Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 958 van 1088

...  946 - 947 - 948 - 949 - 950 - 951 - 952 - 953 - 954 - 955 - 956 - 957 - 958 - 959 - 960 - 961 - 962 - 963 - 964 - 965 - 966 - 967 - 968 - 969 - 970 - 971  ...
[8] Helena zegt: 'O heilige Vader, zeg me dan hoe het zit met de hel, waarover de geestelijken op aarde heel wat meer preken dan over de hemel. Wie komt er eigenlijk in de hel? Bestaat er een, of bestaat er geen? Want kijk, liefste Heer en God Jezus, ik was op aarde toch zeker slecht genoeg; een echte Weense madelief zoals er geen tweede te vinden is. De paus met al zijn geestelijken hadden mij zonder genade of barmhartigheid naar de hel verdoemd. Ondanks al mijn slechtheid ben ik nu toch zalig bij U. Zo mogen nog velen hier in Uw heilige gezelschap zich verheugen in het eeuwige leven, van wie menige aartspapist op aarde gezegd zou hebben: 'Nee, deze kerels zijn zelfs voor de hel te slecht!' En kijk, zij zijn hier in Uw heiligdom en in hun hart loven zij Uw oneindige goedheid, wijsheid, macht en kracht! Hoe slecht moeten dan wel diegenen zijn die in de hel komen, als die inderdaad bestaat!'
Hoofdstuk 12: Dialoog tussen Helena en de Heer. Wezens en bewoners van de hel. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[10] De franciscaan trekt bij deze woorden een bedroefd gezicht en zegt bij zichzelf: 'Nee, zo streng had ik mij Hem nooit voorgesteld! Mijn God en mijn Heer, wat zal er van mij terecht komen als Hij mij de deur wijst? Ja, Hij heeft eeuwig gelijk; aan ons papisten deugt ook niets, maar wat komt er van ons terecht als Hij ons gelast om weg te gaan? Maar ik kan ook blijven, zei Hij ook. Ben ik echter ook in staat om te blijven, vrij van afgunst en ergernis? Helaas niet, maar het zal en moet anders worden! Ja, de Heer heeft vroeger eens gezegd, dat de mensen naar ziel en lichaam uit de gevallen en veroordeelde satan stammen, overeenkomend met een of ander deel van de vorst van de leugen. Ik zal vast uit zijn horens stammen, omdat mijn hart niets dan afstotelijke rommel te zien geeft, en nog andere delen zullen wel uit satans slechte hart stammen, omdat ze uit niets dan nijd, gierigheid, heerszucht, hoogmoed en een groot aantal soortgelijke duivelse eigenschappen lijken te bestaan. O Heer, drijf ook bij mij de satan uit!'
Hoofdstuk 10: Pater Cypriaan neemt aanstoot aan Helena’s stormachtige liefdesuiting. Geweldige donderwoorden tegen de aanmatiging van priesters. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[9] Kijk, vriend Cypriaan, net zoals de roomse bisschoppen op aarde nu beraadslagen, hoe zij hun oude positie van macht en aanzien toch in stand kunnen houden, terwijl hun minder gelegen is aan het werkelijke heil van Mijn volkeren, zo is er in jou ook nog zoiets echt rooms-katholieks, dat deze dochter van Mij om Mijn liefde benijdt en jouw hart daardoor met verborgen ergernis vervult. Daarom zei Ik tegen jou dat je je om die reden zou moeten terugtrekken naar de achtergrond, omdat jouw afgunst en jouw ergernis Mijn lieve dochter in haar liefde tot Mij van de wijs brengen. Gebieden wil Ik het je echter niet, omdat je tegenover Mij ook al enkele bewijzen van een ietwat gelouterde liefde hebt gegeven. Kun je blijven, blijf dan! Maar als jouw verborgen afgunst en ergernis je niet toestaan om te blijven, ga dan!'
Hoofdstuk 10: Pater Cypriaan neemt aanstoot aan Helena’s stormachtige liefdesuiting. Geweldige donderwoorden tegen de aanmatiging van priesters. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[3] Onder de vele leerlingen van deze meester waren sommigen met echt talent begaafd, maar zij hadden voor de niet te overtreffen grote kunst van hun meester zo'n enorm respect, dat zij het nauwelijks waagden om een penseel ter hand te nemen. Zij meenden namelijk, dat zij er zelfs met de grootste inspanning nog niet in zouden slagen om ook maar één atoom van de grootte van hun meester te bereiken. - De andere, minder getalenteerden, dachten echter: 'We weten wel, dat onze meester niet te evenaren is in zijn kunst en dat we aan hem niet kunnen tippen, maar we willen toch niet zo ver gaan met ons respect voor zijn kunst, dat we daarom niet meer zouden durven schilderen. Wij willen hem daarentegen heel toegenegen zijn en van hem leren zoveel we maar kunnen. Dat zal hem zeker meer plezier doen dan dat we in zijn kunstatelier alleen maar stomme bewonderaars van zijn werken zouden blijven. Het is immers ook een eerbetoon aan de grote meester als duizenden, enthousiast geworden door zijn grote werken, zich naar eigen vermogen beijveren om de grote meester op een of ander gebied te benaderen.' - Kijk, Mijn lieve Helena, zij die zich te zeer laten meeslepen door hun grote eerbied voor de grote meester, Ieren weinig of niets, terwijl de anderen zich door hun vlijt en ijver onder de leiding van de grote meester tot degelijke kunstenaars ontwikkelen.
