Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 952 van 1112

...  940 - 941 - 942 - 943 - 944 - 945 - 946 - 947 - 948 - 949 - 950 - 951 - 952 - 953 - 954 - 955 - 956 - 957 - 958 - 959 - 960 - 961 - 962 - 963 - 964 - 965  ...
[5] Ik zeg je, er blijft deze geesten niets bespaard. Ieder lasterlijk woord wordt een gloeiende steen op hun hoofd, en ze zullen zich onder zo'n last er wel stilaan van bewust worden of ze sterker zijn dan de Godheid, en in staat zullen zijn om hun boze plannen ten opzichte van Mij ooit ten uitvoer te brengen! God is door en door de zuiverste liefde, en vanuit zo' n liefde de hoogste wijsheid, orde en macht. Alles moet zo gebeuren, opdat alles blijft bestaan en niets verloren gaat!
Hoofdstuk 17: Cado's waanzinnige helse trots. Vermetel plan van de hoofdman voor de omwenteling. De afgrond der hel opent zich. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[5] Ik zeg: 'Mijn beste vriend, de hel is nooit gevaarlijker en onheilspellender dan wanneer zij zich uiterlijk helemaal rustig houdt, maar innerlijk daarentegen met des te grotere woede begint te razen, zoals juist nu het geval is. Dientengevolge is ook de hemel ten aanzien van de hel nooit waakzamer dan wanneer hij zich bij zo'n drukte in de hel heel rustig en gelijkmoedig lijkt te gedragen. Zolang de hel alleen innerlijk gist en raast, grijpt de hemel niet in, maar wanneer ze mettertijd moed vat en haar woede naar buiten toe in werking laat treden, dan zal ook de hemel zijn tegenmiddelen op de meest nadrukkelijke manier aanwenden. Let maar goed op hoe de hel nu listig, onder de dekmantel van uiterlijke rust, opnieuw wil proberen om Mij te vangen en ten val te brengen. Als je nu een blik op de aarde zou willen werpen, waarvoor je alleen maar over je linkerschouder hoeft te kijken, zul je zien hoe de hel nu ook op precies dezelfde wijze aan de hoven bezig is te bewerkstelligen, dat de hele aarde in een alles vernielende oorlog wordt gestort. Zij zal haar voornemen ook hier en daar ten uitvoer brengen, maar let dan eens op, op welke manier er dan aan haar praktijken een einde wordt gemaakt! Bekijk daarom slechts deze uitbarsting van de hel en zijn gevolgen, dan zul je er gemakkelijk uit kunnen afleiden, hoe op aarde alles wat zich hier nu afspeelt, op overeenkomstige wijze ten uitvoer wordt gebracht. Kijk, het rumoer wordt alweer luider, de vlammen in de grot worden intensiever en de rook wordt zelfs gloeiend. De horde voor de grot wordt talrijker en begint zich naar ons toe te bewegen. Nu zal het gauw losbarsten!'
Hoofdstuk 18: Machten der duisternis. Helse boosaardigheid en hemelse waakzaamheid. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[10] Deze van enorme pijn huilende Cado zou zeker voor eeuwig verloren zijn, als hij niet het vermogen zou hebben om pijn te voelen. Zo zal hij in zijn hoogmoed misschien nog geruime tijd weerstand bieden. Als de pijn hem echter al te geweldig aangrijpt, zal hij tenslotte handelbaarder worden en zich op betere wegen begeven.
Hoofdstuk 15: Cado in een hels zweetbad. De onverbrekelijke ordening van de Heer ten aanzien van het volgen van de vrije wil. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[11] Jullie begrijpen nu uit Mijn woorden, dat elk vermogen en elke geaardheid van een mens, evenals van ieder ander wezen uit Mijn eeuwige orde, uitstekend is berekend. Daar mag absoluut niets aan ontbreken, als de mens volkomen moet worden wat hij kan worden. Wanneer echter alles zo moet zijn, dan moeten jullie hier naast Mij steeds denken: 'Door hetgeen iemand zelf wil, zal hem, ondanks de grote daaraan verbonden en hem welbekende nadelen, in eeuwigheid geen onrecht geschieden, al verging het hem nog honderd keer slechter!' Maar let nu verder goed op wat er zich afspeelt! En jij, lieve Helena, vertel ons wat je ziet!)
