Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 952 van 1490

...  940 - 941 - 942 - 943 - 944 - 945 - 946 - 947 - 948 - 949 - 950 - 951 - 952 - 953 - 954 - 955 - 956 - 957 - 958 - 959 - 960 - 961 - 962 - 963 - 964 - 965  ...
[6] Met een leger van vier miljoen strijders is weliswaar niet zonder meer aan te nemen dat ons de zege zou kunnen ontgaan, maar het te verwerven goud hebben we daarom nog niet in onze zak en daarom kunnen we ook niemand zijn deel van de winst toezeggen wanneer hij zijn kleine steentje tot deze grandioze onderneming zou bijdragen.
Hoofdstuk 211: De radeloosheid van de opperpriesters vanwege het loskopen van de slaven. De raad van de tien verkenners. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[11] En de opperpriesters zeiden: 'Goed! Van het opgeven van de onderneming is geen sprake; maar we zullen morgen verschillende groten van deze stad de vraag voorleggen! Maar o wee als zij anders spreken dan jullie nu, als het ware uit hun mond, tegen ons hebben gesproken!'
Hoofdstuk 211: De radeloosheid van de opperpriesters vanwege het loskopen van de slaven. De raad van de tien verkenners. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] Na deze woorden verlieten de opperpriesters geheel verbouwereerd het podium en het tiental begaf zich eveneens naar hun afdeling.
Hoofdstuk 212: De bijeenkomst van de slavenbezitters en hun hoge eisen voor het loskopen van de slaven. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] Sommigen meenden dat de priesters weer van plan waren een grote slavenveiling te houden; anderen waren van mening dat er misschien weer een nieuwe wet ontworpen werd of misschien een nieuwe belasting uitgeschreven zou worden. En zo gisten zij in gespannen verwachting wat deze bijeenkomst brengen zou, maar geen van hen kwam achter de ware reden.
Hoofdstuk 212: De bijeenkomst van de slavenbezitters en hun hoge eisen voor het loskopen van de slaven. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[11] Deze aanwijzing verspreidde zich als een lopend vuurtje onder de groten en zij waren nu geheel voorbereid op wat zou komen.
Hoofdstuk 212: De bijeenkomst van de slavenbezitters en hun hoge eisen voor het loskopen van de slaven. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[12] Het tiental bleef nu onderaan de treden van het grote spreekpodium staan en wachtte op de uitgedoste opperpriesters. Deze kwamen na een tijdje met groot ceremonieel en bestegen het podium onder veelvoudig hoerageroep.
Hoofdstuk 212: De bijeenkomst van de slavenbezitters en hun hoge eisen voor het loskopen van de slaven. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] Wij willen, omdat we niet anders kunnen ook op deze voorwaarden ingaan, hoewel ons dat ongeveer tweederde van ons goud kost; maar juist daarom vragen we nu aan jullie op hoeveel pond jullie zo'n gouden berg schatten en hoeveel pond jullie na verloop van vier tot vijf jaar hier naartoe kunnen halen als alles voorspoedig verloopt! We eisen een gewetensvol antwoord.
Hoofdstuk 213: Vragen van de opperpriesters aan de tien verkenners. Het verdrag met de slavenhouders. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] Toen de tien deze vraag van de opperpriesters hadden vernomen dachten zij juichend bij zichzelf: 'Pas nu zijn jullie volkomen in onze handen! Een antwoord zul je zeker krijgen, een dat precies zo bij je domme vraag past als een grote tulband op een klein hoofd; maar wat achter dat antwoord schuilgaat zal jullie dood en verderf brengen! Maar dat moet voor jullie domheid verborgen blijven totdat het metterdaad voor jullie satansgezichten onthuld wordt!'