Hoofdstuk 9: Gelijkenis van de kunstschilder en zijn leerlingen. De liefdevolle, wijze les van de Heer brengt Helena weer tot haar hemelse bruidsliefde. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[5] De franciscaan vraagt Mij of hij misschien ook mee zou mogen gaan, maar Ik zeg tegen hem: 'Mijn beste, als jij volledig gerijpt zult zijn, zul je ook iets dergelijks te doen krijgen, al is het vanwege jouw geaardheid in een andere vorm. Want niet op iedereen is een en dezelfde vorm van toepassing; deze hangt veeleer af van de meest overheersende neiging, die een ziel in haar vlees heeft gegrift. Wacht daarom maar rustig af wat Robert allemaal voor zaken aan het licht zal brengen! Daardoor zul je je er al min of meer van bewust worden, op welke manier je zelf naar de onderwereld zult afdalen.'
Hoofdstuk 6: Opheldering over het piramidemonument. Wandeling in de onderwereld. Vagevuur, hemel en paradijs. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[3] Begin nu moedig en vol troost aan je tocht in de onderwereld, begeleid door Mijn genade en liefde. Want ook Mijn ziel moest voor de opstanding van Mijn vlees naar de onderwereld afdalen en daar allen vrijmaken, die in het vlees van Mijn vlees nog wachtten op de verlossing.'
Hoofdstuk 6: Opheldering over het piramidemonument. Wandeling in de onderwereld. Vagevuur, hemel en paradijs. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[2] Als je alles hebt bekeken, kom dan weer terug en vertel dan ten overstaan van allen wat je hebt aangetroffen. Dan zal Ik je verdere aanwijzingen geven over hetgeen je nog te doen staat; maar je mag nergens bij stil blijven staan! Zou een bepaalde begeerte je bij een of andere zaak overvallen, richt dan je ogen op Helena en zij zal je ervan afhouden!
Hoofdstuk 6: Opheldering over het piramidemonument. Wandeling in de onderwereld. Vagevuur, hemel en paradijs. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] Helena zegt: 'O Heer, allerbeste, heilige Vader, dat zal in geen geval meer mogelijk zijn, want bij de eerste herkenning had Uw goddelijkheid nog een wat menselijker voorkomen en was U voor het hart van een arme zondaar te verdragen. Wanneer echter de steeds groter en wonderbaarlijker wordende gebeurtenissen maar al te duidelijk het oneindige onderscheid laten zien tussen U, O Heer, en een schepsel dat zich naar de wetten van Uw ordening zelf vrij moet ontwikkelen, dan is het gedaan met dat menselijke voorkomen van U. Hoe onverholen staat dan Uw Godheid in alle heiligheid voor onze ogen! Dat ons dan allemaal in meer of mindere mate een zekere, heilige schroom voor Uw Godheid moet bekruipen, is toch helemaal duidelijk.
Hoofdstuk 8: Roberts vurige liefde tot God. Helena's goede rede. Haar schroom voor de allerheiligste. Hartversterkend antwoord van de Heer. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[5] Helena zegt: 'Mijn liefdevolle hart is voor de Heer en voor jou als dank voor het feit dat je weer aandacht voor me hebt, want in mijn hart begon ik mij werkelijk zorgen te maken, omdat ik meende dat mijn ziel misschien iets verkeerd had gedaan. Nu is echter alles weer meer dan goed, want de enige terechte en waarachtige liefde trok je van mij weg naar God, de heilige Vader. Trek jij mij nu ook naar Hem toe, die nog steeds de enige eigenaar van mijn hart is en het ook eeuwig zal blijven. Laat onze harten één worden voor Hem, die ze eerst vervuld heeft met Zijn liefde, opdat, als jouw vlees gelouterd wordt door de opstanding in het vuur van de liefde tot God, ook het mijne mee gelouterd mag worden en wij dan samen als één hart, één ziel, één liefde, één leven en wezen voor Hem staan en ons kunnen verheugen in een allerzaligst leven!'
