Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 966 van 1166

...  954 - 955 - 956 - 957 - 958 - 959 - 960 - 961 - 962 - 963 - 964 - 965 - 966 - 967 - 968 - 969 - 970 - 971 - 972 - 973 - 974 - 975 - 976 - 977 - 978 - 979  ...
[11] Ja, als jullie de zaak eens in een helder daglicht zouden stellen, dan zouden jullie ontdekken dat al het gesteente, ja het gehele wezen van jullie aarde niets anders is dan stevig samengeklonterde materie, die ontstaan is uit louter afgelegde dierlijke lichamen of levenslarven. Ook zouden jullie zien dat deze oerlevenskracht daar waar ze wat vrijer geworden is, weer actief wordt en dat zij uit de lichtere, haar omgevende materie weer een nieuwe vorm ontwikkelt waarin zij zich enige tijd ophoudt om dit eerste oerleven in deze nieuw ontstane vorm krachtig te versterken.
Hoofdstuk 57: Elke wereld heeft haar ordening en bestaansgronden - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[19] Nu raak ik met mijn vinger het altaar aan. Kijk, het hout heeft vlam gevat en kijk nu eens naar buiten, waar de poortjes beginnen open te gaan.
Hoofdstuk 56: Waarom is men te midden van alle pracht zo alleen? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[19] Luister, jullie mijn kinderen en kindskinderen, ik heb tegen deze drie geheimzinnige wezens al het mogelijke aangewend wat sinds onheuglijke tijden steeds krachtig heeft gewerkt op dergelijke gasten, waar deze zich ook maar hebben vertoond. Waren ze goed van aard zoals wij, dan maakten zij zich onmiddellijk bekend en vertelden ons getrouw de reden van hun komst. Waren ze echter listig van aard, zoals gewoonlijk de geesten van degenen uit bepaalde landstreken, voor wie het ten gevolge van hun minder goede manier van leven nooit geoorloofd was dit heilige woonoord te naderen, dan hadden zij op z'n minst, zelfs bij de grootste listige hardnekkigheid, bij de laatste handeling met de staven en bij de volledige aaneensluiting van onze wil, toch spoedig moeten wijken.
Hoofdstuk 58: Ontmoeting met de bewoners van deze centrale zon - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[18] Als wij een juiste, geordende, wijze beperking in acht nemen, kunnen we alle schepselen benaderen en met hen op een verantwoorde manier in contact komen, zoals alle delen van een lichaam voortdurend met elkaar in contact staan. Wat verder gaat, is verderfelijk. Bereiden jullie je dus voor; ik zal mijn hand op het altaar leggen, het hout zal vlam vatten en van alle kanten zullen jullie weldra de mensen zien toestromen.
Hoofdstuk 56: Waarom is men te midden van alle pracht zo alleen? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[4] Men zou hier inderdaad kunnen zeggen: waarom zijn er op zo'n centrale zon nog zoveel lichtgevende voorwerpen? Het zou voor het oog weldadiger zijn als er een vermindering in plaats van zo'n versterking van het licht zou zijn. Ik zeg jullie: daarvoor is juist gezorgd door de opstelling van zulke krachtig schijnende voorwerpen. Dat is, zeggen jullie, niet zo gemakkelijk te begrijpen. Maar ik zeg jullie dat dit heel natuurlijk is en gemakkelijk kan worden begrepen. Op welke manier dan? Daarvoor, mijn lieve vrienden, zijn er op aarde ook al een heleboel voor de hand liggende voorbeelden, zowel op natuurlijk als op geestelijk gebied.
Hoofdstuk 55: Beschrijving van de hoogste standplaats - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[2] Ziezo, dat is dus de vloer waarop we nu staan; hij is als het machtig stralende etheroppervlak van een zon, en toch zo hard als diamant. Wat zeggen jullie van deze eindeloze pracht? Jullie zijn sprakeloos en kunnen geen woord uitbrengen. Ja, mijn lieve vrienden en broeders, dat is ook volkomen begrijpelijk want waar het ons, aan licht gewende geesten van de hemel, moeilijk wordt om te spreken, zal het voor jullie toch zeker nog veel moeilijker worden, daar jullie nog nooit van een soortgelijke, onmetelijke, overvloedige lichtverhevenheid in je gemoed iets te zien hebben gekregen.
