Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 957 van 1490

...  945 - 946 - 947 - 948 - 949 - 950 - 951 - 952 - 953 - 954 - 955 - 956 - 957 - 958 - 959 - 960 - 961 - 962 - 963 - 964 - 965 - 966 - 967 - 968 - 969 - 970  ...
[7] Deze klapten van vreugde in hun handen en lachten en juichten over het behalen van zo'n kostelijke overwinning op hun vijanden, en dat alleen door de schranderheid van deze geslepen onderpriester.
Hoofdstuk 235: Het verslag van de nieuwe hofraadgever aan koning Gurat en diens tevredenheid daarover. De benoeming van de onderpriester tot opperpriestergeneraal. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] Maar Gurat vroeg aan de onderhandelaar: 'Maar vriend, je zei mij onlangs dat men de opperpriesters de voorwaarden moest laten opstellen, natuurlijk met het voorbehoud van het koninklijke interdictierecht voor het geval dat de voorwaarden niet pasten in de plannen van de koning; maar uit dit document kan ik duidelijk opmaken dat eigenlijk alleen jij het hebt gedicteerd, en de opperpriesters genoodzaakt waren de door jou opgestelde voorwaarden aan te nemen, of zij dat nu wilden of niet! Wij hebben nu weliswaar het document in handen, maar hoe ziet het er eigenlijk met de tevredenheid van deze opperpriesters uit?'
Hoofdstuk 235: Het verslag van de nieuwe hofraadgever aan koning Gurat en diens tevredenheid daarover. De benoeming van de onderpriester tot opperpriestergeneraal. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[11] Van alle kanten oogstten deze woorden grote bijval en Gurat benoemde daarom deze onderpriester meteen tot opperpriestergeneraal en tot zijn eerste hoofd-, hof- en geheimraadgever.
Hoofdstuk 235: Het verslag van de nieuwe hofraadgever aan koning Gurat en diens tevredenheid daarover. De benoeming van de onderpriester tot opperpriestergeneraal. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] Voorzien van deze oorkonde begaf de onderpriester zich in generaalskledij gestoken dadelijk naar de opperpriesters.
Hoofdstuk 236: De opperpriestergeneraal bij de opperpriesters. De mislukte overval van de rebellen en hun degradatie tot onderpriesters. De benoeming van de onderpriesters tot opperpriester. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] Toen ze hem zo ontzettend mooi uitgedost in het oog kregen werden zij boos en riepen: 'Dus zo is het?! Ook jij was een spitsboef in ons midden?! Waarlijk, er moge met ons gebeuren wat wil,- voor deze misdaad zul je door ons opperpriesters met de dood worden bestraft! - Jullie, onze getrouwe onderpriesters, grijp dit ondier en gooi hem samen met zijn generaalskledij in de afgrond waarin een levend vuur brandt!'
Hoofdstuk 236: De opperpriestergeneraal bij de opperpriesters. De mislukte overval van de rebellen en hun degradatie tot onderpriesters. De benoeming van de onderpriesters tot opperpriester. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] Bij deze oproep riep de generaal boos en riep luid met een gebiedende stem: 'Halt! Terug, jullie duivels! Deze oproep, dit oordeel mankeerde nog aan jullie totale ondergang!
Hoofdstuk 236: De opperpriestergeneraal bij de opperpriesters. De mislukte overval van de rebellen en hun degradatie tot onderpriesters. De benoeming van de onderpriesters tot opperpriester. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] Zie, hier is het document van de koning met de handtekeningen van al jullie vijanden en verdervers! Volgens deze oorkonde ben ik wat ik ben: een gevolmachtigde generaal over jullie allemaal!
Hoofdstuk 236: De opperpriestergeneraal bij de opperpriesters. De mislukte overval van de rebellen en hun degradatie tot onderpriesters. De benoeming van de onderpriesters tot opperpriester. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] Buiten staan vierduizend geharnaste strijders! Een teken van mij, - en jullie liggen in enkele ogenblikken in stukken gehakt in deze zaal, waarin jullie zoveel gruwelen hebben laten uitvoeren en nog meer helse plannen hebt overwogen!
