Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 968 van 1088

...  956 - 957 - 958 - 959 - 960 - 961 - 962 - 963 - 964 - 965 - 966 - 967 - 968 - 969 - 970 - 971 - 972 - 973 - 974 - 975 - 976 - 977 - 978 - 979 - 980 - 981  ...
[4] Als we echter van te voren in een plaats horen, dat zo'n wereldberoemde duizendkunstenaar voorbij zal komen, dan zal iedereen zich op straten en pleinen begeven en zal verlangend naar de intocht van deze wonderman uitzien. Staan er nu door een gelukkig toeval gemakkelijk te beklimmen bomen langs die weg, dan zullen die zeker door jongens en soms ook door nieuwsgierige oudere mensen in beslag worden genomen.
Hoofdstuk 31: 'En hij (Zacheüs) liep snel vooruit en klom in een moerbei vijgeboom om Hem te zien; want Hij zou daar langs komen' (Luk.19:4) - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[10] Maar wat deed Zacheüs om Mij op die weg te zien? Hij was klein van stuk; hij liep vooruit en klom in een moerbeivijgenboom, dat wil zoveel zeggen als: de zondige mens erkende dat hij tegenover Mij geen waarde had, dus was hij vol deemoed en geleek of gelijkt op de tollenaar in de tempel, die zijn ogen zelfs niet naar de hemel durfde opheffen.
Hoofdstuk 31: 'En hij (Zacheüs) liep snel vooruit en klom in een moerbei vijgeboom om Hem te zien; want Hij zou daar langs komen' (Luk.19:4) - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[19] Deze vraag wordt beantwoord op die plaats in het evangelie, waar de Heer tegen de in de boom uitkijkende Zacheüs zegt: 'Kom naar beneden, want vandaag moet Ik in uw huisverblijven!'
Hoofdstuk 31: 'En hij (Zacheüs) liep snel vooruit en klom in een moerbei vijgeboom om Hem te zien; want Hij zou daar langs komen' (Luk.19:4) - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[22] Kijk, dat is het praktisch theoretische van deze tekst en in het kort is de moraal: 'Kijk naar je broeder Zacheüs en volg zijn voorbeeld, dan zal het ook jou vergaan zoals het Zacheüs verging!'
Hoofdstuk 31: 'En hij (Zacheüs) liep snel vooruit en klom in een moerbei vijgeboom om Hem te zien; want Hij zou daar langs komen' (Luk.19:4) - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[4] Het antwoord is: Jozef heeft in de eerste plaats nooit een eigendom bezeten en kon dat daarom ook niet nalaten. Zijn kinderen, zowel zijn eigen als ook die hij opgenomen had, waren ten tweede zelf zeer arm en zijn Mij bijna allen nagevolgd; en daarbij was ook Johannes, die zich vaak in het huis van Jozef ophield en als het ware ook bij de familie hoorde. Want zijn vader was nog behoeftiger dan Jozef zelf en stuurde zijn zoon naar Jozef toe om het ambacht van hem te leren. Dat gebeurde dan ook en hij werd een handige timmerman en meubelmaker die ook het draaiwerk vaardig verrichtte. Bovendien had hij Maria en Mij en het hele gezin van Jozef zeer lief en Maria kon aan geen betere en meer vertrouwde handen worden toevertrouwd dan juist aan deze zoon van Zebedëus.
Hoofdstuk 32: 'Toen Jezus nu zijn moeder zag, en de discipel die Hij liefhad daarbij zag staan, zei Hij tot zijn moeder: Vrouw, zie, uw zoon. Daarna zei Hij tot de discipel: Zie, uw moeder. En van dat uur af nam de discipel haar in zijn ' huis'(Joh.19:26-27) - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[15] Dieper gesproken: 'Gij, goddelijke wijsheid, neig u naar uw eeuwige oergrond en Gij, eeuwige oergrond, zie uw stralende Zoon en neem Hem op om er één mee te worden'.
Hoofdstuk 32: 'Toen Jezus nu zijn moeder zag, en de discipel die Hij liefhad daarbij zag staan, zei Hij tot zijn moeder: Vrouw, zie, uw zoon. Daarna zei Hij tot de discipel: Zie, uw moeder. En van dat uur af nam de discipel haar in zijn ' huis'(Joh.19:26-27) - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[16] En verder: 'Gij Ene, die eens het allerheiligste droeg, kijk naar de dood van uw werken, en Gij gedode, gedenk als Gij opstaat diegene, die eens het allerheiligste droeg, namelijk het licht van de eeuwige liefde!'
Hoofdstuk 32: 'Toen Jezus nu zijn moeder zag, en de discipel die Hij liefhad daarbij zag staan, zei Hij tot zijn moeder: Vrouw, zie, uw zoon. Daarna zei Hij tot de discipel: Zie, uw moeder. En van dat uur af nam de discipel haar in zijn ' huis'(Joh.19:26-27) - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[1] 'Zie, er komt een uur en het is gekomen, dat u verstrooid zult worden, ieder naar het zijne, en u Mij alleen zult laten; en toch ben Ik niet alleen, omdat de Vader met Mij is'.
