Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 951 van 1110

...  939 - 940 - 941 - 942 - 943 - 944 - 945 - 946 - 947 - 948 - 949 - 950 - 951 - 952 - 953 - 954 - 955 - 956 - 957 - 958 - 959 - 960 - 961 - 962 - 963 - 964  ...
[7] Opdat jullie allen de ervaringstochten in Mijn rijk goed gesterkt mogen beginnen, zullen we eerst allemaal samen een waar levensmaal tot ons nemen. Robert, ga jij met je belangrijkste broeders naar de middelste deur op het zuiden en open deze; daarachter zullen jullie een nieuwe zaal aantreffen, waarin jullie een grote hoeveelheid tafels en stoelen zullen vinden. Schik deze en plaats er voldoende brood en wijn op! Ikzelf zal dan de gasten in de grote zaal van vrede en rust binnenleiden; daar zullen zij allen worden verzadigd. Doe nu, wat Ik jullie heb opgedragen!'
Hoofdstuk 120: Kleding in het hiernamaals. Zegen van de Heer. Blum en zijn vrienden wordt gevraagd om de eetzaal gereed te maken. Hun wonderlijke ervaringen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] Daarop hef Ik de handen op over allen en zeg: 'Ontvang allen de beloofde zegen ter versterking van jullie nog zwakke liefde en wijsheid, zonder welke het onmogelijk zou zijn om in Mijn eigenlijke hemelrijk binnen te gaan. Daar jullie echter Mijn Vaderzegen hebben ontvangen, zijn jullie nu ook in staat een flinke stap voorwaarts te maken in Mijn rijk. Jullie hebben je op aarde, als jullie af en toe de blik omhoog richtten naar de sterren, vaak afgevraagd wat deze sterren; de maan, de zon en nog veel andere hemellichamen mochten zijn. Sommigen dachten dit, anderen dat, en sommigen helemaal niets. Maar dat doet nu niets ter zake, want jullie allen hebben het aardse overwonnen en staan blij en innerlijk gesterkt voor Mij, jullie God, Vader en Verlosser. Als volmaakte kinderen hebben jullie nu het recht om in de grote en eindeloos vele woningen van jullie hemelse Vader te worden binnengeleid. Bereid je dus allen goed voor! Want nu pas begint een werkelijk grote inwijding in al de werken die jullie je hele leven lang als versluierde raadsels dagelijks voor ogen stonden!
Hoofdstuk 120: Kleding in het hiernamaals. Zegen van de Heer. Blum en zijn vrienden wordt gevraagd om de eetzaal gereed te maken. Hun wonderlijke ervaringen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[12] Robert zegt: 'Dan ga ik zelf. Blijven jullie intussen maar hier en bekijk de andere wonderlijke kenmerken van deze zaal!'
Hoofdstuk 120: Kleding in het hiernamaals. Zegen van de Heer. Blum en zijn vrienden wordt gevraagd om de eetzaal gereed te maken. Hun wonderlijke ervaringen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[14] Robert zegt: 'Goddank dat ik jullie tenminste hier nog aantref, want de zaal buiten is zo leeg en door iedereen verlaten als de noordpool op aarde! Geen Heer en geen ander wezen is nog ergens aanwezig, ook niet in de aangrenzende vertrekken die ik doorzocht heb. Door zoiets zou toch de meest evenwichtige geest uit het lood geslagen worden. Wat een hopeloze geschiedenis! Wat doen we nu?'
Hoofdstuk 120: Kleding in het hiernamaals. Zegen van de Heer. Blum en zijn vrienden wordt gevraagd om de eetzaal gereed te maken. Hun wonderlijke ervaringen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[1] Bardo gaat naar Robert toe en zegt: 'Vrienden, ik kan niet ontkennen dat dit verdwijnen van de Heer samen met het grote gezelschap, ook mij eigenaardig voorkomt. Ik denk nu echter bij mezelf: is het eerdere gebeuren met honderden wijze voorvallen enkel een op een droom lijkende verschijning geweest, dan zijn wij vrij en dus volkomen onze hoogsteigen wetgevers. In dat geval kunnen we doen wat we voor onze behoeften het beste vinden, en geen vreemde macht kan ons daarbij van de wijs brengen. Is echter alles, wat we nu in deze wereld beleefd, gezien en ervaren hebben, zuivere geestelijke waarheid en werkelijkheid en is de door ons allen geziene, boven alles geliefde Jezus de Heer, dan is de situatie waarin wij nu verkeren alleen maar een tot ons heil dienende beproeving. Zijn liefde en genade laten ons deze toekomen om ons daardoor zelfstandiger, zelfwerkzamer en in zekere zin geestelijk mannelijker te maken. Daarom ben ik van mening: we moeten in onze liefde tot Jezus de Heer flink groeien, zoals Hij ons onderricht, verheven en met Zijn almachtige scheppershand gezegend heeft; dan zal Hij zeker met al onze geliefde broeders en zusters spoedig in ons midden zijn. Dat is mijn advies. Weet iemand van jullie echter iets beters, dan verzoek ik hem ermee voor de dag te komen!'
