15542 resultaten - Pagina 954 van 1037
... 942 - 943 - 944 - 945 - 946 - 947 - 948 - 949 - 950 - 951 - 952 - 953 - 954 - 955 - 956 - 957 - 958 - 959 - 960 - 961 - 962 - 963 - 964 - 965 - 966 - 967 ...
[10] Maar IK keer me naar Chanchah en zeg: 'Jij heerlijkste bloem van Mijn hart; kom hier en laat je omarmen! Werkelijk, zo'n liefde is buitengewoon zeldzaam en nauwelijks één is er zo!Hoofdstuk 115: Aangrijpende verzoening tussen de Jezuïet Chorel en Chanchah - De vreugde van de Heer over Chanchah' s liefde - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[12] O Chanchah, Chanchah, jij hebt het ver gebracht en nog weet je niet hoe ver! Maar over niet al te lange tijd zal er een wereld voor je open gaan, waarvan je nog geen vermoeden hebt. Je ogen zullen nog een korte tijd moeten wachten tot ze volledig open gaan, opdat je dan des te zaliger zult worden. Heb daarom nog een poosje geduld! - Let nu allemaal op; de twee trekken de draak hier al naar het midden van de zaal en zullen dadelijk met hem hier zijn.'
Hoofdstuk 115: Aangrijpende verzoening tussen de Jezuïet Chorel en Chanchah - De vreugde van de Heer over Chanchah' s liefde - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[10] Maar IK zeg: 'Laat hem nu, tot hij bij komt; dan zullen we zien wat hij dan naar voren zal brengen.'
Hoofdstuk 116: Een scène met Satan tot lering voor de kinderen Gods - Martinus' woordenstrijd met Satan - Martinus in het nauw - Raad van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[24] MARTINUS is nu hevig geschokt en weet niet wat hij moet zeggen. Hij kijkt nu eens naar Mij en dan weer naar de draak en vraagt Mij heimelijk: 'Heer, wat is dat? Wat moet ik de draak daarop antwoorden? Hij schijnt, ofschoon ik daar niets van begrijp, in de grond der zaak tenslotte nog gelijk te hebben ook!?
Hoofdstuk 116: Een scène met Satan tot lering voor de kinderen Gods - Martinus' woordenstrijd met Satan - Martinus in het nauw - Raad van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] BOREM gaat naar Martinus toe, helpt hem overeind en zegt: 'Lieve broeder, zie, je bent te ijverig! Laat in de toekomst alleen de Heer handelen! Wij willen alleen maar dat doen, wat de Heer ons aanbeveelt, daarmee zullen wij altijd het allerbeste af zijn.
Hoofdstuk 118: Borem richt Martinus op en licht hem beter in - De Heer vermaant Martinus - Bezit en bezitter zijn in de hemel niet te scheiden - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[17] Maak je ook geen zorgen om Borem, want hij heeft voor zichzelf al alles wat hij nodig heeft. En als jij helemaal rijp zult zijn, dan zal hij jou ook in zijn bezit binnenleiden. Ga nu maar naar Borem toe en doe, wat hij doet. Dan zal Ik nu met deze gast een paar woordjes spreken.'
Hoofdstuk 118: Borem richt Martinus op en licht hem beter in - De Heer vermaant Martinus - Bezit en bezitter zijn in de hemel niet te scheiden - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[17] ZIJN TALRIJKE AANHANG roept echter: 'O Heer, als dat zo is, o, verlos ons dan uit onze oude kwelling en zet op onze plaats nieuwe, bruikbare werktuigen! Want wij hebben genoeg ellende meegemaakt en zijn door het vuur al bijna vergaan. Heb medelijden met ons en vorm ons om, O Heer, naar Uw goedheid, naar Uw liefde!'
Hoofdstuk 119: Het tweegesprek van de Heer met Satan - Satans kwaadwillige trots - De gelijkenis van de ertsgieter - De geredde aanhang van Satan - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[22] Bij deze woorden stoot Satan een enorm gebrul uit en haast zich door de deur naar buiten. Zijn aanhang gooit echter het drakenpantser van zich af en er staan hier nu duizend zeer ellendig uitziende zielen, helemaal naakt, die smeken om genezing en verzachting van hun grote smart.
