Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 969 van 1110

...  957 - 958 - 959 - 960 - 961 - 962 - 963 - 964 - 965 - 966 - 967 - 968 - 969 - 970 - 971 - 972 - 973 - 974 - 975 - 976 - 977 - 978 - 979 - 980 - 981 - 982  ...
[26] Ik zeg: 'Richt je blik maar naar boven en zie hoe de witte geesten van de vrede, die van alle kanten aankomen, zich in de beste orde opstellen! Bliksemsnel zullen de woestelingen, waaronder Sebastiaan, gekneveld op de grond geworpen worden. Als jullie morgen de hoge bergen rondom met sneeuw bedekt zien, weet dan: daar ligt Sebastiaan in zijn triomf onder het beste woede afkoelingsapparaat, namelijk onder de deken die de vredesgeesten van het noorden als nuttig geschenk voor hem hebben meegebracht.'
Hoofdstuk 113: Drie bisschoppen van Graz op de wolken. Een jezuïet als afgezant. De heerszuchtige Sebastiaan en zijn twee betere collega' s. Gericht over de hoogmoedige bende. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[21] Nu wordt bisschop Sebastiaan laaiend van woede en zegt: 'Ik ken jullie beiden, ketters! Het kerkelijke verval dat jullie in dit land hebben aangericht, vermocht ik in geen twintig jaar uit te roeien, en jullie willen mij Christus leren kennen?! Ik, die vervuld ben van Zijn heilige geest en de sleutels van hemel en hel in mijn handen draag! Wie zou Christus nu beter kennen dan ik?'
Hoofdstuk 113: Drie bisschoppen van Graz op de wolken. Een jezuïet als afgezant. De heerszuchtige Sebastiaan en zijn twee betere collega' s. Gericht over de hoogmoedige bende. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[13] De jezuïet zegt: 'Waar zien jullie God dan?' Ik zeg: 'Juist daar waar jullie Hem niet zien en nog lange tijd niet zullen zien, en al zat Hij op jullie neus, dan zouden jullie Hem nog niet herkennen. Ga naar je blinde bisschop en zeg hem: hier woont het heil der mensen! Als hij ook een mens is, laat hem dan hier komen, God de eer geven en deelnemen aan het heil, anders zou hem samen met jullie allen wel eens de dood ten deel kunnen vallen! Zeg hem: God de Heer heeft geen wereldzegenaar nodig, die Zijn macht uitvoert; Hij zegent de wereld Zelf wel. De bisschop kan beter alleen zijn eigen hart met deemoed zegenen en niet hooghartig op een wolk ronddrijven. Zeg hem, dat God de Heer nu Zelf op aarde rondwandelt en dat het daarom ongepast is, dat een slechte knecht van de wolken gebruik maakt!'
Hoofdstuk 113: Drie bisschoppen van Graz op de wolken. Een jezuïet als afgezant. De heerszuchtige Sebastiaan en zijn twee betere collega' s. Gericht over de hoogmoedige bende. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[7] Ik zeg: 'Wees nu maar even rustig, lieve kinderen, vrienden en broeders! We zullen hem gauw hier hebben en een hoop met hem te stellen hebben. Kijk, hij stuurt al een dienaar; uit zijn vragen zullen jullie gemakkelijk kunnen opmaken hoe de hoog boven de aarde zwevende bisschop over ons denkt. Hij is er, daarom nu opgelet!'
Hoofdstuk 113: Drie bisschoppen van Graz op de wolken. Een jezuïet als afgezant. De heerszuchtige Sebastiaan en zijn twee betere collega' s. Gericht over de hoogmoedige bende. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] De dienaar, onmiskenbaar een jezuïet en nog een handlanger komen brutaal voor ons staan, en de eerste vraagt: 'Wat zijn jullie toch voor ellendig zigeunertuig, dat niet eens z'n hoed afzet en op z'n vervloekte knieën zinkt als een kerkvorst, die door God met alle macht is toegerust, op een hemelwolk zegenend voorbij komt?'