Hoofdstuk 121: Meningen en raadgevingen van de vrienden. Dismas brengt de harten tot rust. Roberts dank. Over de zegen van de naastenliefde - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[8] Als we er eens echt over zouden nadenken hoe het mogelijk nog met ons gesteld is, of we wel vrij zijn van alle hartstochten, of er niet nog een vonkje hoogmoed in ons aanwezig is en of we wel het goede enkel omwille van het goede daadwerkelijk in ons opnemen, dan zal het voor ons nimmer moeilijk zijn om tot volmaaktheid van de geest over te gaan en de Heer, als volmaakten volgens Zijn ordening, te verwachten. Maar wanneer wij deze verschijning beschouwen als een soort aansporing van de kant van de Heer en ons erover blijven verbazen, dan zijn we zeker nog ver van ons doel verwijderd!
Hoofdstuk 121: Meningen en raadgevingen van de vrienden. Dismas brengt de harten tot rust. Roberts dank. Over de zegen van de naastenliefde - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[7] Dat is dus het lot van de trotse heren der aarde; dat zij tenslotte levend worden opgevreten en dan als van zichzelf bewuste wezens in eeuwige duisternis kunnen wanhopen! 0, vervloekt leven van de mens en vooral van een held! Maar wat nu gedaan? Gevloekt hebben we hopelijk genoeg, maar hoe zou het zijn, als we eens zouden bidden? Misschien zou een gebed ons kunnen helpen. Kent dan niemand van jullie een of ander simpel gebed van buiten?'
Hoofdstuk 122: Het binnendringen van een opgewonden menigte gesneuvelden. De toespraak van de aanvoerder. Zijn oproep tot gebed - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[10] De commandant zegt: 'Hou je mond, jij ezel van een Italiaan! Zulke domheden mankeren er nog maar aan! Laat iemand anders zich melden, maar dan met iets verstandigers. Verdraaid, kan dan niemand van jullie het zogenaamde 'Onze Vader' bidden?' Een komt er naar voren en zegt: 'Mijnheer de generaal, toen ik nog een jochie was, heb ik het 'Onze Vader' geleerd. Het is een mooi en wonderbaarlijk gebed, maar ik ken het niet meer helemaal. Wat ik nog ken, wil ik wel voorbidden.' De generaal zegt: 'Nou, bid dan maar, zo veel en zo goed als je kunt!'
Hoofdstuk 122: Het binnendringen van een opgewonden menigte gesneuvelden. De toespraak van de aanvoerder. Zijn oproep tot gebed - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[13] De generaal zegt: 'Geen geruzie, alsjeblieft! We zijn al ongelukkig genoeg dankzij een onoverwinnelijke macht. Waarom zullen we elkaar door beledigingen over en weer nog ongelukkiger maken? Wat helpt trouwens zo'n gebed, waarvan jullie ruim de helft niet meer kunnen bidden? Laat iemand naar voren komen, die dit gebed fatsoenlijk kan bidden, anders is het beter om helemaal niet te bidden.'
Hoofdstuk 122: Het binnendringen van een opgewonden menigte gesneuvelden. De toespraak van de aanvoerder. Zijn oproep tot gebed - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[15] De generaal zegt: 'Mijn beste mevrouw, bidt u voor uzelf maar in het Engels of het Chinees, wij verstaan tot nog toe alleen maar gewoon Duits en willen ook graag zo bidden. Ik vraag daarom nog eens: wie van jullie kan het 'Onze Vader' goed bidden in het Duits? Laat hij naar voren komen en in goed Duits voorbidden.'
Hoofdstuk 122: Het binnendringen van een opgewonden menigte gesneuvelden. De toespraak van de aanvoerder. Zijn oproep tot gebed - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[9] Het is niet genoeg dat we als levende machines doen wat de Heer van ons verlangt, maar we moeten in onszelf de ware reden daarvoor zoeken, want daardoor pas kunnen we onszelf in een levende Godsordening plaatsen. Aan de uiterlijke ordening van deze meubelen is weinig of niets gelegen, maar als het een vingerwijzing Gods is dat we in de tweede zaal van ons hart, die van de goddelijke wijsheid, al onze levensgereedschappen in een bepaalde ordening moeten brengen, dan is er aan deze verschijning enorm veel gelegen. Weet echter iemand van jullie nog wat beters, laat hij er dan in naam van de Heer mee voor de dag komen.'