Hoofdstuk 119: Het tweegesprek van de Heer met Satan - Satans kwaadwillige trots - De gelijkenis van de ertsgieter - De geredde aanhang van Satan - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] IK zeg tegen haar: 'Chanchah, zag je daarstraks niet, hoe Borem en Martinus de draak die jij zo afschuwelijk vond hier aan de ketting naar toe hadden moeten slepen en hoezeer deze zich tegen hun kracht verzette? En hoe Ik, toen Martinus met instemming van Borem Mij om hulp vroeg, met de macht van Mijn wil ogenblikkelijk de draak hier voor onze voeten wierp? Jij hebt dat immers toch nog met open ogen gezien!'
Hoofdstuk 120: Chanchah's ontwaken uit haar op een droom lijkende toestand - Uitleg van de Heer over de grote ontwikkelingsgangen en over Zichzelf - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[7] Doch Ik zeg je: Zie, Mijn kracht dreef de ene de deur uit zo snel als de snelste gedachte voorbij vliegt. En Mijn kracht gebood hem om in de zwijnen op aarde zijn intrek te nemen, opdat deze dan woedend zullen worden, in zo'n heerszuchtige woede naar het voorgebergte van de totale zelfzucht rennen en zich tenslotte van daaraf in de zee van de duistere waan storten en hierin verdrinken.
Hoofdstuk 120: Chanchah's ontwaken uit haar op een droom lijkende toestand - Uitleg van de Heer over de grote ontwikkelingsgangen en over Zichzelf - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] Maar zijn oude aanhang heb Ik door de macht van het Woord van hem afgenomen en hen onder leiding van de drie afwezigen naar het bad van zelfkennis, deemoed en de daaruit voortkomende mogelijke verbetering gestuurd.
Hoofdstuk 120: Chanchah's ontwaken uit haar op een droom lijkende toestand - Uitleg van de Heer over de grote ontwikkelingsgangen en over Zichzelf - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[11] De eenvoud van Mijn uiterlijk wezen mag je niet misleiden, want zie, Lama behoeft niet zoals de wereldvorsten naar buiten te schitteren, maar alleen door Zijn vaderliefde, wijsheid en macht in het hart van Zijn kinderen! Ik schitterde in jouw hart allang buitengewoon; hoe heb je Mij toch niet kunnen herkennen?!
Hoofdstuk 120: Chanchah's ontwaken uit haar op een droom lijkende toestand - Uitleg van de Heer over de grote ontwikkelingsgangen en over Zichzelf - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] Chanchah valt nu aan Mijn voeten en huilt en snikt van al te grote vreugde en geluk. Ik echter sterk haar en zij richt zich op en bekijkt Mij met grote, verrukte ogen van top tot teen en kan maar niet genoeg naar Mij kijken. Alleen haar hart spreekt:
Hoofdstuk 121: Chanchah' s buitengewoon grote geluk en liefde voor de herkende Lama - Liefde en wijsheid - De Heer als Vader en Broeder - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[7] Kijk eens naar Gella hier naast je en kijk ook naar Martinus, Borem en Chorel: Deze kennen Mij al geruime tijd en zijn eveneens vol liefde tot Mij. Maar ze verdragen Mij en kunnen daarom alles doen en genieten, wat Ik hun gebied en geef. Zouden ze echter reageren zoals jij, dan zouden zij ook niets kunnen doen en genieten, zoals jij nu ook niets kunt doen en niets hogers zou kunnen genieten, omdat je te grote liefde al je krachten te zeer opeist.
Hoofdstuk 121: Chanchah' s buitengewoon grote geluk en liefde voor de herkende Lama - Liefde en wijsheid - De Heer als Vader en Broeder - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[9] Maar wat denk jij toch, mijn hart - jij bent immers ook in de grootste en zichtbare nabijheid van Diegene, die heilig is en meer dan heilig. Wees daarom stil, mijn hart; de Heer geeft immers ieder naar de rechtvaardigste maat van Zijn liefde en wijsheid. Denk daarom niet aan de hoogste mate van zaligheid, die nu deze edele Chinese ten deel valt, maar denk er aan hoe oneindig gelukkig jijzelf nu bent!'
Hoofdstuk 122: Een hemelse liefdesverklaring - De overwinning van de liefde - Gella's vreugde over Chanchah - Jakob Lorber - Bisschop Martinus