Hoofdstuk 33: 'Zie, er komt een uur en het is gekomen, dat u verstrooid zult worden, ieder naar het zijne, en u Mij alleen zult laten: en toch ben Ik niet alleen; omdat de Vader met Mij is' (Joh. 16 : 32) - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[5] Wat moeten we dan onder dit verstrooien verstaan? Misschien het persoonlijk uiteengaan van Mijn leerlingen en apostelen en dan ieder naar een andere streek? O neen! Dat was immers hun bestemming en daartoe heb Ik ze ook geroepen, opdat ze zouden uitgaan naar alle landen en daar voor alle schepselen het evangelie prediken.
Hoofdstuk 33: 'Zie, er komt een uur en het is gekomen, dat u verstrooid zult worden, ieder naar het zijne, en u Mij alleen zult laten: en toch ben Ik niet alleen; omdat de Vader met Mij is' (Joh. 16 : 32) - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[9] Wat voor een verstrooiing wordt hier dan wel bedoeld? Kijk naar de sekten, die tegenwoordig overal bestaan en ook reeds tijdens Mijn leven onder de apostelen enigszins voorhanden waren - om welke reden Ik deze voorspelling ook heb gedaan. En als u let op de debatten tussen Mijn twee eerste apostelen, moet het u des te duidelijker worden welke verstrooiing Ik Mijn apostelen en leerlingen heb voorspeld, waarvan, zoals Ik in het begin al zei, de verklaring voor het grijpen ligt.
Hoofdstuk 33: 'Zie, er komt een uur en het is gekomen, dat u verstrooid zult worden, ieder naar het zijne, en u Mij alleen zult laten: en toch ben Ik niet alleen; omdat de Vader met Mij is' (Joh. 16 : 32) - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[16] Ik heb niet gezegd: 'Wie Mij zal geloven, uit diens lendenen zullen stromen van levend water vloeien', maar Ik heb gezegd: 'Wie naar Mijn Woord zal handelen, die zal het ervaren, of Mijn leer van God of van de mensen is!'
Hoofdstuk 33: 'Zie, er komt een uur en het is gekomen, dat u verstrooid zult worden, ieder naar het zijne, en u Mij alleen zult laten: en toch ben Ik niet alleen; omdat de Vader met Mij is' (Joh. 16 : 32) - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[18] Zo is het ook met het licht van het geloof! Al naar gelang het een verschillend gekleurd menselijk gemoed beschijnt, zal het dat gemoed ook verlichten. Een eis, dat één en hetzelfde licht door die duizenderlei gekleurde gemoederen volkomen wit zal teruggekaatst worden, is daarom toch zeker de grootste dwaasheid.
Hoofdstuk 33: 'Zie, er komt een uur en het is gekomen, dat u verstrooid zult worden, ieder naar het zijne, en u Mij alleen zult laten: en toch ben Ik niet alleen; omdat de Vader met Mij is' (Joh. 16 : 32) - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[8] Nu vraag Ik: Wat moet de mens dan doen? Zal hij aan de ene kant alleen maar genoegen nemen met het geloof dat hem als zodanig is aangeraden, of zal hij zich alleen maar aan de liefde houden, die hij zich eigen heeft gemaakt door te handelen naar Mijn woorden en alleen datgene geloven wat de liefde tot Mij hem geeft?
Hoofdstuk 34: 'Wie in Mij gelooft, zoals de schrift zegt: stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien' (Joh 7:38) 135 - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[9] Want de werkzaamheid der liefde heb Ik Zelf als het enig geldende criterium aangevoerd, waardoor men kan beoordelen of Mijn leer menselijk of goddelijk is; want Ik zei het immers: 'Wie naar Mijn woorden handelt, die zal erkennen of Mijn leer van de mensen of van God is!'
Hoofdstuk 34: 'Wie in Mij gelooft, zoals de schrift zegt: stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien' (Joh 7:38) 135 - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[12] Nu is de vraag: Verkondigde Ik twee leren? Of was Ik iemand, die bij elke gelegenheid zijn jas naar de wind hing en bij een gelovig gezelschap over de enige waarde van het geloof gesproken zou hebben, en in een actieve gemeenschap predikte, dat het handelen alleen waarde heeft? Op deze manier moest Ik met Mijzelf wel in duidelijke tegenspraak staan.
Hoofdstuk 34: 'Wie in Mij gelooft, zoals de schrift zegt: stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien' (Joh 7:38) 135 - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
...  956 - 957 - 958 - 959 - 960 - 961 - 962 - 963 - 964 - 965 - 966 - 967 - 968 - 969 - 970 - 971 - 972 - 973 - 974 - 975 - 976 - 977 - 978 - 979 - 980 - 981  ...