17481 resultaten - Pagina 963 van 1166
... 951 - 952 - 953 - 954 - 955 - 956 - 957 - 958 - 959 - 960 - 961 - 962 - 963 - 964 - 965 - 966 - 967 - 968 - 969 - 970 - 971 - 972 - 973 - 974 - 975 - 976 ...
[13] Dat is ook het geval met de eerste verbreiders van de leer van de Heer, evenals met Swedenborg, die jullie ook hebben leren kennen. Jullie aardse verwanten echter zijn enerzijds weliswaar leden van zo'n vereniging, maar anderzijds hebben ook zij door hun liefdewerken veel mensen naar zich toegetrokken en daardoor ook weer verenigingen gevormd waardoor zij op hun manier dus ook kleine voorgangers van hun vereniging zijn geworden. Om die reden konden jullie hen dan ook op de algemene plaatsen in de sfeer van de Heer als afzonderlijke verenigingsgeesten zien.Hoofdstuk 65: Het verschijnen van onze `geestelijke zon'. Andere verschijning dan in de sfeer van de Heer - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[4] Je hebt ons meteen in het begin gezegd dat wij ons niet in jouw sfeer bevinden, maar dat jij je nu in onze sfeer bevindt. Er kan misschien wel een verwisseling van sferen hebben plaatsgevonden zonder dat wij ons daarvan bewust waren. Daarom vragen wij jou dan ook hoe de zaak in elkaar zit.
Hoofdstuk 65: Het verschijnen van onze `geestelijke zon'. Andere verschijning dan in de sfeer van de Heer - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[15] Zie, mijn lieve kinderen, dat is het oneindige verschil tussen ons en de kinderen Gods! Bedenk eens hoe oneindig klein het ons zaligmakende vonkje liefde moet zijn ten opzichte van de eindeloze overvloed aan liefde die in God woont! En toch bepaalt dit oneindig kleine vonkje onze grootste zaligheid! Maar hoe groot moet dus de zaligheid zijn van die wezens die met de hele oneindige rijkdom aan liefde van hun goddelijke Vader vrij kunnen omgaan?!
Hoofdstuk 64: Zonnebewoners op weg naar het kindschap Gods - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[17] Ik lees nu op jullie gezichten dat jullie allemaal alles willen verlaten om bij de Vader te komen! Ja, dat is ook geheel en al mijn idee. Liefhebben willen we Hem als hadden we duizend harten, en deemoedig willen we zijn als zouden we helemaal niet bestaan, alleen maar om na dit uiterlijke leven over te gaan naar de plaats waar deze heilige Vader woont!
Hoofdstuk 64: Zonnebewoners op weg naar het kindschap Gods - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[12] Kijk, deze toch zeker wijze gevolgtrekking heb ik ook aan deze hoge gast voorgelegd en hij heeft mij deze eveneens in gunstige zin bevestigd. Maar luister nu, mijn kinderen: het gaat bij het verkrijgen van het kindschap Gods doorgaans niet om het meer of het gelukkiger worden, maar om het volmaakter en levendiger worden in de liefde tot God. Jullie weten echter allemaal uit eigen ervaring dat hier ons grootste geluk evenals onze grootste gelukzaligheid door niets zozeer bepaald wordt dan bijna enkel en alleen door onze wederzijdse liefde. Hoe meer we elkaar liefhebben, hoe inniger wij ons in de liefde zowel lichamelijk als geestelijk verenigen, des te gelukkiger en zaliger zijn we ook!
Hoofdstuk 64: Zonnebewoners op weg naar het kindschap Gods - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[10] Kijk, dat alles weten we reeds uit allerlei ervaringen, want er zijn er immers verscheidene onder ons, aan wie het reeds meerdere malen vergund was de geestelijke dingen van onze wereld heel duidelijk te aanschouwen. Bijgevolg is ons lot doorgaans van een onschatbare heerlijkheid, want we zijn als geesten toch waarachtig grote heren, aan wie niet alleen hun eigen, bijna eindeloze wereld ter allerhelderste beschouwing ten dienste staat, maar ook nog talloze andere werelden, die allemaal min of meer van onze grote wereld afhankelijk zijn. Dat alles bij elkaar, mijn kinderen, kan ons niets anders zeggen dan:
Hoofdstuk 64: Zonnebewoners op weg naar het kindschap Gods - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[8] Zie, mijn lieve kinderen, dat is een buitengewone, zeer gewichtige vraag die zich slechts door de daad, maar nooit door de zelfs allerwijste woorden laat beantwoorden. Tevens maak ik jullie allen erop attent dat na het afleggen van het lichaam onze geestelijke toestand eveneens buitengewoon heerlijk is, zodat deze aan uiterlijke pracht en heerlijkheid zeker al het denkbare verre overtreft. We zijn hier in ons lichaam al zo buitengewoon mooi gevormd, dat onze uiterlijke vorm, naar ik heel goed heb gemerkt, zelfs de kinderen van God een grote bewondering afdwong; en toch is deze lichamelijke schoonheid nauwelijks een vluchtig schaduwbeeld van de schoonheid die eigen is aan onze onsterfelijke geest. Zo zijn ook onze uiterlijke, stoffelijke woningen al van zo'n stralende schoonheid, dat bewoners van andere, kleinere werelden bij de eerste aanblik daardoor hun leven zeker zouden verliezen. Toch kost het bouwen ervan ons slechts geringe moeite, want met de macht van onze verenigde wil zijn we immers volkomen heer en meester over de materie die zich moet voegen, buigen en verheffen naar onze wil.