Hoofdstuk 113: Drie bisschoppen van Graz op de wolken. Een jezuïet als afgezant. De heerszuchtige Sebastiaan en zijn twee betere collega' s. Gericht over de hoogmoedige bende. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[12] Ik zeg: 'Ze lijkt Me juist niet erg diep te zijn, die wijsheid van jou! En Ik moet je weer bekennen dat Ik van dat alles niets weet. Merkwaardig! Maar Ik weet wel, dat jouw bisschop Sebastiaan een os is en dat jij een ezel bent! Dieren, niet bepaald van een slechte soort, maar uitermate dom. Voor ons allen, zoals we hier zijn, is God heel zichtbaar en woont Hij in een beslist zeer toegankelijk licht. Alleen voor de op aarde nog sterk in het vlees levende mensen moet God omwille van de vrijheid van hun wil onzichtbaar blijven, zolang zij nog niet de volledige wedergeboorte van de geest hebben verkregen. Hij blijft echter ook onzichtbaar voor geesten van jullie soort, omdat jullie niet zuiver en wedergeboren zijn, en Hij zal het nog aardig lang blijven.'
Hoofdstuk 113: Drie bisschoppen van Graz op de wolken. Een jezuïet als afgezant. De heerszuchtige Sebastiaan en zijn twee betere collega' s. Gericht over de hoogmoedige bende. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[3] Maar die ene op de achtergrond van het nachtelijk duister heeft een sterke lijfwacht bij zich, die net zo voelt, denkt en wil als hijzelf. Kijk maar eens hoe trots hij zich op zijn donkere wolk laat drijven alsof hij over hemel en aarde te bevelen zou hebben! Hij is nu ongeveer drie jaar een bewoner van deze wereld en hij weet het, anders zou hij zich niet op de wolken laten drijven. Maar hij is nog geen duimbreed van zijn ultramontaanse gezindheid afgeweken. Hij is nog steeds een prelaat van het pauselijke hof en deze waardigheid neemt niemand hem gemakkelijk af, en met een dergelijk gevoel van hoogwaardigheid komt hij nu langzaam op ons af en vetwacht van ons een hoogst eerbiedige ontvangst. Hoe bevalt jullie deze geest?'
Hoofdstuk 113: Drie bisschoppen van Graz op de wolken. Een jezuïet als afgezant. De heerszuchtige Sebastiaan en zijn twee betere collega' s. Gericht over de hoogmoedige bende. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[3] Waar derhalve zulke grof materiële mensengeesten voorkomen, moeten jullie voor Mij eerst de weg banen, omdat op grond van Mijn orde het oergeestelijke nooit meteen rechtstreeks met het materiële in aanraking mag komen. En kijk, juist daar zijn jullie dan als een tussenschakel nodig. Hier Waar de geesten heel goed weten wat ze zijn, kan Ik Zelf meteen op passende wijze met hen omgaan zonder hen te schaden. Zoals de bewoners van de bergen op aarde zijn, die al veel soberder leven dan de onverzadigbare bewoners van de laaglanden, zo zijn ook de geesten die de bergen bewonen. Als ze om iets vragen, moet men hun altijd iets geven en zij zijn dan dadelijk tevreden. Het zou verkeerd zijn om hun niets te geven, want dat zou hen heel verdrietig en tenslotte weer heel onstuimig maken en hun alle vertrouwen ontnemen.
Hoofdstuk 111: Toestroom van demonen en natuurgeesten. Over het wezen van de berggeesten. Jakob Lorber, aan wie de heer door middel van zijn engel dicteert, met zijn trouwe vrienden in de gezichtskring van het heilige gezelschap. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[14] Maar Ik zeg tegen hem: 'Laat varen jullie ijver! Ik weet waarom Ik zo handel en de aarde nu met Mijn voeten aanraak. Haal weg dit bouwsel! Als Ik een woning zou willen hebben, dan zou er onmiddellijk een staan die Mij waardig is. Bouw Mij liever in jullie harten een echt huis; daarin zal Ik dan Mijn intrek nemen. Deze duiventil in de lucht staat Mij helemaal niet aan; breek haar daarom meteen weer af!'
Hoofdstuk 110: Een andere geestenscène. De Heer met de Zijnen bij de Reinerkogel. Heilzoekende geesten uit de bergen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[12] Gedurende de nacht zijn er nog een aantal ontevreden geesten gerustgesteld en geholpen. Zij zijn ook wat meer tot rust gekomen, hetgeen voor jullie zichtbaar werd door de heldere nacht die erop volgde en door de huidige heldere ochtend en de daarop volgende dag. Er zullen weliswaar altijd nog wolken te zien zijn; dat zijn geesten, die nog altijd iets meer willen dan ze reeds hebben ontvangen, maar hun liefde is nog zwak en daardoor is ook hun gewin niet groter.