Hoofdstuk 55: Beschrijving van de hoogste standplaats - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[17] Wie deze roep niet opvolgt als mijn broeders, de apostelen, die zoals jullie weten, de Heer na de eerste oproep zijn gevolgd, die moet het zich dan ook laten welgevallen dat de Heer precies zo met hem zal sollen als de geroepene dat met de Heer pleegt te doen. Daaruit kunnen we het volgende in een heel korte regel samenvatten:
Hoofdstuk 54: Elfde verdieping. Het voortschrijden van de geest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[12] Maar kijk, helemaal aan het eind van de straat staat een heel onooglijk kroegje, waarin een armelijke familie gehuisvest is. Daar zullen we binnengaan en zien hoe daar de kunst wordt beoefend, omdat ook een kind van deze armelijke vader muziek studeert. Welnu, deze knaap heeft vandaag al minstens acht uur gestudeerd; maar 's avond wil de vader hem om gezondheidsredenen meenemen voor een kleine wandeling. Kijk nu eens naar die jongen, hoe hij zijn instrument aan het hart drukt en het liefkoost alsof het zijn beste levensgezel was. Slechts met veel moeite en overredingskracht van de vader kan onze kunstbroeder zich met tranen in de ogen van zijn lieveling losmaken terwijl hij zegt: mijn dierbaarste kleinood, ik kom gauw, ja heel gauw weer bij je terug! Ik vraag nu: zal hij een kunstenaar worden? Luister maar eens naar de tonen die hij na korte tijd al geleerd heeft aan zijn instrument te ontlokken en jullie zullen zeggen: ach, dat zijn wonderbare tonen! Men zou zeggen dat ze van bovenaardse ruimten komen. Ja, ja, mijn lieve vrienden en broeders, deze jongeman wordt zeker een groot kunstenaar, want hij heeft wel de juiste leermeester in zich en deze leert hem, alles aan de kunst op te offeren en nergens een grotere vreugde in te vinden dan juist in zijn muziekstudie.
Hoofdstuk 54: Elfde verdieping. Het voortschrijden van de geest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[8] Zou er dan geen mogelijkheid zijn om zo'n voortgang te bespoedigen? Zouden er dan geen Corneliussen meer bestaan, over welke Gods Geest komt nog vóór ze door Petrus gedoopt worden? Kijk, dat is een heel andere vraag en het antwoord daarop is zeker van het grootste praktische belang. Maar hoe zullen we zo'n bijzonder belangrijke vraag zo kunnen beantwoorden dat eenieder dan ook tevreden is met het heldere inzicht dat hij daardoor heeft verkregen? Dat zal voor ons niet zo moeilijk worden, want als er voor een zaak voldoende aanschouwelijke voorbeelden zijn, hoeft men haar slechts op de manier van een evangelist te beschouwen, en het antwoord volgt vanzelf. Daarom zullen we ons niet langer met inleidingen ophouden maar dadelijk het eerste het beste voorbeeld ter hand nemen.
Hoofdstuk 54: Elfde verdieping. Het voortschrijden van de geest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[6] Mijn lieve vrienden en broeders, ik zal jullie spoedig uit de droom helpen. Wanneer jullie aan een zeer ervaren en bekwaam botanicus de wortels van een plant tonen, dan zal hij jullie onmiddellijk de vorm van de plant beschrijven of haar tot in de puntjes uittekenen. En als de plant dan voor jullie ogen gevormd zal zijn, zullen jullie haar ook dadelijk als een zeer goed bekende herkennen.
