Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 965 van 1166

...  953 - 954 - 955 - 956 - 957 - 958 - 959 - 960 - 961 - 962 - 963 - 964 - 965 - 966 - 967 - 968 - 969 - 970 - 971 - 972 - 973 - 974 - 975 - 976 - 977 - 978  ...
[9] Nu is het de vraag: als ik door liefde en deemoed een kind Gods wil worden, dus onzeglijk meer dan ik nu ben, hoe zit het dan met mijn tevredenheid en mijn dankbaarheid voor datgene wat ik door Gods oneindige genade hier ben?
Hoofdstuk 61: Deemoed en het kindschap Gods - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[6] Stel je voor dat ik als kind van God op de allerlaagste en allerlaatste trap zou staan en absoluut geen kracht en geen macht zou willen, maar alleen het zalige vermogen om God de Almachtige uit alle krachten van mijn geestelijke leven steeds meer lief te hebben, dan zou dat toch zeker in de situatie van het kindschap van God de geringst mogelijke eis zijn.
Hoofdstuk 61: Deemoed en het kindschap Gods - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[3] Ik zie nu duidelijk in dat men volgens jouw leer op iedere wereld het kondschap van God kan verkrijgen als men ernaar handelt en zijn innerlijke leven in naam van de Godmens tracht vrij te maken. Ik zie ook in dat het leggen van de hand op het vlammende altaar in zekere zin slechts een uiterlijk teken is van datgene wat een menselijk schepsel in wezen geestelijk in zichzelf moet doen.
Hoofdstuk 61: Deemoed en het kindschap Gods - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[2] Meest verhevene onder de afgezanten van onze grote God! Omdat jij volgens jouw getuigenis een tijdgenoot was op die aarde waarop het de grote God behaagde evenals zijn schepselen mens te zijn om daardoor voor al Zijn schepselen de poorten naar het eeuwige leven te openen, zeg ik jou dat ik heel diep over jouw woorden heb nagedacht, deze allemaal juist heb bevonden en al mijn wijsheid heb aangewend om een of andere tegenstrijdigheid te vinden. Ik was echter niet in staat om ook maar één punt te ontdekken dat de grote waarheid van jouw getuigenis ook maar in het minst verdacht zou kunnen maken.
Hoofdstuk 61: Deemoed en het kindschap Gods - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[7] Als ik daarentegen bedenk dat ik in mijn tegenwoordige situatie nog geen atoom ben ten opzichte van de klaarblijkelijke grootte van zo'n allergeringst kind van God, dan wil ik toch kennelijk door het bereiken van zo'n meest gering godskindschap noodzakelijkerwijs meer worden. Bij ons noemt men zo'n deemoed waardoor een mens op de een of andere manier wat meer wil worden, een schandelijke kruiperij. Hoe moet men dan zo'n geestelijke deemoed voor God zien, waarbij het in het ergste geval toch onvermijdelijk is dat men meer wil worden dan men vanaf het oerbegin van Gods ordening was, of waarbij men in een gunstiger geval op z' n minst heel duidelijk meer worden moet. Als dat 'meer worden' niet voorop zou staan dan zou de weg die je mij aangaf in ieder opzicht volkomen aanvaardbaar zijn. Omdat echter dit noodlottige 'meer' zich noch op de ene noch op de andere manier laat wegdrukken, kan ik die deemoed niet als de juiste deugd zien die nodig is om het kindschap te bereiken, want deze deugd voor het bereiken van het 'meer worden' kan men tenslotte toch slechts als schijnheiligheid, kruiperij en huichelarij beschouwen.
Hoofdstuk 61: Deemoed en het kindschap Gods - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[27] Welnu achtenswaardige oudste, overdenk nu mijn woorden en zeg me dan, in hoeverre je deze begrepen hebt en in hoeverre niet; dan zal ik iedere twijfel die bij jou op grond van jouw licht nog naar boven komt, zo belichten dat je weldra met het grootste gemak de waarachtige grond van Gods eeuwige waarheid zult ontdekken. Dus doe dat!
Hoofdstuk 60: Over de menswording van de Heer - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[26] Stoor je echter niet aan mijn uiterlijke vorm, die veel minder mooi is dan die van jou, want op de vorm komt het niet aan. Jullie eindeloos mooie vorm is slechts een uiterlijke behoefte voor deze wereld, die door de Heer zo is geschapen dat zij met haar machtige licht de nagenoeg talloze andere, kleinere werelden, die niet zoals deze door licht omgeven zijn, kan verlichten. Daarom is voor deze wereld zo'n tederheid van de uiterlijke vorm van jullie wezen een behoefte, omdat jullie met een andere onmogelijk op deze wereld zouden kunnen bestaan; maar met de schoonheid van de geest is het heel anders gesteld. Deze richt zich nooit naar de uiterlijke vorm, maar enkel en alleen naar de liefde voor de Heer, want deze is de waarachtige en allerhoogste schoonheid van het leven!