Hoofdstuk 110: Een andere geestenscène. De Heer met de Zijnen bij de Reinerkogel. Heilzoekende geesten uit de bergen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[10] Daarna kwam er uit de hele omgeving van deze plaats een menigte geesten, die om zegening van deze streek vroeg. Deze werd hun ook nog voor het zevende uur verleend. Jullie hebben deze zegening mede ontvangen en hebben haar door een regenboogkleurig lichtverschijnsel boven het vlakke land heel goed kunnen waarnemen.
Hoofdstuk 110: Een andere geestenscène. De Heer met de Zijnen bij de Reinerkogel. Heilzoekende geesten uit de bergen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[1] Robert vraagt: 'Waar komen die dan vandaan en wat willen zij? O Heer en Vader, vergeef mij dat ik U voortdurend met allerlei vragen lastig val, maar ik kan werkelijk niet anders, want wat ik nu al aan verschillende wezens heb gezien, grenst bijna aan het ongelooflijke. Waarlijk, hier openbaart zich Uw macht, waardigheid en heerlijkheid op een nog niet eerder vertoonde wijze! Bijna overal hebt U zich, tenminste in mijn ogen, zo passief mogelijk gedragen. Alles moesten wij, weliswaar uitsluitend volgens Uw woord, uitvoeren. Maar hier lijken we allen echter wel een kijklustig volkje, dat de kunstenaar met verwondering aanstaart zonder hem op de een of andere manier bij te kunnen staan. O Heer, zeg me toch hoe dat komt in dit bergland?'
Hoofdstuk 111: Toestroom van demonen en natuurgeesten. Over het wezen van de berggeesten. Jakob Lorber, aan wie de heer door middel van zijn engel dicteert, met zijn trouwe vrienden in de gezichtskring van het heilige gezelschap. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[9] Daarna kwam er uit de richting van de Schöckelberg een heel legioen geesten, die nog sterk tot het natuurrijk behoorden. Hun aankomst konden jullie tegen zeven uur heel duidelijk waarnemen door een vuurrood schijnsel aan de rechterkant. Zij verlangden zeer hevig naar de verlossing van hun moeizame dienst in de bergen, die hun gedeeltelijk werd verleend. Daarmee waren zij tevreden, hetgeen jullie konden waarnemen door het verdwijnen van dat schijnsel.
Hoofdstuk 110: Een andere geestenscène. De Heer met de Zijnen bij de Reinerkogel. Heilzoekende geesten uit de bergen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] Bij Mijn aankomst begonnen massa's geesten van allerlei soort elkaar meteen rondom de heuvel te verdringen, waaronder velen van een heel boosaardige soort, die echter snel in de richting van de avond werden verdreven. De verduistering van de Plabutschberg door donkere wolken verwittigde zelfs jullie zintuigen daarvan. Ja, zelfs satana bevond zich onder dit uitschot. Meer rondom de voet van de heuvel bevonden zich betere wezens, die om verbetering van hun lot smeekten. Toen hun dit werd verleend, trokken ze dankbaar weg.
Hoofdstuk 110: Een andere geestenscène. De Heer met de Zijnen bij de Reinerkogel. Heilzoekende geesten uit de bergen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[7] Na deze gebeurtenis trekken wij op ons gemak verder, voeren onderweg allerlei gesprekken en komen precies om 6 uur 's avonds op 4 oktober 1850 op de voorbestemde plaats aan, - het tijdstip waarop jullie, Mijn vrienden, je bij de Schlossberg bevonden. Daar hebben jullie door allerlei tekens in de vorm van sterretjes, en daarna door een gevoel, dat jullie sterkte door de rust van de natuur, door de eerbiedige opstelling van de wolken, evenals door de vriendelijke belichting van de heuvel Mijn aankomst goed en duidelijk merkbaar kunnen voelen.
Hoofdstuk 110: Een andere geestenscène. De Heer met de Zijnen bij de Reinerkogel. Heilzoekende geesten uit de bergen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
...  957 - 958 - 959 - 960 - 961 - 962 - 963 - 964 - 965 - 966 - 967 - 968 - 969 - 970 - 971 - 972 - 973 - 974 - 975 - 976 - 977 - 978 - 979 - 980 - 981 - 982  ...