Hoofdstuk 213: Vragen van de opperpriesters aan de tien verkenners. Het verdrag met de slavenhouders. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[6] Na deze overdenkingen trad de woordvoerder pas naar voren en zei: 'Maar, jullie hoogmachtige dienaren van alle goden! Wat is dat toch weer voor een weinig doordachte vraag! Jullie zijn toch opperpriesters - hoe kun je dan vragen hoeveel pond een enorm grote gouden berg wel zal wegen?! Probeer de kleinste berg gedeeltelijk te wegen en we zijn er van overtuigd dat jullie je geduld verliezen voordat je met het afwegen van zijn vele duizend miljoen pond klaar bent! En wat is zo'n kleine heuvel ten opzichte van zo'n kolossaal gebergte als er in onze omgeving nergens te vinden is?!
Hoofdstuk 213: Vragen van de opperpriesters aan de tien verkenners. Het verdrag met de slavenhouders. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] Vraag jezelf af of het mogelijk is daar een gewicht van vast te stellen! Bovendien hebben we jullie toch reeds in het begin gezegd dat als we deze bergen veroveren, het goud wel onder de waarde van het straatvuil moet zinken! Dat moet toch wel genoeg gezegd zijn?! Want die wereld daarginds schijnt net zo uit puur goud te bestaan als die wij bewonen uit puur slijk bestaat! Op grond van onze trouw menen wij dat hierover niet meer gezegd hoeft te worden!
Hoofdstuk 213: Vragen van de opperpriesters aan de tien verkenners. Het verdrag met de slavenhouders. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[9] En de opperpriesters zeiden: 'O nee, nee, want wij zijn immers de lieve bescheidenheid zelf! Als een transport slechts dat oplevert en de gouden bergen ons eigendom worden, dan hebben wij in een keer immers meer dan genoeg! Daarna zorgen wij dan voor een jaarlijks transport, waarmee wij elk jaar minstens evenveel hopen te winnen; zo zal de zaak wel lukken, vooral als wij onze bescheidenheid meetellen! Met deze hoopvolle vooruitzichten willen wij dan nu met het toch wel enigszins zure loskopen van de slaven beginnen!'
Hoofdstuk 213: Vragen van de opperpriesters aan de tien verkenners. Het verdrag met de slavenhouders. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[6] Maar het tiental zei: 'Waarvoor zijn eigenlijk die enorme paleizen waarvan wij er binnen de stadsmuur duizend hebben en waarvan elk gemakkelijk tienduizend mensen kan herbergen? Deze staan leeg en dienen alleen ter vergroting van ons aanzien! Daarin met die slaven! Werkelijk, al waren het er driemaal meer, dan konden wij hen met gemak onderbrengen!
Hoofdstuk 214: Het aanleveren en de onderhoudskosten van de slaven. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Voor deze reeds geheel ontmenselijkte slaven was dit verschijnsel onverklaarbaar, en zij wisten niet wat hen te wachten stond.
Hoofdstuk 215: De bewapening, opleiding en het onderricht van de slaven. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] Maar de opperpriesters zeiden: 'Dat is allemaal goed en wel, maar waar halen wij opeens zo veel stompe wapens vandaan? Want om daarvoor nu meteen de nieuwe scherpe wapens uit onze grote arsenalen te nemen, zou toch wel enigszins onverstandig, erg duur en zelfs gevaarlijk zijn! Want deze kaste heeft een oude wrok tegen ons; als zij nu opeens scherpe wapens in handen krijgen, dan kon het ons wel eens niet goed vergaan!
Hoofdstuk 215: De bewapening, opleiding en het onderricht van de slaven. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[6] En het tiental zei: 'Teveel voorzichtigheid is even slecht als te weinig! Als jullie aan een eventuele wraak van deze mensen denken, dan zijn er helemaal geen wapens nodig voor een menigte van meer dan vier miljoen mensen! Wanneer zij tegen ons in opstand komen, verdrukken zij ons alleen al door hun gewicht; en zouden de slaven dat van plan zijn geweest dan hadden zij ons al overvallen!
Hoofdstuk 215: De bewapening, opleiding en het onderricht van de slaven. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
...  940 - 941 - 942 - 943 - 944 - 945 - 946 - 947 - 948 - 949 - 950 - 951 - 952 - 953 - 954 - 955 - 956 - 957 - 958 - 959 - 960 - 961 - 962 - 963 - 964 - 965  ...