Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 957 van 1166

...  945 - 946 - 947 - 948 - 949 - 950 - 951 - 952 - 953 - 954 - 955 - 956 - 957 - 958 - 959 - 960 - 961 - 962 - 963 - 964 - 965 - 966 - 967 - 968 - 969 - 970  ...
[5] Als bijvoorbeeld iemand een meisje heeft uitverkoren waarop ook een ander zijn oog heeft laten vallen, en de eerste wordt, als de tweede ook geaccepteerd wordt, meteen vreselijk jaloers, dan is bij hem de hel reeds de overheersende pool. Maar zegt de eerste: lief meisje, alleen jij bent de baas over jouw eigen hart. Ik heb je waarachtig lief en daarom verlang ik geen offer van jou; wel ben ik bereid om voor jouw bestwil elk offer te brengen; daarom ben je, wat mij betreft, volkomen vrij. Doe derhalve wat je wilt en zoals het jou goeddunkt; mijn oprechte genegenheid en vriendschap zul je daardoor nooit verliezen. Want zou ik je dwingen, mij jouw hand te geven, dan zou ik alleen mijzelf in jou liefhebben en jou tot slavin maken. Ik heb echter niet mezelf lief in jou, maar alleen jou in mijzelf. Daarom heb je, wat mij betreft, ook de volle vrijheid om alles uit te kiezen, wat jou voor jouw geluk het meest geschikt lijkt.
Hoofdstuk 118: Hemelse en helse principes - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[9] Wie dat niet kan geloven, moet zo'n ongelukkige jongedame maar eens gaan opzoeken en met haar in gesprek gaan over de bewuste persoon die haar ongelukkig heeft gemaakt. Hij zal in het gunstigste geval uit de mond van die vrouw, als het ware als uit een vulkaan, vuur zien spuwen; in het ergste geval zal ze zeggen: alsjeblieft, praat me daar niet meer over! Als jullie dat hebben gehoord, kunnen jullie je wel voorstellen hoe laat het is. We hebben nu in zoverre de vruchten belicht, zoals zij voor de hel rijpen. In hetgeen volgt zullen we de zaak nog gedetailleerder belichten.
Hoofdstuk 115: Vruchten die voor de hel rijpen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[4] Onze jongedame merkt het, maar verbetert haar gedrag niet in het minst. Wel echter begint ze haar spel nog verder op de spits te drijven om zich te wreken op haar minnaar, die haar grote waarde juist begon te miskennen op het moment, dat zij deze het voordeligst voor hem wilde ontplooien. Bij die gelegenheid probeert de minnaar zich zo gauw mogelijk uit het gezelschap terug te trekken, met het voornemen in zijn hart: wacht maar gemene dame, als wij elkaar nog eens onder vier ogen spreken, dan zal ik jou eens mijn mening zeggen op een manier die je zal heugen! Want nu verlang ik niets anders meer dan mij voor jouw ontrouw passend op jou te wreken.
Hoofdstuk 115: Vruchten die voor de hel rijpen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[3] Haar minnaar echter, die dit niet begrijpt, neemt de zaak vanuit een heel ander gezichtspunt op. Al gauw wordt hij somber en wendt zijn ogen af van de plaats waar zijn geliefde zich het hof laat maken. Werpt hij ook af en toe nog een steelse blik naar de noodlottige plaats, dan is deze blik reeds vervuld van brandende jaloezie.
Hoofdstuk 115: Vruchten die voor de hel rijpen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[14] Op deze manier gaat dit hooggeprezen gevoel van deugdzaamheid volledig verloren en mijn vraag is: waar is nu het effect van dit hooggeprezen gevoel gebleven? Het is vervlogen en het heeft zijn ware gezicht bij het wegnemen van het masker laten zien. En zo kan ieder weldenkend mens zien dat het niets anders is dan een slang in de borst van de vrouw, ofwel de eerste zaadkorrel van de onderste hel waaruit, als hij zich heeft ontwikkeld, alle mogelijke vrouwelijke ondeugden als uit een hoorn van overvloed kunnen opborrelen. Hoe dat echter in zijn werk gaat, zullen we in het vervolg, evenals tot nu toe, overduidelijk voor ieders oog zichtbaar maken.
Hoofdstuk 114: Heerszucht en hoogmoed - het zaad van de hel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[1] Men zal nu zeggen: het is inderdaad zeer waarschijnlijk dat de zaak tenslotte zo'n wending neemt en dat elke wond die de geest werd toegebracht, in zijn absolute toestand zichtbaar wordt en reageert. Maar na de diepgaande verklaring over de fundamentele hel zien we nog steeds niet in, hoe dergelijke herinneringen aan in deze wereld ondergane gekrenkte liefdes zich dan in de absoluut geestelijke toestand als fundamentele hel moeten manifesteren. Want er zal toch niet gauw iemand op aarde te vinden zijn die niet soortgelijke krenkingen zelf heeft ondervonden of heeft veroorzaakt. Gaan we er echter van uit dat zich in de absoluut geestelijke toestand zulke levendige herinneringen als fundamenteel hels openbaren, dan zouden we werkelijk graag willen weten hoeveel van de mensen die tijdens het verloop van een eeuw op aarde geleefd hebben, in de hemel komen.
