Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 951 van 1112

...  939 - 940 - 941 - 942 - 943 - 944 - 945 - 946 - 947 - 948 - 949 - 950 - 951 - 952 - 953 - 954 - 955 - 956 - 957 - 958 - 959 - 960 - 961 - 962 - 963 - 964  ...
[2] Cado rijzen de haren te berge. Op zijn gezicht tekenen zich angst en wanhoop af en innerlijk wordt hij ziedend van woede. Nu pakt hij een steen en zegt met bevende stem: 'O, kom maar Minerva, jij die mij werd aangekondigd, jij diepste oorzaak van alle kwaad! Deze steen zal aan het licht brengen hoeveel wrede wijsheid er in jouw hersenen wel voorhanden mag zijn! God of een duivel moge mij antwoord geven: wie zijn die gepijnigden, wie pijnigt hen en wat voor schuld hebben zij? Geen antwoord! Ook niet uit de hel! Dat is nu de houding van machthebbers: zij negeren de stem van een arme duivel. Mijn hart, je vraagt tevergeefs, hier is er geen troost meer! Je bent verloren, voor eeuwig verloren! Wen maar aan de diamanten hardheid van de hel, aan het verwijderd zijn van God en aan de ontoereikendheid van al je vragen. Wat een huiveringwekkende gewenning zal dat worden. Op aarde was nog wel te wennen aan de gruwelen die ik op last van mijn hoofdman moest uitvoeren, maar toentertijd was ik een van alle menselijke opvoeding verstoken roofdier en had van geen enkele religie het flauwste idee. Pas toen ik heerser werd, leerde lezen en schrijven en bovendien in het bezit kwam van een geroofde Griekse bijbel, werd ik voor het eerst onderwezen in de leer over het bestaan van een almachtige God.
Hoofdstuk 22: Cado's aardse levensgeschiedenis. Verdere beproeving van zijn hart. De helse Minerva in de statiekoets. Cado's gewijde stenen ter verdediging. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] Nu komt Cado overeind en begint zich in onze richting te bewegen, maar al zijn bewegingen zien eruit alsof hij zichzelf met zijn hardloperij wil foppen, want hij trappelt eigenlijk steeds op dezelfde plaats. Wat kan er wel de oorzaak van zijn, dat hij met zijn vaste wil niet vooruit komt?'
Hoofdstuk 20: Ondergang van de hellemacht. Cado als overlevende toont betere gevoelens. De geest is gewillig, maar het vlees is zwak. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[6] Miklosch kijkt nu vooral naar de heuvel waar Cado wezenloos ineen gedoken zit en vertelt verder: 'Maar omdat de verschrikkelijke vloed toch niet tot aan zijn huid wil komen, begint hij zich weer op te richten om te zien hoe het met deze woedende storm van de Godheid verder zal verlopen. Hij ziet dat de vuurzee niet hoger stijgt dan het aanzienlijke peil dat zij aanvankelijk over een onafzienbare vlakte bereikt had.
Hoofdstuk 20: Ondergang van de hellemacht. Cado als overlevende toont betere gevoelens. De geest is gewillig, maar het vlees is zwak. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] Miklosch gaat verder: 'Nu zakt Cado op zijn heuvel ineen en wacht op de allesverterende vloed, die nog wel machtig heen en weer golft, maar toch niet meer stijgt. Op Cado na is nu alles wat tegen ons ten strijde wilde trekken, door haar verzwolgen. Het komt mij alleen nog onverklaarbaar voor, dat de machtige hemelvorsten zich nog niet willen verwijderen. Ook de gruwelijke grot, die voor meer dan de helft is gevuld met de vuurstroom, heeft haar dreigende aanzien nog niet verloren.'
Hoofdstuk 20: Ondergang van de hellemacht. Cado als overlevende toont betere gevoelens. De geest is gewillig, maar het vlees is zwak. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[3] Nu snellen een paar danseressen met rozerode slepen naar hem toe op de heuvel en wenken hem om hen op de gloeiende dansvloer te volgen, maar Cado verontschuldigt zich en zegt: 'Mijn voeten zouden het op zo'n dansvloer niet uithouden, daarom blijf ik waar ik ben. Blijven jullie maar waar het je goed schijnt te gaan! Ik moet echt niets hebben van zo’n gloeiend heet vermaak.' Maar twee komen dichter bij hem en doen alle mogelijke moeite om hem op de gloeiende dansvloer te lokken. Cado gebiedt hun echter niet dichterbij te komen, daar hij anders geweld tegen hen zou moeten gebruiken. Hoe meer hij hun echter bedreigt, des te meer tonen zij hem hun bekoorlijke voorzijde en doen alle moeite om hem geheel te betoveren. Werkelijk een vreemd schouwspel! Het is merkwaardig, dat die helse gratiën bij al hun verlokkende bewegingen toch niet van houding veranderen, zodat Cado hun rugzijde te zien zou kunnen krijgen. Eén probeert nu haar sleep als een strik om zijn hals te werpen.
