Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 97 van 1490

...  85 - 86 - 87 - 88 - 89 - 90 - 91 - 92 - 93 - 94 - 95 - 96 - 97 - 98 - 99 - 100 - 101 - 102 - 103 - 104 - 105 - 106 - 107 - 108 - 109 - 110  ...
[4] Kijk, de rechtschapen werkers en knechten en maagden bewerken de velden van hun heer. Naar jouw mening moet dan ook de oogst van hen zijn, omdat deze het resultaat is van hun vlijt en moeite. Maar ze brengen hem in de schuren en loodsen van hun heer en verheugen zich als ze tegen hun heer kunnen zeggen: 'Heer al uw schuren en loodsen zijn al vol, en nog staat de helft op het veld! Wat moeten we doen?' En hun vreugde wordt groter als de heer tegen hen zegt: 'Ik prijs jullie grote en onbaatzuchtige vlijt en ijver, ga en breng bouwlieden hierheen opdat zij zo snel mogelijk voorraadkamers bouwen en ik de zegen van het veld bewaren kan voor jaren, die misschien minder gezegend zullen zijn dan dit jaar voor alle vruchten was!' Kijk, aan de werkers behoort niets, zij hebben geen schuren, geen loodsen en geen voorraadkamers, en toch werken zij voor een gering loon alsof het voor hun schuren, loodsen en voorraadkamers was; want zij weten dat zij geen nood behoeven te lijden als de heer alle voorraadkamers vol heeft.
Hoofdstuk 77: De maat van de liefde tot God, de naaste en zichzelf. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] En zie, in het doen van een rechtschapen dienstbare zie je de gehele verhouding van iedere ware mens tot zichzelf, de naaste en God. De echte dienende zorgt 6-voudig voor zichzelf, 60-voudig voor zijn mede dienenden opdat ze hem welgezind zijn, en 600-voudig voor zijn heer , en zorgt daardoor, zonder het te willen, toch 666-voudig voor zichzelf. Want de mede dienenden zullen hun metgezel, bij wie zij de minste eigenliefde tegenkomen, het meest toegenegen zijn, en de heer zal hem weldra boven allen stellen. Maar een dienaar, die alleen voor zichzelf zorgt, bij het werk graag de laatste is en alleen maar het lichtste werk doet, zullen zijn metgezellen met scheve ogen aanzien, en zijn heer zal heel goed merken dat de zelfzuchtige dienaar een luie knecht is. Hij zal hem daarom nooit de leiding geven, maar wel zijn loon verminderen en helemaal onderaan de eettafel zetten. En als deze zelfzuchtige luie knecht zich niet zal verbeteren, zal hij met een slecht getuigschrift uit dienst ontslagen worden en op die manier moeilijk ooit weer een baan krijgen. Maar als hij ook nog maar één vriend heeft, tegenover wie hij zich onzelfzuchtig gedragen heeft, dan kan deze hem in zijn huis opnemen zonder dat de heer hem daarvoor zal verguizen. -Begrijp je dat?
Hoofdstuk 77: De maat van de liefde tot God, de naaste en zichzelf. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] Pas nu komt de jonge JOSOË naar voren en zegt: 'De. domheid van deze mens heeft me toch wel zeer geërgerd! Als leerling is hij nog zo dom als een nachtuil op klaarlichte dag. Ik begreep alles direkt wat U, o Heer, tegen hem gezegd heeft. Maar hij begreep niets, terwijl hij maar steeds vroeg, en allerlei tegenwerpingen maakte, en nu tenslotte nog net zo dom wegging alsof U, o Heer, geen woord tegen hem gezegd had! Als een kind vraagt, is dat te begrijpen, maar als een volwassene, die daarbij ook nog wijzer wil zijn dan zijn medemensen, ook blijft vragen -en dat duidelijk niet goed-, maar kwaadwillend -, dat moet toch ergernis geven! Ik wil nog driekeer sterven als deze mens zich ooit op deze wereld zal verbeteren! Hij is zeer waarschijnlijk een vrek en berekent hoe hij, als hij zou kunnen wat U kunt, o Heer, in zo kort mogelijke tijd bergen goud en zilver zou kunnen vergaren! En zo waar als ik Josoë heet, ik zet er alles op wat ik heb en wil alles ondergaan wat een mens maar kan doorstaan, als deze mens zich ooit verbetert!"
