15542 resultaten - Pagina 967 van 1037
... 955 - 956 - 957 - 958 - 959 - 960 - 961 - 962 - 963 - 964 - 965 - 966 - 967 - 968 - 969 - 970 - 971 - 972 - 973 - 974 - 975 - 976 - 977 - 978 - 979 - 980 ...
[5] Ach, het zou heel wat anders zijn, als je je naar de goede raad van Martinus zou hebben bekeerd en als een berouwvolle verloren zoon in de heilige schoot van de Vader teruggekeerd zou zijn! Dan zou je voor ons allen wel de meest welkome begeleider zijn geweest. Maar zo kunnen we je echt niet gebruiken.Hoofdstuk 196: Martinus, Johannes en Satan - Martinus' eerlijkheid en de wijsheid en vastbeslotenheid van Johannes - Satans geest van tegenspraak en verwijt aan Johannes - Het antwoord van Johannes - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] Maar zoals gezegd, als je naar de Heer wilt, dan is de weg je maar al te goed bekend. Doch met ons kan en mag je zo als je nu bent nooit gemeenschappelijk wandelen. Zo zij het in Naam van onze en jouw God en Heer!'
Hoofdstuk 196: Martinus, Johannes en Satan - Martinus' eerlijkheid en de wijsheid en vastbeslotenheid van Johannes - Satans geest van tegenspraak en verwijt aan Johannes - Het antwoord van Johannes - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[20] JOHANNES zegt: 'Lieve Martinus, als hij ons niet zou hebben bevolen naar huis te gaan, dan zouden we al naar huis zijn gegaan. Maar zijn wil mag de onze niet bepalen, daarom zullen wij nog een poosje blijven. Want als we nu op zijn woord hier vandaan gingen, dan zou dat voor hem een triomf over ons zijn. Als hij echter over ons zou triomferen, dan zou het er slecht met ons voor staan. Daarom willen en moeten wij nog een poosje blijven en deze omgeving in orde brengen; zo zij het dan!'
Hoofdstuk 196: Martinus, Johannes en Satan - Martinus' eerlijkheid en de wijsheid en vastbeslotenheid van Johannes - Satans geest van tegenspraak en verwijt aan Johannes - Het antwoord van Johannes - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] Ik denk dat jij, broeder Johannes, hem misschien toch een beetje te hard hebt aangepakt? Ik moet je zeggen dat ik bij zijn aanblik, ondanks de in mij aanwezige kracht van de Heer, toch wel heel erg bevreesd raak. Niet zo zeer om dat wat hij ons zou kunnen aandoen, maar vanwege de absolute vergeefsheid van al onze bemoeiingen. Kijk eens naar de gezichten van Uhron en Shonel; die twee vergaan bijna al van angst. Om 's Heren wil, wat zal hier nu uit voortkomen?'
Hoofdstuk 197: De woede van Satan - Martinus' vrees en de rust en duidelijkheid van Johannes - De onafhankelijkheid van de kinderen Gods van Satan - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[17] JOHANNES zegt: 'Hoezo? Spreek op! Dat lijkt een nieuwe, door jou tot nu toe nog nooit naar voren gebrachte valstrik te zijn. Wij willen hem horen!'
Hoofdstuk 197: De woede van Satan - Martinus' vrees en de rust en duidelijkheid van Johannes - De onafhankelijkheid van de kinderen Gods van Satan - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[19] Ik geef je echter van tevoren de heilige verzekering, dat ik mij voor eeuwig vrijwillig aan alles wil onderwerpen, wat je ook maar van mij zult verlangen, als je mij van een onwaarheid zult kunnen betichten. Zul je daartoe echter niet in staat zijn, dan blijf ik wat ik ben. Maar jij kunt samen met je aanhang geheel ongestoord en niet gehinderd door mij naar huis terugkeren en dan in je hemelse thuisland zuiverder en waardiger begrippen omtrent God opdoen!'
Hoofdstuk 197: De woede van Satan - Martinus' vrees en de rust en duidelijkheid van Johannes - De onafhankelijkheid van de kinderen Gods van Satan - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[14] God zou echter wél onvolmaakt zijn, als Hij in de geschapen geesten slechts een gerichte en geen volmaakte vrije wil zou hebben kunnen leggen. Doch daarvan lever jijzelf immers het allerbeste tegenbewijs. Want hoe enorm vrij en volkomen God alle geesten en dus ook jou heeft geschapen, is juist daaraan zo duidelijk te zien, dat jij, alhoewel je naar buiten toe door en door gericht bent, je toch lijnrecht tegen de Schepper kunt verzetten zolang je maar wilt. Jij kunt echter ook evengoed als wij allen, volmaakt vrij naar de wil van de Heer handelen.