Hoofdstuk 21: Veranderde scène. Verleidelijke hellegeesten. Cado roept de genade en de hulp van de godheid in. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[9] Ik zeg: 'De oorzaak ligt daarin, dat zulke geesten ook bij hun beste voornemens en goede inzichten toch een hart hebben vol onreinheid, waaruit in de kamer van de wil onophoudelijk slechte dampen opstijgen, die steeds daar, waar het zwakke re deel van de wil een stap vooruit zou willen doen, een teruggang veroorzaken. Zo vergaat het immers ook velen op aarde: zij kennen het goede en het ware en nemen zich ook steeds voor het uit te voeren, maar op ogenblikken, waarop ze gewoonlijk het goede en ware willen opnemen in hun wil, protesteert hun vlees dan ook het meest; zij worden zwak en komen ondanks hun streven niet van hun plaats. Zodoende is de geest steeds gewillig, maar, het vlees zwak! Aan deze Cado hebben jullie nu een levend voorbeeld, hoe een mens of geest op eigen kracht niets vermag zonder Mij. Met Mij kan hij echter alles!'
Hoofdstuk 20: Ondergang van de hellemacht. Cado als overlevende toont betere gevoelens. De geest is gewillig, maar het vlees is zwak. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[13] Cado en zijn hoofdman maken eveneens een snelle beweging in onze richting en beklimmen een tamelijk hoge heuvel, die zich links van ons bevindt. Cado maakt de hoofdman harde verwijten vanwege zijn onuitvoerbare, waanzinnige plan om de almachtige Godheid te willen overwinnen. Nu ziet hij de overwinning voor zijn domme krokodillenogen! Hij moest nu maar de gaten dichtstoppen, waaruit de Godheid over hem en zijn gehavende leger zo overvloedig vuur laat stromen en hij zou ook degenen die begraven zijn, maar tevoorschijn moeten halen. Maar de hoofdman maakt de opmerking dat dit allemaal maar loos alarm is en dat de vuurstroom spoedig zal zijn uitgeput.
Hoofdstuk 19: De helse hemel bestorming barst los. Vredesgeesten in de hoogte. Verschrikkelijke wending voor de scharen der duisternis. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[12] Er stort net een hele grote rotswand omlaag op een menigte, waardoor een grote massa helse strijders, die gedwongen werd naar boven te klimmen, bedolven en verpletterd wordt. Achter de ingestorte wand stroomt een in lichterlaaie staande, afschuwelijk bruisende en sissende lavavloed, die in haar snelle opmars heel wat meer begraaft dan de zojuist ingestorte wand. Nu zie ik ook weer de reeds zeer mismaakte Cado en zijn hoofdman. Zij lijken op de voorgrond te beraadslagen over wat er verder valt te doen en te ondernemen, want naar het lijkt voelt geen duivel er nog wat voor om voor niets over die steile rotshelling naar boven te klimmen. De machtigste duivels sporen de zwakke re nog wel hels energiek aan, maar er is geen sprake meer van gehoorzaamheid en vluchtend voor de lavastroom lijkt iedereen nu alleen nog maar te gehoorzamen aan zijn eigen wil. Wat een afschuwelijk geweeklaag, wat een nameloos leed! Er komen nu uit verscheidene spleten van het gebergte gloeiende lavastromen tevoorschijn, die zich als geweldige watervallen in de diepte storten. Daar, boven een hoge rotswand, stort zich als een Niagarawaterval een enorme massa gloeiend gesmolten erts onder verschrikkelijk gekraak in de diepte. En de benden, groot en klein, vluchten voor de op hen afkomende vuurstromen én huilen en vloeken verschrikkelijk.
Hoofdstuk 19: De helse hemel bestorming barst los. Vredesgeesten in de hoogte. Verschrikkelijke wending voor de scharen der duisternis. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[5] Cypriaan let nu heel goed op alles wat zich voordoet bij de bewegingen van de helse bende. Miklosch en graaf Bathianyi zeggen echter eenstemmig: 'Heer, bovenmate groot is Uw lankmoedigheid en geduld, dat U deze manier van doen met zo'n zachtmoedige gelatenheid kunt aanzien! Als het van ons zou afhangen, zouden wij eens een hartig woordje met dit gespuis spreken. Nee, zo'n brutaliteit om zich zo tegen U te willen afzetten, ja, U zelfs als het mogelijk zou zijn helemaal te vernietigen! Nee, dat is meer dan helse kwaadaardigheid! De gedachte alleen al zou volgens ons een eeuwige tuchtiging waard zijn!'
Hoofdstuk 19: De helse hemel bestorming barst los. Vredesgeesten in de hoogte. Verschrikkelijke wending voor de scharen der duisternis. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] Over een poosje worden ze zich er wel van bewust, dat ze ondanks al hun moeite geen stap verder komen, en dat zal het sein voor de uitbarsting van hun innerlijke woede zijn, waarbij zij elkaar zonder pardon zullen aanvallen en verscheuren als wilde beesten. Let nu maar goed op, in het bijzonder op hun bewegingen.'