Hoofdstuk 64: Zonnebewoners op weg naar het kindschap Gods - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[4] Dat dit alles juist is, behoeft verder geen bewijs, want om te beginnen is de borg voor deze volledige waarheid nog onder ons en vervolgens staat mijn eigen wijsheid daar borg voor, en vanuit mijn wijsheid heb ik, zoals jullie allemaal heel goed hebben kunnen horen, deze hoge bode toch alle mogelijke tegenwerpingen gemaakt om te zien of zijn uitspraken ook de strengste proef der wijsheid zouden kunnen doorstaan.
Hoofdstuk 64: Zonnebewoners op weg naar het kindschap Gods - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[5] Jullie hebben ook allemaal gehoord met welk een onverbiddelijke standvastigheid de hoge gast mij altijd tegemoet kwam, en mij door de waarheidskracht van zijn woorden als het ware rechtstreeks wegleidde van de dwalingen van mijn inzichten. Als wij nu zulke voor de hand liggende bewijzen voor de waarheid van de uitspraken van deze bode hebben, wat willen we dan nog meer?
Hoofdstuk 64: Zonnebewoners op weg naar het kindschap Gods - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[16] Kijk nu, onze oudste wordt heel deemoedig en overdenkt mijn woorden goed. Hij zal weldra het woord tot zijn kinderen richten; daar zullen wij nog naar luisteren, vervolgens het volk zegenen en dan dadelijk weggaan.
Hoofdstuk 63: Over het wezen van het kindschap Gods - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[12] Wat echter nu te doen? Want kijk, je bent noch met het een noch met het ander tevreden. Bij het verkrijgen van 'meer' zijn deemoed en liefde volgens jou een slecht middel, dus geen deugd; het 'minder' krijgen voor zo'n deugd lijkt jou een dwaasheid. Hoe moet deze zaak dan geregeld worden om jou tevreden te stellen? Ik zal dit raadsel voor jou oplossen.
Hoofdstuk 63: Over het wezen van het kindschap Gods - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[10] Hoge afgezant van de Heer! Ik geloof dat ik de situatie juist heb ingeschat, maar desondanks vraag ik je of je mij daarover nog enkele woordjes zou willen zeggen, opdat ik daaruit zou kunnen opmaken, in hoeverre mijn oordeel met de allerhoogste waarheid overeenkomt.
Hoofdstuk 63: Over het wezen van het kindschap Gods - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[11] Nu spreek ik en zeg: luister, mijn geachte oudste van dit oord, ik wist immers wel dat jij in jezelf het juiste licht zou vinden, nadat ik jou daartoe de juiste weg heb getoond. Jouw oordeel is juist; je hebt deze keer het wezen van het kindschap Gods precies onderkend. Zoals jij het hebt omschreven, zo is het ook, maar door de deemoed en de liefde word je dan toch weer genoodzaakt, het door jou zo veroordeelde 'meer' en niet het door jou eerder zo geprezen 'minder' te verkrijgen.
Hoofdstuk 63: Over het wezen van het kindschap Gods - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[1] De oudste begint zojuist te spreken, en daarom zullen we nu naar hem luisteren. Zijn woorden luiden aldus: Jullie allen, mijn hier aanwezige kinderen, luister naar wat ik jullie zal zeggen en geef het ook door aan hen die hier niet aanwezig zijn! Jullie weten dat we bij soortgelijke gelegenheden, waarbij het hout op het altaar door een hogere macht ging branden, uit de vlammen van het brandende hout de loodzware voorwaarden hebben gelezen waaraan moet worden voldaan, omdat alleen op die manier het hoge kindschap Gods bereikt kan worden. Nooit eerder viel ons het buitengewoon grote geluk ten deel om uit de mond van een kind van God te vernemen, hoe men in de eerste plaats langs de natuurlijke, kortste weg het kindschap Gods kan verkrijgen en verder wat er eigenlijk precies achter het kindschap Gods verborgen ligt.
Hoofdstuk 64: Zonnebewoners op weg naar het kindschap Gods - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[15] Kijk mijn geachte oudste, dat is nu precies de verhouding van God tot Zijn schepselen. Doe je het laatste, dan ben je een kind Gods en zul je eveneens door Hem aan Zijn rechterzijde geplaatst worden. Dat bewerkstelligt bovenal de liefde, want God kijkt niet in de eerste plaats naar het werk maar vooral naar de liefde. Vloeit het werk voort uit de liefde, dan heeft het voor God waarde; vloeit het echter alleen uit de wijsheid voort, dan heeft het ofwel geen waarde, of slechts waarde voorzover de liefde daarbij in het spel was. Nu weet je alles en hoef ik jou verder niets meer te zeggen. Wil je de jou duidelijk aangegeven weg bewandelen, dan weet je nu heel goed welk doel je kunt bereiken; blijf je echter zoals je bent, dan zul je eveneens jouw goede doel bereiken maar niet het eigenlijke kindschap Gods!
Hoofdstuk 63: Over het wezen van het kindschap Gods - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)