Hoofdstuk 77: De maat van de liefde tot God, de naaste en zichzelf. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] De JONGEN zegt: "Heer, als U glimlacht, is dat zeker een goed teken, en voor U ben ik al gerechtvaardigd zoals eens Jacob met zijn in lamsvel gewikkelde handen tegenover zijn blinde vader Isaäk! Kijk, Heer, dat was toch een grotere leugen dan de mijne, wanneer ik als vondeling bij mijn ouders gebracht wordt, en toch werd Jacobs eerstgeboorte zegen door God als rechtvaardig aangenomen! Als God echter toen een duidelijke bedriegerij, een aanwijsbare leugen, met genadige en zegenende ogen kon aanschouwen, dan zal de huidige vondeling Josoë hem toch niet tegenstaan, daar hij bovendien toch een echte vondeling is zoals er geen tweede is op de hele grote aarde van God! Daarmee bedoel ik, mijn God en mijn Heer, dat er op deze aarde wel niets zo verloren is als iemand, die gestorven is; daarom zou er in de waarste zin van het woord niets kunnen zijn dat meer 'gevonden' is dan een Heer, U begrijpt wel wie ik hier bedoel!"
Hoofdstuk 78: De hemelse wijsheid of de duivelse leugen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] De JONGEN zegt: "Maak u daarover maar niet bezorgd! De Romeinse taal beheers ik tamelijk goed, net als de Griekse, daarom zal ik deze talen spreken als men mij iets vraagt. Weliswaar kennen mijn ouders deze talen ook, maar dat geeft niet! Kortom, met hulp van de Heer, die mij heeft opgewekt, zal ik in staat zijn om alles zo goed mogelijk te laten verlopen. "
Hoofdstuk 80: Cyrenius neemt Josoë op. De dood van Johannes de doper. Jezus in de woestenij en aan de zee - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[11] Maar IK vervolg tegen Roban: "Vriend, je hebt de treurige geschiedenis van Johannes nu wat vluchtig aangeroerd, wees zo goed en vertel haar eens zo, zoals de nieuwe overste haar jullie verteld heeft! Want Ik stel er prijs op dat deze gebeurtenis zó opgeschreven zal worden!"
Hoofdstuk 81: De nieuwe overste. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[14] ROBAN zegt: "In dat geval zal ik de geschiedenis van Johannes meteen woordelijk weergeven zoals de nieuwe overste ons deze verteld heeft. Dit waren zijn woorden:
Hoofdstuk 81: De nieuwe overste. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] Kort geleden berichtten de knechten, die de belasting ophalen voor de viervorst Herodes, aan Herodes de geruchten over U en Uw daden (Matth. 14:1). Zij vertelden hem, hoe U hen bij het belasting afpersen op de vlucht had gejaagd, en dat zij beslist niets tegen Uw macht konden doen. Daarop riep Herodes meteen zijn waarzegger. Maar deze, een scherpzinnige klant en tevens heimelijk een leerling van Johannes, die Herodes het vermoorden van deze profeet niet kon vergeven, zag hier gelegenheid om direkt wraak op Herodes te kunnen nemen en verklaarde hem zonder blikken of blozen: 'Dat is Johannes, die uit de dood is opgestaan en u nu met zulke daden dwarsboomt!'
Hoofdstuk 82: Het einde van Johannes de doper. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] CYRENIUS zegt: "Heer, ik zou deze jongen willen adopteren, en als hij wilde komen, dan zou ik hem niet alleen náást mijn kinderen, maar in alles bóven hen willen stellen. Waarlijk, ik zou mij zeer gelukkig prijzen, als ik deze lieve jongen, die toch al meer engel dan mens is, de mijne zou kunnen noemen! Hij zal het toch al wat moeilijk bij zijn voormalige ouders krijgen, en het is de vraag of zij hem nog zullen aannemen. Ik ben echter van alles op de hoogte en kan als de tijd rijp is voorbereidingen treffen, zodat zijn ouders, die bij mij als zeer tempelgezind bekend staan, hun Josoë zullen herkennen. Willen zij hem aannemen, dan zal hen de vrije keus gelaten worden, evenwel met de voorwaarde, dat hij bij mij in huis blijft en bij mij moet zijn, waar ik ook ben -nu eens in Azië, dan weer in Europa of Afrika, want ik hecht zeer veel waarde aan zijn wijsheid!"