Hoofdstuk 15: Cado in een hels zweetbad. De onverbrekelijke ordening van de Heer ten aanzien van het volgen van de vrije wil. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] Dit donderachtige gedreun bevalt Cypriaan echter helemaal niet, daarom zegt hij tegen Mij: 'Maar Heer, heiligste beste Vader, waar zal dit steeds onstuimiger wordende gebulder op uitdraaien? Zelfs de grond waarop wij nu staan, begint te beven en omhoog te komen! En ginder, waar de huiveringwekkende grot - waar nu schoksgewijs vlammen met massa's rookwolken uitslaan - verder lijkt uit te dijen, rollen nu verschrikkelijke onweerswolken als losgeslagen grote rotsblokken langs het gebergte omlaag. Hoewel de zaak er afgrijselijk begint uit te zien, bevindt het helse groepje zich nog vredig en niets kwaads vermoedend voor de ingang van de afschrikwekkende grot en maakt niet eens aanstalten om iets te ondernemen. Ik vraag U, Heer, zeg ons toch waar deze merkwaardige voorbereiding tenslotte op uit zal draaien. Ik ontdek niets anders dan almaar meer vlammen die uit de grot slaan en zie ook steeds meer dichte rook uit de grot en uit andere kloven van het gebergte komen en een gestaag opstapelen van de onweerswolken. De beide engelen op de hoogste bergtop zijn heel rustig en schijnen deze ijzingwekkende voorbereiding helemaal niet op te merken. Het onverdraaglijke lawaai van de storm lijkt niet tot hun oren door te dringen.'
Hoofdstuk 18: Machten der duisternis. Helse boosaardigheid en hemelse waakzaamheid. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[3] Ik zeg: 'Bekijk hen maar wat beter, je zult ze gemakkelijk herkennen.' Cypriaan neemt hen nu wat nauwkeuriger op en herkent al gauw Sahariël en Robert-Uraniël. Hij wil Mij hun namen noemen, maar Ik verbied het hem met het oog op Helena, omdat haar hart te teergevoelig is om, zonder er op te zijn voorbereid, de taak van haar gemaal op een naar haar idee zo gevaarlijk lijkende plek met de gewenste rust te kunnen aanzien. Cypriaan begrijpt deze wenk en zwijgt, maar Helena, die met haar gezicht tegen Mijn borst rust, vraagt Cypriaan toch of hij de twee engelen nog niet heeft herkend. Maar Cypriaan verontschuldigt zich heel verstandig: 'Jawel, maar ik heb nu te veel te zien, zodat ik geen tijd heb om je hun namen te noemen. Heb maar wat geduld, zij zullen toch wel spoedig hierheen komen.' Helena is daar tevreden mee en verbergt haar gezicht tegen Mijn borst vanwege de aangekondigde gruwelijke scènes uit de hel. Een steeds toenemend razen en tieren kondigt aan, dat de hel weer van plan is iets heel boosaardigs uit te voeren.
Hoofdstuk 18: Machten der duisternis. Helse boosaardigheid en hemelse waakzaamheid. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[2] Cypriaan treedt na Mijn waarschuwing meteen terug en zegt: 'O Heer, ik dank U voor Uw vaderlijke terechtwijzing! Zonder deze zou ik er tenslotte helemaal naar toe zijn getrokken, wat waarlijk rampzalig voor mij had kunnen worden. Nu begint de helse geschiedenis een totaal hopeloos aanzien te krijgen. Wel verdraaid, deze noordelijke streek krijgt nu een huiveringwekkend aanzien! Een donker gapende grot opent zich wijd tussen de steile wanden van een gebergte met ravijnen en gigantische kloven, waaruit zich een steeds dichter en duisterder wordende walm ontwikkelt. Ook hoor ik een onheilspellend gebulder als van een veraf woedende storm op zee. O, dat begint er heel bedenkelijk uit te zien! Nu zie ik helemaal bovenop het gebergte, boven de huiveringwekkende grot, twee engelen die er heel somber en ernstig uitzien. Wie mogen deze twee engelen wel zijn?'
