppen van alle werelden en hemelen aanwezig om de Heer ook maar de geringste dienst te bewijzen? Wat hebben wij aan het grote werk van de verlossing bijgedragen zodat we zouden kunnen zeggen: we hebben wat verdienstelijks gedaan om God, de Almachtige, te helpen? Wat hebben wij er dan vooraf toe bijgedragen, toen we ons eerste leven van de Heer ontvangen hebben? Welke diensten kan een zwak kind zijn ouders bewijzen, zodat het tegen hen kan zeggen: geel me mijn verdiende deel?
Hoofdstuk 89: Het levendige gebed van de prior en de uitwerking ervan - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[1] Kijk, de eenvoudige man gaat naar onze prior toe. Als deze hem ziet gaat hij hem, zoals jullie zien tegemoet en richt zich al spoedig met de volgende woorden tot hem: vriend en broeder, wees duizendmaal gegroet en van ganser harte welkom! Je bent nog wel een vreemde voor mij, want ik kan me niet herinneren jou ooit in mijn gemeenschap te hebben gezien. Op aarde had ik echter reeds veel mensenkennis, waarvan ik, al is het maar een klein deel, vanzelfsprekend slechts door de allerhoogste onverdiende genade en erbarming van de Heer, mee hiernaartoe heb gebracht. Daarom zie ik dat jij een man met een zeer edele inborst moet zijn. Ik zal je dan ook dadelijk vertellen wat ik op het hart heb.
Hoofdstuk 90: De eenvoudige man. Vrijwillige bekentenis van de prior - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[4] De bode van de Heer heeft me trouwens voor deze opdracht uitsluitend naar de hulp van de Heer verwezen. O lieve vriend en broeder, ik ben er diep in mezelf wel van overtuigd dat de Heer als niemand anders in de gehele oneindigheid deze broeders en ook mij kan helpen, maar ik weet ook dat ik die hulp van de Heer maar al te onwaardig ben. Wanneer jij me echter bij het redden van deze armen een beetje zou willen en kunnen helpen, dan ben ik ervan overtuigd dat je zeker voor deze allerarmste broeders een goed werk hebt verricht. En als het ons dan gelukt is om in Naam van de Heer deze armen over deze huiveringwekkende kloof te brengen, dan zal ik mij samen met jou voor het eerst in geest en volle waarheid in mijn nietigheid voor de Heer in het stof werpen en zeggen:
Hoofdstuk 90: De eenvoudige man. Vrijwillige bekentenis van de prior - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[5] O Heer, allergenadigste en beste Vader, ik dank U voor de onmetelijke genade die U mij hebt bewezen, waardoor ik nu inzie en uit de grond van mijn hart kan zeggen: o Heer, ik heb niets, maar U hebt alles gedaan; ik ben daarentegen Uw slechtste en meest nutteloze knecht.
Hoofdstuk 90: De eenvoudige man. Vrijwillige bekentenis van de prior - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[6] De eenvoudige man zegt: welnu, mijn lieve vriend en broeder, ik heb je helemaal begrepen. Maar wat gaan we nu doen? Moeten we er misschien balken of planken overheen leggen?
Hoofdstuk 90: De eenvoudige man. Vrijwillige bekentenis van de prior - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[1] De prior zegt: o lieve, achtenswaardigste vriend en broeder, deze heerlijke gedachte heeft zich ook volkomen van mijn gevoel meester gemaakt. Ik zie maar al te goed in dat de voltooiing in de Heer zeker zal plaatsvinden, maar daarnaast zie ik ook in hoe eindeloos onwaardig wij allen voor zo'n buitengewoon heilige hulp zijn.
Hoofdstuk 91: De verlossingsvoorwaarde. Het overbruggen van de kloof - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[9] Dus, mijn lieve vriend en broeder, geef jij je ook helemaal over aan de Heer en wees ervan verzekerd dat Hij je niet minder zal voorzien van alles wat je nodig hebt en dat Hij dat zeker veel eerder en onuitsprekelijk beter zal doen dan de rijkste aardse vader dat kan bij de verzorging van zijn kinderen.
Hoofdstuk 91: De verlossingsvoorwaarde. Het overbruggen van de kloof - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[11] De woorden van de verheven bode van de Heer waren voor mijn gevoel als een ruwe vijl, waarmee hij - eeuwig dank aan de goddelijke barmhartigheid - de vele en allergrofste dwalingen van mij heeft afgevijld. Ook waren ze niet zelden als een scherp zwaard dat iemand uiterst pijnlijk verwondt, alhoewel daardoor het kwaadverwekkende bloed kan wegvloeien.
Hoofdstuk 91: De verlossingsvoorwaarde. Het overbruggen van de kloof - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[12] Jouw woorden daarentegen, o vriend en broeder, zijn als een allerheilzaamste, lieflijkste balsem. O, ik kan nauwelijks beschrijven hoe onuitsprekelijk prettig ik me bij ieder woord van jou ben gaan voelen! Ik ben nu ook zover gekomen dat ik oprecht en eerlijk vanuit mijn diepste gevoel kan zeggen:
Hoofdstuk 91: De verlossingsvoorwaarde. Het overbruggen van de kloof - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[14] De eenvoudige man zegt: ja, mijn lieve broeder en vriend, kom bij me en heb mij lief, want het is toch de wil van de Heer dat alle broeders in de Heer elkaar liefhebben! Kijk hoe onze prior nu op de nog onbekende man afstormt, hem omarmt en uit alle kracht aan zijn hart drukt terwijl de eenvoudige man dit gebaar van de prior nog levendiger beantwoordt. Wat denken jullie, is dat een gunstig of een ongunstig teken voor de prior? Ik zeg jullie, zo'n teken is van oudsher gunstig, want het ligt al eeuwig heel kenmerkend in het karakter van de Heer, dat Hij met ons en al Zijn hemelse boden de grootste vreugde aan een teruggekeerde verloren zoon heeft.
Hoofdstuk 91: De verlossingsvoorwaarde. Het overbruggen van de kloof - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)