15542 resultaten - Pagina 966 van 1037
... 954 - 955 - 956 - 957 - 958 - 959 - 960 - 961 - 962 - 963 - 964 - 965 - 966 - 967 - 968 - 969 - 970 - 971 - 972 - 973 - 974 - 975 - 976 - 977 - 978 - 979 ...
[15] Maar Ik wil je mening niet beïnvloeden! Als jij de Satan wilt verbannen, om daardoor in de totale oneindigheid de eeuwige vrede te bewerkstelligen, dan heb Ik werkelijk niets daartegen! Ik wil je ook met zoveel macht toerusten, dat je naar jouw mening de bevrijde Satan meester kunt worden. Het zal gebeuren, dat je jouw wil volkomen weet te realiseren. Maar let op of je aan het eind niet zelf de banden, waarmee je Satan wilt knevelen, al te snel weer zult losmaken! Doe nu, wat je wilt, de macht en kracht heb Ik je al gegeven!'Hoofdstuk 189: Martinus' menselijk voorstel tot het onschadelijk maken van Satan - Wenk van de Heer over het toelaten van de boze werken van Satan - Martinus' volmacht om Satan uit te bannen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[18] MARTINUS zegt: 'Ik dank U, o Heer en Vader, met een dergelijke hulp van U zal het wel gaan! Daarom, broeders, gaan we nu snel op weg daar naar toe, anders verwoest deze booswicht van tevoren nog de halve zon!'
Hoofdstuk 189: Martinus' menselijk voorstel tot het onschadelijk maken van Satan - Wenk van de Heer over het toelaten van de boze werken van Satan - Martinus' volmacht om Satan uit te bannen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] MARTINUS zegt: 'Maar waar is hij, zodat we naar hem toe kunnen gaan en hem de genadeslag kunnen geven?'
Hoofdstuk 190: Martinus met zijn hemelse begeleiders op de plaats van de verwoesting - De door Martinus veroordeelde Satan - Martinus' medelijden met de huilende Satan en diens bevrijding - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[9] Hoe zou het jou op mijn plaats vergaan, als de Schepper jou in plaats van mij voor hetzelfde doel zou aanstellen? Hoe zou het je dan bevallen, als er de een of andere Martinus naar je toe zou komen en met jou zou doen, zoals jij nu met mij hebt gedaan? Spreek nu, want ik heb genoeg gepraat!'
Hoofdstuk 191: Oproep aan Satan door Martinus - Satans poging tot rechtvaardiging - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[16] SATAN zegt: 'Vriend Martinus, je meent het naar je beperkte begrippen wel heel goed met mij. Jouw garantie is goed en acceptabel voor geesten die zoals jij eindig en beperkt zijn. Maar of deze garantie ook voor mij, die evenals God alhoewel uit God - een oneindige geest ben, voldoende is, dat is een andere vraag!
Hoofdstuk 192: Martinus' verstandige antwoord aan Satan - Satan antwoordt op Martinus' voorstellen vanuit zijn grootheidswaan - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[22] Ik zie wel in, dat God oneindig goed is, maar juist Zijn al te oneindige goedheid maakt Hem tot verkwister. Zou ik uit liefde tot jullie, mijn kinderen, het niet voor Hem opnemen, wat weliswaar heel moeilijk is, en Hem soms beperken in zijn al te enorme grootmoedigheid, dan zou Hij spoedig weer naar de aarde kunnen gaan om daar bij Zijn gevoelloze schepselen om brood te vragen!
Hoofdstuk 192: Martinus' verstandige antwoord aan Satan - Satan antwoordt op Martinus' voorstellen vanuit zijn grootheidswaan - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[11] Maar als ik nu volgens jouw advies terug zou keren naar de Godheid en daardoor met Haar één positieve kracht zou worden - zeg mij, zouden dan niet alle scheppingen tot nu toe vanuit God en vanuit mij, zich in het niets moeten oplossen? En alles in ons oer-zijn als enkel idee terugkeren en dus het wezen, het bestaan en het bewustzijn opgeven?
Hoofdstuk 193: Martinus' verdere goede voorstellen voor het heil van Satan - Diens verdere bedenkingen - De scheppingsorde voor en na de menswording van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[17] Zie, jij kortzichtige, wie hielp destijds dan de Godheid, opdat Ze een dergelijke nieuwe schepping kon bewerkstelligen? Was ik het niet, die Hem moest vervolgen, die Hem in verzoeking bracht en tenslotte Hem zelfs naar het lichaam moest helpen doden, opdat Hij zo mijn negatief polariteitswezen van smart en lijden in Zijn positieve Godsnatuur kon opnemen?
