Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 956 van 1088

...  944 - 945 - 946 - 947 - 948 - 949 - 950 - 951 - 952 - 953 - 954 - 955 - 956 - 957 - 958 - 959 - 960 - 961 - 962 - 963 - 964 - 965 - 966 - 967 - 968 - 969  ...
[12] Er stort net een hele grote rotswand omlaag op een menigte, waardoor een grote massa helse strijders, die gedwongen werd naar boven te klimmen, bedolven en verpletterd wordt. Achter de ingestorte wand stroomt een in lichterlaaie staande, afschuwelijk bruisende en sissende lavavloed, die in haar snelle opmars heel wat meer begraaft dan de zojuist ingestorte wand. Nu zie ik ook weer de reeds zeer mismaakte Cado en zijn hoofdman. Zij lijken op de voorgrond te beraadslagen over wat er verder valt te doen en te ondernemen, want naar het lijkt voelt geen duivel er nog wat voor om voor niets over die steile rotshelling naar boven te klimmen. De machtigste duivels sporen de zwakke re nog wel hels energiek aan, maar er is geen sprake meer van gehoorzaamheid en vluchtend voor de lavastroom lijkt iedereen nu alleen nog maar te gehoorzamen aan zijn eigen wil. Wat een afschuwelijk geweeklaag, wat een nameloos leed! Er komen nu uit verscheidene spleten van het gebergte gloeiende lavastromen tevoorschijn, die zich als geweldige watervallen in de diepte storten. Daar, boven een hoge rotswand, stort zich als een Niagarawaterval een enorme massa gloeiend gesmolten erts onder verschrikkelijk gekraak in de diepte. En de benden, groot en klein, vluchten voor de op hen afkomende vuurstromen én huilen en vloeken verschrikkelijk.
Hoofdstuk 19: De helse hemel bestorming barst los. Vredesgeesten in de hoogte. Verschrikkelijke wending voor de scharen der duisternis. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[9] Cypriaan zegt: 'Ja, broeder Miklosch, je hebt gelijk. Daar dicht bij die bewuste duivelsgrot heb ik al een soort raket zien opstijgen, maar die kwam niet eens tot op een achtste van de hoogte van de berg. Nu zie ik ook hoe hele massa's tegen de zwartgrauwe rotswanden omhoog beginnen te klimmen, maar uiterst slecht vooruitgang boeken. Van beneden af worden ze ontzettend bedreigd en ze lijken ook geen zin te hebben om verder naar boven te klimmen. De geschiedenis begint een tragisch aanzien te krijgen! Nu is een hele groep vanaf een hele hoge, steile wand naar beneden gestort en wordt meteen weer aangezet om opnieuw naar boven te klimmen. Zij verzetten zich door te wijzen op de onmogelijkheid van hun opdracht, maar men begint hen met gloeiende speren te bewerken. 0, dat is afschuwelijk!'
Hoofdstuk 19: De helse hemel bestorming barst los. Vredesgeesten in de hoogte. Verschrikkelijke wending voor de scharen der duisternis. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] Miklosch zegt: 'O ja, Heer en Vader! Nu is ons alles weer duidelijk en alles wat U, o Heer, hebt bepaald, is goed. Maar nu ontdek ik, dat op de toppen van het enorm hoge gebergte zich steeds meer lichte geesten beginnen te verzamelen. Ook op de hoogste top staan naast de twee eersten een menigte andere, ons geheel onbekende, krachtige engelen. En daar, kijk eens omhoog in de lucht! Enorme scharen zweven er in welgeordende rijen en houden het oog scherp gericht op iedere beweging van de helse horde. De hele horde lijkt hen op te merken, aangezien ze nu ineens hun grimmige gezichten naar boven keren en hun geschut omhoog beginnen te richten.'