Hoofdstuk 18: Machten der duisternis. Helse boosaardigheid en hemelse waakzaamheid. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] Ik zeg: 'Mijn beste Cypriaan, deze verschijnselen moet je onbewogen aanzien, anders vul je je eigen hart met dezelfde stof waarmee de harten van die beide helse geesten vervuld zijn. Want bedreiging, wraak en oorlog zoals ze zich nu aan jou voordoen, zijn kenmerkende eigenschappen van de hel. Kijk maar eens, hoe juist een op gloeiende draken lijkende horde uit een geweldig rokende spelonk te voorschijn komt en onze beide rovershoofdmannen omringt, begroet en lof toezwaait vanwege hun goede helse gezindheid. En kijk hoe die twee nu ook beginnen over te gaan in goedgevormde drakengestalten, wat zoveel wil zeggen als: zij gaan nu volledig over in het echt helse, dat zich nu volkomen in hen heeft ontwikkeld.
Hoofdstuk 17: Cado's waanzinnige helse trots. Vermetel plan van de hoofdman voor de omwenteling. De afgrond der hel opent zich. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[1] Cypriaan vertelt verder: 'Cado schudt weer zijn hoofd en zegt: 'Vriend, jouw plannen zijn ijdel! Ik ben weliswaar een uitgesproken vijand van de Godheid, maar niet vanwege haar zwakheid, maar vanwege haar te enorme macht. Het is mijn volkomen vrije wil, ofwel hier te blijven in het oord van de kwellingen, of om te keren en deel te nemen aan alle mogelijke vreugden van een hemels leven. Toch verkies ik het om hier te blijven, omdat ik de oneindig grote macht van de Godheid maar al te goed ken. Zou de Godheid ook maar iets zwakker zijn, dan zou ik meteen aan haar kant gaan staan en haar tegen iedere aanval verdedigen. Maar juist omdat ze zo oneindig machtig en onoverwinnelijk is, ben ik haar meest onverzettelijke vijand. Ik weet dat mijn vijandschap pure waanzin is en zij mij ieder ogenblik kan vernietigen, maar zolang ik een vrije wil heb, wil ik haar vastberaden het hoofd bieden, alleen maar om haar te laten zien dat zij met haar almacht en wijsheid toch niets met mij kan beginnen, zolang ze mij in het bezit van mijn tegenwoordige vrije wil laat. Het is voor een held werkelijk het allergrootste genot om zich als een atoom tegen de eindeloze grootheid van God zo schrap te zetten, dat deze er niets tegen kan uitrichten. Ik zal daarom ook nooit haar denkbeeldige zwakheden, maar vooral haar oneindige kracht proberen te doorgronden. Des te meer kracht en sterkte ik in haar ontdek, des te onbuigzamer zal ik mij tegenover haar gedragen. Kijk, dat is een denkwijze zoals het een held betaamt, maar jouw plan om de Godheid van haar troon te stoten, is volkomen belachelijk. De Godheid is het meest oneindige Wezen in ieder opzicht! Geef daarom je plan op en doe wat ik doe! Je zult het grootste genot beleven doordat je jezelf kunt bewijzen dat je de hoogste macht van God toch met jouw werkelijk nietige kracht het hoofd kunt bieden!'
Hoofdstuk 17: Cado's waanzinnige helse trots. Vermetel plan van de hoofdman voor de omwenteling. De afgrond der hel opent zich. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[10] Bijvoorbeeld: een meisje van lichte zeden vindt opvang in een afgelegen huis onder de voorwaarde, dat ze zich van nu af aan gedraagt alsof ze in een streng klooster was. Dat is voor zo'n echte nachtvlinder zeker een klein gericht. Zij denkt er wel een tijdje over na, maar omdat het voordeel van een goed, geregeld leven haar toch sterk aanspreekt, laat ze zich dit gericht graag welgevallen, went tenslotte aan deze ordening, wordt dan een echt fatsoenlijk persoon, en blijft en sterft dan ook als zodanig. Daarom ben ik van mening dat iets dergelijks misschien ook bij Cado het geval zou kunnen zijn.'
Hoofdstuk 14: De door en door slechte aard van Cado. De Heer over goddelijke tuchtiging. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] Bij deze laatste kreten bevindt Cado zich echter al voor Mij en Helena, evenals voor al de andere gasten, zonder echter, op Petrus en Paulus na, ook maar iemand van ons te zien. Helena schrikt van hem, omdat hij letterlijk van woede gloeit en dampt, maar Ik sterk haar, zodat ze hem rustiger kan bekijken. Nu geef Ik Petrus een wenk om bij Cado een bekeringspoging te doen en hem enige ogenblikken paradijselijke landschappen te laten zien.