Hoofdstuk 193: Martinus' verdere goede voorstellen voor het heil van Satan - Diens verdere bedenkingen - De scheppingsorde voor en na de menswording van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[23] Jullie moesten nu liever je blik maar eens naar de aarde wenden, waar het er nu heel erg aan toegaat. Daar zouden jullie beter aan doen, dan te vroegtijdig het nu nog puur onmogelijke mogelijk te willen maken! - Wat denk je daarvan, mijn beste zoon Martinus?'
Hoofdstuk 193: Martinus' verdere goede voorstellen voor het heil van Satan - Diens verdere bedenkingen - De scheppingsorde voor en na de menswording van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] Jij hebt wel gelijk, dat je zojuist onze blikken naar de aarde richtte, waar het er erg aan toe moet gaan. Maar ik beweer, mijn arme vriend en broeder, dat wanneer je omkeert, in hetzelfde ogenblik niet alleen de aarde, maar de gehele schepping zich weer in haar oorspronkelijke, goddelijke reinheid en voleinding zal bevinden! Alle kwaad zal ophouden en wat nog de moeizame weg van vlees en materie zou moeten doormaken, zal in en door jouw terugkeer in een oogwenk voleindigd zijn!
Hoofdstuk 194: Nogmaals een poging van Martinus, om Satan het verkeerde van zijn stijfkoppigheid duidelijk te maken - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[7] Ik denk dat ik nu ook de volledige waarheid heb gesproken en dat zo goed mogelijk met heel mijn hart en wil. Handel daar nu naar en je zult zien, dat alles heel anders zal gaan, dan jij je nu voorstelt!'
Hoofdstuk 194: Nogmaals een poging van Martinus, om Satan het verkeerde van zijn stijfkoppigheid duidelijk te maken - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] SATAN zegt: 'Vriend, het beste in jouw spreken is, dat je je kortzichtigheid ten opzichte van mij heel beleefd en kalm naar voren brengt. Maar verder lig je in je opvatting van deze dingen en verhoudingen nog een hele eeuwigheid achter!
Hoofdstuk 195: Het antwoord van Satan aan Martinus, die hij hovaardij verwijt - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] JOHANNES zegt: 'Laat deze zaak nu maar; want waar wij nog nooit wat hebben bereikt, zal ook jouw moeite tevergeefs zijn. Gebied hem rust in Naam van de Heer; daarna zullen wij weer naar huis gaan, naar de Vader. Die alleen moet met hem doen wat Hij wil en dat zal ook het beste zijn!'
Hoofdstuk 196: Martinus, Johannes en Satan - Martinus' eerlijkheid en de wijsheid en vastbeslotenheid van Johannes - Satans geest van tegenspraak en verwijt aan Johannes - Het antwoord van Johannes - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] SATAN zegt: 'En juist, omdat je aan mijn Martinus zo'n advies hebt gegeven, zal ik mij door hem geen rust laten gebieden. Ik zal Martinus de eer aandoen en met hem voor de Heer treden, om daar de zaak die jullie allen niet kunt begrijpen, met Hem Zelf af te wikkelen. Ga nu naar huis, ik zal jullie vrijwillig volgen naar de Heer!'
Hoofdstuk 196: Martinus, Johannes en Satan - Martinus' eerlijkheid en de wijsheid en vastbeslotenheid van Johannes - Satans geest van tegenspraak en verwijt aan Johannes - Het antwoord van Johannes - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] JOHANNES zegt: :Wij kennen echter helaas je plannen en weten precies, dat je nooit gevaarlijker bent dan wanneer je optreedt in het kleed van de menselijkheid. Daarom zul je, als je de moed hebt, wel alleen naar de Heer moeten gaan, want wij hebben geen opdracht jou als de grootste vijand van de Heer mee te nemen.
Hoofdstuk 196: Martinus, Johannes en Satan - Martinus' eerlijkheid en de wijsheid en vastbeslotenheid van Johannes - Satans geest van tegenspraak en verwijt aan Johannes - Het antwoord van Johannes - Jakob Lorber - Bisschop Martinus