Hoofdstuk 19: De helse hemel bestorming barst los. Vredesgeesten in de hoogte. Verschrikkelijke wending voor de scharen der duisternis. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[13] Helena kijkt nu met meer moed en gelatenheid naar deze scène, omdat ze inziet, dat deze zaak onmogelijk anders kan zijn dan ze moet zijn vanwege het geheel van de eeuwige ordening.
Hoofdstuk 15: Cado in een hels zweetbad. De onverbrekelijke ordening van de Heer ten aanzien van het volgen van de vrije wil. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[3] Nu wordt Cado helemaal zwart en zijn gedaante ontzettend lelijk, zodat Helena heel bang begint te worden. Zijn ogen beginnen te gloeien als die van een dolle hond en hij maakt aanstalten om de beide apostelen aan te vallen, maar Petrus zegt tegen hem: 'In de naam van Jezus gebied ik jou dat jij je tegenover ons rustig gedraagt, anders zul je, als je het waagt om ook maar een vinger naar ons uit te steken, de onverbiddelijkheid van Gods toorn ondervinden!'
Hoofdstuk 14: De door en door slechte aard van Cado. De Heer over goddelijke tuchtiging. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[9] Ik zeg: 'Liefste Helena, jouw vraag is niet onbelangrijk en het beantwoorden ervan zal heel nuttig zijn, maar in plaats van jou daarover lang en breed te vertellen, zal ik een hels individu, dat nu juist op het punt staat om in de hel te komen en ook zeker in de onderste, ergste hel zal komen, voor je ten tonele laten verschijnen. Aan dit verdorven wezen zul je het duidelijkst zien wie er nu eigenlijk in de hel komt, want er bestaat namelijk een hel, die in drie graden is verdeeld; de onderste is de allerergste. En dan zul je Mij loven, als je zult inzien, hoe en waarom iemand in de hel komt. Wees maar niet bang, die booswicht zal dadelijk hier zijn.'
Hoofdstuk 12: Dialoog tussen Helena en de Heer. Wezens en bewoners van de hel. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[5] Ik zeg: 'Mijn beste vriend, de hel is nooit gevaarlijker en onheilspellender dan wanneer zij zich uiterlijk helemaal rustig houdt, maar innerlijk daarentegen met des te grotere woede begint te razen, zoals juist nu het geval is. Dientengevolge is ook de hemel ten aanzien van de hel nooit waakzamer dan wanneer hij zich bij zo'n drukte in de hel heel rustig en gelijkmoedig lijkt te gedragen. Zolang de hel alleen innerlijk gist en raast, grijpt de hemel niet in, maar wanneer ze mettertijd moed vat en haar woede naar buiten toe in werking laat treden, dan zal ook de hemel zijn tegenmiddelen op de meest nadrukkelijke manier aanwenden. Let maar goed op hoe de hel nu listig, onder de dekmantel van uiterlijke rust, opnieuw wil proberen om Mij te vangen en ten val te brengen. Als je nu een blik op de aarde zou willen werpen, waarvoor je alleen maar over je linkerschouder hoeft te kijken, zul je zien hoe de hel nu ook op precies dezelfde wijze aan de hoven bezig is te bewerkstelligen, dat de hele aarde in een alles vernielende oorlog wordt gestort. Zij zal haar voornemen ook hier en daar ten uitvoer brengen, maar let dan eens op, op welke manier er dan aan haar praktijken een einde wordt gemaakt! Bekijk daarom slechts deze uitbarsting van de hel en zijn gevolgen, dan zul je er gemakkelijk uit kunnen afleiden, hoe op aarde alles wat zich hier nu afspeelt, op overeenkomstige wijze ten uitvoer wordt gebracht. Kijk, het rumoer wordt alweer luider, de vlammen in de grot worden intensiever en de rook wordt zelfs gloeiend. De horde voor de grot wordt talrijker en begint zich naar ons toe te bewegen. Nu zal het gauw losbarsten!'