Hoofdstuk 121: Meningen en raadgevingen van de vrienden. Dismas brengt de harten tot rust. Roberts dank. Over de zegen van de naastenliefde - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[13] Daarom verdien ik nog lang niet, dat jij, Robert, jouw huis dat de Heer uit jouw hart heeft opgebouwd, hier aan mij als eigendom zou schenken, wat naar mijn bescheiden mening ook helemaal niet zo gemakkelijk zou zijn. Kijk, het huis met al zijn heerlijkheden komt helemaal overeen met jouw eigen hart, waaruit de Heer met behulp van de zich daarin bevindende Gods- en broederliefde, dit prachtige werk heeft gevormd. Zou ik dus dit huis van jou als geschenk aannemen, dan zou ik jou daardoor ook je hart en je leven afnemen, omdat dit huis volgens de diepere waarheid het liefdevolle karakter van jouw hart zelf is..
Hoofdstuk 121: Meningen en raadgevingen van de vrienden. Dismas brengt de harten tot rust. Roberts dank. Over de zegen van de naastenliefde - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[12] Dismas zegt: 'Beste broeders, hebben jullie nooit gehoord, dat de ene dienst de andere waard is? Zo is het ook hier! Jullie oprechte vriendschap heeft mij indertijd gezuiverd en opgetild uit de diepte van mijn verdorvenheid, want ik was toen, wat mijn innerlijk betreft, een burger van de hel. Jullie waren echter in staat vat te krijgen op mijn innerlijk, en daardoor werd ik gered. Maar nu zijn jullie alleen maar een beetje in verlegenheid geraakt door de taak om ons eigen innerlijk te ordenen, die de Heer ons in deze tweede zaal heeft opgedragen. Toen heb ik vanuit mijn innerlijk enkele woorden gesproken en deze hebben, de Heer alleen zij alle lof, de gewenste uitwerking niet gemist.
Hoofdstuk 121: Meningen en raadgevingen van de vrienden. Dismas brengt de harten tot rust. Roberts dank. Over de zegen van de naastenliefde - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[8] De generaal, vertoornd over deze godsdienaren, zegt tegen diegenen die deze lieden bij hem hebben gebracht: 'Wees maar kalm! Jullie weten toch, dat dit papengespuis, op een enkele uitzondering na, op aarde allesbehalve datgene was, wat het zou moeten zijn. Daarom hoeft het jullie ook hier niet te verbazen, dat de allerminste varkenshoeder een heel wat beter christen is dan zo'n paap. Wie heeft Christus gekruisigd? De papen! Om dit werk echter niet te verleren, hebben zij de mis uitgevonden, die niets anders is dan een ceremoniële herhaling van de toenmalige werkelijke kruisiging van Christus. Wat men daarvan verwachten kan, ligt duidelijk voor de hand. Indien iemand een ander oordeelt, moet hij ofwel machtiger zijn dan degene die hij oordeelt, of hij matigt zich het ambt van rechter aan en doet alsof hij de gebieder is over degene die hij op zijn minst in gedachte oordeelt. De paap echter oordeelt Christus de Heer dagelijks en maakt Hem ook weer levend, om Hem vervolgens weer te doden, omdat hij iemand die voortdurend leeft niet kan gebruiken. Is hij dan als Gods rechter niet méér dan God Zelf? Wie kan loochenen, dat het in de alleenzaligmakende rooms-katholieke kerk niet zo is? Indien dit zwarte papendom zich het doodvonnis over God Zelf aanmatigt, kan het ons dan nog verbazen, dat het ook ons naar de hel verdoemt?
Hoofdstuk 123: Een monnik wil voor geld de mis lezen. De generaal gaat tekeer tegen Rome. Robert zou graag helpen. De Heer komt - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[10] In Zwitserland zijn zij begonnen en ze moesten naar alle windstreken eervol de hielen lichten. Daarop werd de paus van alle kanten onder druk gezet om deze gruweldaad zo mogelijk over de gehele aarde te wreken, want Zwitserland zou voor zo' n misdaad veel te klein geweest zijn. Het Zwitserse volk had namelijk, toen het erge honger had, zelfs het lef gehad zich te vergrijpen aan de beste wijnen en de overvloedige spijzen uit de kelders en voorraadkamers van de godsdienaren, omdat die godsdienaren uit christelijke naastenliefde niets wilden geven! Deze misdaad had de heilige godsdienaren zo woedend gemaakt, dat ze op alle mogelijke manieren de mensen begonnen op te hitsen, opdat hun vloek over de aarde in vervulling zou gaan. En kijk, zij hebben hun opdracht zeer effectief uitgevoerd, maar daarbij ook, god zij dank, zichzelf een wond toegebracht, die waarschijnlijk door geen aards kruid meer zal genezen. Ik denk dat jullie mij begrepen hebben. Wees daarom nu heel rustig, ook al wensen die zwartrokken jullie honderd keer de hel toe!
Hoofdstuk 123: Een monnik wil voor geld de mis lezen. De generaal gaat tekeer tegen Rome. Robert zou graag helpen. De Heer komt - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
...  939 - 940 - 941 - 942 - 943 - 944 - 945 - 946 - 947 - 948 - 949 - 950 - 951 - 952 - 953 - 954 - 955 - 956 - 957 - 958 - 959 - 960 - 961 - 962 - 963 - 964  ...