Hoofdstuk 19: De helse hemel bestorming barst los. Vredesgeesten in de hoogte. Verschrikkelijke wending voor de scharen der duisternis. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[3] Ik zeg: 'Inderdaad is oorlog die van de hel uitgaat altijd tegen ons gericht! Zien kunnen zij ons niet; wel echter vermoeden ze dat we hier zijn, omdat ze in de richting van onze plaats, die eigenlijk de geestelijke middag is, een soort licht waarnemen. Zij doen vergeefse moeite om naar ons toe te komen. Zij denken wel dat ze vooruit komen, maar hun ogenschijnlijke vooruitgang is een achteruitgang en een zich steeds verder verwijderen van ons. Daarom laten we hen ook draven, omdat we weten hoe ver en waar zij met deze beweging zullen komen.
Hoofdstuk 19: De helse hemel bestorming barst los. Vredesgeesten in de hoogte. Verschrikkelijke wending voor de scharen der duisternis. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[9] Cypriaan zegt: 'Ja, broeder Miklosch, je hebt gelijk. Daar dicht bij die bewuste duivelsgrot heb ik al een soort raket zien opstijgen, maar die kwam niet eens tot op een achtste van de hoogte van de berg. Nu zie ik ook hoe hele massa's tegen de zwartgrauwe rotswanden omhoog beginnen te klimmen, maar uiterst slecht vooruitgang boeken. Van beneden af worden ze ontzettend bedreigd en ze lijken ook geen zin te hebben om verder naar boven te klimmen. De geschiedenis begint een tragisch aanzien te krijgen! Nu is een hele groep vanaf een hele hoge, steile wand naar beneden gestort en wordt meteen weer aangezet om opnieuw naar boven te klimmen. Zij verzetten zich door te wijzen op de onmogelijkheid van hun opdracht, maar men begint hen met gloeiende speren te bewerken. 0, dat is afschuwelijk!'
Hoofdstuk 19: De helse hemel bestorming barst los. Vredesgeesten in de hoogte. Verschrikkelijke wending voor de scharen der duisternis. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] Miklosch zegt: 'O ja, Heer en Vader! Nu is ons alles weer duidelijk en alles wat U, o Heer, hebt bepaald, is goed. Maar nu ontdek ik, dat op de toppen van het enorm hoge gebergte zich steeds meer lichte geesten beginnen te verzamelen. Ook op de hoogste top staan naast de twee eersten een menigte andere, ons geheel onbekende, krachtige engelen. En daar, kijk eens omhoog in de lucht! Enorme scharen zweven er in welgeordende rijen en houden het oog scherp gericht op iedere beweging van de helse horde. De hele horde lijkt hen op te merken, aangezien ze nu ineens hun grimmige gezichten naar boven keren en hun geschut omhoog beginnen te richten.'
Hoofdstuk 19: De helse hemel bestorming barst los. Vredesgeesten in de hoogte. Verschrikkelijke wending voor de scharen der duisternis. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[6] Ik zeg: 'Mijn lieve kinderen, laat alles achterwege wat ook maar de naam ergernis heeft! Want zie, iedere nog zo geringe ergernis stamt uit de hel en is onverenigbaar met de zuivere natuur van Mijn kleine hemelse kinderen, die jullie nu nog zijn. Jullie moeten je hoe dan ook aan geen enkele verschijning, ook maar in het minst ergeren, hoe slecht ze er ook mag uitzien, want de ergernis van de kinderen van de hemel speelt de hel in de kaart en geeft haar aanleiding tot het geven van nieuwe ergernis, die zij maar al te gemakkelijk en gauw om zich heen wil laten grijpen. Denk in plaats daarvan in je hart dat alles zo moet gebeuren, wil er ook in de grot ooit een zachter licht doordringen. Bedenk dat de hele hel bestaat uit wezens, die ten dele door hun eigen geschiedenis en ten dele door die van de groten op aarde zulke duivels zijn geworden en hun geestelijk leven helemaal hebben verspeeld. Zij zijn nu diep ongelukkig en zullen nog ongelukkiger worden, maar omdat wij alle macht bezitten is het nu aan ons, hen zo veel mogelijk te helpen en wel met ieder middel waarmee blijkbaar nog hulp mogelijk is.
Hoofdstuk 19: De helse hemel bestorming barst los. Vredesgeesten in de hoogte. Verschrikkelijke wending voor de scharen der duisternis. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[6] De eigenlijke hellepijn zal voor deze geesten nu pas beginnen. Je ziet nu ook dat de eerder door Cado verscheurde kwelgeesten zich weer samenvoegen, maar niet tot een menselijke, maar tot een slangengedaante. Let goed op en je zult dadelijk de werkelijke bende te zien krijgen. Maar jij, Helena, mag er nu niet meer naar kijken, want dat zou voor jou te akelig zijn. Kijken jullie echter allemaal, en Cypriaan, jij kunt er ook bij vertellen wat je te zien krijgt!'
Hoofdstuk 17: Cado's waanzinnige helse trots. Vermetel plan van de hoofdman voor de omwenteling. De afgrond der hel opent zich. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
...  939 - 940 - 941 - 942 - 943 - 944 - 945 - 946 - 947 - 948 - 949 - 950 - 951 - 952 - 953 - 954 - 955 - 956 - 957 - 958 - 959 - 960 - 961 - 962 - 963 - 964  ...