Hoofdstuk 18: Machten der duisternis. Helse boosaardigheid en hemelse waakzaamheid. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[3] Ik zeg: 'Bekijk hen maar wat beter, je zult ze gemakkelijk herkennen.' Cypriaan neemt hen nu wat nauwkeuriger op en herkent al gauw Sahariël en Robert-Uraniël. Hij wil Mij hun namen noemen, maar Ik verbied het hem met het oog op Helena, omdat haar hart te teergevoelig is om, zonder er op te zijn voorbereid, de taak van haar gemaal op een naar haar idee zo gevaarlijk lijkende plek met de gewenste rust te kunnen aanzien. Cypriaan begrijpt deze wenk en zwijgt, maar Helena, die met haar gezicht tegen Mijn borst rust, vraagt Cypriaan toch of hij de twee engelen nog niet heeft herkend. Maar Cypriaan verontschuldigt zich heel verstandig: 'Jawel, maar ik heb nu te veel te zien, zodat ik geen tijd heb om je hun namen te noemen. Heb maar wat geduld, zij zullen toch wel spoedig hierheen komen.' Helena is daar tevreden mee en verbergt haar gezicht tegen Mijn borst vanwege de aangekondigde gruwelijke scènes uit de hel. Een steeds toenemend razen en tieren kondigt aan, dat de hel weer van plan is iets heel boosaardigs uit te voeren.
Hoofdstuk 18: Machten der duisternis. Helse boosaardigheid en hemelse waakzaamheid. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[2] Cypriaan treedt na Mijn waarschuwing meteen terug en zegt: 'O Heer, ik dank U voor Uw vaderlijke terechtwijzing! Zonder deze zou ik er tenslotte helemaal naar toe zijn getrokken, wat waarlijk rampzalig voor mij had kunnen worden. Nu begint de helse geschiedenis een totaal hopeloos aanzien te krijgen. Wel verdraaid, deze noordelijke streek krijgt nu een huiveringwekkend aanzien! Een donker gapende grot opent zich wijd tussen de steile wanden van een gebergte met ravijnen en gigantische kloven, waaruit zich een steeds dichter en duisterder wordende walm ontwikkelt. Ook hoor ik een onheilspellend gebulder als van een veraf woedende storm op zee. O, dat begint er heel bedenkelijk uit te zien! Nu zie ik helemaal bovenop het gebergte, boven de huiveringwekkende grot, twee engelen die er heel somber en ernstig uitzien. Wie mogen deze twee engelen wel zijn?'
Hoofdstuk 18: Machten der duisternis. Helse boosaardigheid en hemelse waakzaamheid. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] De hoofdman zegt weer: 'Jij bent hier een beginneling en praat naar jouw nog zeer beperkte inzicht. Je hebt nog te aardse en verkeerde opvattingen over de Godheid en je dicht haar nog alwetendheid en onbeperkte macht toe. Je ziet de Godheid nog steeds als een ongedeeld, allesbeheersend wezen, voor wie alleen de wil al volstaat om myriaden nieuwe werelden uit zichzelf te scheppen. Dat kan zij weliswaar en dat doet zij ook voortdurend omdat dit haar grootste plezier is, maar wij weten waar zo'n verlangen van de Godheid mettertijd op uit zal draaien. Kijk vriend, die oude verzwakte Godheid is armzalig kinds geworden! Ze is almaar bezig met scheppen en nog eens scheppen, hoe haar scheppingen ook uitvallen! Heb je op aarde dan nog niet opgemerkt dat de Godheid de draad kwijtraakt? Zij overlaadt de bomen met ontelbare bloesems en heeft tenslotte te weinig materiaal om al die bloesems tot vruchten te laten uitgroeien. Zo zet ze ook almaar mensen en nog eens mensen op de wereld. Als ze hen tenslotte niet meer kan onderhouden, dan moet ze haar lievelingen als vliegen laten sterven. En overal zul je dergelijke goddelijke onbeholpenheden opmerken, maar jammer genoeg niet kunnen vermoeden waarin de oorzaak schuilt. Wij weten echter maar al te goed, hoe de Godheid steeds zwakker en zwakker wordt en tenslotte met haar grote huishouding aan lager wal moet raken. Zodoende is het voor ons ook mogelijk om plannen te ontwerpen, die haar ondergang noodzakelijkerwijs moeten bespoedigen.'