Hoofdstuk 80: Cyrenius neemt Josoë op. De dood van Johannes de doper. Jezus in de woestenij en aan de zee - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] De JONGEN zegt: "Vader, daaraan zult U toch niet twijfelen? Dan zou U mijn hart een andere instelling moeten geven! Dat zult U echter in der eeuwigheid niet doen en dus zal ik U ook eeuwig trouw blijven. Als ik echter zelf mijn toekomst op deze aarde zou mogen kiezen, dan bleef ik het liefst direct bij U! Want wat voor hogers, beters en zaligers kan er in de gehele oneindigheid en in alle oude en nieuwe hemelen nog zijn, dan bij U, de oerbron van liefde, wijsheid en al het leven te zijn? Maar dat is slechts de eigenlijke, diepste wens van mijn hart; voor het overige weet ik ook te gehoorzamen en ga gewillig overal heen waar Uw heilige wil mij maar heen wil zenden! Ik ga naar Cyrenius, die ik zeer hoogacht en waardeer, en zo ga ik ook naar mijn aardse ouders terug, waar ik ook veel van houd; maar zonder Uw wil zal ik niet zo maar iets doen."
Hoofdstuk 80: Cyrenius neemt Josoë op. De dood van Johannes de doper. Jezus in de woestenij en aan de zee - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] Bij deze verklaring moeten de knechten grote ogen opgezet hebben en verbouwereerd zijn weggegaan, want zelf wisten ze dat U Johannes niet bent, -maar ze durfden de opgewonden Herodes niet tegen te spreken.
Hoofdstuk 82: Het einde van Johannes de doper. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] Heer, dat is woordelijk de treurige geschiedenis van Johannes die doopte aan .de rivier de Jordaan niet ver van de woestenij bij Bethabara, waar deze rivier in zee valt, er doorheen stroomt en zich vervolgens naar de Dode zee richt. -Wat zegt U daar nu van? Is het dan mogelijk dat mensen zulke duivels kunnen worden, en nog wel in een tijd dat U aan Wie hemel en aarde gehoorzamen, Zelf als mens op aarde rondgaat? Heeft U dan geen bliksems en geen donders meer?"
Hoofdstuk 82: Het einde van Johannes de doper. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] IK zeg: "Kijk hier, deze twee jongemannen zijn voldoende om in één ogenblik alles te doen, wat alle Romeinse macht in honderd jaar met zou gelukken! Als dit alles niet volgens de orde van God moest gebeuren, geloof dan maar dat het Mij zeer gemakkelijk zou zijn om het allemaal in een oogwenk te vernietigen! Maar dit ergste moet gebeuren terwille van de vorming van een nieuwe hemel en een nieuwe aarde.
Hoofdstuk 82: Het einde van Johannes de doper. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[11] Maar maak nu dat jullie hier weggaan, want deze nieuwe overste is een slecht mens, en de satan toont hem duizend wegen waarop hij jullie geducht zou kunnen schaden; zorg daarom dat jullie verder gaan!
Hoofdstuk 82: Het einde van Johannes de doper. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[12] Ook Ik zal vandaag hier weggaan en niet zo gauw weer in deze streek komen, want een dolle hond moet men uit de weg gaan! Het is er een die veel goud en zilver heeft, want anders zou hij deze functie met hebben kunnen kopen. Met veel goud en zilver kan men in de wereld bij de wereldse mensen veel gedaan krijgen, en wie daarbij ook nog zo'n plaats koopt uit pure win en heerszucht -zoals deze heeft gedaan is. beslist niet te vertrouwen. Maken jullie je daarom allen gereed en ga hier weg, en Roban, ga ook weer naar huis, want tot nu toe hebben ze je nog niet gemist!"
Hoofdstuk 82: Het einde van Johannes de doper. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
...  85 - 86 - 87 - 88 - 89 - 90 - 91 - 92 - 93 - 94 - 95 - 96 - 97 - 98 - 99 - 100 - 101 - 102 - 103 - 104 - 105 - 106 - 107 - 108 - 109 - 110  ...