Hoofdstuk 236: De opperpriestergeneraal bij de opperpriesters. De mislukte overval van de rebellen en hun degradatie tot onderpriesters. De benoeming van de onderpriesters tot opperpriester. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Na deze operatie nam de generaal enkele van de soldaten mee naar de burcht van de schijnkoning waarin ook de `alwetende' hogepriesters woonden, die ditmaal echter samen met hun godkoning niet wisten wat hun boven het hoofd hing.
Hoofdstuk 237: De opperpriestergeneraal in de burcht van de schijnkoning. De bloedige onderwerping van de hogepriesters en de onttroning van de schijnkoning. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] Maar de generaal beval hen daarop: 'Als jullie mij niet ogenblikkelijk tot de koning toelaten, zullen jullie door deze soldaten in kleine stukjes worden gehakt!'
Hoofdstuk 237: De opperpriestergeneraal in de burcht van de schijnkoning. De bloedige onderwerping van de hogepriesters en de onttroning van de schijnkoning. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] Maar toen de hogepriesters die de koning bewaakten deze bedreiging van de generaal hadden gehoord, werden zij boos en trokken de onder hun kleren verborgen dolken en riepen: 'Wreek de misdadiger die de goddelijkheid van de koning schendt!' Op deze roep wilden zij zich in al hun woede op de generaal storten.
Hoofdstuk 237: De opperpriestergeneraal in de burcht van de schijnkoning. De bloedige onderwerping van de hogepriesters en de onttroning van de schijnkoning. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[10] Op deze zeer scherpe uitspraak wierpen de smekende hogepriesters dadelijk hun dolken weg en openden de zaal waarin zojuist de geheel in het goud geklede koning de troon besteeg om hen daar te ontvangen en om hun te vragen wat zij op hun hart hadden.
Hoofdstuk 237: De opperpriestergeneraal in de burcht van de schijnkoning. De bloedige onderwerping van de hogepriesters en de onttroning van de schijnkoning. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[12] En op een ironische toon zei de generaal: 'O god, heer en koning! Zie, ik wil niets meer en niets minder dan dat je nu afstand doet van je eeuwigheid en je goddelijkheid en ook zo'n burgerlijk mensendier wordt zoals ieder van ons dat is! Wat deze burcht en deze eeuwige gouden troon betreft, die behoren al aan iemand anders toe! Kom daarom maar een beetje naar beneden! Hier zul je dan je gouden kleding voor heel gewone burgerkledij omwisselen om dan met je hele aanhang naar buiten de frisse lucht in te gaan!'
Hoofdstuk 237: De opperpriestergeneraal in de burcht van de schijnkoning. De bloedige onderwerping van de hogepriesters en de onttroning van de schijnkoning. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[14] En de generaal zei glimlachend: 'O, o, - dat moet je niet meteen doen! Want je zou de zee immers aan het branden kunnen maken en ook de aarde; en dat zou toch eeuwig jammer zijn! Zie, zie, jij klein godje, wat voor slechts je nu zou willen bewerkstelligen! Kom daarom maar goedschiks naar beneden, anders moet ik je er door deze onaangename geesten af laten dragen!'
Hoofdstuk 237: De opperpriestergeneraal in de burcht van de schijnkoning. De bloedige onderwerping van de hogepriesters en de onttroning van de schijnkoning. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[17] Deze onttroning veroorzaakte al spoedig een algemene hilariteit in de stad.
Hoofdstuk 237: De opperpriestergeneraal in de burcht van de schijnkoning. De bloedige onderwerping van de hogepriesters en de onttroning van de schijnkoning. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
...  945 - 946 - 947 - 948 - 949 - 950 - 951 - 952 - 953 - 954 - 955 - 956 - 957 - 958 - 959 - 960 - 961 - 962 - 963 - 964 - 965 - 966 - 967 - 968 - 969 - 970  ...