Hoofdstuk 60: Over de menswording van de Heer - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[10] Kun jij daarentegen alles in een ander licht plaatsen, waardoor het licht van mijn gefundeerde inzicht verbleekt, wees dan zo goed mij dat mee te delen, en dan zal ik het aanvaarden en het me eigen maken alsof nooit een ander licht de innerlijke vertrekken van mijn leven verlicht zou hebben.
Hoofdstuk 60: Over de menswording van de Heer - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[3] Het is waar dat de liefde of de drang van het hart naar zijn Schepper alles kan, want wanneer ik met mijn hart als de grond van mijn leven de Schepper omarmd heb, dan heb ik mij toch ook zeker volkomen met Hem verbonden en word ik dus één met hem. Omdat ik daardoor met de grond van mijn leven ook mijn wil volkomen onderworpen heb aan de almachtige wil van de Schepper, kan het ook niet anders dan dat ik voortaan slechts kan willen wat de wil is van de almachtige God.
Hoofdstuk 60: Over de menswording van de Heer - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[23] Overdenk dit nu, vat mijn woorden samen en deel me dan mee hoe je deze hebt begrepen, en dan zal ik je nog begrijpelijker maken wat je moet doen om tot waarachtige liefde voor God te komen.
Hoofdstuk 59: Voorwaarden ter verkrijging van het kindschap Gods - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[11] Nu wendt de oudste zich tot zijn kinderen en zegt tot hen: kijk hierheen, jullie allen, kinderen van mijn huis. De grote God heeft ons heel liefdevol bezocht om ons de nietigheid onze wijsheid en de zwakte van onze liefde te tonen. Kijk, zij, die onoverwinnelijk, hoogst bescheiden en eenvoudig voor ons staan, zonder pracht en praal, zijn waarachtige kinderen van de eeuwige almachtige grote God. Wat is al onze pracht en praal ten opzichte van de onbegrijpelijke verhevenheid van zo'n nederige eenvoud, die echter desondanks vervuld is van alle rijkdom aan goddelijke kracht!? Kniel neer en loof en aanbid onze grote God die ons door deze verschijning een oneindig grote genade en erbarming heeft betoond!
Hoofdstuk 59: Voorwaarden ter verkrijging van het kindschap Gods - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[2] (De oudste) Luister naar mij, jullie uitermate mysterieuze wezens! Ik heb volgens onze wijze manier van handelen onze van oudsher altijd efficiënt werkende afweermiddelen aangewend, maar ze hielpen niet. Jullie zijn geesten, want dat ontdekte ik na de slag met de staaf, en jullie moeten zelfs buitengewoon machtige geesten zijn omdat al mijn afweermiddelen jullie niet konden verdrijven. Vertel me toch wie jullie zijn en waar jullie vandaan komen, zodat ik mij met mijn vele huisgenoten kan voorbereiden om jullie waardig te ontvangen.
Hoofdstuk 59: Voorwaarden ter verkrijging van het kindschap Gods - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[20] Zouden zij natuurlijke wezens zijn, dan zouden zij na mijn tik met de drie staven zeker onmiddellijk zijn geweken; maar zoals jullie allemaal hebben gezien, ging mijn slag helemaal door het middelste wezen heen, en toch verroerde het zich niet. Dat is dus een teken dat deze wezens van een hogere soort moeten zijn.
Hoofdstuk 58: Ontmoeting met de bewoners van deze centrale zon - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[17] Maar kijk nu eens, de oudste heeft zojuist met zijn drie staafjes een slag op mijn schouder gegeven en zijn staafjes zijn in zekere zin heel gemakkelijk door mijn zichtbare lichaam heen gegaan. Dat was dan ook genoeg om deze gezamenlijke mensenmassa eens geweldig te laten schrikken.
Hoofdstuk 58: Ontmoeting met de bewoners van deze centrale zon - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[9] Hoe deze zaak zich echter verder zal ontwikkelen, zullen we weldra ondervinden, want de oudste komt al naar ons toe met een verzameling rekwisieten voor het onderzoeken en verdrijven van geesten.
Hoofdstuk 58: Ontmoeting met de bewoners van deze centrale zon - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
...  953 - 954 - 955 - 956 - 957 - 958 - 959 - 960 - 961 - 962 - 963 - 964 - 965 - 966 - 967 - 968 - 969 - 970 - 971 - 972 - 973 - 974 - 975 - 976 - 977 - 978  ...