Hoofdstuk 198: Woordenstrijd tussen Johannes en Satan over Gods alomtegenwoordigheid en het ontstaan van het kwaad - Satan in zijn soort een triomf van de Schepper - Het bewijs van Johannes over de werkelijke verlossing van het kwaad - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[17] Wat zeg je nu? Heb je voor mij misschien nog enkele strikvragen klaar liggen? Voor de dag er mee, ik zal ze je allemaal naar behoren beantwoorden!'
Hoofdstuk 198: Woordenstrijd tussen Johannes en Satan over Gods alomtegenwoordigheid en het ontstaan van het kwaad - Satan in zijn soort een triomf van de Schepper - Het bewijs van Johannes over de werkelijke verlossing van het kwaad - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] JOHANNES zegt: 'O ja, dat is een oude, ons maar al te goed bekende taal. Naar deze uitspraken luisteren wij niet langer, maar we gebieden je nu om deze wereld met je wezenskern te verlaten en in Naam van de Heer naar de aarde op de voor jou bestemde plek te gaan. Als je daar rustig zult zijn, zal je geen verder leed overkomen. Zul je echter vol onrust en slechtheid zijn, dan heb je het alleen maar aan jezelf te danken, als de Heer je de scherpte van Zijn toorn zal doen voelen!'
Hoofdstuk 199: Uitnodiging van Johannes aan Satan, om verdere vragen te stellen - Satans grootheidswaan en hoogmoedig antwoord - Bevel van Johannes aan Satan om de zon te verlaten - Satans verzoek om consideratie - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] Ook weet ik me heel goed die grote tijd der tijden op aarde te herinneren, toen jij allerbrutaalst de vrijheid nam om de Heer, jouw God en Schepper, naar de top van een hoge berg te leiden en daar tegen Hem te zeggen: 'Zie, dit alles is van mij! Ik zal je alle rijken van deze aarde geven, als je voor mij neervalt en mij aanbidt!' - Als je toen de aarde jouw eigendom noemde, hoe kan ze dan nu weer een werk van de Heer zijn? Zeg me, wanneer heb je gelogen, toen of nu?'
Hoofdstuk 200: Satan in tegenstrijdigheden verwikkeld - Satan, de verderver en verleider - Nieuw vredescontract tussen Johannes en Satan - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[13] JOHANNES zegt daarop tegen Satan: 'Ons contract is nu door eeuwig waarachtige getuigen bekrachtigd en gesanctioneerd; houd je daarom aan je belofte. Maar wee jou, driewerf wee, als je naar je oude natuur je belofte niet zult houden!'
Hoofdstuk 200: Satan in tegenstrijdigheden verwikkeld - Satan, de verderver en verleider - Nieuw vredescontract tussen Johannes en Satan - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[16] Bij de naam 'Jezus' springt de Satan als een bliksemstraal weg en neemt onder hevig gebrul de aangeduide plaats in. Alle afgezanten keren nu weer naar huis terug.
Hoofdstuk 200: Satan in tegenstrijdigheden verwikkeld - Satan, de verderver en verleider - Nieuw vredescontract tussen Johannes en Satan - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[9] Maar voordat dit oordeel zal beginnen, zullen wij nog een keer mensen naar alle sterrenwerelden uitzenden om voor het grote feestmaal uit te nodigen. Wie daar ook maar wordt aangetroffen, zal uitgenodigd worden om binnen te komen. Gelukkig degenen die zich niet zullen verzetten tegen de uitnodigingen; aan hun vreugde zal nooit een einde komen!'
Hoofdstuk 201: Blijde thuiskomst in het huis van Shonel - Lovende en vooral tot Martinus gerichte ontvangstwoorden van de Heer - Zijn grote troostrijke belofte: vanuit het oordeel tot het heil - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] (DE HEER:) 'Maar nu, Mijn kinderen, nog iets anders. Martinus, Borem en Chorel, kom wat dichter bij Mij. Jullie hebben je nu door alle moeilijke beproevingen heen geworsteld en zijn als overwinnaars uit menig hevige en felle strijd naar voren gekomen. Daardoor hebben jullie je helemaal bruikbaar gemaakt voor Mijn rijk der hemelen!
Hoofdstuk 202: Het loon van de overwinnaar - Het hemelse huwelijk als hoogste voleinding van de goddelijke orde - Over het wezen van de vrouw - Martinus' goede keus en overgave aan de wil van de Heer - Een wenk over het hemelse huwelijk - Martinus' hemelse missie als voleindigde - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[9] MARTINUS, die vol zaligheid meteen om zich heen kijkt, ziet reeds Marelisael, de eerste en mooiste van de drie zonnedochters, aan zijn zijde. Hij brengt haar naar Mij toe en vraagt: 'Heer, is dit de juiste?'
Hoofdstuk 202: Het loon van de overwinnaar - Het hemelse huwelijk als hoogste voleinding van de goddelijke orde - Over het wezen van de vrouw - Martinus' goede keus en overgave aan de wil van de Heer - Een wenk over het hemelse huwelijk - Martinus' hemelse missie als voleindigde - Jakob Lorber - Bisschop Martinus