Hoofdstuk 8: Roberts vurige liefde tot God. Helena's goede rede. Haar schroom voor de allerheiligste. Hartversterkend antwoord van de Heer. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[14] Bij deze laatste trede wordt Robert zo sterk aangegrepen door zijn liefde tot Mij, dat hij luid begint te schreien. Nu eens kijkt hij naar dit bovenste opschrift, dan weer naar Mij en soms ook naar zijn nieuwe vrouwen zegt na een poos vol verbazing: 'O heilig opschrift! Je bent zo eenvoudig, zonder fraaie woorden hier op zuiver goud geschreven en daarbij zo eeuwig waar als Degene Zelf, wiens almachtige vinger je hier in dit goud heeft gegraveerd! O God! Nu, nu pas begint een enorme liefde, geheel tot U alleen, mij te doordringen en daarbij merk ik pas, dat ik U nog nooit volkomen waarachtig heb liefgehad! Maar nu is het anders geworden! U geheel alleen bent nu de Heer van mijn hart, van mijn leven! Eeuwige, onoverwinnelijke liefde; voor U alleen niets dan liefde, liefde en nog eens liefde, U, mijn God en Vader Jezus!
Hoofdstuk 7: Verslag over zijn onderwereld. De heilige inscripties op de treden van de piramide. Grote heilsleer en haar uitwerking op Robert. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[13] En nog verder leest hij op de tiende trede: 'Pas op, pas op, pas op, dat je jezelf niet overschat als je vorderingen maakt! Kijk naar de deemoed, zachtmoedigheid en goedheid van de Heer! Hij is de Heer in alle eeuwigheid. Alles wat de oneindigheid omvat, is Zijn eigen werk. Zijn kracht is zo groot, dat alle werken van de onmetelijkheid voor het zachtste ademtocht je van Zijn mond in een eeuwig niets zouden moeten verzinken. Toch staat Hij eenvoudig en zonder enige pretentie bij Zijn kinderen, als was Hij nagenoeg de allergeringste onder hen. Hij houdt van hen en onderhoudt zich met hen, als had Hij hen alleen in de hele oneindigheid, die toch een overvloed heeft aan talloze myriaden van prachtige, uiterst lieve, wijze en reine wezens. Dus probeer, probeer, probeer om voor eeuwig de geringste te worden en te blijven!'
Hoofdstuk 7: Verslag over zijn onderwereld. De heilige inscripties op de treden van de piramide. Grote heilsleer en haar uitwerking op Robert. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[9] Verder leest hij op de zesde trede: 'Christus is de enige Middelaar tussen God en de menselijke natuur. Door de dood van Zijn vlees en door Zijn vergoten bloed heeft Hij voor al het vlees, dat de oude zonde van satan is, de weg gebaand naar de opstanding en de terugkeer naar God! Christus is de oorspronkelijke liefde in God, het hoofdwoord van alle woorden, dat vlees geworden is en daardoor tot vlees van al het vlees en tot bloed van al het bloed is geworden. Dit vlees nam vrijwillig alle zonden van de wereld op zich en reinigde deze voor God door Zijn heilige bloed. Maak dat je deel mag hebben aan Gods grote verlossingswerk door het vlees en doo'r het bloed van Christus, dan zul je rein zijn voor God, want geen wezen en geen ding kan uit zichzelf rein worden, maar alleen door de verdiensten van Christus, die de grootste genade en erbarming van God zijn. Jij alleen bent tot niets in staat. Christus is echter tot alles in staat.'
Hoofdstuk 7: Verslag over zijn onderwereld. De heilige inscripties op de treden van de piramide. Grote heilsleer en haar uitwerking op Robert. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[9] Kijk, dit is de plaats, waar Ik jou deze geheimen moet openbaren, en wel naar jouw eigen natuur en geaardheid. Vervolgens door jou aan allen die vanwege dezelfde oorzaak met jou in de geestenwereld zijn aangekomen en in jouw huis opname moesten vinden, omdat ze op aarde al door gedachten, gezindheid, woorden, wensen en af en toe ook door hun werken min of meer in jouw geest leefden.
Hoofdstuk 5: Het grote piramidemonument. Woorden van licht en leven van de Heer over geest, ziel en lichaam. De ware verrijzenis van het vlees. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[6] Cypriaan buigt diep voor Mij en voert zijn opdracht aan Robert vlug uit. Robert komt ook dadelijk met Helena naar Mij toe en vraagt Mij om hem Mijn wil bekend te maken.
Hoofdstuk 5: Het grote piramidemonument. Woorden van licht en leven van de Heer over geest, ziel en lichaam. De ware verrijzenis van het vlees. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[5] Ik zeg: 'Liever geen geruzie hier! Jij, broeder Ludwig, hebt weliswaar gelijk, maar voor de opmerking van Cypriaan is ook wat te zeggen. Wij hebben hier belangrijke dingen te doen. Ga jij, vriend Cypriaan, liever naar Robert toe en vraag hem om met zijn echtgenote bij Mij te komen, want hij moet hier bij deze gelegenheid de hoofdrol op zich nemen.
Hoofdstuk 5: Het grote piramidemonument. Woorden van licht en leven van de Heer over geest, ziel en lichaam. De ware verrijzenis van het vlees. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
...  946 - 947 - 948 - 949 - 950 - 951 - 952 - 953 - 954 - 955 - 956 - 957 - 958 - 959 - 960 - 961 - 962 - 963 - 964 - 965 - 966 - 967 - 968 - 969 - 970 - 971  ...