Hoofdstuk 117: Hemel en hel - polariteiten in de mens - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[7] Wanneer iemand op deze wereld niet alles tot op de laatste cent heeft terugbetaald, zal hij niet bij machte zijn het hemelrijk binnen te gaan. Daarom is het hier zaak al deze oude schuldboeken ijverig door te nemen, vooral die, die het woord liefde als opschrift hebben. Liefdesschulden zijn voor het hiernamaals de hardnekkigste. Een miljoenenroof wordt gemakkelijker uit het geestelijke geheugen gewist dan een liefdesschuld. Waarom? Omdat zo'n miljoenenroof slechts een uiterlijke grote schuldenlast is, die de geest niet aantast, maar de liefdesschuld heeft meestal betrekking op de gehele geest, omdat alles wat liefde is, het eigenlijke wezen van de geest is. Daarom is voor de mens op deze wereld niets zo gevaarlijk als het zogenaamde 'verliefd worden', want deze toestand neemt de hele geest in beslag. Treden er dan uiterlijke hindernissen op, waardoor de liefdesdaad tussen beide geslachten zich niet laat verwezenlijken, dan trekken de beledigde geesten zich terug en laten de wonden die zij opliepen door allerlei werelds vermaak weliswaar oppervlakkig genezen, maar volkomen genezen doen ze niet in het minst.
Hoofdstuk 116: In de geestelijke toestand komen alle geheimen aan het licht - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[2] Maar dat verandert in wezen niets aan de zaak, want vanuit zijn begeerte heeft hij toch gezondigd. Laten we eens aannemen dat zo'n zinnelijk persoon een vermogen heeft dat toereikend is om zich daarmee nagenoeg al het genot waar hij zin in heeft, kan verschaffen. Wat doet hij? Hij reist allerlei landen af om zich daar verschillende, bijzondere genoegens te verschaffen, want in zijn eigen woonplaats smaakt hem niets meer omdat hij immers van al het voor hem bereikbare heeft genoten, maar alles waarvoor hij zogezegd nog een passie voelt, ondanks zijn grote vermogen, niet kan bereiken.
Hoofdstuk 113: Nog een beeld van de onderste hel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[2] Ook heeft menigeen de volgende wens: als toch eens een pest in het land zou uitbreken die behalve mij alle mensen in het zand liet bijten, dan zou ik de natuurlijke, universele erfgenaam van het hele land zijn. Als er dan mensen uit een ander land zouden komen die mij mijn universele erfrecht zouden willen betwisten, dan zou de pest hen meteen aan de grens moeten pakken en wurgen!
Hoofdstuk 112: Aardse beelden van de onderste hel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[4] Ten tweede: er staat nu een officier met een lagere rang voor ons. Wat is de voornaamste gedachte die er in zijn hart huist? Misschien de gedachte om de staat nuttige diensten te bewijzen? O nee, dat is wel de laatste. 'Vooruitkomen', dat is de voornaamste gedachte; als het mogelijk zou zijn, elk uur een trapje hoger klimmen, in één jaar ten minste generaal worden en als zodanig zo gauw mogelijk promoveren. Stel je voor dat hij de hoogste trede van de ladder bereikt heeft, dan zal zijn plan, of ten minste zijn voornaamste gedachte zijn: en nu eropuit met enorme legerscharen om alle volkeren te overwinnen. Zijn deze overwonnen en heb ik de macht in handen, dan moeten alle keizers, koningen en vorsten voor mijn zwaard beven!
Hoofdstuk 112: Aardse beelden van de onderste hel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[12] Wanneer de zaak onweerlegbaar zo in elkaar zit, dan zal deze vraag ook van toepassing zijn op de duistere verhoudingen aan gene zijde. Het antwoord zal dan ook niet anders zijn dan dat alleen Hij over dit oord het juiste en algemeen geldende grondbegrip kan opstellen, die Heer is zowel over alle hemelen alsook over alle hellen!
Hoofdstuk 110: Ieder mens draagt overeenkomstig zijn persoonlijkheid zowel de hemel als de hel in zich - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[5] Opdat jullie dit duidelijk mogen inzien, zullen we met behulp van kleine voorbeelden deze zeer netelige zaak zo belichten dat zij iedereen zonneklaar voor ogen zal staan.
Hoofdstuk 110: Ieder mens draagt overeenkomstig zijn persoonlijkheid zowel de hemel als de hel in zich - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[3] Goed, zeg ik jullie, mijn beste vrienden! Jullie zorgelijke tegenwerping heeft zijn goede reden, want zij is volkomen gebaseerd op de realiteit van de gangbare begrippen over de hel. Daarom wil en moet ook ik jullie de hel tonen in een algemeen licht, waarin elke mogelijke, tot nu toe waar dan ook op aarde, gangbare voorstelling van de hel volkomen gerechtvaardigd wordt.
Hoofdstuk 110: Ieder mens draagt overeenkomstig zijn persoonlijkheid zowel de hemel als de hel in zich - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[3] Wanneer we de zaak bekijken zoals ze is, dan blijkt daaruit steeds meer dat de angst voor de dood het hoofdmotief voor gehoorzaamheid is.
Hoofdstuk 107: In de tweede hel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[6] Ik zeg echter: als men de zaak vanuit dit standpunt beschouwt, dan doet men niets anders dan het plegen van hoogverraad ten opzichte van zijn eigen inzichten en men geeft daardoor te kennen dat men met de innerlijke wijsheid nog nooit iets van doen heeft gehad. Daarom zullen we meteen een tegenvoorbeeld geven waaruit duidelijk zal blijken dat het gevolg en de eigenlijke oorzaak van de handeling er heel verschillend uitzien.
Hoofdstuk 106: Wezen en gevolgen van het kwaad - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
...  945 - 946 - 947 - 948 - 949 - 950 - 951 - 952 - 953 - 954 - 955 - 956 - 957 - 958 - 959 - 960 - 961 - 962 - 963 - 964 - 965 - 966 - 967 - 968 - 969 - 970  ...