Hoofdstuk 16: Cado komt vrij en neemt wraak. De hoofdman bindt in. Satanisch helleplan. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[1] Ook Helena kijkt uit naar Robert-Uraniël. Omdat zij hem nergens ziet, vraagt ze Mij zachtjes waar Robert nu met de engel naartoe mag Zijn gegaan.
Hoofdstuk 12: Dialoog tussen Helena en de Heer. Wezens en bewoners van de hel. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[5] Helena, die helemaal verrukt is over Mijn verzoek, loopt vlug naar de lichtende engel en vraagt hem zich naar Mij te willen begeven. En de engel komt ook direct met haar naar Mij toe. Bij Mij aangekomen, maakt hij een diepe buiging en overhandigt het kleed met een allervriendelijkst gezicht aan de bijna van liefde en eerbied smeltende Robert, die zich op hetzelfde moment dat de engel hem het gewaad aanreikt, daarin al gekleed ziet.
Hoofdstuk 11: Wonderbaarlijke verandering van de zielengraven. Robert ontvangt zijn hemelse naam. De engel Sahariël als leider. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] Ik zeg daarop: 'Kijk, Mijn dochter, dit komt allemaal voort uit het vlees van Robert! Die engel daar heeft daaruit een gewaad samengesteld en heeft het nu op Mijn verzoek Robert als vanuit de hemel aangereikt. Tot het bereiken van dit hoofddoel heb jij ook heel veel bijgedragen, want de grote liefdeskracht van jouw hart droeg er heel veel toe bij om het vlees op te lossen en te zuiveren. Ga daarom naar de engel en leid hem hierheen, zodat hij Robert voor Mijn ogen dat hemelgewaad overhandigt en aantrekt, want dat is al een waarachtig kleed voor het eeuwige leven!'
Hoofdstuk 11: Wonderbaarlijke verandering van de zielengraven. Robert ontvangt zijn hemelse naam. De engel Sahariël als leider. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[2] Nadat alle aanwezigen zich daar een tijdje over hebben verbaasd, komt vanuit de hoogte een lichtende geest naar beneden zweven. Hij blijft op dezelfde plaats staan waar eerder de welbekende piramide stond en houdt een hemelsblauw, met veel schitterende sterren bezet geplooid gewaad in zijn rechterhand.
Hoofdstuk 11: Wonderbaarlijke verandering van de zielengraven. Robert ontvangt zijn hemelse naam. De engel Sahariël als leider. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[12] Helena zegt: 'O Heer, dat is al te afschuwelijk! Gelukkige Robert-Uraniël, dat jij dit niet met ons hoeft aan te zien; je zou verstijven van afschuw!' Ik zeg: 'Bekommer je niet om Robert! Hij ziet deze scène even goed, zoniet nog beter dan jij! Want in het geestenrijk bestaat er geen afstand vanwaar men een of andere gebeurtenis minder duidelijk zou zien. In deze wereld zijn er heel andere nabij heden en afstanden, en deze bevinden zich uitsluitend in het hart van iedere geest. Hoe inniger geesten elkaar liefhebben, des te meer zijn ze elkaar nabij; hoe zwakker de wederkerige liefde is, des te verder staan ze ook van elkaar af. Begrijp je dat? Kijk nu maar dapper naar deze scène!'
Hoofdstuk 15: Cado in een hels zweetbad. De onverbrekelijke ordening van de Heer ten aanzien van het volgen van de vrije wil. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
...  944 - 945 - 946 - 947 - 948 - 949 - 950 - 951 - 952 - 953 - 954 - 955 - 956 - 957 - 958 - 959 - 960 - 961 - 962 - 963 - 964 - 965 - 966 - 967 - 968 - 969  ...