Hoofdstuk 52: Tiende verdieping. Het wezen van vraag en antwoord - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[23] Kijk, precies zo filosofeert immers onze bromvlieg en zegt in zekere zin door haar manier van doen: ik leef slechts van vuilnis en wel zolang ik maar ergens vuilnis vind. Nemen jullie mij het vuilnis weg, dan is het met mijn leven gedaan, want ik zuig mijn levenskracht enkel uit het vuilnis en ben daarom in al mijn delen niets dan glanzend vuil. Neem dit weg en ik, glanzende bromvlieg, heb opgehouden te bestaan! Gelukkig dat ik nog een reproducerende kracht bezit, anders ging met het wegnemen van alle vuilnis niet alleen ik, maar met mij mijn hele geslacht met één klap volkomen te gronde.
Hoofdstuk 51: De oorsprong van alle dingen en verschijnselen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[1] Jullie hebben zo goed mogelijk mijn raad opgevolgd en kijken nu, zoals ik zie, stomverbaasd naar de wonderlijke dingen die zich hier in een heel ander licht aan ons voordoen.
Hoofdstuk 51: De oorsprong van alle dingen en verschijnselen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[5] Ja, mijn lieve vrienden en broeders, aan de ene kant hebben jullie gelijk, want de liefde is steeds de leermeester van de mens, zoals we gisteren al in de voorbeelden gezien hebben, omdat zij eigenlijk zijn leven zelf is. Het leven kan echter niet beheerst worden door iets dat geen leven is. Daarom moet er een ander middel bestaan waaraan de liefde gehoorzaamt en waardoor zij gewillig de hogere raad opvolgt van degene naar wie ze luistert.
Hoofdstuk 50: Over verliefdheid en over de liefde voor de Heer - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[8] Goed, mijn lieve vrienden en broeders, kijk eens tijdens de nacht naar de aarde: zijn er dan niet eveneens de meest veelsoortige dingen in overvloed als overdag? Jullie kunnen echter slechts van een heel klein deel echt onderscheiden wat het is en hoe het eruitziet; maar dat er iets is, is zeker, wis en waarachtig. Zou de aarde echter blijven stilstaan en willen wachten tot de zon boven haar onbelichte gedeelte zou komen, waarlijk, dan zou ze ten eerste heel ontzettend lang moeten wachten en zouden ten tweede de zich op haar bevindende voorwerpen nooit voltallig en in hun ware gedaante zichtbaar worden. Wanneer de aarde voortdurend blijft draaien, waarbij de ene na de andere kant onder de zon doorschuift, dan zullen de voorwerpen die zij draagt en die men tijdens de nacht nauwelijks kon onderscheiden, spoedig volkomen zichtbaar worden.
Hoofdstuk 53: Liefde tot de Heer en van daaruit tot de naaste leidt tot de volmaaktheid van het leven - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[2] Ja, mijn lieve vrienden en broeders, de bedenkingen die jullie uitspreken met betrekking tot de beperktheid van jullie begripsvermogen en jullie woordenschat zijn inderdaad heel begrijpelijk, maar desondanks moeten jullie over alles wat jullie gezien hebben toch zoveel vertellen als met jullie begripsvermogen en woordenschat mogelijk is; want willen jullie van mijn uiteenzetting geestelijk profijt hebben, dan moeten jullie steeds voor ogen houden dat jullie je hier eigenlijk op eigen bodem bevinden. Zeg ik jullie, zonder dat jullie vooraf je verhaal hebben gedaan, wat jullie gezien hebben, dan haal ik jullie daarmee de grond onder de voeten weg en vanaf dat moment bestaat er geen aanknopingspunt meer tussen mijn uiteenzetting en jullie innerlijke opnemingsvermogen.
Hoofdstuk 53: Liefde tot de Heer en van daaruit tot de naaste leidt tot de volmaaktheid van het leven - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
...  954 - 955 - 956 - 957 - 958 - 959 - 960 - 961 - 962 - 963 - 964 - 965 - 966 - 967 - 968 - 969 - 970 - 971 - 972 - 973 - 974 - 975 - 976 - 977 - 978 - 979  ...