Hoofdstuk 13: Opdracht aan Petrus en Paulus om de voormalige bedoeïenenhoofdman Cado voor te leiden. De vergeefse liefdevolle poging van Petrus om de brutale geest voor zich te winnen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] Nu steekt Cado zijn handen naar de hoofdman uit, maar deze maakt een sprong achteruit en schreeuwt: 'Blinde ezel! Ik moest je dit wel aandoen, daar je anders nooit deze kracht had ontwikkeld! Hier worden geesten immers enkel door hevig lijden gelouterd en tot machtige helden omgevormd, en zodoende heb ik jou door mijn wreed lijkende behandeling alleen maar een grote vriendendienst bewezen en niet mijn voorgewende dorst naar wraak op je gekoeld. Dat deed ik voor jou alleen maar vanwege onze nauwe verwantschap, opdat je vlug deze kracht zou bereiken, zonder welke geen wezen zich in dit rijk kan handhaven. Wanneer je dit echter niet wilt aanvaarden, probeer dan voor mijn part je lelijke plan ten opzichte van mij uit te voeren en je zult je ervan kunnen overtuigen, dat jij nog lang niet de machtigste bent in deze wereld!'
Hoofdstuk 16: Cado komt vrij en neemt wraak. De hoofdman bindt in. Satanisch helleplan. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[1] Ook de franciscaan Cypriaan komt met graaf Bathianyi en diens vriend Miklosch een flink stuk dichter bij Mij staan en richt zijn ogen scherp op de plaats des onheils. Na een tijdje begint hij ongevraagd te spreken: 'O jij afschuwelijke boef! Cado, door onuitsprekelijke pijn daartoe gedrongen, verbreekt nu alle ketenen als waren het zwakke spinnenwebdraden. Hij stort zich op zijn beulen als een woedende tijger en degenen die hij grijpt, scheurt hij in stukjes! De stukken krommen zich en springen op de gloeiende bodem rond als afgeslagen delen van een slang. De gloeiende troon vermorzelt hij tot stof. De speren worden vernietigd en nu stort hij zich op zijn aardse hoofdman, die zich verweert en de woedende Cado met een afschuwelijke stem toeroept:
Hoofdstuk 16: Cado komt vrij en neemt wraak. De hoofdman bindt in. Satanisch helleplan. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[12] Helena zegt: 'O Heer, dat is al te afschuwelijk! Gelukkige Robert-Uraniël, dat jij dit niet met ons hoeft aan te zien; je zou verstijven van afschuw!' Ik zeg: 'Bekommer je niet om Robert! Hij ziet deze scène even goed, zoniet nog beter dan jij! Want in het geestenrijk bestaat er geen afstand vanwaar men een of andere gebeurtenis minder duidelijk zou zien. In deze wereld zijn er heel andere nabij heden en afstanden, en deze bevinden zich uitsluitend in het hart van iedere geest. Hoe inniger geesten elkaar liefhebben, des te meer zijn ze elkaar nabij; hoe zwakker de wederkerige liefde is, des te verder staan ze ook van elkaar af. Begrijp je dat? Kijk nu maar dapper naar deze scène!'
Hoofdstuk 15: Cado in een hels zweetbad. De onverbrekelijke ordening van de Heer ten aanzien van het volgen van de vrije wil. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[9] Misschien zou iemand willen zeggen: 'Alle extremen moeten er natuurlijk zijn en blijven, maar waartoe dient dan bij de mens het buitengewoon sterke vermogen om pijn te voelen?' Het antwoord op deze vraag is gemakkelijk: stel je de mensheid eens voor zonder het vermogen om pijn te voelen, geef haar dan een vrij kenvermogen en een volkomen vrije wil. Sanctioneer de wetten dan zoveel je wilt, en niemand zal een wet in acht nemen! Want wie niet gevoelig is voor pijn, heeft ook geen enkel lustgevoel. Zouden vervolgens mensen, wanneer zij enkel begiftigd waren met lustgevoelens, zich niet in korte tijd helemaal verminken, als ze bij het eventueel afzetten van een ledemaat in plaats van beschermende pijn alleen maar lust en welbehagen zouden ondervinden?
Hoofdstuk 15: Cado in een hels zweetbad. De onverbrekelijke ordening van de Heer ten aanzien van het volgen van de vrije wil. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
...  940 - 941 - 942 - 943 - 944 - 945 - 946 - 947 - 948 - 949 - 950 - 951 - 952 - 953 - 954 - 955 - 956 - 957 - 958 - 959 - 960 - 961 - 962 - 963 - 964 - 965  ...